Zotonic - Atom Feed Module 2024-03-28T14:54:57+01:00 https://hart.amsterdam/nl/ Hart Amsterdammuseum https://hart.amsterdam/rsc/1939281 2023-05-19T09:37:24+02:00 2023-05-18T18:00:00+02:00 Judith van Gent https://hart.amsterdam/rsc/407 De Digitale Stad UNESCO erfgoed! Vandaag heeft UNESCO &#39;De Digitale Stad&#39; opgenomen in het UNESCO Memory of the World register. <p><strong><!-- z-media 1938979 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} -->De Digitale Stad</strong></p> <p>Digitale Stad (DDS) is <a rel="noopener noreferrer" href="https://www.unesco.nl/nl/artikel/unesco-plaatst-aan-nederland-verbonden-erfgoed-op-memory-world-register" target="_blank">door UNESCO toegevoegd</a> aan het internationale register <em>Memory of the World. </em>Dit is een lijst van culturele en historische documenten en archieven die van wereldwijd belang zijn. Hiermee is <em>De Digitale Stad</em> het allereerste <em>digital born </em>erfgoed op deze lijst. Een belangrijke en unieke mijlpaal voor digitale cultuur.</p> <p>In 1988 kreeg Nederland, als eerste land in Europa, een directe open verbinding met het internet. Daarna volgden de digitale ontwikkelingen elkaar snel op. Op 15 januari 1994 introduceerde Amsterdam <em>De Digitale Stad</em> (DDS), de allereerste virtuele stad ter wereld. ‘Bewoners’ bouwden in DDS een huis (homepage) aan een van de stadspleinen, waar ze elkaar virtueel konden ontmoeten. In de eerste zes weken hadden zich al ruim 10.000 bewoners inge­schreven. Zes jaar later waren dat er ruim 140.000.</p> <p>DDS volgde de technologische ontwikkelingen op de voet en als gevolg ontstonden er verschillende interfaces (stadsgezichten) en projecten. De virtuele stad met de inwoners bracht objecten, ideeën en tradities voort in nieuwe digitale vormen zoals webpagina’s, nieuws­groepen, chat, audio en video. <em>De Digitale Stad</em> is een schatkamer met digitaal erfgoed uit de beginjaren van het internet en een belangrijke historische bron.</p> <p><!-- z-media 339142 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} --></p> <p> </p> <p><strong>De Digitale Stad Herleeft</strong></p> <p>In 2001 ging <em>De Digitale Stad</em> (DDS) uit de lucht en het digitale geheugen van de eerste jaren van het internet liep het risico verloren te gaan. Om dit unieke en belangrijke <em>digital born</em> erfgoed van Amsterdam van de ondergang te redden, startte het Amsterdam Museum in 2011 het project <a href="https://hart.amsterdam/nl/page/521/re-dds"><em>De Digitale Stad Herleeft</em></a>. Samen met Waag Society, Universiteit van Amsterdam, DDS-community en vele andere partners werd zoveel mogelijk van materiaal van DDS verzameld. Het opgraven en reconstrueren van DDS was een <em>case study</em> voor webarcheologie. Dit heeft ervoor gezorgd dat DDS in een museale context bewaard en getoond kan worden voor toekomstige generaties.</p> <p>Het Nederlands Instituut voor Beeld &amp; Geluid beheert het audiovisuele DDS-archief, waaronder de eerste smart tv-uitzendingen, waarin voor het eerst verschillende media en interactie werden gecombineerd. De KB Nationale Bibliotheek onderhoudt de DDS-reconstructies en de documentatie. Het Amsterdam Museum bewaart en toont de 3D DDS-objecten. Vanaf komende dinsdag is er in het Amsterdam Museum aan de Amstel een kleine presentatie te zien.</p> <p>Het project <em>De Digitale Stad Herleeft </em>won in 2016 de prestigieuze <em>Digital Preservation Award.</em> Dat DDS nu ook in het <em>UNESCO Memory of the World </em>register is opgenomen onderschrijft het belang en de urgentie van het behoud van <em>digital born</em> erfgoed.</p> <p><!-- z-media 1939309 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} --></p> <p><strong>Memory of the World</strong></p> <p>Het register <a rel="noopener noreferrer" href="https://www.unesco.nl/nl/artikel/unesco-plaatst-aan-nederland-verbonden-erfgoed-op-memory-world-register" target="_blank"><em>Memory of the World</em></a> werd in 1992 opgericht door UNESCO, met als doel belangrijke documenten en archieven te behouden en te beschermen voor toekomstige generaties. De lijst bevat onder meer de <em>Declaration of the Rights of Man and of the Citizen</em>, de archieven van de Verenigde Naties en het dagboek van Anne Frank. De toekenning van de registratie aan DDS is een erkenning van het belang van digitaal erfgoed en van de impact die het heeft gehad op de samenleving.</p> <p><!-- z-media 1938969 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} --></p> <p> </p> <p><a rel="noopener noreferrer" href="https://www.parool.nl/amsterdam/de-digitale-stad-van-marleen-stikker-is-nu-unesco-erfgoed-onlinegemeenschap-is-mijlpaal-in-internetgeschiedenis~bb268c8c/" target="_blank">Het Parool schreef vandaag</a> over deze erkening.</p> <p> </p> https://hart.amsterdam/rsc/1785344 2022-11-17T10:02:17+01:00 2022-11-15T03:34:00+01:00 Laura van van Hasselt https://hart.amsterdam/rsc/3210 Doctor! Het is volbracht. Vrijdag 11 november ben ik eindelijk gepromoveerd op mijn onderzoek naar Van Eeghen: Geld, geloof en goede vrienden. Piet van Eeghen en de metamorfose van Amsterdam, 1816-1889. <p><span><!-- z-media 1785346 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} --></span></p> <p><span>Ik denk niet dat ik ooit in mijn leven zo zenuwachtig ben </span>geweest. Het lekenpraatje vond ik niet zo eng, maar dat openbare examen wel. Het gaat maar om drie kwartier, tot het beroemde ‘hora est’. Maar in die drie kwartier krijg je van de hooggeleerde commissieleden wel een aantal verschrikkelijk lastige vragen te beantwoorden. Vragen die je vooraf niet hebt gezien. En je weet de hele tijd: als je faalt, dan is de hele zaal daarvan getuige. <span><!-- z-media 1785347 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} --></span></p> <p><span>Gelukkig zat die zaal vol met vrienden, dat scheelde. En ik had twee voortreffelijke paranimfen aan mijn zij, dat hielp ook. Lang verhaal kort: de buit is binnen. Die bul (in enorme rode koker) neemt niemand me meer af.</span></p> <p><span><!-- z-media 1785348 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} --></span></p> <p><span>Sommige mensen vroegen me of ik het moeilijk vond om na al die jaren te scheiden van Piet. Gelukkig is dat nog lang niet aan de orde. In januari komt de handelseditie van mijn proefschrift uit, tegelijk met een kleine presentatie over Van Eeghen in de schatkamer van het Stadsarchief. Die mag ik de komende weken samenstellen, geweldig om te doen. En in 2024 komt er zelfs een hele tentoonstelling over Van Eeghen in het Amsterdam Museum aan de Amstel.</span></p> <p><span>Jullie zijn voorlopig nog niet van Piet en mij af.</span></p> <p><span><!-- z-media 1785349 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} --></span></p> <p> </p> <p> </p> https://hart.amsterdam/rsc/1763153 2022-10-05T16:40:48+02:00 2022-10-04T11:40:00+02:00 https://hart.amsterdam/rsc/1308881 Vandaag 30 jaar geleden: de vliegramp in de Bijlmer Op 4 oktober 1992 om 18.36 veranderde de Bijlmer voorgoed: op dat moment stortte een vliegtuig van de Israëlische maatschappij El Al neer op de flats Groeneveen en Klein-Kruitberg. Een ingrijpende gebeurtenis die veel mensen vandaag de dag nog steeds met zich meedragen. In de tentoonstelling &#39;30 Jaar Bijlmervliegramp: Herdenken in generaties&#39; gaan we in op de ramp, en hoe deze vandaag de dag doorwerkt. <p><!-- z-media 1763158 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} -->Samen met Imagine IC, de in Zuidoost gevestigde erfgoedinstelling, luisterde het Amsterdam Museum in diverse stadsgesprekken naar Amsterdammers die met het museum over de ramp wilden praten. De inhoud van die gesprekken vormde de basis van deze tentoonstelling; de expositie gaat over het gevoel die Amsterdammers bij de ramp hebben, hoe zij herdenken en de manier hoe verschillende generaties dit trauma samen verwerken. Ook in Imagine IC is op dit moment een tentoonstelling te zien: zo kunnen bezoekers zowel in het centrum als in de buurt meer te weten komen over de ramp.</p> <p><!-- z-media 1763157 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} -->In de tentoonstelling wordt een idee geschetst van het ongeloof, de shock en het verdriet waar veel bewoners van de Bijlmer mee te maken kregen. Dit gebeurt aan de hand van koppen van kranten die op 5 oktober verschenen - ‘Vuur, dood, chaos’ en ‘Ineens ging hij op zijn kant en recht omlaag’ - en door op doek getranscribeerde gesprekken die de meldkamermedewerkers van 112 van die avond voerden. Ook zijn tekeningen van basisschoolleerlingen van toen te zien. De tekeningen geven inzicht hoe kinderen deze gebeurtenis ervaren hebben. De docenten die kinderen destijds middels tekenen hun trauma wilden laten verwerken blikken nu terug.</p> <p><!-- z-media 1763156 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} -->Naast twee brokstukken van het vrachtvliegtuig die zijn gevonden en bewaard door particulieren zijn er ook kunstwerken over de Bijlmervliegramp te zien. Zo maakte kunstenaar Samuel Sarmiento (Venezuela, 1987) als eerbetoon aan de slachtoffers het schilderij ‘De boom die alles zag – El arbol que lo vio todo’ en laat kunstenaar Fatric Bewong (Ghana, 1981) in een video-installatie zien hoe de ramp vandaag de dag wordt herdacht binnen de gemeenschappen. Beide kunstenaars zijn verbonden aan CBK Zuidoost, centrum voor actuele beeldende kunst vanuit een interculturele, inclusieve invalshoek. Aan het einde van de tentoonstellingszalen worden alle bezoekers uitgenodigd om, naar idee van Tess van Zalinge, gezamenlijk een geborduurd lappendeken van herinneringen te maken.</p> <p>De <a rel="noopener noreferrer" href="https://www.amsterdam.nl/toerisme-vrije-tijd/evenementen/herdenkingen/bijlmervliegramp/" target="_blank">herdenking van de Bijlmervliegramp</a> is op donderdag 4 oktober <span>het atrium van het CEC-gebouw (Bijlmerdreef 1289, Amsterdam Zuidoost). Het atrium is open vanaf 16.30 uur. Het herdenkingsprogramma begint om 17.00 uur.</span></p> <p>De tentoonstelling &#39;<a rel="noopener noreferrer" href="https://www.amsterdammuseum.nl/tentoonstelling/30-jaar-bijlmervliegramp/47654" target="_blank">30 jaar Bijlmervliegramp: Herdenken in Generaties</a>&#39; is nog tot 21 mei te zien in het Amsterdam Museum aan de Amstel </p> https://hart.amsterdam/rsc/1744513 2022-08-30T17:28:37+02:00 2022-08-30T03:34:00+02:00 Laura van van Hasselt https://hart.amsterdam/rsc/3210 Het Van Eeghenbankje, deel 2 Het Van Eeghenbankje heeft er wel eens beter bij gestaan. Alle houten planken zijn op mysterieuze wijze verdwenen. Toch zat ik er heerlijk, afgelopen zondag in Oosterbeek. <p><span><!-- z-media 1744518 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} -->Het bankje staat vlak bij de Pietersberg, het voormalige buitenhuis van de Van Eeghens. Op het grasveld ervoor hield ik een verhaaltje over Van Eeghen, in het kader van de vijftiende Kneppelhoutwandeling. Dat is een mooi fenomeen: een jaarlijkse rondwandeling door het Oosterbeek van de negentiende eeuw, georganiseerd door de Stichting Heemkunde Renkum. Wandelen en korte lezingen in de buitenlucht wisselen elkaar af. </span></p> <p><span>De andere sprekers waren historici/letterkundigen: Lotte Jensen, Fons Meijer en Peter van Zonneveld. Stuk voor stuk waren het boeiende verhalen over de negentiende eeuw, voor een enthousiast publiek uit vooral dorp en omgeving. </span>Het was heerlijk weer, dat hielp ook. Een enkeling was zelfs helemaal uit Den Haag gekomen. </p> <p><span>Ik moest terugdenken aan een druilerige novemberdag in 2020, toen ik een <a href="https://hart.amsterdam/nl/page/1239431/een-lege-bank">blogje</a> schreef over dit zelfde bankje. Ik was nogal somber, omdat ik steeds maar geen tijd vond om aan mijn proefschrift te werken. Inmiddels, bijna twee jaar later, is het Grote Werk ingediend en zelfs goedgekeurd door de commissie. Betere tijden.</span><span> </span></p> <p><span>Ook voor het bankje komen er betere tijden aan, zo verzekerde de verantwoordelijke wethouder ons. Ze bleek mee te doen met de wandeling. Toen ze zag hoe belabberd het bankje erbij stond belde ze direct met een van haar ambtenaren. En dat op een zondag. Als het goed is wordt het Van Eeghenbankje binnenkort gerestaureerd. Dat zou vast hoe dan ook gebeurd zijn, maar nu misschien versneld. Met dank aan de Kneppelhoutwandeling. </span></p> <p><span> </span></p> <p><span> <!-- z-media 1744517 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} --></span></p> <p><span><a href="https://heemkunderenkum.nl/">https://heemkunderenkum.nl/</a></span></p> <p><span> </span></p> <p><span><a href="https://hart.amsterdam/nl/page/1239431/een-lege-bank">https://hart.amsterdam/nl/page/1239431/een-lege-bank</a></span></p> https://hart.amsterdam/rsc/1697679 2022-07-21T14:47:03+02:00 2022-06-03T03:34:00+02:00 Laura van van Hasselt https://hart.amsterdam/rsc/3210 Leeg Het ei is gelegd: ik heb het manuscript ingediend. Over zes weken hoor ik of de promotiecommissie akkoord gaat. Wijzigingen mogen niet meer, dus verder sleutelen aan de tekst is geen optie. Na zes en een half jaar is het proefschrift uit mijn handen, over de schutting, niet meer van mij. <p><span><!-- z-media 1697683 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} -->De afgelopen maanden heb ik monomaan aan het proefschrift gewerkt. Er kon zelfs geen blogje vanaf, waarvoor excuses. Nu is het Grote Werk eindelijk de deur uit en voel ik me vooral leeg. Ergens ben ik wel blij, maar de echte opluchting moet nog komen. Ik heb eerst nog wat tijd nodig om af te kicken.</span></p> <h2>Marathon</h2> <p><span>Een promotieonderzoek is een soort marathon, in mijn geval een marathon met heel wat voorziene en onvoorziene pauzes. Daarin maakte ik tentoonstellingen, gaf ik colleges, werd ik ziek en weer beter, keek ik werkstukken na en deed ik nog duizend dingen meer. Maar na al die zijpaden kwam ik toch steeds weer terug op de route van het proefschrift.</span></p> <p><span>Soms raak je tijdens zo’n marathon in een trance. Dan vergeet je de tijd en ben je in een andere wereld. Je geniet van het landschap dat aan je voorbij trekt. In mijn geval waren dat de onbekende stukken van de negentiende-eeuwse stad, waar mijn route langs liep. Maar er zijn ook genoeg momenten dat je kuiten branden, dat je uitgedroogd bent, dat je hele lichaam protesteert en dat je gek wordt van het feit dat je de finish maar niet ziet. </span></p> <p><span>Nu zit ik opeens uit te hijgen, daar bij die eindstreep. In de ene hand een bidon met water, in de andere een fles cava. Volstrekt onwerkelijk. Gelukkig zit Van Eeghen nog steeds naast me, energiek en doelgericht als altijd. Hij had al jaren geleden bij de finish kunnen zijn, maar hij was zo aardig om op me te wachten. Nu wachten we samen op het oordeel van de commissie.</span></p> https://hart.amsterdam/rsc/1641613 2022-03-11T14:20:02+01:00 2022-03-07T03:34:00+01:00 Laura van van Hasselt https://hart.amsterdam/rsc/3210 Van Eeghen en de slavernij Van Eeghen stond aan het roer van een succesvol handelshuis in negentiende-eeuws Amsterdam. Dat doet in de huidige tijd alarmbellen rinkelen. Verdiende hij ook geld aan slavernij? <p><!-- z-media 1641615 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} --></p> <p><span>Eind vorige eeuw, toen ik in Groningen geschiedenis studeerde, speelde het onderwerp slavernij überhaupt geen rol. Bizar misschien, maar ook ik stond er niet bij stil. We waren met andere onderwerpen bezig. Het kan niemand ontgaan zijn dat die situatie inmiddels drastisch is veranderd. Niet alleen aan de universiteit, maar vooral ook in het publieke debat. Je kunt geen krant openslaan of er staat wel een artikel in dat te maken heeft met slavernijgeschiedenis. Er was en is dan ook heel wat achterstallig onderzoek te doen.</span></p> <p><strong><span>Dienstbaar aan de keten?</span></strong></p> <p><span>Zo verscheen onlangs het boek <em>Dienstbaar aan de keten? De Nederlandsche Bank en de laatste decennia van de slavernij, 1814-1863. </em>Dat raakt direct aan mijn onderzoek naar Piet van Eeghen. Hij was vanaf 1859 commissaris bij DNB en vanaf 1864 president-commissaris. In die laatste periode was de slavernij ‘al’ afgeschaft, maar hoe zat het met zijn belangen daarvoor? </span></p> <p><span>Eén ding durf ik wel met zekerheid te zeggen: Piet van Eeghen heeft zelf nooit mensen gekocht of verkocht. Maar dat zegt weinig aangezien Nederland de slavenhandel - niet te verwarren met <em>slavernij</em> - al voor zijn geboorte had afgeschaft. Maar ook zijn voorouders in de zeventiende en achttiende eeuw deden niet aan slavenhandel. Ze handelden in van alles, maar niet in mensen. Slavenhandel en slavernij vielen lastig te rijmen met het doopsgezinde geloof. </span></p> <p><strong><span>Tussen idealen en praktijk</span></strong></p> <p><span>Piet van Eeghen verkeerde bovendien in Réveilkringen en ook daar paste slavernij niet bij. Prominente Réveilmannen als dominee Heldring - met wie Van Eeghen veel optrok - waren vooral bezig met sociaal onrecht in eigen land, maar pleitten ook voor afschaffing van slavernij. Het lastige bij Piet van Eeghen is alleen, dat hij zich daar niet over heeft uitgesproken. Ik heb er althans niets over kunnen vinden. Geen uitspraken vóór, maar ook niet tegen slavernij. Hij was op allerlei maatschappelijke terreinen actief, maar hier niet. Waarom niet eigenlijk?  </span></p> <p><span>Van Eeghen was altijd meer bezig met Amsterdam dan met de rest van de wereld. Maar ik denk ook dat hij qua slavernij klem zat tussen idealen en praktijk. Hij was er de man niet naar om een systeem van stelselmatige uitbuiting toe te juichen. Integendeel. Maar hij stond wel aan het roer van een bedrijf dat handelde in koloniale producten, zoals suiker, koffie en tabak. In dat opzicht profiteerde hij wel degelijk van slavernij. In de periode waarin Piet firmant was bij Van Eeghen &amp; Co verschoof het accent van de handel van West naar Oost, maar ook in Nederlands-Indië bestonden slavernij en dwangarbeid. Daar kwam een groot deel van het geld vandaan, dat hij in eigen stad investeerde in goede doelen. </span></p> <p><strong><span>Oom en neef Jan</span></strong></p> <p><span>Piet van Eeghen wordt in het boek over slavernij en DNB niet genoemd als belanghebbende. Maar wel zijn oom Jan, die van 1829 tot 1838 directeur was van DNB. Hij had directe belangen in slavernij, onder andere omdat hij in suikerraffinaderij aan de Rozengracht bezat, waar suiker uit Suriname werd verwerkt. Zijn zoon, ook een Jan van Eeghen, staat op de lijst van Nederlanders die bij de afschaffing in 1863 in &#39;De West&#39; gecompenseerd werden voor het verlies van hun ‘bezit’ op de slavenplantages.</span></p> <p><span>Piet van Eeghen staat niet op deze lange lijst uit 1863, waar ik overigens wel een aantal Van Hasselts aantrof (voer voor een volgend onderzoek). Op het moment van de afschaffing had hij dus geen aandelen in een plantage, laat staan dat hij tot slaaf gemaakte mensen ‘bezat’. Maar bij zijn overlijden in 1889 had Van Eeghen wél een aantal aandelen in Surinaamse plantages. Die waren toen al een kwart eeuw niets meer waard. Waarschijnlijk heeft hij ze ooit geërfd en heeft hij er nooit profijt van gehad. Maar hij had ze wel.</span></p> <p> </p> <p><span>Zoek in <a rel="noopener noreferrer" href="https://www.nationaalarchief.nl/onderzoeken/zoekhulpen/suriname-en-de-nederlandse-antillen-vrijverklaarde-slaafgemaakten" target="_blank">deze database</a> van het Nationaal Archief naar mensen die in 1863 vrij werden verklaard en naar de eigenaren die compensatie kregen. </span></p> <p><span> </span></p> https://hart.amsterdam/rsc/53540 2022-01-17T16:56:27+01:00 2022-01-20T07:00:00+01:00 Suzette van &#39;t Hof https://hart.amsterdam/rsc/2980 Sexy Sebastiaan Vandaag, 20 januari, is het de feestdag van de Heilige Sebastianus van Rome, beschermheilige van het Amsterdamse Handbooggilde. Het Amsterdam Museum bezit de regalia van dit gilde waaronder de drinkhoorn. De rijk bewerkte zilveren voet van deze hoorn, die tijdens de schuttersfeesten van hand tot hand ging wordt ‘gesierd’ met een martelscène. Een merkwaardige combinatie. Of toch niet? <p><!-- z-media 53541 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p>De aan de boom gebonden en met pijlen doorzeefde jongeman is Sint Sebastianus van Rome, de naamgever en beschermheilige van dit gilde. Over het leven van de heilige is weinig bekend. Sebastiaan is het product van rijke middeleeuwse verbeeldingskracht. Er is nauwelijks historische grond voor zijn bestaan. Toch staat hij hoog genoteerd op de ranglijst van universeel vereerde heiligen.</p> <p><strong>Heilige Sebastiaan</strong></p> <p>Naar verluidt is Sebastiaan geboren in Narbonne. Volgens een vroege levensbeschrijving uit de vijfde eeuw, dient hij als officier in het leger onder <a title="Keizer Diocletianus" href="https://nl.wikipedia.org/wiki/Diocletianus">Keizer Diocletianus</a>. De jonge officier is een vroom man. Ten tijde van de christenvervolgingen vragen de moeders van Marcus en Marcellianus hem om hulp voor hun ter dood veroordeelde zonen. Sebastiaan sterkt beide mannen in hun geloof. Zij sterven als christenen. De vertrouweling van de keizer wordt daarop door zijn heer ter verantwoording geroepen en aangeklaagd. Zijn terechtstelling vindt plaats in Rome. Hij wordt vastgebonden, met pijlen doorzeefd en meer dood dan levend door zijn beulen achtergelaten. Onder de verzorgende handen van de Heilige Irene knapt hij zienderogen op. Als hij tijdens een van zijn wandelingen de keizer tegenkomt verwijt hij hem zijn wreedheid. De maat is vol. Sebastiaan wordt in de kladden gegrepen en doodgeknuppeld. Hij sterft in het jaar 288. Zijn ontzielde lichaam wordt in de <a title="Cloaca Maxima" href="https://nl.wikipedia.org/wiki/Cloaca_Maxima">Cloaca Maxima</a> geworpen om zo te voorkomen dat hij als martelaar vereerd wordt. Het pakt anders uit. Sebastiaan verschijnt aan Sint Luciana Anicia in haar dromen en geeft aan waar hij begraven wil worden. Zij vist hem uit het grootste riool van Rome en begraaft hem in de catacomben aan de Via Appia, waar in de vierde eeuw een aan hem gewijde basiliek verrijst. Vanaf dat moment gaat zijn verering van start.</p> <p>Sebastiaans naam wordt al snel verbonden aan allerlei patronaten. Hij is inmiddels beschermer van atleten en behangers tot brandweerlieden en ijzerhandelaars maar ook van de schutters en hun gilden en dan vooral de handbooggilden. Daarnaast wordt hij aangeroepen tegen tal van voornamelijk besmettelijke ziekten waaronder de pest.</p> <p><!-- z-media 53554 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><strong>Sexy Sebastiaan</strong></p> <p>Vanaf de vijftiende eeuw wordt Sebastiaan vrijwel naakt aan een boom of paal gebonden afgebeeld, zijn armen achter zijn rug samengebonden, zijn lichaam vol pijlen. Italiaanse schilders en beeldhouwers zien in Sebastiaan een dankbaar studieobject voor de weergave van het mannelijk naakt. Daarnaast is hij vooral bij vrouwelijke religieuzen zeer geliefd. De halfnaakte jongeman, recht van lijf en leden laat, in tegenstelling tot de uitgemergelde Christus, in de eenzaamheid van de kloostercel menig laatmiddeleeuws nonnenhartje sneller kloppen. Nu is Sebastiaan onder andere de beschermheilige van homoseksuelen. Zijn portefeuille met patronaten is nog altijd goed gevuld.</p> https://hart.amsterdam/rsc/53493 2022-01-13T16:27:08+01:00 2022-01-15T07:00:00+01:00 Jasper Slob https://hart.amsterdam/rsc/52155 Tulpen uit Amsterdam Vandaag wordt het tulpenseizoen geopend. Dit jaar helaas geen bloemenzee op de Dam. Het wordt de oogst van de bollen uit eigen tuin… óf de tulpen van het bloemenstalletje op de hoek. Feestelijk blijven deze bodes van de lente wel ... én betaalbaar. Dat was in de zeventiende eeuw wel anders. Amsterdam was bevangen door de tulpengekte. Er werden exorbitant hoge prijzen betaald voor een tulp. De hoorn des overvloeds stroomde over. Dit fenomeen sprak tot de verbeelding, zo blijkt uit het schilderij van Egenberger uit onze collectie. <p><!-- z-media 53494 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><strong>Een intrigerend gebeurtenis</strong></p> <p>Het schilderij is afkomstig uit de Historische Galerij van Jacob de Vos. Deze kunstliefhebber gaf de opdracht aan jonge, veelbelovende kunstenaars tussen 1850 en 1863 om taferelen uit de vaderlandse geschiedenis te verbeelden. De tulpengekte, of tulpenmanie, van 1637 was blijkbaar zo’n tot de verbeelding sprekende gebeurtenis, dat deze niet kon ontbreken in de negentiende-eeuwse galerij van De Vos.</p> <p><strong>Kostbare bollen</strong></p> <p>De tulp komt oorspronkelijk uit Turkije en werd in de zestiende eeuw door Nederlandse handelaren meegenomen. Hoe de tulpenbol een gewild speculatieobject heeft kunnen worden, is tot de dag van vandaag onduidelijk. De tulpen werden op papier verkocht, terwijl de bollen nog nauwelijks in de grond zaten. Op veilingen werden de prijzen steeds verder opgedreven tot duizelingwekkende hoogten. De duurste tulp werd verkocht voor 1.000 gulden: de prijs van een grachtenpand in Amsterdam! Ze werden gekoesterd en in prachtige tulpenvazen gedaan. Zo&#39;n kostbaar goed kon niet in een simpele bloempot worden gezet.</p> <p><!-- z-media 53495 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><strong>De bubbel barst</strong></p> <p>De handel in tulpenbollen wordt ook wel de eerste economische bubbel in de geschiedenis genoemd. De bubbel barstte uiteindelijk in 1637. De prijzen zakten in elkaar tot wel 5 % van wat er eerder voor de tulpenbollen werd betaald. Handelaren die hadden geïnvesteerd in tulpenbollen zagen hun kapitaal verdampen.</p> <p><strong>Een florerende business</strong></p> <p>Tegenwoordig is de tulp één van de meest geëxporteerde goederen van Nederland. Elk jaar worden er meer dan twee miljard tulpenbollen verhandeld. Er worden ook tulpen verkocht op bloemveilingen, waarvan die in Aalsmeer de bekendste en grootste is. Tegenwoordig worden echter geen buitensporige bedragen gevraagd.</p> <p> </p> <p><em>Klik hier voor meer informatie over <a title="Nationale Tulpendag" href="http://tulpen.nl/tulpendag">Nationale Tulpendag</a>.<br /></em></p> https://hart.amsterdam/rsc/7573 2022-01-02T12:04:02+01:00 2022-01-02T09:11:00+01:00 Suzette van &#39;t Hof https://hart.amsterdam/rsc/2980 Driekoningen Elk jaar wordt op 6 januari in de katholieke kerk het Driekoningenfeest gevierd. De Amsterdamse schilder Jacob Cornelisz. van Oostsanen (1472 - 1533) legt in 1517 de gebeurtenis die hieraan ten grondslag ligt vast. <p>Van de vier evangelisten beschrijft alleen Matteüs het kraambezoek dat Jezus en zijn ouders in Bethlehem ontvangen. Een onbenoemd aantal magiërs of wijzen uit het Oosten volgt een ster, die hen de weg naar de pasgeboren Koning der Joden wijst. Een paar verzen slechts, die enorm tot de verbeelding van de Middeleeuwen spreken. Drie zwaar met symboliek beladen koningen zijn het eindresultaat. Ze krijgen in de dertiende-eeuwse ‘Legende Aurea’ hun definitieve vorm.</p> <p>Het drietal verbeeldt de tot dan toe bekende werelddelen en de levensfasen van de mens. Met zijn zestig jaren is Melchior de oudste en de meest wijze van het stel. De Europeaan, een oude man met lange witte haren en lange baard, schenkt goud aan de pasgeborene. Hij wordt gevolgd door Balthasar die, veertig jaren tellend, bruin van teint en vol van baard, Azië vertegenwoordigt. Hij biedt mirre aan. De rij wordt gesloten door Caspar, een jonge atletisch gebouwde Moor. Donker, baardloos en amper twintig jaren, huldigt de Afrikaan Gods Zoon met wierook.</p> <p>Deze geschenken zijn niet zonder reden gekozen. Ook zij zijn met betekenis geladen. Goud is een eerbetoon aan Christus&#39; koningschap; wierook aan zijn goddelijke majesteit en mirre, een balsemvloeistof, aan zijn sterfelijkheid. Middeleeuwse theologen verklaren dat de drie koningen met goud de koning, met wierook de priester en met mirre de profeet in Christus huldigen. Abt Bernardus van Clairvaux (1090-1153) is daarentegen praktischer ingesteld. Hij is van mening dat het goud de armoede ledigt; de mirre het ongedierte ver van het tere kindje in de kribbe houdt en de wierook de stank in de stal verdrijft.</p> <p>Op de terugweg verkondigen de koningen de komst van de verlosser. Naar verluidt worden zij door de apostel Thomas tot bisschoppen gewijd waarna zij als missionarissen door India reizen. De koningen sterven kort na elkaar de marteldood en worden, steeds een beetje inschikkend, zij aan zij in één tombe begraven in de kerk van de Heilige Drievuldigheid in Saba.</p> <p>Zodra de koningen hun ogen sluiten barst de verering los. Talrijke wonderen zetten een grote stroom pelgrims in gang. Als graf en stad veelvuldig belaagd worden, worden de koningen gescheiden naar hun thuisland teruggestuurd. Daar blijven zij doorwonderen en een nieuwe schare pelgrims aantrekken. In de vierde eeuw brengt Keizerin Helena de verspreide resten weer bij elkaar. Zoonlief Constantijn geeft de relieken door aan Milaan. Eeuwen later worden de inmiddels vergeten en bij toeval teruggevonden overblijfselen door keizer Frederik Barbarossa als dank voor bewezen diensten aan zijn kanselier Reinald von Dassel geschonken. De aartsbisschop haalt de koningen naar Keulen en herbergt het drietal in de Domkerk. Nadat de koningen in 1214 vanuit een bescheiden houten kist in het rijkelijk gedecoreerde &#39;Dreikönigenschrein&#39; overgeheveld zijn, leeft de verering in alle hevigheid weer op.</p> <p> </p> https://hart.amsterdam/rsc/7230 2021-12-05T15:25:57+01:00 2021-12-04T07:00:00+01:00 Suzette van &#39;t Hof https://hart.amsterdam/rsc/2980 Sinterklaas Kapoentje Wist je dat Sint Nicolaas, de Goedheiligman, bekend van de kaatsenballen in het net en de letters van banket, ook beschermheilige is van de stad Amsterdam? <p>Nicolaas wordt rond het jaar 280 in Patras geboren. Direct wordt duidelijk dat het om een bijzonder kind gaat: de kleine Nicolaas staat met gevouwen handjes rechtop in zijn badwater en als zuigeling weigert hij op vastendagen borstvoeding van zijn moeder te ontvangen. Het kan niet anders; de vrome Nicolaas wordt bisschop; van Myra in Klein Azië, het huidige Turkije. Na een godvruchtig leven overlijdt Nicolaas op 6 december, vermoedelijk in het jaar 342. De resten van de bisschop worden in de basiliek van Myra bijgezet.</p> <p>Al vroeg, in de zesde eeuw, wordt Nicolaas beroemd om zijn gevoel voor naastenliefde en de vele wonderen die hij heeft verricht. Hij wordt heilig verklaard. Als Myra in 1087 in handen van moslims valt, halen 87 vissers de heilige uit zijn graf en roeien hem naar het in Italië gelegen Bari. Vanaf dat moment raakt zijn verering over de hele wereld verspreid; tal van legenden doen de ronde.</p> <p>Een ervan verhaalt hoe de heilige een vrome edelman bijstaat. De jonker is zo arm, dat hij zich gedwongen ziet om zijn drie maagdelijk dochters, de prostitutie in te jagen. Nicolaas schiet de wanhopige vader te hulp: drie avonden op rij gooit hij een zak met gouden munten door de openstaande ramen om zo elk van de dochters een bruidsschat te verschaffen. De derde avond wordt zijn goede daad opgemerkt. De schenker haalt de vader over om zijn gulheid voor de dochters te verzwijgen. Nicolaas wordt zodoende de personificatie van de vrijgevigheid, kuisheid én bescheidenheid.</p> <p>Een ander verhaal doet Nicolaas ten tijde van hongersnood zijn intrek nemen in een herberg waarvan de herbergier drie kinderen heeft vermoord. De kleintjes zijn in stukken gesneden in het pekelvat geplant. Op de borden van de gasten komen ze niet terecht; Nicolaas wekt de kinderen op wonderbaarlijke wijze weer tot leven. De berouwvolle herbergier en zijn vrouw bekeren zich tot het christendom.</p> <p>Een postuum verricht wonder tot slot brengt ons bij Nicolaas’ patronaat van Amsterdam.<br />Als de bemanning van een zinkend schip de heilige aanroept, verschijnt Nicolaas in de wolken. Met een enkel handgebaar weet hij de woelige baren te bedaren. De zeelieden zijn gered. Amsterdam wordt groot door de scheepvaart. Sint Nicolaas wordt daarom niet alleen geadopteerd als beschermheilige van de zeevaarders maar ook van de florerende handelsstad zelf.</p> <p>In Amsterdam zijn drie kerken op rij aan Nicolaas gewijd: de Oude Kerk, Ons Lieve Heer op Solder en de Nicolaaskerk bij het Centraal Station.</p> <p> </p> https://hart.amsterdam/rsc/1568211 2021-12-06T15:22:01+01:00 2021-12-04T03:34:00+01:00 Laura van van Hasselt https://hart.amsterdam/rsc/3210 Een park als monument Het Vondelpark viert dit jaar een jubileumfeest: 25 jaar Rijksmonument. Er zijn speciale rondleidingen en er is een buitententoonstelling over de geschiedenis van het park. Met mooie foto’s van hippies en andere parkbezoekers, maar waar is Van Eeghen? <p><span><!-- z-media 1568213 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} -->Als je te lang met een onderwerp bezig bent is het gevaar groot dat je het niet meer kunt relativeren. Ik denk onnatuurlijk vaak aan Van Eeghen, dat geef ik onmiddellijk toe en ik zou het verder niemand aanraden. Maar een tentoonstelling over de geschiedenis van het Vondelpark zonder hem te noemen, dat is toch merkwaardig.</span></p> <p><span>Van Eeghen was in 1864 de initiatiefnemer, eerste voorzitter en grootste financier van de Vereniging tot Aanleg van een Rij- en Wandelpark. Een jaar later ging het eerste deel van het park al open. Van Eeghen had veel medestanders maar zonder hem was het Vondelpark er niet gekomen, althans niet op dat moment en niet op die plek. Dan heb je wel een foto in de tentoonstelling verdiend, vind ik.  </span></p> <p><strong>Voor een gulden</strong> <strong>verkocht</strong></p> <p><span>Er is op de tentoonstelling wel een andere Van Eeghen te zien: mr Chr.P. van Eeghen (zelfde voornamen, andere generatie). Deze kleinzoon van Piet was in 1953 voorzitter van de parkvereniging. In de voetsporen van grootvader. Hij was het die het park op 6 oktober van dat jaar voor één symbolische gulden overdroeg aan de gemeente. De reden was pragmatisch: de kosten voor het onderhoud waren niet meer op te brengen door de leden.</span> </p> <p><span>Hoe zou de sfeer zijn geweest in de familie Van Eeghen, die 6de oktober 1953? Opgelucht of juist weemoedig? Gold de overdracht aan de gemeente als een nederlaag of als een overwinning? De tijden van het grote burgerinitiatief waren voorbij. Maar het resultaat is verankerd in de stad en misschien is dat wel veel belangrijker.</span></p> <p><span> </span><span>Zie ook: <a href="https://www.amsterdam.nl/kunst-cultuur/monumenten/erfgoed-week/vondelpark-25-jaar-rijksmonument/">https://www.amsterdam.nl/kunst-cultuur/monumenten/erfgoed-week/vondelpark-25-jaar-rijksmonument/</a></span></p> <p><span> </span><span><a href="https://www.inhetvondelpark.nl/geschiedenis.html">https://www.inhetvondelpark.nl/geschiedenis.html</a></span></p> <p><span> </span><span><a href="https://monumentenregister.cultureelerfgoed.nl/monumenten/504733">https://monumentenregister.cultureelerfgoed.nl/monumenten/504733</a></span></p> <p> </p> https://hart.amsterdam/rsc/3969 2021-11-27T09:58:19+01:00 2021-11-24T06:50:00+01:00 System Administrator https://hart.amsterdam/rsc/327 Geboortedag Baruch Spinoza (1632−1677) <p><span style="font-weight:400; ">Baruch Spinoza (1632−1677) was een groot voorstander van rationeel denken, tolerantie en het vrije woord. Vanwege zijn eigenzinnige theologische opvattingen, en omdat hij de schulden van zijn overleden vader niet overnam, werd hij in 1656 verbannen uit de Joodse gemeenschap van Amsterdam. In zijn </span><em><span style="font-weight:400; ">Theologisch-politiek traktaat</span></em><span style="font-weight:400; "> (1670) presenteerde Spinoza de bijbel als mensenwerk en pleitte hij voor volledige vrijheid van meningsuiting en een sterke staat, hiërarchisch ook boven de kerk. Na zijn dood verscheen de </span><em><span style="font-weight:400; ">Ethica</span></em><span style="font-weight:400; ">, waarin God en de natuur een zijn, als twee zijden van dezelfde medaille. Veel zelfverklaarde vrijdenkers zien in Spinoza een voorbeeld. </span></p> <p>In 2008 werd in opdracht van de gemeente Amsterdam <a rel="noopener noreferrer" href="https://nl.wikipedia.org/wiki/Spinozamonument" target="_blank">een beeld van Spinoza</a> in de buurt van zijn geboorteplek geplaatst, vlak naast het Stadhuis. Begin 2010 hebben het Amsterdam Museum en het Joods Historisch Museum gezamenlijk een voorstudie aangekocht van dit beeld van Nicolas Dings. </p> <p>Het beeldje staat in de tentoonstelling <em>Vrijdenkers: van Spinoza tot nu </em>die tot eind februari in het Amsterdam Museum is te zien. Daar ligt ook <span>de banvloek die door de Joodse gemeenschap in 1656 tegen de 24-jarige Spinoza werd uitgesproken wegens ‘gruwelijke ketterijen&#39;. </span></p> <p><!-- z-media 1563017 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} --></p> https://hart.amsterdam/rsc/52629 2021-11-10T10:14:46+01:00 2021-11-11T07:00:00+01:00 Suzette van &#39;t Hof https://hart.amsterdam/rsc/2980 Daar komt Sinte Maarten aan … &quot;Sint Maarten, Sint Maarten, de koeien hebben staarten, de meisjes hebben rokjes aan, daar komt Sinte Maarten aan&quot;. Vandaag is het weer zover, Sinte Maarte komt eraan, maar wie is toch die man die elk jaar op 11 november een stoet van kleintjes met lampionnetjes in de vroege avond zingend langs de deuren laat gaan? <p><strong><!-- z-media 52630 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></strong></p> <p>De meeste heiligenlevens zijn historisch gezien niet of slecht gedocumenteerd. Zo niet het levensverhaal van de heilige Martinus, bisschop van Tours. Zijn eerste <em>vita</em> verschijnt als het onderwerp van devotie nog op deze aardbol rondstapt. Na zijn dood volgt een aanvulling. Gregorius van Tours, één van zijn opvolgers, stelt in de zesde eeuw een uitgebreider levensverhaal op schrift, dat –zoals het een toekomstige heilige betaamt- doorspekt is met wonderen en goede daden. <strong> </strong></p> <p><strong>Grondlegger van het Christendom in Frankrijk</strong></p> <p>Martinus, de grondlegger van het Christendom in Frankrijk, wordt rond 316 als zoon van een Romeins magistraat in Hongarije geboren. Hij brengt zijn jeugd in Pavia door waar zijn vader in het leger dient. Ook deze appel valt niet ver van de boom; zoonlief wordt ruiter in Gallië.</p> <p>Op een koude winterdag, als hij met zijn regiment in Amiens gelegerd is, rijdt hij de stadspoort binnen. Een halfnaakte bedelaar vraagt hem om een kleinigheid. Martinus, die geen geld bezit, trekt zich het lot van de arme en verkleumde man zeer aan. Zonder aarzelen trekt hij zijn zwaard, snijdt zijn mantel in tweeën en geeft een deel aan de arme man. &#39;s Nachts verschijnt Christus in zijn dromen met het aan de bedelaar geschonken stuk van de mantel om zijn schouders geslagen. Martinus begrijpt dat hij door zich om een minderbeelde te bekommeren, een christelijke daad van barmhartigheid heeft verricht. (Matteüs 25:31-46). Hij gooit het roer om en besluit zijn leven aan God te wijden.</p> <p>Op achttienjarige leeftijd bekeert hij zich en laat hij zich dopen. Voor hem geen wapengekletter meer. Hij verlaat het leger en reist naar Poitiers waar hij in de christelijke leer onderwezen wordt. Als er een stevige religieuze basis gelegd is, trekt hij zich terug in de bossen rond Poitiers en leidt daar het leven van een kluizenaar. In 361 sticht hij het eerste klooster op Franse bodem. Een tiental jaren later wordt hij tot bisschop van Tours gekozen. Hij aanvaardt dit ambt maar zweert de daarbij behorende weelde af. Tot aan zijn dood in 397 leidt hij een sober leven. Zijn laatste rustplaats vindt hij in Tours waar boven zijn graf een kleine basiliek opgetrokken wordt. Enkele decennia later maakt een rijke pelgrim de bouw van een grotere kerk mogelijk. Een reliekschrijn met gouden koepel herbergt sindsdien zijn aardse resten.</p> <p><strong>Verering</strong></p> <p>Martinus is een van de eersten, die openlijk als heilige wordt vereerd. Hij verricht tijdens zijn leven ontelbaar veel wonderen maar als er zich op zijn graf nog meer wonderbaarlijke gebeurtenissen voordoen, verbreidt zijn naam en faam zich razendsnel. Tours wordt hét nationale bedevaartsoord van Frankrijk. Behalve in Tours en Frankrijk wordt hij op tal van andere plaatsen in Europa vereerd. Vrijwel elk dorp en elke stad heeft dan een aan Martinus gewijde kerk. In de Noordelijke Nederlanden concentreert zijn verering zich op het Sint Maartensaltaar in de Utrechtse Dom dat - naast het stof dat op zijn graf lag - sinds 1519 ook een armbot van de Franse bisschop herbergt.</p> <p><strong>Iconografie</strong></p> <p>Zijn zijn relieken schaars, het aantal afbeeldingen van deze alom vereerde heilige daarentegen is talrijk. Niet in de minste plaats vanwege het grote aantal Martinuskerken. Elk van deze vele vroege kerken bezat immers zijn beeltenis. Sint Martinus is bij het uitgaan van de Middeleeuwen dan ook zeer geliefd. Hij wordt doorgaans op twee manieren weergegeven; als barmhartige soldaat met kreupele man aan zijn zijde of als bisschop in vol ornaat.</p> <p><!-- z-media 52631 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><strong>Pentekening &quot;Sint Maarten en de bedelaar&quot;</strong><strong></strong></p> <p>Het Amsterdam Museum beschikt over een gewassen pentekening van &#39;Sint Maarten en de bedelaar&#39; uit 1631. De Haarlemse tekenaar Jan Philipsz. van Bouckhorst heeft daarbij vermoedelijk de zilveren drinkbeker van het Haarlemse brouwersgilde Sint Maarten voor ogen gehad. Letterlijk, want de deksel van de door Ernst Jansz. van Vianen en Jacob Pietersz van Alckemade <a title="vervaardigde beker" href="https://www.rijksmuseum.nl/nl/collectie/RP-P-1880-A-3853">vervaardigde beker</a> wordt door een vergelijkbare afbeelding bekroond. Hoewel dit beeldje aan de universele weergave van deze gebeurtenis voldoet, doet de sterk overeenkomende positie vermoeden dat Van Bouckhorst dit pronkstuk heeft gekend. De beker is naar een voorbeeld van Hendrick de Keyser gemodelleerd. Dat houdt de mogelijkheid open dat de Haarlemse kunstenaar niet door het Sint Maartensgilde maar juist door De Keyser geïnspireerd is geraakt.  </p> <p>Op de feestdag van Sint Maarten wordt deze tekening voor even in de schijnwerpers gezet. En daarna? Daarna is het &quot;ik loop hier met mijn lantaarn; daarboven stralen de sterren; het licht is aan; ik loop vooraan; het licht is uit ... ik ga naar huis&quot;.</p> <p> <!-- z-media 52632 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --><!-- z-media 52633 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> https://hart.amsterdam/rsc/1544740 2021-10-27T12:21:03+02:00 2021-10-25T03:34:00+02:00 Laura van van Hasselt https://hart.amsterdam/rsc/3210 De laatste adem Piet van Eeghen stierf op zijn eigen verjaardag: 25 oktober 1889. Drieënzeventig jaar is hij geworden. Dankzij Jan Gunning, een van zijn schoonzoons, weten we tot in detail hoe de laatste uren uit zijn leven zijn verlopen. <p><!-- z-media 1544757 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} -->Van Eeghen was al een tijd ernstig ziek. Wat er precies aan de hand was wist niemand, maar het was duidelijk dat de lever niet goed functioneerde. Hij zag onrustbarend geel en hij had voortdurend buikpijn. De dokter vermoedde dat het einde nabij was maar verwachtte dat de patiënt de avond nog wel zou halen. Na enige aarzeling gingen zoons Pieter en Jan Herman toch maar naar de zaak. De zeven andere kinderen bleven achter bij de jarige zieke. Ook Jan Gunning, de man van Cecilia, was die dag bij de familie in het grote huis aan de Herengracht.</p> <p><strong>Rond het bed</strong></p> <p>Niet lang nadat de dokter was vertrokken kwam juffrouw Dammers, de verpleegster die de afgelopen weken bijna dag en nacht voor Van Eeghen had gezorgd. Ze constateerde dat Van Eeghens ademhaling steeds zwakker werd. Zelf zei hij tegen zijn jongste dochter: ‘Cato, ’t is gauw uit.’ Pieter en Jan Herman werden onmiddellijk teruggehaald van kantoor. Alle negen kinderen en hun aanhang verzamelden zich rond het bed van de <em>pater familias</em>. Marie en Cato zaten elk geknield aan een kant van het bed. De anderen zaten of stonden zwijgend rond de stervende. Marie hield haar vaders linkerhand vast, die langzaam koud begon te worden. Jan Gunning hield zijn adem in, tegelijk met alle anderen in de slaapkamer:</p> <p><em>De ademhaling werd al zwakker en zwakker, al trager en trager. Soms stokte zij en hielden ook wij de onze in: dan werd zij weder, doch al weer zwakker, hervat. Iets wat op een zwak gereutel geleek deed zich hooren, nog ééne ademhaling – en toen bleef zij weg – voor goed. Stil snikkend stonden wij er om heen, onzeker of ’t reeds de laatste geweest was: ’t hoofd was niet eens op zijde gevallen: de zieke scheen in diepen sluimer verzonken. De pleegzuster naderde nu ’t bed en voelde ’t hart: het had opgehouden te kloppen (11 ¾ u). Zuster sloot zachtkens oogen en mond. [..] Ik had niet gedacht, dat de geest der menschen zijn stoflijk omhulsel zóó zacht verlaten kon.</em></p> <p>Bron: dagboek Jan Gunning 25 oktober 1889, privéarchief familie Gunning. <br />Met dank aan Jan Willem Gunning</p> <p><!-- z-media 1544746 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} --></p> <p> </p> https://hart.amsterdam/rsc/1537749 2021-10-21T10:34:23+02:00 2021-10-20T03:34:00+02:00 Annemarie de Wildt https://hart.amsterdam/rsc/2184 De jas van Streetart Frankey Elke zaterdag staat in het Parool een ‘straatinterventie’ van Streetart Frankey. Hij reageert op plekken die hem opvallen in de openbare ruimte van Amsterdam. Zoals de inmiddels verdwenen ‘saunaman’ die, omgeven door de dampen van de Noord-Zuidlijn, een gebouwtje op het Weteringcircuit tijdelijk veranderde in een sauna. Hij liet poppetjes van Buurman en Buurman het straatnaambordje van de Reguliersgracht schilderen, bewerkte allerlei verkeersborden en transformeerde een openbare kraan tot Manneken Pis. <p><!-- z-media 1537786 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} --></p> <p>Streetart Frankey gebruikt bestaande spullen voor zijn interventies. Zo bestelde hij plastic poppetjes van Waldorf en Statler, de oude mannen die in de Muppetshow chagrijnig commentaar leveren en plaatste ze in een inspringende baksteen in de gevel van de schouwburg. Op een zonnige dag eind september sprak ik daar ’s ochtends af met Frank. Tijdens een eerdere ontmoeting had hij me verteld over zijn reversible jas, die hij in 2019 ontworpen had, samen met het Amsterdamse bedrijf Go Franck, camouflage print aan de ene kant, oranje stof met reflectiestrepen aan de andere kant. Bij het aanbrengen van zijn streetart interventies doet hij zich namelijk vaak voor als iemand van de gemeente. Hij bakent zijn werkterrein af met oranje verkeerspionnen en draait de jas om naar de oranje kant, het soort jas die gemeentewerkers dragen. Ik zei hem: “als je die jas ooit wegdoet, dan lijkt het me een mooi object voor de collectie van het Amsterdam Museum.”<!-- z-media 1537788 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} -->En nu is er dus een limited edition van de jas en overhandigde Frank me het originele eerste exemplaar, nadat ik gefilmd had hoe hij Waldorf en Statler in hun balkonnetje bevestigde aan de schouwburggevel. Ook het document waarmee Frank de Ruwe (zijn echte naam) aan Streetart Frankey toestemming geeft een street art werk te plaatsen aan de gevel van de schouwburg op het Leidseplein is nu in de museumcollectie. Dat document ziet er bedrieglijk echt uit met een (verzonnen) logo van de afdeling Gemeente Amsterdam Straatkunst en een precieze omschrijving van het kunstwerk.</p> <p><!-- z-media 1537811 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} --></p> <p>Streetart Frankey voegt met zijn wekelijkse interventies (te volgen op zijn <a rel="noopener noreferrer" href="https://www.instagram.com/streetartfrankey/?hl=nl" target="_blank">Instagram-pagina)</a> verrassende elementen toe aan de openbare ruimte. Hij drukt zo zijn stempel op de stad, net als veel graffiti-artiesten, maar ook als de onbekende beeldhouwer die beelden plaatst zonder toestemming van de gemeente. Van wie is de openbare ruimte? Wie mag zich die ruimte toe-eigenen? De straatinterventies, maar ook jas en het fake-document van Streetart Frankey zijn manieren om die vragen aan de orde te stellen.</p> <p><!-- z-media 1537789 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} --></p> <p>Werk van Streetart Frankey is te zien in de expositie <a rel="noopener noreferrer" href="https://serieuzezaken.art/work-it-out/" target="_blank">WORK IT OUT Close your Eyes and Open your Mind</a>, naast werk van Laser 3.14 en Frank Willems</p> <p>rob malasch/serieuze zaken <br />Lauriergracht 116 E<br />1016 RR Amsterdam<br />23 oktober t/m 25 November 2021</p> <p>Annemarie de Wildt is conservator in het Amsterdam Museum en lid van het <a title="https://stadscuratorium.nl/" href="/nl/page/1538355/https-stadscuratorium.nl">Stadscuratorium Amsterdam</a> </p> <p><!-- z-media 1537758 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} --></p> https://hart.amsterdam/rsc/71859 2021-10-04T07:15:51+02:00 2021-10-04T07:00:00+02:00 Suzette van &#39;t Hof https://hart.amsterdam/rsc/2980 Vleugels van papier Het is vandaag Werelddierendag. Het is ook precies vijftien jaar geleden dat Artis Natura Magistra de deuren van haar vlinderpaviljoen opende of beter gezegd slóót om te voorkomen meer dan 1.000 met zorg bijeengebrachte vlinders het luchtruim zouden kiezen. Het paviljoen is het grootste in Nederland en herbergt exemplaren uit alle windstreken. Beeldschone vlinders vind je niet alleen aan de Plantage Middenlaan of in de vrije natuur, ook in onze collectie worden ze gesignaleerd. We nodigen je graag uit voor een vluchtige kennismaking. <p><!-- z-media 71871 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><strong>Licht en Luchtig</strong></p> <p>Van Koolwitje tot Heideblauwtje van Bont Dikkopje tot Koninginnenpage, vlinders spreken al eeuwenlang tot de verbeelding. Fladderend van bloem naar bloem wekken zij gevoelens van vrijheid en zorgeloosheid op. Een reden waarom dit tere wezentje ook wel als het symbool van de onstandvastigheid wordt gezien. De vlinder die danst rond het licht en daarbij zijn vleugels schroeit aan de vlam van een kaars is - doordat hij het gevaar van de aardse verlokkingen niet wil zien - het zinnebeeld van lichtzinnigheid.</p> <p><strong>Zwaar en beladen</strong></p> <p>Er is meer; de diepere betekenis ligt in de metamorfose die het beestje ondergaat. De levensfasen van rups tot pop en van pop tot vlinder verbeelden het leven, de dood en de opstanding. Al in de Klassieke Oudheid, wordt de vlinder die uit zijn cocon kruipt, gezien als de ziel die bij de dood het lichaam ontstijgt. Het Griekse ´psyche´ betekent niet alleen ´vlinder´ maar ook ´ziel´. In de Middeleeuwen wordt deze symboliek in christelijke zin uitgewerkt. Zo wordt de zich ontpoppende vlinder het beeld van de verrijzenis - die van Christus - én van een nieuw begin.<!-- z-media 71892 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><strong>Nieuwe Kerk</strong></p> <p>Desondanks komt dit motief zelden voor in de christelijke beeldtaal. Eén mogelijke uitzondering daargelaten: in de <a href="https://nl.wikipedia.org/wiki/Nieuwe_Kerk_(Amsterdam)">Nieuwe Kerk</a> op de Dam in Amsterdam. In 2005 vierde Koning Beatrix haar zilveren Regeringsjubileum. Als Nationaal Aandenken ontving zij een door de Brabantse kunstenaar <a href="https://nl.wikipedia.org/wiki/Marc_Mulders">Marc Mulders</a> (1958) vervaardigd glas-in-loodraam dat aangebracht is in de kerk waarin zij is ingehuldigd. Tegen een blauwe en soms grauwe lucht krioelt het van de gebrandschilderde pauwen, kikkers, slakken, uilen, vissen...én vlinders. Mulders heeft zijn aquarelschetsen voor dit raam aan het <a href="https://www.amsterdammuseum.nl/">Amsterdam Museum</a> geschonken zodat wij er met onze neus bovenop kunnen kruipen. Een goed beschouwer ziet dan dat er fragmenten van christelijke voorstellingen in de vlinderlijfjes verwerkt zijn; de tronende Christus uit het Laatste Oordeel en een Maria uit een Annunciatie.</p> <p><!-- z-media 71875 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><strong>Tuin van het leven</strong></p> <p>Mulders wijkt met dit ontwerp af van traditionele glas-in-loodramen, die eeuwenlang al gesierd worden door historische en Bijbelse personen en gebeurtenissen. Hij ziet zijn schepping als &#39;<a href="http://www.marcmulders.com/kunst/album/de_nieuwe_kerk_amsterdam">de tuin van het leven</a>&#39;; het symbool van continuïteit, eenheid en harmonie. Een tuin die elke dag door het licht tot leven wordt gewekt. Hij werd daarbij geïnspireerd door het koningschap van onze voormalige vorstin en haar hoopvolle kersttoespraken.</p> <p>In een interview zegt hij, lopend door zijn eigen tuin: &quot;De tuin leert ons berusten, ons over te geven aan de seizoenen, aan de vergankelijkheid, de cyclus van leven, dood en verrijzenis. Ik ervaar de tuin al een manifestatie van religiositeit. Ik voel me opgenomen in het grotere geheel en verwant met het allerkleinste organisme.&quot;. Het raam sluit niet alleen aan bij het jubileum, het lijkt ook op zijn plaats in een kerkelijke omgeving.</p> <p>Is het toeval dat Mulders het naar eigen zeggen &#39;héérlijk&#39; vindt om vlinders te schilderen? Of toch niet? Het antwoord weet alleen Marc Mulders. En dat plezier? Dat spat er vanaf!</p> <p>Bronnen:</p> <p><a href="http://www.marcmulders.com/">www.marcmulders.com</a></p> <p>Een tuin van glas, Lien Heyting, 2005</p> <p> </p> <p> </p> https://hart.amsterdam/rsc/1518495 2021-10-01T10:32:08+02:00 2021-09-30T03:34:00+02:00 Laura van van Hasselt https://hart.amsterdam/rsc/3210 De tekenaar Van Eeghen was geen kunstenaar, hij was een zakenman die kunst verzamelde. Maar hij kon zelf heel goed tekenen. Dat blijkt uit zijn schetsboeken in het Stadsarchief Amsterdam. <p><span><!-- z-media 1518498 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} -->Signeren deed hij zelden en dateren nog minder. Maar bij deze vriendelijke vogel staat gelukkig een datum: december 1834. Van Eeghen was achttien toen hij dit maakte. Hoe ouder hij werd, hoe minder tijd hij had om te tekenen. Maar op reis ging er altijd een schetsboek mee. Dan tekende hij plekken die hij mooi vond, koetsen in Parijs, mensen in klederdracht in Oostenrijk, alles wat hem opviel.  </span></p> <p><span><!-- z-media 1518502 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} --></span></p> <p><span><!-- z-media 1518500 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} --></span><span>Toen zijn kinderen nog klein waren maakte hij tekeningen bij hun favoriete sprookjes, zoals het Tovervisje van de gebroeders Grimm. De visser Timpetee (in de familie bekend als het mannetje Tontelonté) was zo arm dat hij met zijn vrouw in een enorme pot op het strand woonde. Dankzij een tovervisje werd hij even heel rijk, maar door de hebzucht van zijn vrouw verloor hij ook weer alles. Een mooie moraal voor een sobere doopsgezinde familie.</span></p> <p><span><!-- z-media 1518501 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} --></span><span>Van Eeghen tekende scènes uit het sprookje als een soort stripverhaal voor de kinderen. Daarbij veroorloofde hij zich enige artistieke vrijheid: hij maakte van het huisje op het strand een reusachtige po. Dominee/schrijver Nicolaas Beets zag de tekening toen hij een keer op bezoek was. Het moest hem van het hart dat deze knap getekende po ‘minder stichtelijk’ voor de kinderen was dan de andere tekeningen van Piet van Eeghen. </span></p> <p><span>Om in de sfeer te blijven: wat een zeikerd, die Beets.</span></p> <p> </p> <p><span><!-- z-media 1518504 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} --></span></p> <p> </p> https://hart.amsterdam/rsc/1462590 2021-09-29T12:06:08+02:00 2021-08-03T03:34:00+02:00 Laura van van Hasselt https://hart.amsterdam/rsc/3210 Van Eeghen en de Gouden Koets De Gouden Koets is even terug in de stad waar hij vandaan komt. In 1898 deed de bevolking van Amsterdam hem kado aan de jonge koningin Wilhelmina. Met dank aan Miljoenen Jantje en Jan Herman van Eeghen. <p><span><!-- z-media 1462593 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} -->Jaren geleden zag ik de Gouden Koets in Den Haag, op Prinsjesdag. Ik keek vooral naar de koninklijke passagiers en zag niet het koloniale paneel, dat inmiddels zo omstreden is. Vorige week zag ik de koets opnieuw, dit keer op de binnenplaats van het Amsterdam Museum. Het heeft iets ongemakkelijks, zo’n grote koets gevangen in een glazen kooi. Maar misschien is dat wel toepasselijk. </span></p> <p><span>Zelden zal een gouden erfstuk zo onwelkom zijn geweest als deze Amsterdamse koets. Het verhaal gaat dat Wilhelmina er al niet erg blij mee was toen ze hem kreeg in 1898. Laat staan Willem en Maxima in de 21e eeuw. Welk modern koninklijk paar wil er nu rondrijden met een ‘Hulde der koloniën’ direct onder het zwaairaam? </span></p> <p><span><!-- z-media 1462592 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} --></span></p> <p><strong><span>Een Amsterdams cadeautje</span></strong></p> <p><span>Eind negentiende eeuw leek het juist zo’n aardig idee. De 18-jarige Wilhelmina zou in september 1898 gekroond worden tot koningin. Een groep Amsterdammers wilde haar voor die gelegenheid een mooi cadeau geven. Iets wat ze niet snel zou vergeten - bedacht, gemaakt en gefinancierd door Amsterdamse Oranjefans van alle rangen en standen. Met mooie schilderingen van Nicolaas van der Waay.</span></p> <p><span>Vooral in de Jordaan gingen oranjegezinde Amsterdammers enthousiast rond met de pet.  Alles voor de koningin. Maar al die dubbeltjes en kwartjes waren lang niet genoeg om zo’n kostbaar project te kunnen betalen. Oranjegezind of niet, de gemiddelde Amsterdammer had eind negentiende eeuw bijzonder weinig geld te besteden. Natuurlijk konden alleen de rijken substantieel bijdragen.</span></p> <p><span><!-- z-media 1462594 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} --></span></p> <p><strong><span>Schenkers achter de schermen</span></strong></p> <p><span>Een van de grootste financiers was Jan Herman van Eeghen, de tweede zoon van Piet en Cato. Hij was net als zijn vader bankier en kunstverzamelaar. Bovendien was hij commissaris bij de firma Spijker, die de koets bouwde (en later auto’s). In de memoires van zijn nicht Ina Rahusen vond ik een verwijzing naar de Gouden Koets. Haar moeder had haar verteld:   </span></p> <p><em><span>dat toen bij het huwelijk van Koningin Wilhelmina de Amsterdamsche bevolking de gouden koets ten geschenke gaf en er lang niet genoeg geld was ingeschreven, neef Jan van Eeghen en neef Jan Rahusen (bijgenaamde millioenen Jantje) de rest hebben bijgepast.’ </span></em></p> <p><span>Ook Rahusen was commissaris en grootaandeelhouder bij Spijker. Twee rijke Amsterdamse heren die de fictie van een volksgeschenk in stand hielden. Alles aan het sprookje van de Gouden Koets is ongemakkelijk. Ga die tentoonstelling zien!</span></p> https://hart.amsterdam/rsc/1491563 2021-09-01T15:31:49+02:00 2021-07-08T03:34:00+02:00 Laura van van Hasselt https://hart.amsterdam/rsc/3210 De avonturen van Tom Sawyer Elke zomer lees ik een negentiende-eeuwse klassieker, in de hoop de wereld van Van Eeghen steeds iets beter te begrijpen. Dit keer was het Mark Twain: The Adventures of Tom Sawyer (1876). De Amerikaanse roman was in de negentiende eeuw een bestseller, maar ik vermoed dat Van Eeghen er niet enthousiast over zou zijn geweest. <p><!-- z-media 1491619 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} -->Tom Sawyer is een soort Pietje Bell op het Amerikaanse platteland. Alleen is Pietje Bell geschreven in 1914 en Tom Sawyer in 1876, dus eigenlijk is het andersom. Tom is een vrolijke kwajongen die volwassenen regelmatig tot wanhoop drijft, maar uiteindelijk een hart van goud heeft. Tot zover de overeenkomsten. Maar het gaat er in <em>De avonturen van Tom Sawyer</em> een stuk harder aan toe dan bij Pietje Bell.</p> <p><strong>Voer voor nachtmerries</strong></p> <p>Er is een scène ‘s nachts op de begraafplaats met een opgegraven lijk en een brute moord, waarvoor een onschuldig man de gevangenis in gaat. Tom en zijn vriendje Huckleberry Finn zijn stille getuigen, in het donker weggedoken achter een grafsteen. Later in het boek lopen ze met nog een derde vriendje weg van huis. Ze wachten net zo lang met terugkeren tot hun diepbedroefde ouders een uitvaartdienst hebben georganiseerd. Die de jongens dan blijmoedig in levenden lijve komen verstoren.</p> <p>Je weet het nooit met humor, maar dit lijken me geen verhalen voor Van Eeghen. Zeker niet, omdat Tom Sawyer aan alle verplichtingen de pest heeft en de schrijver dat duidelijk grappig vindt. Wel verfrissend voor de negentiende eeuw, die ook veel intens brave literatuur heeft opgeleverd. Tom Sawyer is veel maar niet braaf. Hij brengt zijn vriendinnetje - met de prachtige naam Becky Thatcher - in levensgevaar door stiekem met haar te gaan dwalen in een uitgestrekt grottenstelsel. Ze raken de weg kwijt en vinden pas dagen later de uitgang.</p> <p><!-- z-media 1491620 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} --></p> <p><strong>Verveling tijdens de preek</strong></p> <p>Tom spijbelt vaak en vindt maar één ding erger dan school: de kerk. De dominee uit zijn dorp komt er niet best vanaf in het boek. Zijn preken zijn zo saai, dat Tom ze met groot plezier keer op keer weet te verstoren. Mark Twain schreef in een van zijn latere boeken: ‘Having faith is believing in something you just know ain&#39;t true.’ Nee, geen schrijver voor Van Eeghen.</p> https://hart.amsterdam/rsc/1412403 2021-06-09T10:49:01+02:00 2021-06-08T03:34:00+02:00 https://hart.amsterdam/rsc/31849 Erelid Barend van Benthem gelauwerd Afgelopen vrijdag kreeg Barend van Benthem een Zilveren Anjer uitgereikt van het Prins Bernhard Cultuurfonds. Ons museum ondersteunde zijn voordracht en wij feliciteren hem van harte met deze belangrijke cultuurprijs! <p><!-- z-media 1412413 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} --></p> <p><strong>Bijzondere betekenis voor het museum en het Genootschap Amsterdam Museum</strong></p> <p>Van Benthem is sinds 1996 nauw betrokken bij het Amsterdam Museum en is van bijzondere betekenis voor het museum en het Genootschap Amsterdam Museum. Als gastconservator maakte Van Benthem twee tentoonstellingen in Museum Willet-Holthuysen. Dit betrof in 1996 een tentoonstelling over ‘Tafelzilver - De Amsterdamse zilversmeden Helweg 1753-1965’ en tien jaar later ‘Grootzilver - Bennewitz &amp; Bonebakker 1800-1850’. Tentoonstellingen die zowel voor de specialist als de geïnteresseerde leek aantrekkelijk en leerzaam waren. Daarnaast schreef Van Benthem mee en adviseerde hij voor de bestandscatalogus ‘Goud en zilver met Amsterdamse keuren’ die in 2003 verscheen.</p> <p><!-- z-media 1412414 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} --><br /><strong>Schenking collectie tafelzilver</strong></p> <p>Van Benthem deelde niet alleen zijn kennis, maar hij schonk genereus aan de collectie van het Amsterdam Museum. In 2001 schonk hij naar aanleiding van het 75-jarig bestaan van het museum een collectie tafelzilver vervaardigd door vijf generaties zilversmeden Helweg. Zij waren in de periode 1753-1965 toonaangevend op het gebied van lepels, vorken en schepwerk. Een representatieve selectie Helweg-zilver stond al langere tijd op het verlanglijstje van het museum. Deze wens ging hiermee in vervulling en werd bovendien door Van Benthem in 2012 aangevuld met talloze fraaie couverts én de vormen en gereedschappen waarmee het zilver tot stand is gekomen.</p> <p><strong>Bestuurslid Genootschap Amsterdam Museum</strong></p> <p>Oud-bankier Van Benthem is bestuurslid van het Genootschap Amsterdam Museum en organiseerde talrijke activiteiten voor specialisten uit het hele land en museumconservatoren. Deze cross-overs tussen collectioneurs en conservatoren, educatoren en tentoonstellingsmakers verrijkten ieders kennis en inspireerden alle betrokkenen. Onder zijn bezielende leiding boden de ‘schouwen’ en studiebijeenkomsten van het Genootschap een belangrijk platform voor kennisuitwisseling over de zilvercollectie van ons museum.</p> <p><!-- z-media 182816 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} --></p> <p><strong>Inzet voor de restauratie en presentatie van het schilderij van Bartholomeus van der Helst</strong></p> <p>Tot slot zette van Benthem zich in voor de restauratie en presentatie van een bijzonder schilderij van Bartholomeus van der Helst uit 1653, ‘De overlieden van de Handboogdoelen’. Vanuit zijn belangstelling voor het zilver ontfermde hij zich over de financiering van de restauratie van het schilderij, waarop het bewaard gebleven schutterszilver is geportretteerd. Inmiddels is dit schilderij  en wordt deze tentoongesteld in onze Amsterdam Vleugel in de Hermitage.</p> <p> </p> <p>Bekijk <a rel="noopener noreferrer" href="https://www.youtube.com/watch?v=5TX3eg6BpVc&amp;t=14s" target="_blank">hier het interview</a> met Barend van Benthem dat ter gelegenheid van de uitreiking werd gemaakt.</p> <p> </p> <p><!-- z-media 1412407 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} --></p> <p> </p>