Zotonic - Atom Feed Module 2024-03-29T07:33:08+01:00 https://hart.amsterdam/nl/ Hart Amsterdammuseum https://hart.amsterdam/rsc/54084 2016-02-26T18:20:27+01:00 2016-02-18T13:32:00+01:00 Annemarie de Wildt https://hart.amsterdam/rsc/2184 Laser 3.14 ‘Children of the Electric Funk’ van Laser 3.14 hing in de eerste zaal van &#39;Graffiti, New York meets the Dam&#39;. Hij maakte het speciaal voor deze tentoonstelling, als eerbetoon aan de hiphop- en graffitigeneratie van de jaren 80. Regelmatig stond ik met bezoekers op zaal en verbaasde me erover dat er Amsterdammers zijn die nog nooit zijn teksten in de straten van de stad hebben gezien. Een nieuwe Laser 3.14 op een onverwachte plek kan mij gelukkig maken. <p><span><a title="Laser 3.14" href="https://nl.wikipedia.org/wiki/Laser_3.14">Laser 3.14</a> </span>is één van de meest zichtbare graffitikunstenaars van Amsterdam. Op vergankelijke ondergronden als bouwschuttingen en steigerdoeken laat hij zijn maatschappijkritische, poëtische boodschappen achter. Begin 1980 begon hij op zijn elfde graffiti te schrijven. Hij volgde later een grafische opleiding, illustreerde, maakte strips en schreef gedichten. Eind jaren 90 ging hij weer terug naar zijn graffitiroots. Als kind was hij al gefascineerd door de politieke leuzen van de krakers in de <a title="Spuistraat" href="https://nl.wikipedia.org/wiki/Spuistraat_(Amsterdam)">Spuistraat</a> en op andere plekken in de stad. De stad werd het canvas voor zijn dichtregels. 3.14 verwijst naar het getal Pi, maar is ook een afkorting voor Public Image. Bij rondleidingen voor mensen die weinig van graffiti weten, vertelde ik altijd aan de hand van dit werk dat Laser 3.14 enerzijds pure graffiti maakt, alleen maar letters en altijd met zijn pseudoniem, maar dat zijn scherpe en humoristische boodschappen hem tot een heel eigen stem maken in de openbare ruimte van de stad. Graffitischrijvers communiceren vooral met elkaar. Laser 3.14 wil een conversatie starten met iedereen.</p> <p><strong>Pocketcaps</strong></p> <p>Het Amsterdam Museum heeft het werk aangekocht. In zijn atelier sprak ik met de kunstenaar, die anoniem wil blijven, over zijn werkwijze en ideeën. Laser 3.14 maakt zijn werk met Belton Premium spuitbussen. Wat de kwast is voor de schilder is de cap voor kunstenaars die met spuitverf werken. Dun, dik, met veel druk of juist weinig, het heeft allemaal invloed op vorm van de letters. Laser 3.14 ontdekte 13 jaar geleden bij toeval dat pocketcaps  precies de juiste druk hebben om in het donker snel zijn teksten te schrijven. De spuitbus  is bijna het verlengde van zijn lichaam, spuiten is een fysieke handeling voor hem.</p> <p><!-- z-media 54132 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p>Laser 3.14 heeft altijd in het Engels geschreven. Zijn taalgevoel is gevormd door Amerikaanse <a title="rap" href="https://nl.wikipedia.org/wiki/Rap_(muziekstijl)">rap</a> en <a title="hiphop" href="https://nl.wikipedia.org/wiki/Hiphop">hiphop</a> en bovendien is Amsterdam een internationale stad. Zijn commentaar op het leven en de wereld is ook bestemd voor toeristen en tijdelijke bewoners. Regelmatig verkoopt hij werk aan een vertrekkende <em>expat</em> die zo de woorden van Laser 3.14 meeneemt als herinnering aan Amsterdam. Een enkele keer gebruikt hij een andere taal, zoals recent in ‘Wir schaffen das nicht’. Laser 3.14 schat dat hij meer dan 10.000 zinnen heeft gespoten op allerlei plekken in de stad in de ruim 15 jaar die hij nu bezig is. De eerste 10 jaar trok hij er 3 of 4 keer per week ’s nachts op uit, maar sinds hij een zoon heeft is dat wat minder geworden. Altijd als hij overdag op straat loopt, kijkt hij uit naar plekken om zijn teksten achter te laten. ‘Ik heb een free flowing brain’ zegt hij. Meestal zijn ze niet bedoeld voor een specifieke plek, maar soms schreeuwt een schutting of doek om een bepaalde tekst, zoals ‘dedicated follower of fashion’ op een modezaak-in-verbouwing op het <a title="Rokin" href="https://nl.wikipedia.org/wiki/Rokin_(Amsterdam)">Rokin</a>. Zijn tekst ‘move on nothing to see here’ op een steigerdoek naast het toen nog niet geopende <a title="Stedelijk Museum" href="https://nl.wikipedia.org/wiki/Stedelijk_Museum_Amsterdam">Stedelijk Museum</a> ging de hele wereld over.</p> <p>Hij houdt van Amsterdam vanwege de vrijheid en openheid van de stad. In deze <a href="http://artsy.nl/2011/07/laser-3-14-over-zijn-werk-en-adam/">video</a>  zegt hij ´je kan Amsterdam aan de lijn leggen, maar de stad is een ontembaar beest, dat zich altijd weer losrukt´. Hij mengt zich graag in politieke en culturele discussies, zoals met deze uitspraak.  <!-- z-media 54087 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p>Die kan gaan over vrouwenbesnijdenis maar ook over Zwarte Piet. Laser 3.14 vindt dat je niet in slachtofferdenken moet blijven hangen: ‘Black power is worthless if you keep victimizing yourself’.</p> <p><strong>Supernova</strong></p> <p>Bewust koos hij ervoor om te werken op vergankelijk materiaal zoals platen hout tegen panden in aanbouw of steigerdoek. Dat leverde hem kritiek op van graffitischrijvers, die juist op een onvergankelijke ondergrond als steen of beton hun sporen nalaten. Laser 3.14 is allergisch voor ‘fixed rules’. Hij ziet zijn werk als een exploderende supernova, het wordt op de ene plaats weggehaald en duikt ergens anders weer op, als een sterrenregen over de stad.</p> https://hart.amsterdam/rsc/53849 2016-02-11T11:14:36+01:00 2016-02-08T09:28:00+01:00 Robin Vermeulen https://hart.amsterdam/rsc/53477 De schutting van Hugo Kaagman In 1983 maakte Hugo Kaagman bij het Waterlooplein een schutting in stenciltechniek. De schutting stond er enkele jaren en in die tijd zetten graffitischrijvers een extra laag tags over de voorstellingen van Kaagman heen. <p><!-- z-media 53922 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p>Op 9 januari 2016 kwamen Hugo Kaagman en de graffitischrijvers uit de jaren 80 in de tentoonstelling ‘Graffiti. New York meets the Dam’ in het Amsterdam Museum bij elkaar om de schutting te analyseren. Wat betekenen de ratten, leeuwen en andere beelden? Van wie zijn de tags afkomstig, die later over het werk van Kaagman heen zijn geplaatst? Bekijk de video om te zien hoe het Amsterdamse ‘graffitimonument’ grondig werd onderzocht. </p> https://hart.amsterdam/rsc/53665 2016-01-27T13:15:12+01:00 2016-01-27T12:51:00+01:00 Victor Kasprowicz https://hart.amsterdam/rsc/49805 Erfgoed Arena Graffiti Onze conservator Annemarie de Wildt vlogt over graffiti. https://hart.amsterdam/rsc/53511 2016-01-26T10:24:25+01:00 2016-01-19T09:38:00+01:00 https://hart.amsterdam/rsc/53083 Bombers en kunstenaars Onlangs gaf geograaf Jannes van Loon een &#39;graffiticollege aan studenten kunstgeschiedenis van de UvA, zoals hij dat ook jaarlijks doet bij de KU Leuven, waar hij werkt aan zijn PhD- onderzoek. Jannes was zelf actief als graffitischrijver, maar heeft ook wetenschappelijk onderzoek gedaan naar graffiti, waarbij hij gebruik maakte van theorieën uit de sociologie, culturele studies, geografie en psychologie. In deze gastblog schrijft hij over de expo in het Amsterdam Museum en zijn eigen onderzoek. <p>De expositie in het Amsterdam museum doet de bontgekleurde geschiedenis van graffiti in zowel Amsterdam als New York eer aan. Met unieke schilderijen, blackbooks<a name="_ftnref1" href="#_ftn1"><span><span>[1]</span></span></a><em>, </em>filmfragmenten<a name="_ftnref2" href="#_ftn2"><span><span>[2]</span></span></a>, een nagebouwde metrotunnel en heel veel foto’s krijgt de bezoeker een uitstekend beeld over hoe graffiti ontstaan is, waarbij het verspreiden van iemands graffitinaam centraal staat. Waar de tentoonstelling wat minder aandacht aan besteedt is de recentere geschiedenis van Amsterdamse graffiti. Waarom riskeren honderden jongere en inmiddels ook oudere graffitischrijvers maandelijks nog steeds torenhoge boetes, beten van herdershonden, elektrocutiegevaar en/of bijtende verwijten van voorbijgangers? Maar ook, hoe kan het dat de ‘basisregels’ van graffiti zoals opgeschreven in Subway Art<a name="_ftnref1" href="#_ftn3"><span>[3]</span></a>, nog steeds zo massaal gerespecteerd worden? Deze vragen beantwoord ik in een Engelstalig, wetenschappelijk artikel<a name="_ftnref2" href="#_ftn4"><span>[4]</span></a>. De belangrijkste bevindingen uit dat artikel vat ik in deze blog kort samen.</p> <p><!-- z-media 53526 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p>Om met de eerste vraag te beginnen, sociaal-wetenschappers, van antropologen tot criminologen, die graffiti onderzoeken komen telkens weer tot de conclusie dat de meeste makers van graffiti, graffitischrijvers, gedreven worden door het verkrijgen van ‘fame’. Door hun bijnaam zo vaak en zo mooi mogelijk te schrijven op zichtbare plaatsen in de stad krijgen zij naamsbekendheid. Ze zijn hier zeer intensief mee bezig en hiervoor hebben wetenschappers ook een grote variëteit aan verklaringen, zoals “pleasure and desire caused by increasing skills (...), adrenaline from its illegality (...), something in the act of writing [that] feels ‘right’ ”<a name="_ftnref1" href="#_ftn5"><span><span>[5]</span></span></a>. Maar ook, de idee dat de spuitbus eigenlijk het verlengde is van een piemel in een zoektocht naar mannelijkheid van graffitischrijvers die vaak jonge jongens zijn <a name="_ftnref2" href="#_ftn6"><span><span>[6]</span></span></a>. </p> <p>Ook de tien Amsterdamse graffitisschrijvers die ik interviewde voor mijn onderzoek bleken zeer diverse beweegredenen te hebben. Wel verspreiden zij allemaal hun naam via tags, throw-ups en pieces (zie figuur 1). Dit gaat het meest efficiënt als je werk ook blijft staan en daarom respecteerden de meeste ook de basisregel in graffiti: respecteer bestaand werk.</p> <p><!-- z-media 53516 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} -->Maar, zoals figuur 2 laat zien, de ‘regels’ worden niet altijd gerespecteerd. In dat geval ontstaat er ruzie, beef, die vaak rechtstreeks van de muren af te lezen is. Een eerste belangrijke waarneming is dus dat niet elke graffitischrijver de ‘regels’ even serieus neemt: sommige staan blijkbaar verder af van de onderling afgesproken regels (de subcultuur) dan anderen. Hier is niets nieuws aan, in de graffiti documentaire Style Wars<a name="_ftnref1" href="#_ftn7"><span><span>[7]</span></span></a> zei Cap – die massaal andermans werk overspoot-  al:</p> <p>“I’m not a graffiti artist. I am a graffiti bomber. There’s two styles of graffiti that are trying to co-exist with each other. But it ain’t gonna work like that. Blood wars, buddy. Blood wars.“</p> <p>Een ander element waar graffitischrijvers van elkaar verschillen is de mate waarin ze illegale graffiti aanbrengen. Zo zijn wat oudere graffitischrijvers met meer verantwoordelijkheden vaak vooral nog legaal actief op graffitivrijplaatsen, maar, ook net beginnende graffitischrijvers beginnen vaak op ‘minder’ illegale plaatsen zoals schoolbanken.</p> <p><!-- z-media 53523 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} -->Zoals tabel 1 laat zien zijn er, wanneer je op basis van deze twee elementen naar het ruimtelijk gedrag van graffitischrijvers kijkt, vier typen: Amateurs, Bombers, Outsiders en Kunstenaars. Het is niet gezegd dat deze typen precies hetzelfde gedrag vertonen, maar, het lijkt er wel op dat elke groep gedeelde aspecten ontwikkelt. Dit wordt het duidelijkst wanneer we kijken naar hoe elk type op een verschillende manier de geschiktheid van een bepaalde plaats voor een bepaald soort graffiti bepaalt.</p> <p><!-- z-media 53514 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p>Aangezien ik geen amateurs geïnterviewd heb is dit type vooral gebaseerd op mijn eigen ervaringen, eerst als beginnend en nu als gepensioneerd graffitischrijver. Graffitischrijvers beginnen vaak op jonge leeftijd, vooral door heel veel te tekenen en oefenen op ‘veilige’ doch soms (enigszins) illegale plaatsen, zoals schoolbanken en deuren van wc’s. Aangezien ze nog maar net begonnen hebben ze meestal weinig contact met andere graffitischrijvers waardoor ze soms ‘de regels’ van de subcultuur niet goed kennen en, ook vaak moeite hebben om kwalitatief goede graffiti te zetten. Aangezien goed graffiti zetten oefening vereist worden  schrijvers die gestopt zijn met frequent graffiti zetten, maar toch nog af en toe wat doen, vaak ook weer een amateur. Ze kennen nog een beperkt groepje graffitischrijvers en al ze nog eens graffiti gaan zetten doen ze dat daar waar de pakkans laag/afwezig is.</p> <p><!-- z-media 53515 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><strong>Bombers </strong>zijn erg veel illegaal actief, ze praten veel over graffiti en denken er veel over na. Ook hebben ze al aardig wat ervaring opgedaan. Ze zijn continue op zoek naar nieuwe legale en illegale plaatsen voor graffiti waarbij het belangrijk is dat veel graffitischrijvers hun werk zien.  Ze hechten namelijk veel waarde aan erkenning van andere schrijvers en komen graag met hen in contact. Niet alleen voor de gezelligheid, maar ook om te leren over goede plaatsen, verftechnieken en, niet onbelangrijk, wat te doen als ze met de politie in aanraking komen. Enerzijds worden bombers gedreven door de spanning van het illegaal graffiti zetten Anderzijds zijn ze doordat ze zich blijven ontwikkelen “eigenlijk steeds onderweg, het is eigenlijk een reis naar het oneindige” (Respondent K). Maar, ook het plezier of de uitlaatklepfunctie wordt vaak genoemd: “Je moet het uiten, je moet het kwijt. Ik kan niet te lang stil zitten (..). Het is een soort verslaving, het is gezonder dan drugs” (Respondent B)</p> <p><!-- z-media 53517 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><strong>Outsiders </strong>zetten vooral graffiti voor de kick zelf en geven aan er niet verslaafd aan te zijn. Als hun graffitivrienden – die vaak ook niet echt veel hebben met andere graffitischrijvers – stoppen zij ook: ze hechten minder belang aan erkenning van andere(n) (schrijvers). Graffiti zetten doen ze vooral voor zichzelf en ze zijn niet zo geïnteresseerd in het ontwikkelen van een stijl.  Toch zijn ze erg productief, de door mij geïnterviewde outsiders zetten gemiddeld zo’n 35 tags, 2 throw-ups en 1 piece per week. Toch is graffiti “een bijding in mijn leven, een extra zeg maar, meer een hobby” (Respondent 6). Outsiders houden van riskante plaatsen maar worden liever niet gepakt. Toch trekken ze zich meestal niks van camera’s en (torenhoge) boetes. Sterker nog, als hun werk schoongemaakt wordt komen ze vaak terug om met moelijker verwijderbare materialen, zoals teerspuitbussen, hun naam opnieuw neer te zetten.</p> <p><!-- z-media 53518 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><strong>Kunstenaars </strong>zijn vaak op jonge leeftijd begonnen met het zetten van veel illegale graffiti. Maar, ze zijn nu, nu ze meestal wat ouder zijn, vooral nog legaal actief. Ze denken veel na over graffiti en hun eigen werk en hebben een diepe drang om “te creëren, om te scheppen, om te tekenen, te schilderen en dat ik daarvoor een spuitbus gebruik plaatst mij in het hokje graffiti maar ik zou dat net zo goed met olieverf, acryl of potlood kunnen doen” (Respondent D). Ze hebben een diepe liefde ontwikkeld voor graffiti, en een groot deel van hun vriendenkring bestaat nog steeds uit graffitischrijvers. Vaak zetten ze dan ook graffiti voor de gezelligheid, voor de sociale contacten, maar, voor sommigen is het maken van graffitikunst ook de voornaamste  inkomstenbron. Soms organiseren ze ook dagen waarop ze met grote groepen aan de slag gaan, inclusief barbecues en bier. Vaak gebeurd dit op vrijplaatsen waar het belangrijk is dat je een goede foto kan maken omdat het werk – door ruimtegebrek - vrij snel weer wordt overgeverfd. Toch zet de graffitikunstenaar ook nog zo nu en dan illegale graffiti, maar, dan wel op plaatsen waar de pakkans laag is en de kans dat de tag, throw-up of piece lang blijft staan hoog.</p> <p>Nieuwsgierig geworden naar mijn onderzoek? Klik dan hier<a name="_ftnref1" href="#_ftn8"><span><span>[8]</span></span></a> voor mijn Engelstalig artikel over graffiti, of hier<a name="_ftnref2" href="#_ftn9"><span><span>[9]</span></span></a> voor andere artikelen.</p> <p>Of beter nog, roept dit stuk vragen op of ben je het zwaar oneens met bepaalde dingen? Reageer dan hieronder, of stuur een mailtje naar <a href="mailto:jannes.vanloon@ees.kuleuven.be">jannes.vanloon@ees.kuleuven.be</a></p> <p><!-- z-media 53519 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p> </p> <p><a name="_ftn1" href="#_ftnref1"><span><span>[1]</span></span></a> <a href="http://hart.amsterdammuseum.nl/nl/page/50178/de-vergankelijkheid-van-graffiti">http://hart.amsterdammuseum.nl/nl/page/50178/de-vergankelijkheid-van-graffiti</a></p> <p><a name="_ftn2" href="#_ftnref2"><span><span>[2]</span></span></a> <a href="http://www.kroonjuwelen.com/site/">http://www.kroonjuwelen.com/site/</a></p> <p><a name="_ftn1" href="#_ftnref3"><span><span>[3]</span></span></a> <a href="http://www.kroonjuwelen.com/site/">https://en.wikipedia.org/wiki/Subway_Art</a></p> <p><a name="_ftn1" href="#_ftnref4"><span><span>[4]</span></span></a> <a href="http://belgeo.revues.org/13062">http://belgeo.revues.org/13062</a></p> <p><a name="_ftn2" href="#_ftnref5"><span><span>[5]</span></span></a> <a href="https://student.cc.uoc.gr/uploadFiles/181-%CE%A0%CE%9F%CE%9A%CE%9A350/our%20desires%20are%20ungovernable.pdf">https://student.cc.uoc.gr/uploadFiles/181-%CE%A0%CE%9F%CE%9A%CE%9A350/our%20desires%20are%20ungovernable.pdf</a></p> <p><a name="_ftn1" href="#_ftnref6"><span><span>[6]</span></span></a> <a href="http://dx.doi.org/10.1080/14753630500472059">10.1080/14753630500472059</a> </p> <p><a name="_ftn2" href="#_ftnref7"><span><span>[7]</span></span></a> <a href="https://nl.wikipedia.org/wiki/Style_Wars">https://nl.wikipedia.org/wiki/Style_Wars</a> </p> <p><a href="#_ftnref8">[8]</a> <a href="http://belgeo.revues.org/13062">http://belgeo.revues.org/13062</a></p> <p><a href="#_ftnref9">[9]</a> <a href="https://kuleuven.academia.edu/JannesvanLoon">https://kuleuven.academia.edu/JannesvanLoon</a> </p> https://hart.amsterdam/rsc/53478 2016-01-14T21:45:54+01:00 2016-01-14T19:10:00+01:00 Robin Vermeulen https://hart.amsterdam/rsc/50211 De graffiti-liefhebber Graffiti is niet alleen iets voor de graffiti-scene zelf, het bevindt zich in de openbare ruimte en is daarmee toegankelijk voor iedereen die zich daar bevindt. De argeloze voorbijganger besteedt waarschijnlijk weinig aandacht aan de tags en pieces in de stad. Toch zijn er Amsterdammers die wekelijks hun fotocamera in de hand nemen en graffiti in de stad documenteren: de hardcore graffiti-liefhebbers. <p>Een van de meeste befaamde graffiti-liefhebbers in Amsterdam is Wojofoto (Wolfgang Josten, 1957). Hij fietst al tien jaar dagelijks door de stad om graffiti te fotograferen en vervolgens online te documenteren. Wojofoto uploadt zijn foto’s op de website <a title="Flickr Wojofoto" href="https://www.flickr.com/photos/wolfgangjosten/" target="_blank">Flickr</a>. Op deze manier zijn de foto’s voor iedereen beschikbaar. ‘Sinds een paar jaar heb ik het [fotograferen van graffiti] ontdekt. Toen kwam ik er achter dat heel veel graffitischrijvers wel foto’s maken van hun eigen <em>piece</em>, maar niet van alles wat ze zien. Vaak hebben ze geen goede camera, of ze zijn ’s nachts onderweg waardoor ze geen goede foto’s kunnen maken. Dus ik kwam erachter dat deze goede foto’s wel gewaardeerd werden. Toen ben ik steeds meer graffiti gaan zoeken en zag ik het belang ervan in dat het verzameld wordt en op deze manier behouden blijft. Hopelijk blijven mijn foto’s nog tien jaar op Flickr staan, zodat mensen altijd weer terug kunnen gaan naar mijn fotoarchief.’ Wojofoto fotografeert graffiti dus niet alleen uit eigen interesse, maar hij draagt actief bij aan de documentatie van graffiti in Amsterdam.<br /> <br /> <strong><br /> <a title="graffiti on freights" href="https://www.flickr.com/photos/wolfgangjosten/23992504259/"><img src="https://farm2.staticflickr.com/1570/23992504259_15a9d9d30e.jpg" alt="graffiti on freights" width="677" height="337" /><br /></a></strong><em>Een recente </em><em>foto van Wojofoto (7 januari 2016)</em><br /> <br /> <strong>Focus</strong><br /> Het is onmogelijk om van alle graffiti in de stad foto’s te maken, toch komt Wojofoto op veel plekken in de stad: ‘Er zijn heel veel schrijvers die het goed vinden wat ik doe. Veel graffitischrijvers sturen ook verzoeken met tips waar iets nieuws verschenen is of verzoeken om hun piece te fotograferen. Ik zeg altijd tegen mensen: ik ben blij met een tip. Negentig procent van de tips, daar ga ik ook naartoe, als het maar niet onmogelijk is. Zo kom ik ook op plekken die ik anders nooit gevonden zou hebben.’ Wojofoto probeert ‘democratisch’ te fotograferen om een algemeen beeld te bieden van graffiti in de stad: ‘Ik maak van alles foto’s, maar ik heb wel mijn voorliefdes. Waarbij ik denk: ‘die zijn goed bezig.’ Dat zijn vooral de oude schrijvers als Jake, Sel, Skee. Ook nieuwe gasten houd ik in de gaten, zoals Penoy. Ik zie dat die jonge gasten echt vooruit gaan en zichzelf ontwikkelen.’<br /> <br /> Grafisch ontwerper Greg Solenström maakte een korte documentaire over Wojofoto, hij toont ons een dag uit zijn leven.<br /><br /><iframe src="https://player.vimeo.com/video/128270704" width="500" height="281" frameborder="0"></iframe><br /><br /> <strong>De collega’s van Wojo<em><br /> </em></strong>Naast Wojofoto zijn er diverse andere liefhebbers die hun foto’s delen via het internet. De meeste foto’s zijn te vinden via website Flickr. Elke graffiti-liefhebber heeft zijn eigen focus. Zo fotografeert Remco van de Kamp veel graffiti op treinen, Akbar Sim richt zich op Den Haag, ‘Oerendhard’ fotografeert in Rotterdam en ‘Dutch Aerosol’ focust zich specifiek op Amsterdam.</p> <p>Wil je graag zelf de graffitifoto’s bekijken? Klik dan op een van de onderstaande links:</p> <ul> <li><a href="https://www.flickr.com/akbar2/ " target="_blank">Akbar Sim</a></li> <li><a href=" http://www.dutchaerosol.com" target="_blank">Dutch Aerosol</a> - Instagram: @sander_dutchaerosol</li> <li><a href="https://www.flickr.com/graffitiremco/ " target="_blank">Remco van de Kamp</a></li> <li><a href="https://www.flickr.com/23837798@N04/ " target="_blank">Oerendhard</a></li> <li><a href="http://www.flickr.com/wolfgangjosten" target="_blank">Wojofoto</a></li> </ul> <p>Ken jij een goede graffitifotograaf? Laat het weten via contact[at]robinvermeulen.nl <br /> De link naar zijn of haar pagina wordt dan toegevoegd aan dit blog.<em> <br /> <br /> Passages in deze tekst zijn citaten uit een interview met Wojofoto door Robin Vermeulen (maart 2015).</em></p> https://hart.amsterdam/rsc/52779 2016-01-06T12:58:28+01:00 2015-11-19T08:00:00+01:00 Annemarie de Wildt https://hart.amsterdam/rsc/2184 Graffiticollege Geograaf Jannes van Loon geeft maandag 23 november 2015 om 13.00 uur een gastcollege over graffiti in het auditorium van het Amsterdam Museum. Toegang met entreekaart museum. Vol is vol. <p><span>Aan de Universiteit van Leuven wordt  bij de afdeling Geografie en Toerisme jaarlijks een zeer populair ‘graffiticollege’ gegeven door <a href="http://ees.kuleuven.be/staff/index.html?sap=90558">Jannes van Loon</a>. </span></p> <p>Jannes is geograaf en schreef zijn bachelorscriptie over graffiti in Amsterdam. Daarnaast was hijzelf ook actief als schrijver. <a href="http://www.geografie.nl/fileadmin/geografie/Geografie_PDF/1102_februari/110202_vanloon_graffiti.pdf">Hier</a> een artikel met een bewerking van zijn scriptie. Na zijn Research Master Metropolitan Studies aan de Universiteit van Amsterdam werkt hij momenteel aan een PhD aan de Universiteit van Leuven.</p> <p>Het ‘graffiticollege’ wordt georganiseerd samen met <a href="http://kanvasamsterdam.nl/">Kanvas</a>, de studentenvereniging van Kunstgeschiedenis aan de UvA. <span>We bieden ook graag andere studenten, graffitischrijvers en -liefhebbers de mogelijkheid om dit college bij te wonen. </span></p> https://hart.amsterdam/rsc/52705 2015-11-17T17:36:03+01:00 2015-11-17T16:49:00+01:00 Fenna Smits https://hart.amsterdam/rsc/51728 Maagdenhuis en Universidad Nacional Tijdens de bezetting van het Maagdenhuis door de studenten van de Universiteit van Amsterdam in het voorjaar van 2015, schreven studenten hun klachten en eisen netjes op spandoeken. Het contrast kan haast niet groter met de muren van de Universidad Nacional in Bogotá, waar studenten op klaarlichte dag de muren van de universiteitsgebouwen beschilderen. <p>Universidad Nacional is een van de weinige openbare universiteiten in Bogotá en staat ook wel bekend als de “witte stad”. De spierwitte faculteitsgebouwen staan verspreid over een gigantische groene campus, die met al haar voorzieningen inderdaad niet onder doet voor een stad. Rondom een centraal plein zijn een bibliotheek, een concertzaal, expositieruimtes en tal van kleine eet- en drinkgelegenheden te vinden. Op het plein worden empanadas (pasteitjes), aguapanela (warm suikerriet drankje) en ander street food verkocht. Na een korte wandeling langs de groene lanen van de campus verdwijnen de eeuwige verkeersgeluiden van bedrijvig Bogotá en beland je in een andere wereld, een wereld vol met artistieke en politieke expressie (vaak een onmogelijk onderscheid).</p> <p> <!-- z-media 52707 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p>Op Plaza del Ché—vernoemd naar de beroemde muurschildering van Ché Guevara — komen studenten samen om muziek te maken, films te projecteren op de witte muren, of om gewoon rond te hangen bij het kampvuur en aguapanela te drinken. Het portret van Ché Guevara is voor het eerst geschilderd door de communistische priester Camilo Torres, tevens medeoprichter van de sociologie afdeling, maar al meerdere malen overgeschilderd. Ook vandaag nog wordt de revolutionaire geest geuit in slogans aangebracht door groepen jongeren die bekend staan als “capuchos”, die zich vermommen met zwarte capuchons en sjaals. Vermoedelijk zijn capuchos studenten, maar niemand weet eigenlijk zeker wie deze vermomde personages zijn. Hun bezoek aan de universiteit gaat veelal gepaard met vernieling van de universiteitsgebouwen, en zij zijn dan ook zeker niet geliefd bij alle studenten. Afgelopen mei werd bijvoorbeeld een groep capuchos die het conservatorium gebouw wilde betreden de toegang geweigerd door een groep studenten die riepen “Fuera de accá!” (Weg hier!).</p> <p> <!-- z-media 52708 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p>Cupachos zijn echter niet de enige die de witte muren van de universiteitsgebouwen als medium gebruiken. Net als de studenten van de UvA uiten studenten hier kritiek op het vastgoedbeleid van het bestuur. Steeds meer grond wordt doorverkocht aan buitenlandse investeerders, en dat terwijl faculteitsgebouwen op instorten staan. Op één van de entreepoorten van de universiteit staat met dikke vette letters geschreven “Bienvenidos Gringo’s” (Welkom gringo’s), wat refereert naar de vestiging van de Amerikaanse ambassade op de campus. Op een schot dat de bouwput van de afgebroken faculteit voor architectuur afschermt, staat in grote zwarte letters geschreven “Ahí está su hijueputa facultad pintada” (Hier is je verdomde faculteit geschilderd). Architectuur studenten hebben vijf jaar moeten wachten tot er geld was om het op instorten staande gebouw te slopen en zullen nog eens vijf jaar moeten wachten tot een nieuwe faculteit gebouwd zal worden. Ook privatisering van onderwijs, waardoor onderwijs zelfs op openbare universiteiten steeds duurder wordt, bevechtende studenten met graffiti. In rode dikke letters staat er op verschillende muren geschreven: “Estudiar para trabajar, o trabajar para estudiar” (Studeren om te werken, of werken om te studeren).</p> <p> <!-- z-media 52709 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><!-- z-media 52710 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p>Naast deze kritische leuzen worden de muren vooral gebruikt als openbaar oefenlokaal. De faculteit van de kunst zit onder uitprobeersels: van beschermde diersoorten tot fantasiewezen, portretten en andere figuren. Veel kunststudenten van Universidad Nacional hebben zich verenigd in collectieven en schilderen ook in de straten van Bogotá. De witte muren van de universiteit bieden een uitstekende plek om te experimenteren. Deze mozaïek van (politieke) slogans, muurschilderingen, graffiti letters en aanklachten transformeert de muren van de universiteit tot een klankbord van de studenten en faciliteren een ruimte waar kunst, politiek en wetenschap speels in elkaar overlopen.</p> <p><!-- z-media 52711 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> https://hart.amsterdam/rsc/52481 2015-11-11T20:54:13+01:00 2015-11-03T08:23:00+01:00 Annemarie de Wildt https://hart.amsterdam/rsc/2184 “Onnodige versieringen” “Ook wij zijn een voorstander van vrijheid van meningsuiting! Maar niet ongewild op uw gevel met graffiti! Daarom kunnen wij graffiti verwijderen van uw muur en gevel. Overigens hebben wij in ons twaalfjarig bestaan gemerkt dat als u het niet snel laat verwijderen dat dit uitlokt tot meer onnodige versieringen en dat wilt u en wij graag voorkomen.” <p>Bovenstaand citaat komt uit een advertentie van de <a href="http://www.schoonmaak-gigant.nl/graffiti-verwijderen/">Schoonmaakgigant</a>. Veel bedrijven hebben zelfs een contract om graffiti meteen te laten verwijderen. Ook het Amsterdam Museum betaalt, als lid van de Winkeliersvereniging Kalverstraat, maandelijks zo’n €300 voor een graffiti-schoonmaakcontract. Het Amsterdamse GVB geeft jaarlijks €650.000 uit aan het verwijderen van graffiti op metro&#39;s, bussen, trams en stations. Het verwijderen van 75.000 m<sup>2 </sup>graffiti op de treinen en 21.000 m<sup>2</sup> binnen in de treinstellen kostte de NS in 2013 zo&#39;n vier miljoen euro.</p> <p><!-- z-media 52634 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><strong>Staalborstel</strong></p> <p>Particuliere huiseigenaren moeten graffiti zelf laten verwijderen. Voor een paar in tien seconden gespoten tags, zijn de reinigers soms wel een dag bezig. Aannemer Hans van Elteren (1965) kan erover meepraten. Ik tref hem terwijl hij met een staalborstel staat te boenen om tags van een gevel te verwijderen. “De ondergrond is het belangrijkste. Van baksteen krijg je het makkelijker af dan van natuursteen. De schoonmaakmiddelen zijn een stuk minder agressief dan vroeger. Gelukkig maar, dat spul moet je ook nietop je huid willen”.  Hij boent stevig door. Van Elteren vindt graffiti maar niets; &quot;onder een brug of zo kan nog wel, maar niet op die mooie oude pandjes&quot;.  Als hij de graffiti verwijderd heeft, komt er een anti-graffiti coating op de gevel. “Dan spuit je het er zo af met een hogedrukspuit”. <!-- z-media 52483 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><strong>Vandalisme</strong></p> <p>Naast enthousiaste reacties op de tentoonstelling, vooral van de mensen die ooit zelf graffiti gespoten hebben of dat nog steeds doen, krijgen we ook kritiek. Het Amsterdam Museum zou dit ‘vandalisme’ niet mogen tonen. “Weerzinwekkende manifestatiedrang” vond een vriend, die dan ook geen zin heeft om te komen kijken. Walther Schoonenberg, bureausecretaris van de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad, weigerde om naar de opening te komen. Van de week had ik een discussie met een van onze vrijwilligers. Ze vond dat we de twee kanten hadden moeten tonen: niet alleen de graffiti, maar ook de schade die het aanricht en de kosten. In de eerste zaal hangt een bord met enkele argumenten pro en contra, maar we laten het oordeel liever over aan de bezoekers. Ons argument om dit onderwerp te tonen is, dat het een grotestadsfenomeen is, dat het aanzien van de stad (en beeldtaal in het algemeen) ingrijpend veranderd heeft.</p> <p>Is het tonen van graffiti in een stadsmuseum een vorm van legitimatie? Die vraag kun je stellen bij meer onderwerpen die in het museum aan de orde komen, zoals drugs en prostitutie. Als mensen naar aanleiding van de tentoonstelling in discussie gaan, bijvoorbeeld over de vraag of graffiti kunst of vandalisme is, hebben we ons doel bereikt.  </p> <p> </p> <p> </p> https://hart.amsterdam/rsc/52448 2015-11-06T12:31:20+01:00 2015-10-30T12:48:00+01:00 Annemarie de Wildt https://hart.amsterdam/rsc/2184 “Door een Blackbook lopen” Floor Wesseling en Ilona Laurijsse maakten samen het ontwerp van de Graffiti-tentoonstelling, die zeer gewaardeerd wordt door de bezoekers. Het grootste compliment kreeg Floor van een graffiti-schrijver: “Het is alsof je rondloopt in een blackbook”. Een blackbook is een boek met ontwerptekeningen en foto’s van tags en pieces. <p><em>Graffiti. New York meets the Dam</em> is voor Floor Wesseling zijn eerste grote ruimtelijke expositie. Hij studeerde aan de Rietveld Academie, was hoofd van de internationale designafdeling van Nike en deed eigen projecten als <a href="http://bloodinbloodout.nl/home/">Blood in Blood out</a>. We leerden hem kennen door de tentoonstelling <a href="http://hart.amsterdammuseum.nl/nl/page/38110">Voetbal Halleluja! </a>waar zijn shirts van rivaliserende clubs  een grote hit waren en de <a href="http://hart.amsterdammuseum.nl/nl/page/44947">Klassieker </a>(waarin de shirts van Ajax en Feyenoord gecombineerd zijn) sterke emoties opriep. In het voorjaar maakte Floor voor het Amsterdam Museum de <a title="iProvo posters" href="/nl/page/51926/iprovo-posters">iProvo</a> tentoonstelling met posters op locatie en een app.  Ondertussen was hij samen met <a href="http://www.ilonalaurijsse.nl/">Ilona Laurijsse</a> bezig met het ontwerp voor Graffiti. Ilona heeft al heel wat tentoonstellingen op haar naam staan. Ze heeft een master Museumstudies  (UVA) en deed daarna haar Bachelor Spatial Design (HKU). Met haar eigen bureau maakte ze tentoonstellingen voor o.a. het Frans Hals Museum, het Dolhuys en het Nationaal Onderwijs museum.  Voor Ilona is het creëren van betekenisvolle, boeiende en fantasierijke ruimten het belangrijkste bij haar werk. Met graffiti had ze weinig ervaring. Floor daarentegen heel veel. Als tiener, opgroeiend in de Bijlmer, ging hij ieder weekend met zijn vrienden met spuitbus en viltstift op pad. De helemaal volgetagde kast in de ruimte ‘Kings en Toys’ die het tentoonstellingsteam meestal ‘de jongenskamer’  noemt, komt bij hem vandaan.</p> <p><!-- z-media 52451 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><strong>Beleving</strong></p> <p>Ilona en Floor bleken een gouden team. Vanuit het museum was de opdracht om geen ‘kunsttentoonstelling’ te maken, maar een waarin beleving belangrijk is en waarin de wisselwerking tussen de steden New York en Amsterdam en graffiti(cultuur) centraal zou staan. We hadden een verhaallijn bedacht die begon in het heden, terugsprong naar Amsterdam in de late jaren zeventig (de punkgraffiti), dan naar New York waar graffiti begon op de straten en treinen en belandde in de galeries.  Dan weer terug naar Amsterdam met de galerie van Yaki Kornblit, waar de Amerikanen rond 1983 hun werk toonden, als middelpunt. Vervolgens wilden we tonen welke invloed de New Yorkers hebben gehad op jonge graffitischrijvers als Shoe, Delta en Jaz. Het budget was beperkt en we wilden zoveel mogelijk recyclen van de voorafgaande tentoonstelling.</p> <p>Eindeloos heeft Floor rondgelopen door de tentoonstelling <a href="http://hart.amsterdammuseum.nl/nl/page/528">De IJzeren Eeuw</a> om te kijken naar het ontwerp en de reacties van bezoekers. “Ik heb er heel veel van geleerd”, zegt hij. Het eerste schetsontwerp van Floor en Ilona vonden we meteen prachtig: evocatief, spannend, met onder andere een stuk metrotunnel en 3D elementen die uitsprongen uit de fotowanden. De wisselwerking met de stad hadden de ontwerpers geconcretiseerd in belangrijke plekken, zoals het Waterlooplein en Leidseplein. Bij het Museum of the City of New York waren ze minder enthousiast. Het ontwerp voor de  zalen met collectie uit New York moest door hen goedgekeurd worden. Hun tentoonstelling <a href="http://www.mcny.org/content/city-canvas">The City as Canvas</a> in 2014 was een wat betreft inrichting vrij tradiotionele kunsttentoonstelling met de <a href="https://collections.mcny.org/Gallery/24UPN47RMLQ">Martin Wong Collectie</a>: schilderijen en ingelijste foto’s op witte wanden, blackbooks en spijkerjasjes in vitrines en een paar kleine videoschermen. Na enkele aanpassingen van het ontwerp en veel heen-en-weergemail, kwamen we tot overeenstemming en uiteindelijk was curator Sean Corcoran zeer tevreden.</p> <p><!-- z-media 52450 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><strong>Kill your darlings</strong></p> <p>Uit New York kwam de verzameling Martin Wong met schilderijen, foto’s en objecten, zoals volgetagde metroborden. Voor het Nederlandse deel van de tentoonstellingen had gastconservator Aileen Middel heel veel interessante objecten gevonden, voor het merendeel in privé collecties. Stapels ontwerptekeningen, eindeloos veel foto’s (maar vaak van slechte kwaliteit), blackbooks en spijkerjasjes. Het werd een immens Excel-bestand waaruit gekozen moest worden, de bruikleenaanvragen moesten aangevraagd, high res scans gemaakt, afdrukken besteld, video’s en muziek ingepast in het verhaal. Het maken van een tentoonstelling is niet alleen een intensief creatief, maar ook intensief administratief project. Met de mensen van Collectie moest overlegd worden over de beste en veiligste manieren van opstellen van het werk. Ook de collega’s van Beveiliging keken naar de veiligheid van het werk en de bezoekers.</p> <p><strong>Levende kunstenaars</strong></p> <p>De laatste zaal van de tentoonstelling toont het werk van Niels SHOE Meulman en Boris Tellegen, aka DELTA. Aan de hand van deze twee kunstenaars wilden we laten zien, net als bij de New Yorkers, hoe hun straatkunst transformeerde tot  ‘galeriekunst’. Floor heeft voor deze zaal een opstelling bedacht waarin hij wandgrote foto’s van de graffiti uit de jaren ’80 over laat gaan in het ‘post-graffiti’ werk dat ze later gingen maken. Hij toonde zijn ontwerpen aan Niels en Boris en ook daar vonden aanpassingen plaats, net zo lang tot iedereen tevreden was.</p> <p><!-- z-media 52452 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><strong>Straatkunst in het museum</strong></p> <p>Als bedenker van de verhaallijn van de tentoonstelling, gesprekspartner van Aileen en schrijver van de tentoonstellingsteksten ben ik natuurlijk niet helemaal objectief. Ik vind het prachtig geworden. Het blijft een lastige opdracht: hoe kreeg je een fenomeen als graffiti dat zo verbonden is met de straat in het museum? Natuurlijk verlies je de rauwheid van de straat. Maar in een museum kan ook weer heel veel, wat op straat niet kan: zoals New York en Amsterdam letterlijk naast elkaar tonen. Je kunt reizen door de tijd, zoals de ontwerpvondst om mensen door de deur van het Slangenpand de jaren zeventig binnen te laten stappen. Dat de graffiti schrijvers de tentoonstelling meteen in hun hart sloten, verbaasde me niet. Het was fijn tijdens de opening ook van graffitileken, zoals van Ernst Veen, de vroegere directeur van Nieuwe Kerk, te horen: “Ik heb niet zoveel met graffiti, maar deze tentoonstelling leert je om ernaar te kijken en het te begrijpen.”</p> https://hart.amsterdam/rsc/52256 2015-10-19T18:16:55+02:00 2015-10-19T17:48:00+02:00 Fenna Smits https://hart.amsterdam/rsc/51728 MUSEO LIBRE: een Openlucht Museum in het Zuiden van Bogotá In het zuiden van Bogotá hebben vier jonge graffiti artiesten in 2013 het project Museo Libre opgezet. Het begon allemaal als het afstudeerproject van Lucas Estaban Hernández; een experiment om te onderzoeken of door middel van kunst het imago van een wijk, en de relatie met haar inwoners, getransformeerd kan worden. Lees de derde gastblog van antropologe Fenna Smits vanuit Bogotá. <p>Toen het geld om zijn studie af te maken op was, heeft Lucas het project samen met zijn collectief <a href="https://www.facebook.com/profile.php?id=100010386460084&amp;fref=ts">SurVano</a> voortgezet. Een maand lang nodigt SurVano (inter)nationale graffiti artiesten uit om de muren in hun wijk Vista Hermosa (prachtig uitzicht) te komen schilderen. In 2013 deden er 12 artiesten mee. In 2014 was dit aantal verviervoudigd en dit jaar deden er meer dan 100 artiesten mee. Afgelopen maand was de derde editie van Museo Libre, dit maal georganiseerd in samenwerking met het collectief Cultura 19, en ik was er bij om het project op film vast te leggen.</p> <p><!-- z-media 52257 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><strong>Het stigma van het Zuiden</strong></p> <p>&quot;Ga nooit naar het zuiden, daar is het heel gevaarlijk&quot;, was één van de eerste adviezen die mijn huisgenoot mij meegaf toen ik aankwam in Bogotá. Voor veel Bogatanas die in het Centrum of het Noorden van de stad wonen is het Zuiden onbegaanbaar gebied. Zo verklaarde een man uit Cartagena die in Bogotá woont, &quot;Er zijn 2 Bogotá&#39;s; het Zuiden en het Noorden&quot;. Toen ik hem vroeg of hij het Zuiden wel eens had bezocht, antwoordde hij stellig: &quot;nunca!&quot; (nooit!). Deze informele, maar met alle zintuigen merkbare grenzen, —de vervallen staat van de huizen, de heuvelige stoffige straten, de geur van niet opgehaald vuilnis—polariseren de stad in termen van veilige en onveilige gebieden. Vooral het negentiende district van het Zuiden, Ciudad Bolivar, heeft de reputatie gevaarlijk te zijn. De nederzetting op de heuvel is opgebouwd door ontheemde mensen die uit de rurale gebieden zijn gevlucht vanwege het gewapende conflict. Hoewel een vredesakkoord met de FARC recentelijk getekend is, en de overheid spreekt van een &quot;cultura del paz&quot;, arriveren in Ciudad Bolivar nog elke dag vluchtelingen van het platteland.</p> <p> </p> <p><strong>Openlucht Museum</strong></p> <p>SurVano bestaat uit vier graffiti artiesten die in Ciudad Bolivar wonen. De vier twintigers zijn het zat dat hun buurt gestigmatiseerd wordt. Door de muren van de huizen om te toveren in muurschilderingen, hopen zij de associaties van Ciuadad Bolivar met armoede, geweld en gevaar te veranderen in een associatie met een openlucht museum. Wilson Niño, lid van SurVano, legt uit dat hij hoopt dat mensen in plaats van, &quot;Ga nooit naar het zuiden, het is daar gevaarlijk&quot;, zullen zeggen: &quot;Ga naar het zuiden, het is net een museum!&quot;</p> <p><!-- z-media 52258 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p>Behalve de wijk esthetisch op te knappen en daarmee het imago van de wijk te veranderen, hoopt SurVano ook dat de buurtbewoners meer reden hebben om zich met hun buurt te identificeren. In de voorafgaande maanden heeft SurVano veel tijd gestoken in het opsporen van muren en het langs de deuren gaan om toestemming te vragen aan de huiseigenaren. Voordat de artiesten beginnen met schilderen worden zij voorgesteld aan de bewoners en soms laat de artiest een schets zien van wat zij of hij in gedachten heeft. Veel buurtbewoners benadrukken dat ze &quot;algo bonito&quot;, iets moois, op hun muur willen; een boom of een vogeltje. Maar tot zover de inspraak van de buurtbewoners, want uiteindelijk zijn de artiesten vrij (Museo Libre) om te kiezen wat zij schilderen.</p> <p><!-- z-media 52259 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --><!-- z-media 52260 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><!-- z-media 52261 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><!-- z-media 52262 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><!-- z-media 52263 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><strong>Fruitsapjes</strong></p> <p>Vanuit alle buurten in Bogotá, en in enkelen gevallen ook vanuit buiten Bogotá, reizen artiesten naar het Zuiden van de stad. Voor de meeste artiesten is het een eerste kennismaking met Ciudad Bolivar en haar inwoners. Zij produceren de muurschilderingen, maar zijn ook de eerste proefpersonen van het experiment Museo Libre. Lucas ondervroeg artiesten tijdens het schilderen over hun ervaring in de buurt. De artiesten antwoordden enthousiast met anekdotes over hoe de buurtbewoners hen eten en drinken gaven en hoe de kinderen meehielpen met schilderen. Zo vertelde Giovannie lachend dat mensen uit de buurt hem fruitsapjes bleven aanbieden. Waarop Lucas vroeg &quot;Kan je geloven dat ze zeggen dat mensen hier elkaar vermoorden?&quot;. &quot;Todo mentida&quot;, ‘één grote leugen, antwoordde Giovannie.</p> <p><!-- z-media 52264 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><strong>Concrete actie</strong></p> <p>Het experiment verloopt niet altijd vlekkeloos. Zo werd een groep artiesten van Museo Libre door de lokale drugsbende van &quot;hun&quot; terrein gestuurd. Dit soort incidenten zijn ook onderdeel van het leven in Ciudad Bolivar, SurVano belicht met Museo Libre de positieve kanten van de wijk. Initiatieven zoals deze, en anderen—zoals het project om collectieven moestuinen aan te leggen op de heuvels—zijn concrete acties die het leven in de buurt aangenamer maken. Daarnaast brengt Museo Libre mensen die in verschillende wijken, onder verschillende omstandigheden wonen, met elkaar in contact en betwist daarmee de informele grenzen die Bogotá opdelen. Deze initiatieven komen van de buurtbewoners zelf en vullen een gat op wat de overheid nalaat. Een hands-on aanpak die zij met onuitputbare energie en veel plezier uitvoeren. Zoals <a href="http://estebanrestrepo.wix.com/hernandez#!El-arte-urbano-como-herramienta-de-transformaci%F3n-territorial/c22zv/5604a4d90cf25fa7fe16a57f ">Lucas</a> op zijn website schrijft: &quot;Met de voeten in de grond, en de ziel in de muren!&quot;.</p> <p><!-- z-media 52265 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> https://hart.amsterdam/rsc/52162 2015-10-30T16:08:55+01:00 2015-10-13T23:33:00+02:00 Jobbe Wijnen https://hart.amsterdam/rsc/52068 De Archeologie van Graffiti Na het zien van de titel hierboven vraagt de lezer zich misschien af wat archeologen met graffiti hebben. Om dat eerst uit de wereld te helpen: archeologen hebben alles met graffiti! Wij archeologen bestuderen de sporen die mensen achterlaten, om daarmee een verhaal te vertellen dat betekenis geeft aan het heden en de toekomst. Graffiti hoort net zo goed bij die menselijke sporen als alle andere uitingen van cultuur. Of het nu gaat om 2.000 jaar oude graffiti van de bewoners van Pompeï of de 15.000 jaar oude schilderingen in de grotten van Lascaux, archeologen hebben ernaar gekeken. Toch is het zeker niet zo dat archeologen alleen naar hele oude graffiti kijken. <br /> <p>De Britten Paul Graves-Brown en John Schofield publiceerden in 2011 bijvoorbeeld over de graffiti van <a href="https://nl.wikipedia.org/wiki/Sex_Pistols">de Sex Pistols </a>in hun voormalige oefenruimte in Londen. Ze bestempelden deze ontdekking als “may be of greater significance than the discovery of early Beatles recordings”. Toen zij dit artikel schreven was <a href="https://nl.wikipedia.org/wiki/English_Heritage">English Heritage </a>– de Engelse Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed - net klaar met de fotografische registratie van alle - let wel alle (!) - militaire graffiti in de kazernes van heel Groot Brittannië uit de Koude Oorlog. Kortom, ook archeologen hebben interesse in graffiti. Bij deze laatste categorie, de militaire graffiti, wil ik in deze blog nu verder stilstaan.</p> <p><strong>Wat is militaire graffiti?</strong></p> <p>Militaire graffiti zijn, zoals de naam zegt, teksten en schilderingen die door militairen zijn aangebracht tijdens de uitoefening van hun functie. En of militairen nu als dienstplichtigen gelegerd waren in <a href="https://nl.wikipedia.org/wiki/Stelling_van_Amsterdam">de Stelling van Amsterdam </a>in 1925, zich stuk verveelden in hun kazerne in 1975, of voor <a href="https://nl.wikipedia.org/wiki/Verenigde_Naties">de Verenigde Naties </a>uitgezonden waren naar Libanon of Srebrenica in de jaren 80 en 90, ze lieten overal graffiti achter. Graffiti gaat als uiting hand in hand met het militaire leven en wel onder alle omstandigheden.</p> <p><!-- z-media 52169 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><strong>Kazernes van Ede</strong></p> <p style="text-align:left; ">In mijn eigen werk ben ik militaire graffiti inmiddels in grote hoeveelheden tegengekomen. Toen de Gemeente Ede in 2012 vroeg om een bouwbiografisch onderzoek<sup><a name="_ednref1" href="#_edn1"><span><span>[i]</span></span></a> </sup>in <a href="http://www.jobbewijnen.nl/wp/?p=280" target="_blank">de leegstaande kazernes</a> van de stad, had graffiti eerst helemaal geen prioriteit in het plan van aanpak. Toch werden in het onderzoek maar liefst 275 voorbeelden van militaire graffiti geregistreerd in negen verschillende gebouwen. De uitingen variëren van kleine ‘tags’ tot grote ‘pieces’. Het bijzondere aan deze collectie is dat zij een doorsnede geeft van de hele geschiedenis van de kazerne vanaf 1900 tot nu. De vroegste graffiti stamt uit 1910, toen de stallen van de artilleriekazerne nog gloednieuw waren, de jongste uit 2010 toen de laatste militairen definitief de deuren achter zich dicht gooiden. Ook in de Tweede Wereldoorlog bleven de kazernes niet onbeschreven, zo blijkt onder andere uit de krabbels van de Duitse Kriegsmarine Matroos W. Brandt, die zijn naam veelvuldig achterliet in <a href="https://nl.wikipedia.org/wiki/P.L._Bergansiuskazerne">de Bergansius kazerne </a>in 1944.</p> <p style="text-align:left; "><!-- z-media 52171 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} -->Ook is er graffiti - van het formaat dat moderne schrijvers ‘pieces’ zouden noemen - die vragen oproept. In <a href="https://nl.wikipedia.org/wiki/Mauritskazerne">de Mauritz kazerne </a>bevond zich bijvoorbeeld een schildering die qua stijl duidelijk niet door een <em>local</em> is aangebracht. Deze voorstelling van een man met sombrero en sambaballen doet eerder Latijns-Amerikaans aan dan Nederlands, maar wat <em>el Escritor</em> dan te zoeken had in een Nederlandse kazerne is tot op heden onbekend. Dat aandacht in cultuurhistorische zin van levensbelang is op dit onderwerp laat deze casus ook zien, want hoe fraai sommige schilderingen ook waren, velen zijn genadeloos onder de sloophamer verdwenen. In dat opzicht is militaire graffiti zeker niet anders dan de straten van Amsterdam of New York.</p> <p style="text-align:left; "><!-- z-media 52172 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><strong>Fort benoorden Spaarndam</strong></p> <p>Een andere casus waar graffiti een grote rol speelde is die van het <a href="https://nl.wikipedia.org/wiki/Fort_benoorden_Spaarndam">Fort benoorden Spaarndam</a>, in de Stelling van Amsterdam. Toen de eigenaar van het fort besloot dit te gaan herbestemmen, kaartte <a href="http://www.stichting-krayenhoff.nl/">Stichting Krayenhoff</a> aan dat dit niet kon zonder rekening te houden met de bijzondere muurschilderingen in het leegstaande fort. Deze muurschilderingen waren per toeval onder nieuwere verflagen ontdekt door de vrijwillige gidsen van de stichting. Uiteindelijk gaf de Provincie Noord-Holland daarom de opdracht om een volledige <a href="http://www.jobbewijnen.nl/wp/?p=987">inventarisatie en waardering van de collectie</a> uit te voeren. Dit bleek een flinke klus, waarbij ik als bouwbiograaf samen met restaurateur Nico van der Woude (<a href="http://www.sral.nl/nl/">SRAL</a>) weken lang camera’s en lampen door het vochtige, donkere fort zeulde om alles in kaart te brengen. In totaal werden 231 schilderingen en decoraties gevonden, gemaakt in grofweg de periode 1900 tot 2000. Een groot deel daarvan mag overigens niet de naam graffiti dragen, omdat het gaat om functionele teksten en kamernummers die op muren en kozijnen waren aangebracht om je weg door het fort te kunnen vinden.<!-- z-media 52163 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p>Een ander deel valt echter wel onder graffiti, zoals uitgebreide landelijke taferelen met herders en bootjes. Andere schilderingen hebben een ceremonieel of officieel karakter zoals de wapenschilden van de Provinciën en het Koninkrijk. In deze categorie vallen ook twee grote schilderingen die bewust tegenover elkaar zijn aangebracht in de centrale hal van het fort. Aan de ene zijde bevindt zich een afbeelding van trotse <a href="https://nl.wikipedia.org/wiki/Kozakken">Kozakken</a> in volle wapenrusting. Aan de overzijde een afbeelding van verslagen Franse soldaten. Samen vormen de schilderingen een herinnering aan de overwinning op Napoleon en de oprichting van het Koninkrijk der Nederlanden in 1813. Ook hier bleef het fort niet onbeschilderd in de Tweede Wereldoorlog. Duitse troepen sierden verschillende kamers op met hakenkruizen of SS-tekens. In een van de ontspanningsruimten bracht iemand met vaardige hand portretten van Marlene Dietrich en Zarah Leander aan.</p> <p><!-- z-media 52167 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} -->De meeste schilderingen in het fort zijn echter minder politiek. De voormalige ziekenboeg van het fort had tussen de plekken van de bedden vrolijke portretten van meisjes, of grappige prenten van kaartende oude dametjes. Wat hier interessant is, is dat de schilderingen al in de jaren 50 volkomen waren afgeschreven als cultuurhistorisch erfgoed en werden afgedekt met witte verf. Het is dankzij de tomeloze inzet van enthousiastelingen dat de schilderingen centimeter voor centimeter met een scalpel zijn blootgelegd en nu hopelijk behouden blijven.<sup><a name="_ednref2" href="#_edn2"><span><span>[ii]</span></span></a></sup><!-- z-media 52165 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><strong>De betekenis van graffiti</strong></p> <p>Het leuke van de verschillende cases die ik zo ben tegengekomen is dat je ze naast elkaar kan zetten en dat er dan aardige patronen zichtbaar worden. Zo is er bij militaire graffiti een aantal thema’s dat steeds weer terugkomt. De belangrijkste daarvan is misschien wel <em>humor</em>. Zonder humor lijkt er geen soldatenleven mogelijk, lijkt het kijkend naar de graffiti. Humor komt in alle tijden in graffiti terug. Daarnaast zijn er ook typisch militaire thema’s als de strijd tegen de militaire hiërarchie, of de trots op de eigen eenheid. Die trots wordt niet alleen intern binnen de groep geuit door het aanbrengen van het eenheidsembleem in stickervorm op de meest uiteenlopende plaatsen, maar ook juist duidelijk in oppositie tegenover ander eenheden. Staat het gebouw van de soldaten van het Regiment Verbindingsdienst tegenover het gebouw van de Lichte Luchtdoelartillerie, dan zullen zij al snel hun best doen om het gebouw van de ander met hun stickers te veroveren, wat op zijn beurt weer een tegenactie van de andere groep uitlokt. In de kantine van de Mauritskazerne lukte het een Duitse NAVO-soldaat een sticker zo achterlijk hoog op een raam te plakken, dat hij ofwel niet werd opgemerkt, ofwel niemand erbij kon en zo tot aan de sloop van het gebouw is blijven zitten.</p> <p>Kortom, ook bij militaire graffiti geldt het principe dat wie gezien wil worden, moet zijn best doen, maar wie een tijdje behouden wil blijven, heeft net als op straat veel lef nodig en bovenal een flinke dosis geluk.</p> <p><!-- z-media 52173 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p> </p> <p><a name="_edn1" href="#_ednref1"><span><span>[i]</span></span></a>  ‘Bouwbiografie’ is de naam die we hebben gegeven aan een vorm van archeologisch sporenonderzoek in gebouwen.</p> <p><a name="_edn1" href="#_ednref2"><span><span>[ii]</span></span></a> Fort benoorden Spaarndam is af en toe open voor het publiek. Kijk daarvoor op de pagina van <a href="http://www.stichting-krayenhoff.nl/" target="_blank">Stichting Krayenhoff</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/52081 2015-10-28T10:08:36+01:00 2015-10-05T15:27:00+02:00 Annemarie de Wildt https://hart.amsterdam/rsc/2184 #020today: Stoperaschutting Hugo Kaagman In het Amsterdam Museum staan op de tentoonstelling &#39;Graffiti - New York meets the Dam&#39; deze houten panelen, beschilderd door Hugo Kaagman. Ze waren onderdeel van een 60 meter lange schutting die van 1983 tot 1985 op het Waterlooplein stond. Daar werd in die jaren de Stopera gebouwd. <p><!-- z-media 52082 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p>De schildering is een groot beeldverhaal met <a href="https://nl.wikipedia.org/wiki/Hugo_Kaagman">Kaagman’s</a> visie op de stad en de wereld. Kom vooral kijken in het Amsterdam Museum, want in het echt is de schutting nog veel indrukwekkender dan op een foto.</p> <p><strong>Zes panelen: 7.32 bij 1.22 meter</strong></p> <p>Deze zes panelen zijn, nadat de schutting werd afgebroken, gekocht door het Amsterdam Museum. Ze geven een mooi tijdsbeeld van de vroege jaren tachtig, niet lang na de <em>Geen Woning Geen Kroning</em>  inhuldiging van Koningin Beatrix. Het was rumoerig in de stad, de kraakbeweging roerde zich. Als de koningin naar Amsterdam kwam, stonden er demonstranten in plaats van juichende bewonderaars zoals tegenwoordig.</p> <p><!-- z-media 52083 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><strong>Doemdenken</strong></p> <p>Het was de tijd van het doemdenken en de angst voor kernwapens. In 1981 demonstreerden 400.000 mensen daartegen op het Museumplein. Onder de <a href="https://nl.wikipedia.org/wiki/Oostlijn">Oostlijn</a> van de metro waren (atoom)schuilkelders gebouwd. Zowel het woord <em>schuilkelders </em>als de paddenstoelwolk van een atoombom zijn te zien op de schutting van Kaagman. De gevreesde wolk rijst op boven de torens van de Mozes en Aäronkerk en het Paleis op de Dam.</p> <p><strong>Stencils en airbrush</strong></p> <p>De voorstelling is gemaakt met stencils en airbrush. Met de stencils maakt Kaagman repeterende patronen zoals het patroon in de lucht, maar ook de ratten en de ‘kantoorslaven’ die elke ochtend naar hun werk gaan. De ratten hebben te maken met het riool, ondergronds net als de metro, maar ook met de Punkbeweging waar Kaagman een belangrijke rol in speelde. Veel punks liepen met een ratje op hun schouder rond.</p> <p>In de jaren dat de schutting op het Waterlooplein stond, kreeg deze nog een extra laag graffiti.</p> <p><!-- z-media 52084 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><em>Deze blog stond onlangs ook als bijdrage in de rubriek Hebben en Houwen van het Amsterdam Museum in stadsblad De Echo.</em></p> <p><em>Het &#39;Schuttingproject Waterlooplein&#39; van Hugo Kaagman, een museumaanwinst uit 1984, was eerder te zien in &#39;God Save The Queen - Kunst, kraak, punk&#39; in het Centraal Museum, Utrecht (2012) en nu voor het eerst in het Amsterdam Museum in de tentoonstelling <a title="&#39;Graffiti: New York meets the Dam&#39;" href="https://www.amsterdammuseum.nl/tentoonstellingen/graffiti-new-york-meets-dam">&#39;Graffiti: New York meets the Dam&#39;</a> (tot en met 24 januari 2016).</em></p> https://hart.amsterdam/rsc/51902 2015-09-28T16:19:54+02:00 2015-09-28T15:47:00+02:00 Victor Kasprowicz https://hart.amsterdam/rsc/49805 Lezing Graffiti: New York meets the Dam In het kader van de tentoonstelling ‘Graffiti. New York meets the Dam’ organiseert het Amsterdam Museum samen met de Vrije Academie een lezing over deze bijzondere vorm van kunst. <p><span>In de jaren ’80 van de vorige eeuw werd Graffiti erg zichtbaar in de Nederlandse steden en veranderde het straatbeeld. De invloed is nog altijd merkbaar binnen muziek, mode en de hedendaagse beeldcultuur. Hoe kunnen we graffiti kenmerken? Waar komt het vandaan en wat wordt er allemaal door beïnvloed? Wat is het verschil tussen graffiti en street-art? Docent Krzysztof Dobrowolski-Onclin vertelt je meer tijdens deze lezing in het Amsterdam Museum. Na afloop kan je op je gemak de tentoonstelling bezichtigen.</span></p> <p><span><strong>Wanneer:</strong><span> zaterdag 21 november</span><br /><strong>Tijd:</strong><span> 12.00 - 13.00 uur (enige uitloop mogelijk) </span><br /><strong>Deelname:</strong><span> € 17,50 (exclusief entree van het museum) </span><br /><strong>Aanmelden:</strong><span> via de <a title="Vrije Academie " href="https://www.vrijeacademie.nl/5424/uitgebreid-zoeken/lezing-graffiti-new-york-meets-the-dam/">Vrije Acadmie</a></span></span></p> https://hart.amsterdam/rsc/51894 2015-09-30T11:59:59+02:00 2015-09-27T15:29:00+02:00 Annemarie de Wildt https://hart.amsterdam/rsc/2184 Wicked Gary Wicked Gary is een van de oprichters van de Ex Vandals, de eerste groep in New York die de groepsnaam ging schrijven en spuiten op straten en treinen. Hij is tegenwoordig musicus. Vanuit Parijs, waar hij optrad, kwam Gary naar Amsterdam om de tentoonstelling te zien en de Nederlandse Ex Vandals te ontmoeten.<br /> <p>De  <em>Amsterdam Division</em> van de Ex Vandals heeft Wicked Gary opgehaald van het Centraal Station. Ik ontmoet hen bij de kassa en leid hen rond. Echt zo’n groep waarvan je de reguliere bezoekers (50+  cultuurgeïnteresseerd blank) ziet denken: “Wat doen die in het museum?” Ik vertel Gary over Dr. Rat, Diana Ozon, Hugo Kaagman en de Amsterdamse punk-graffiti van de jaren zeventig. De Ex Vandals vertellen hem over de jongeren die Max Natkiel heeft gefotografeerd in Paradiso.</p> <p><!-- z-media 51897 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><strong>Holy Grail</strong></p> <p>In de volgende zaal hangen de werken van <a href="http://www.mcny.org/content/city-canvas">The City as Canvas</a> uit New York, waaronder de ingelijste tags van de mensen die rond 1970 begonnen met graffiti. “This is the holy grail of graffiti” had curator Sean Corcoran me al gezegd. Tijd voor een geschiedenislesje door de man die de tags verzameld heeft. “Dit is pre blackbook”,  vertelt Gary aan de Nederlandse Ex Vandals. Gary nam witte kaarten mee en verzocht iedereen om zijn (graffiti)naam op te schrijven. De verzameling was een van de pronkstukken op de openingsavond van het museum van <a href="https://en.wikipedia.org/wiki/Martin_Wong">Martin Wong</a>. Aan het begin in een maagdelijke blankhouten lijst, maar aan het eind van de avond stond ook de lijst vol tags.</p> <p><strong>Wicked</strong></p> <p>De Amsterdamse Ex Vandals verzamelen zich rond de pionier uit New York. Hij wijst naar de letters, allemaal geschreven met <em>dry markers</em>, dunne viltstiften, het enige wat ze toen hadden. Hij weet over alle namen wat te vertellen. Over de straatnaam die onderdeel werd van het graffiti alias. Over de <em>cats </em>uit Brooklyn die hun eigen stijl hadden. Ook Wicked Gary komt uit Brooklyn. Hij schreef eerst Super Soul maar er waren iets te veel mensen met Super in hun naam. Op een ochtend stond hij te spioneren bij de buren en hij zag een buurmeisje naakt uit de douche komen. “You wicked boy” riep ze uit en Wicked (ondeugende) Gary werd zijn schrijfnaam. Het werd al snel WR met een vierkant eromheen, want met een lange naam was de kans om opgepakt te worden te groot.</p> <p><strong>Ex Vandals</strong></p> <p>In 1971 had Gary, met zes anderen, de Ex Vandals opgericht. Vandals met een knipoog naar de naam die de Public Transport Authority hen gaf. Vanaf dat moment zouden de zeven leden alleen nog maar de gezamenlijke naam schrijven, soms met hun graffiti naam erbij. Het was een sensatie, ook al omdat ze uit alle <em>boroughs </em>van New York kwamen. “Yo, what’s that? In one weekend the whole city was covered with Ex Vandals”.  In de loop van de week erna onthulden ze wie erbij hoorden, door met spijkerjasjes naar school te komen met Ex Vandals en hun eigen naam. De Ex in Vandals is trouwens niet omdat ze hun ‘vandalistische’ leven opgegeven hebben maar het komt van ‘Experienced’. Scooter, ook een van de namen op de lijst, was bij de oprichtingsbijeenkomst, maar hij wilde liever alleen zijn eigen naam blijven schrijven.</p> <p><strong>UGA</strong></p> <p>“You know your history?” vraagt Gary aan de Amsterdamse Ex Vandals. Hij vertelt over de United Graffiti Artists, in 1972 opgericht door Hugo Martinez. Het was de eerste groep die op canvas ging werken. MICO, een andere naam van de verzameling, richtte de eerste Latino graffiti crew op. Er hangen ook tags van vrouwelijke schrijvers. Wicked Gary ging graag met hen op pad, want dat kon je ook nog eens wat anders doen dan schrijven. Gary vertelt zo smakelijk dat steeds meer bezoekers zich aansluiten.</p> <p><!-- z-media 51896 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p>Nog een groepsfoto voor de tags en daarna blijven ze nog uren lang met z’n allen in de tentoonstelling. Het was geweldig om verhalen uit de beginperiode van de New Yorkse graffiti zo uit de eerste hand te horen.</p> <p> </p> <p> </p> <p> </p> <p> </p> <p> </p> https://hart.amsterdam/rsc/51848 2015-10-01T10:43:14+02:00 2015-09-24T10:25:00+02:00 Fenna Smits https://hart.amsterdam/rsc/51728 Lavamoa Tumbá-Tsunami Op carrera 53b en calle 27, tussen de wijk Chapinero en Bogotá downtown, stond een voormalig Japans restaurant leeg. ‘Un espacio perdido’ , zoals ze hier zeggen; een vergeten ruimte. De graffiti artiesten Nicee Naranja en Chucho hebben de eigenaar van het pand benaderd met een voorstel om het pand in om te toveren tot een artistieke ruimte. Een galerie, een museum, maar toch net even wat anders dan wat we gewend zijn van een reguliere expositie. Fenna Smits vervolgt haar speurtocht naar de graffitiwereld van Bogata. <p><!-- z-media 51857 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} -->Op de gevel staat een gigantische grijnzende panda omringd door sierlijke graffiti letters en kleurrijke fantasiewezens. Het bespoten pand steekt af bij de rest van de bruinrode bakstenen gebouwen die zo kenmerkend zijn voor Bogotá. Vanuit de open deur klinken luide Balkan beats. Een jong meisje met lang bruin haar verwelkomt ons. Ze verkoopt vandaag haar zelf gemaakte sieraden, samen met andere tieners die zijn uitgenodigd om een kleine warenmarkt te vormen. Ik bewonder haar sieraden, maar mijn aandacht wordt al snel getrokken door de muren die ons omringen. Geen enkel stukje muur is onbedekt gelaten; slangen en tijgers komen samen met tribale maskers en geisha’s.</p> <p><!-- z-media 51851 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p>Het gebouw blijkt veel groter dan het van buiten oogt en bestaat uit minstens twintig kamers verspreid over twee verdiepingen. Geen kamer is hetzelfde. Het is net alsof je in een trein zit, en het voorbijrazende landschap continu verandert. Toch verenigt een gemeenschappelijke Japanse thematiek de verschillende kamers. Er is geen object wat niet in handen is gevallen van de artiesten; badkuipen, toiletten, ramen en muren zijn allen onderdeel van het kunstwerk. Ook de sporen van het productieproces zijn niet uitgewist; de vloeren liggen bezaaid met kwasten, potten verf, spuitbussen, pakjes sigaretten en gekleurde voetstappen. Naast de gangbare graffititools, hebben de artiesten ook andere materialen en technieken gebruikt. Planten, sculpturen, origami, spiegels en papier maché maken allemaal deel uit van het totaal. De bijzondere wirwar aan materialen, objecten en verbeeldingen maakt het bezoek aan het verlaten restaurant een duizelingwekkende ervaring.</p> <p><!-- z-media 52056 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p>Nice Naranja en Chucho hebben al vaker een vergeten ruimte onder handen genomen met hun in 2014 opgerichte collectief Lavamoa Tumbá, een samenwerking tussen artiesten die in leegstaande  panden ruimtes willen creëren voor graffiti, urbane kunst, en andere artistieke disciplines. De benaming ‘Tsunami’  voor deze plek verwijst naar de allesverwoestende kracht van stromend water. Behalve ravage brengen de golven ook een kans op vernieuwing met zich mee. En dat is precies hoe Lavamoa Tumbá haar beweging graag ziet: een artistieke golf die vergeten ruimtes nieuw leven in blaast.</p> <p><!-- z-media 51853 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} -->Honderdtwintig artiesten, waarvan dertig internationaal, hebben vrijwillig meegewerkt aan dit project. Nicee Naranja benadrukt in ons gesprek dat het een ‘taller libro’ is, een vrije werkplaats voor verschillende activiteiten en het delen van ervaringen. Nicee Naranja benadrukt dat het niet té georganiseerd mag zijn. Met behulp van de metafoor van een vlieger legt Nicee Naranja zijn visie uit. Om te zweven moet de vliegerraar het touwtje strak gespannen houden, zowel als af en toe laten vieren. Zonder de juiste balans zal de vlieger nooit van de grond komen.</p> <p><!-- z-media 51854 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} -->Tsunami is niet slechts een ruimte om te bezichtigen, maar een plek waar artiesten samenkomen, ideeën uitwisselen, elkaar helpen, muziek luisteren, rondhangen en mengen met het publiek. Zo worden er workshops breakdance georganiseerd voor kleine kinderen en kunnen zij hun schilderkunsten oefenen aan een lange tafel vol met vinger verf. ’s Nachts  wordt het pand gebruikt voor feesten, waar artiesten, vrienden en onbekenden elkaar ontmoeten, drinken en dansen. Het draait bij Lavamoa Tumbá dus net zo goed om het uiteindelijke product, de geschilderde muren, als om de weg er naar toe. Ofwel, in de woorden van Nicee Naranja: “Pintar es la excusa”, schilderen is het excuus. </p> <p><!-- z-media 51855 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --><!-- z-media 51856 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --><!-- z-media 51850 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --><!-- z-media 51858 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><!-- z-media 51852 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><!-- z-media 51859 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> https://hart.amsterdam/rsc/51844 2017-02-17T11:05:28+01:00 2015-09-23T23:01:00+02:00 Annemarie de Wildt https://hart.amsterdam/rsc/2184 Delta in da house Voor Nico Nielen aka Spider was het inrichten van Graffiti. New York meets the Dam een buitenkansje. Hij werkt freelance voor Kloosterboer, de bouwers van de tentoonstelling. Hij heeft er een bijzonder paar schoenen aan overgehouden, met op de ene hiel een tag van Shoe (Niels Meulman) en op de andere die van Delta (Boris Tellegen). <p>In het museum spreken we soms onder elkaar wat oneerbiedig over tentoonstellingen met dode of met levende kunstenaars. Met als achterliggende gedachte dat dode kunstenaars wel makkelijk zijn, omdat je niet meer met ze hoeft te overleggen. Soms zijn kunstenaars inderdaad lastig, maar dat begrijp ik goed. Het is hun ziel die aan de museummuur hangt. Boris Tellegen kwam tijdens het inrichten langs om te praten over de manier waarop we zijn werken ophangen. Boris doet trouwens helemaal niet moeilijk over het hangen van zijn werk. “Dat is jullie vak”. Maar het is een mooie gelegenheid om nog even  met hem  te praten over het werk dat we geselecteerd hebben voor de tentoonstelling.</p> <p><strong>Kings</strong></p> <p>Floor Wesseling heeft voor de laatste zaal een prachtige opstelling bedacht. Eén kant van de zaal begint met wandgrote foto’s van oude <em>pieces</em> van Delta uit de jaren tachtig. Hij stond bekend om de virtuoze 3-dimensionaliteit van zijn letters. De wand vervolgt met later werk, uit de jaren negentig, als Tellegen daadwerkelijk 3-dimensionaal begint te werken, in hout. Samen met Nico Nielen sta ik voor het werk, terwijl Boris ons de letters van zijn naam aanwijst: D E L T A. In een later werk zijn de letters helemaal verdwenen en is het ingenieuze constructie van hout geworden. Nico is vol bewondering voor een van de oude <em>pieces</em>, die Delta gezet heeft op een afgelegen fabrieksterrein. Niet bepaald de manier om <em>up</em> te worden (dat betekent dat je overal in de stad te zien bent). Maar Boris wilde gewoon wat uitproberen. De <em>piece</em> heeft er nog heel lang gestaan en is nu als foto een museumstuk geworden in onze tentoonstelling. De andere kant van de zaal laat de ontwikkeling van Shoe zien, van graffitischrijver tot maker van <em>Abstract Vandalism</em>. De twee <em>kings</em> uit de jaren tachtig bij elkaar in de laatste zaal van de tentoonstelling.</p> <p><strong>Tatoeages</strong></p> <p>Nico haalt zijn schoen met de nog lege hiel te voorschijn en vraagt Boris om een <em>tag.</em>  “Schrijf jij ook?” vraagt Boris. “Ik schrijf Spider”, zegt Nico.</p> <p><!-- z-media 51846 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p>Inmiddels ben ik eraan gewend hoe graffitischrijvers onderling naar elkaars alias vragen. Nico schrijft trouwens niet zoveel meer, hoewel hij soms de neiging niet kan weerstaan. Af en toe mag hij in opdracht graffiti spuiten, zoals een heel podium voor een hip hop feest op Lowlands 2014. <br />Op zijn arm heeft hij een tattoo van een stencil met zijn spider logo. Maar ook tatoeages van een van de redenen, dat hij het wat rustiger aan doet tegenwoordig: zijn kinderen Tim en Menno. De namen zijn geschreven in graffitistijl, dat dan weer wel.</p> <p><!-- z-media 51847 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p> </p> <p> </p> https://hart.amsterdam/rsc/51805 2015-10-31T14:57:11+01:00 2015-09-20T23:04:00+02:00 Annemarie de Wildt https://hart.amsterdam/rsc/2184 “It changed my life” Op het eind van de opening komt Quik binnensnellen, een van de New Yorkse graffiti-kunstenaars van wie werk in de City as Canvas zaal hangt. Niels SHOE Meulman leidt hem rond, de tentoonstelling is tenslotte ook zíjn verhaal. <p>Maar de tentoonstelling is ook het verhaal van Louise van Teylingen-Schiffmacher, die in de eerste zaal over de punk-graffiti van de jaren zeventig haar jeugdliefde, Ivar Vičs aka Dr. Rat, meer dan levensgroot op de muur ziet. Ze ontmoet er Henriette Vičs, de moeder van Ivar. Diana Ozon kijkt naar een foto van haar eigen jongere zelf.</p> <p><!-- z-media 51806 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><strong>Traantje</strong></p> <p>Een opening is zo bijzonder omdat daar alle verhalen in levende lijve samenkomen. Natuurlijk niet als we oude meesters laten zien, maar wel bij de recente (kunst)geschiedenis. Ook op de opening van <em>Graffiti. New York meets the Dam </em>zijn de hoofdpersonen van het verhaal bijna allemaal aanwezig . De schrijvers van de jaren tachtig, en de urban artists van nu, de Amerikanen en de Nederlanders, de verzamelaars en de galeriehouders. Er worden herinneringen opgehaald, er wordt soms zelfs een traan weggepinkt. Uit ontroering, omdat het werk en de verhalen van de vandalen die achterna gezeten werden door politie en metropersoneel, nu in het stadsmuseum beland is.</p> <p><strong>Ontsnapt door de Schuttersgalerij</strong></p> <p>Na afloop staan de schrijvers op het pleintje in de St Luciënsteeg. De stemming is uitgelaten, maar gelukkig gaat niet iedereen spontaan het museum taggen. Jasper Krabbé (Jaz) kan er maar niet over uit dat het werk van hem en de rest van de USA crew nu in het museum hangt. “Echt te gek. Ik ben in de jaren tachtig nog wel eens het museum ingerend toen ik, samen met Niels Meulman,  gepakt was voor schrijven in de tram”. Hij werd met een handboei aan de tramstang vastgemaakt maar wist, toen ze overgedragen werden aan de politie, weg te komen. Jasper en Niels ontsnapten door de Schuttersgalerie van het (toen nog) Amsterdams Historisch Museum.</p> <p><strong>‘I am bombing too’</strong></p> <p>Met de makers van de tentoonstelling, directeur Paul Spies en de Amerikaanse schrijvers gaan we eten in <a title="http://art-deli.com/" href="http://art-deli.com/">ArtDeli</a>. Ik zit naast Quik, het alter ego van Lin Felton. Eindelijk tijd om wat langer met iemand te praten dan de snelle gesprekjes in de tentoonstellingszalen en het museumrestaurant. </p> <p><!-- z-media 51809 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p>Ik vraag hem naar zijn eerste ervaringen in Amsterdam in 1983. “It changed my life” zegt hij. Op straat zeiden de mensen hem vriendelijk gedag. Nog nooit had hij in New York meegemaakt dat ‘caucasian people’ (blanken) hem gedag zeiden. Hij was gewend om als hij langs de witte benedenbuurman liep, die ’s ochtends vroeg met een bierbuik en een fles bier voor de deur stond, ‘nigger’ toegesnauwd te krijgen. “After Amsterdam, I never ever wanted to live in New York again”. Iedereen was vriendelijk en de stad was zo mooi. Lin was stomverbaasd dat al die mooie huizen en zelfs kerken onder de graffiti zaten. Maar als dat nu eenmaal zo is, ‘I am bombing too’.  Bovendien was taggen een goede manier om de weg te vinden. Gewend als hij was aan de rechte straten van New York, raakte hij telkens de weg kwijt in de gebogen straten en grachten van Amsterdam. &quot;It’s like dogs pissing&quot;. Quik volgde zijn eigen spoor van tags terug naar zijn hotel in de Van Eeghenstraat.</p> <p><strong>“Mr. Felton, Please, write my name”</strong></p> <p>Quik woont afwisselend in Nederland (onder andere in Groningen en Maastricht), in Parijs, Berlijn en New York. Een van zijn mooiste ervaringen in Nederland was een workshop die hij gaf in de Mesdag kliniek waar tbs-patiënten behandeld worden. Ze proberen echt om mensen beter te maken, heel wat anders dan in Amerikaanse gevangenissen, zegt hij, nog steeds verbaasd over het verschil tussen Nederland en de Verenigde Staten. Hij vertelt mooie verhalen over zijn ervaringen als Engelse leraar in Amerika. Zijn leerlingen waren zeer onder de indruk van zijn handschrift op het bord. “Mr Felton, please write my name.” Dat deed hij, in graffiti stijl, als ze tenminste hun huiswerk maakten. Overal aan tafel worden verhalen verteld en een enkele oude <em>beef</em> (vete) uitgevochten. New York met the Dam. Het was geweldig om daar deel van uit te maken.</p> <p> </p> https://hart.amsterdam/rsc/51790 2015-12-07T15:10:10+01:00 2015-09-18T17:32:00+02:00 tjarda de de Haan https://hart.amsterdam/rsc/431 Virtueel taggen tijdens de opening Tijdens de opening van de tentoonstelling &#39;Graffiti. New York meets the Dam&#39; op 17 september 2015 konden de bezoekers op de &#39;Digiffiti wall&#39; van het Graffitinetwerk oefenen in de kunst van het graffiti spuiten. Virtueel, want digiffiti staat voor digitale graffiti. Bekijk de resultaten. <br /> <p> <!-- z-media 51795 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><!-- z-media 51791 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><!-- z-media 51792 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><!-- z-media 51793 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><!-- z-media 51794 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><!-- z-media 51796 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><!-- z-media 51797 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><!-- z-media 51798 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><!-- z-media 51799 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><!-- z-media 51800 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><!-- z-media 51801 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p>Meer weten over de Digiffiti wall? Bekijk de website van <a href="http://graffitinetwerk.nl/digiffiti-digitale-graffiti/">Graffitinetwerk.nl</a>. </p> https://hart.amsterdam/rsc/51764 2015-10-14T12:00:52+02:00 2015-09-17T12:07:00+02:00 tjarda de de Haan https://hart.amsterdam/rsc/431 Vers van de pers: &#39;Graffiti. New York meets the Dam&#39;, de catalogus Graffitischrijvers Marcel en Richard van Tiggelen en Aileen Middel bundelden hun krachten en graffiti uit de jaren &#39;80 uit Amsterdam in een unieke catalogus. De rijk geïllustreerde publicatie hoort bij de tentoonstelling &#39;Graffiti. New York meets the Dam&#39; die van 18 september 2015 t/m 24 januari 2016 te zien is in het Amsterdam Museum. <br /> <p>De tentoonstelling onderzoekt graffiti als cultureel fenomeen. Te zien is hoe Amsterdamse graffitikunstenaars (&#39;schrijvers&#39;) zoals Shoe en Delta in de jaren &#39;80 werden beinvloed door Amerikaanse artiesten als Lee Quinones, Dondi en Rammellzee. Ook is er aandacht voor de jaren &#39;70 toen Dr. Rat en Hugo Kaagman actief waren in de stad.<br /><br /></p> <p><strong>Van straatfenomeen tot kunststroming</strong></p> <p>De publicatie bevat naast journalistieke documenten uit de jaren &#39;80 een selectie van historisch beeldmateriaal en de objecten uit de tentoonstelling met focus op Amsterdam. Tezamen geven ze een duidelijk beeld van de ontwikkeling van graffiti van straatfenomeen tot kunststroming en de invloed die de schrijvers uit New York hadden op de Amsterdamse graffitiscene.</p> <p><!-- z-media 51765 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p>De publicatie is uitgegeven door <a href="http://www.dutch-graffiti-library.nl/">Dutch Graffity Library</a> in samenwerking met graffitischrijver en gastconservator voor de graffiti tentoonstelling Mick la Rock (Aileen Middel) en met medewerking van de conservator Annemarie de Wildt. </p> <p><br /><em>Cover: &quot;Dondi&quot;, New York City 1983, The world at large beware Amsterdam... &quot;Zephyrone&quot; is in yer town, Amsterdam 1983. Deel van een billboard, Collectie: Boris Tellegen.</em></p> <p>De catalogus is te koop in de <a href="https://www.amsterdammuseum.nl/bezoek/museumshop">Athenaeum Amsterdam Museumshop</a><span>.</span></p> https://hart.amsterdam/rsc/51760 2015-10-31T15:00:58+01:00 2015-09-17T08:22:00+02:00 Annemarie de Wildt https://hart.amsterdam/rsc/2184 Galerie Yaki Kornblit Galeriehouder Yaki Kornblit (1944) vond de kunstwereld ronduit saai aan het eind van de jaren zeventig. In 1981 ging hij naar New York, op zoek naar nieuwe kunstenaars. In de slaapkamer van het appartement, dat hij huurde hing een schilderij van Futura 2000. Dat zette hem op het spoor van de New Yorkse graffitischrijvers. Luister naar het interview dat Aileen Middel en Annemarie de Wildt hielden met Yaki Kornblit. <p><em>Luister naar het interview, klik op het afspeel-icoontje:</em></p> <p><iframe src="https://w.soundcloud.com/player/?url=https%3A//api.soundcloud.com/tracks/224135656&amp;color=ff5500&amp;inverse=false&amp;auto_play=false&amp;show_user=false" width="100%" height="20" scrolling="no" frameborder="no"></iframe></p> <p>Sommige schrijvers waren net bezig met de overgang van de straat naar de galerie. In het interview dat we met hem hadden, vertelt Kornblit:  “Ze wilden ook wel eens relaxed werken op hun kamer, in plaats van illegaal en op hun hoede op de treinyards”. En bovendien konden ze geld verdienen. Kornblit bleef acht maanden in New York en ging terug met heel veel werk én het plan om elke maand een nieuwe tentoonstelling van graffitikunst te brengen in zijn galerie aan de Willemsparkweg 69 in Amsterdam-Zuid. De eerste was met Dondi, daarna volgden solo-exposities van onder anderen Quik, Seen, Blade, Crash, Rammellzee en Zephyr. Yaki zorgde goed voor de jonge graffiti-kunstenaars die – vaak voor het eerst van hun leven – in een vliegtuig stapten en naar Amsterdam kwamen. “Ze kregen tickets, ze kregen geld, ze kregen cocaïne.”</p> <p><strong><em>Pieces</em></strong><strong> in Amsterdam</strong></p> <p>De New Yorkers ontmoetten de jonge Amsterdamse graffitischrijvers die in de buurt van Galerie Kornblit woonden: Niels Meulman (Shoe), Boris Tellegen (Delta), Jan Rothuizen (Yann) en Jasper Krabbé (Jaz). Ze waren zwaar onder de indruk van de grote, kleurrijke <em>pieces</em> van de New Yorkers, die hen <em>tricks</em> leerden zoals eerst de <em>fill in</em> en daarna pas de <em>outline</em>. De kunstenaars van Galerie Kornblit gaven een enorme impuls aan de Amsterdamse graffitiscène.  </p> <p>Met smaak vertelt Yaki over de openingen in de galerie. Het waren happenings met honderden mensen. Vooral de opening met Rammellzee was geweldig. Hij kon geweldig rappen en deed dat ook bij de  opening van zijn eigen show in Galerie Yaki Kornblit. Yaki was dol op Rammellzee. “Hij speelt de <em>infamous</em>, maar hij was heel dicht bij mijn ziel.”</p> <p><strong>Met punaises aan de muur</strong></p> <p>Kornblit reisde zeer regelmatig naar New York en  kwam terug met schilderijen op rol. Hij lijstte ze niet eens in, maar hing ze met punaises aan de muur. Als warme broodjes verkocht hij ze, voor rond de 4000 gulden. Zijn klanten waren enkele Nederlandse verzamelaars, maar vooral ook buitenlanders: Belgen en Duitsers. Kornblit wist ook museumdirecteuren enthousiast te krijgen: Wim Beeren die nog in 1983 in het Boijmans van Beuningen een tentoonstelling maakte met Amerikaanse graffiti kunstenaars. Ook Frans Haks van het Groninger Museum zag meteen wat in de nieuwe stroming.</p> <p><strong>Liefde</strong></p> <p>Na een aantal hectische jaren kreeg Kornblit een hartaanval en strandde zijn huwelijk. Hij ging het rustig aan doen. Nog steeds leeft hij omringd door schilderijen van de New Yorkers die hij naar Europa haalde. De mooiste hield hij zelf. Verzamelen gaat bij Yaki om liefde en niet om geld, hoewel dankzij hem ‘veel mensen veel geld verdiend hebben’.</p> <p> <!-- z-media 51761 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p>