Haar opa is Creools en haar oma Indiaans en er zit ook nog Joods bloed in haar familie. "Mijn opa was nazaat van de bosnegers, de slaven die zich vrijvochten van de overheerser en in de bossen gingen wonen. Overdag ging hij vanuit de bossen naar de stad om te werken. Daar leerde hij mijn oma kennen en besloot toen om in de stad te blijven."

Hoe ouder ze wordt, hoe meer Maritza er mee bezig is en de geschiedenis wil doorgeven aan haar dochter van 23. "We zijn ook al vaker met haar terug geweest. Zij draagt vandaag een van de traditionele koto's, de motjo koto, dat staat voor ‘onzedige vrouw’." Zelf draagt Maritza een moderne koto, vijf jaar geleden ontworpen door haar moeder en gemaakt door een kennis in Suriname. Ze draagt hem op speciale gelegenheden, zoals vandaag. "Eigenlijk zou ik ‘m gewoon vaker aan moeten doen. Zonde, dat ‘ie altijd zolang in de kast hangt."