Zotonic - Atom Feed Module 2024-03-29T07:14:34+01:00 https://hart.amsterdam/nl/ Hart Amsterdammuseum https://hart.amsterdam/rsc/2006065 2023-08-16T09:39:53+02:00 2023-08-15T13:55:00+02:00 Thijs Boers https://hart.amsterdam/rsc/7141 Restauratie van een console-klok ‘Het is niet genoeg dat men een goed horlogie gekogt heeft, men moet het ook weten te bestieren, te stellen, en niet te vergeeten het van tijd tot tijd schoon te laaten maken…’ Dit citaat komt uit een in 1790 uitgegeven boek geschreven (en later in het Nederlands vertaald) door de Franse uurwerkmaker Ferdinand Berthoud (1727-1807). In de collectie van Huis Willet-Holthuysen bevindt zich een console-klok vervaardigd door deze uurwerkmaker en hebben wij zijn raad ter harte genomen. De afgelopen maanden is het uurwerk helemaal uit elkaar gehaald, schoongemaakt en gerestaureerd door restaurator Bart van de Werff. Bijzonder aan deze klok is dat het niet alleen de tijd aangeeft, maar dat elk heel uur een verschillende melodie te horen is. <p>De naam van deze wandklok is terug te voeren op de drager, de console, waarop het uurwerk tegen een wand aan staat. Het horloge is gemaakt rond 1775 in Parijs. Berthoud werkte toen in Parijs onder andere voor de Franse koning. Opvallend aan de rijk bewerkte klok zijn de gouden sterren en het bronzen beslag dat bestaat uit guirlandes, een saterkop en een klassieke vaas waarmee het geheel wordt bekroond.</p> <p>Het echtpaar Willet-Holthuysen heeft zich bij de herinrichting van hun huis in de periode 1865-1870 vooral laten inspireren door de Franse interieurstijlen van de 18<sup>e</sup>-eeuw. Hiervoor hebben Louisa en Abraham objecten gekocht uit die periode maar hebben zij ook eigentijdse kunstenaars gevraagd zich te baseren op de mode van een eeuw eerder. Zo zijn in de gang, waar de console-klok hangt, een aantal panelen te zien die door de kunstenaar Paul Alfred Colin (1853-1916) zijn gemaakt, waarbij hij zich heeft laten inspireren door de Franse 18<sup>de</sup>-eeuwse schilderkunst. De gehele gang in het huis ademt een 18<sup>de</sup>-eeuwse sfeer, hierbij is nu een nieuwe hoofdrol weggelegd voor de gerestaureerde klok. Onmiskenbaar hoor je het verstrijken van de tijd, en is elk heel uur een Franse melodie te horen: hierdoor word je als bezoeker even letterlijk en figuurlijk terug in de tijd geplaatst: een ware tijdmachine.</p> <p> </p> https://hart.amsterdam/rsc/1205122 2020-09-22T21:57:19+02:00 2020-09-22T09:00:00+02:00 Thijs Boers https://hart.amsterdam/rsc/7141 Een schitterende aanwinst Afgelopen zondagmiddag was er in het museum een mooie bijeenkomst waarbij ons museum van het KOG (Koninklijk Oudheidkundig Genootschap) een schutterijglas in langdurig bruikleen kreeg overhandigd. Symbolisch wel te verstaan, want het glas stond al te schitteren in een vitrine. Deze staat bij het begin van DNA, dus ga vooral ook zelf even kijken en stap even terug in de tijd. In dit geval naar de achttiende eeuw. <p><em><!-- z-media 1205124 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} --></em></p> <p><strong>Van hand tot hand</strong></p> <p>Op bijzondere bijeenkomsten haalden schutterijen de kostbaarheden van de compagnie tevoorschijn. Daartoe behoorden ook de hensglazen die van hand tot hand gingen om te proosten op het welzijn van de compagnie. Het glas is gemaakt voor Wijk 5, zoals uit de gravering blijkt. Deze wijk werd begrensd door de Kloveniersburgwal en het Damrak.</p> <p>Tot de opheffing van de schutterijen in 1795 kende Amsterdam zestig schutterswijken. De kerntaken van de schutterijen waren te vergelijken met die van de hedendaagse orde en hulpdiensten zoals de politie, brandweer en het leger. Een wijk werd geleid door drie officieren: een kapitein, een luitenant en een vaandrig. Drie onderofficieren met de rang van sergeant kregen samen met een aantal korporaals de directe leiding over de schutters. De officieren waren meestal afkomstig uit de stedelijke elite, terwijl de overige mannen bestond uit middenstanders. Alle mannelijke poorters tussen de 18 en 60 jaar oud waren dienstplichtig, uitgezonderd de allerarmsten van een wijk.</p> <p><!-- z-media 1205125 {"align":"block","size":"small","crop":false,"link":false,"link_url":"","caption":""} --></p> <p><strong>Zeldzaam</strong></p> <p>Amsterdamse schuttersglazen zijn uiterst zeldzaam. Totdat het Amsterdam Museum dit glas in bruikleen kreeg van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap (KOG), had het nog een ander  schuttersglas, afkomstig van de schutterij in wijk 28. Op de kelk is een vaandrig aangebracht, zwaaiend met een vendel. Hieronder zijn in spiegelmonogram de letters ‘ATB’ gegraveerd. Langs de rand van de kelk is de inscriptie ‘Lang leve den vaandrig van d’compagnie wijk no 28’ te lezen. <br />De initialen ‘ATB’ staan voor Abraham ter Borg jr, een welgestelde jonge Amsterdammer die op 27 januari 1736 als vaandeldrager van wijk 28 was aangesteld. Vaandeldragers waren vanouds ongetrouwde jongelieden, die - fraai uitgedost en met een banier zwaaiend - hun compagnie ten strijde of in een optocht aanvoerden. Bij zijn huwelijk in 1743 verliet Ter Borg de schutterij, een hogere rang ambieerde hij blijkbaar niet. Mogelijk hebben zijn mede-schutters hem het glas bij deze gelegenheid ten afscheid geschonken.</p> <p>Dankzij het genereuze bruikleen van het KOG wordt de geschiedenis over de Amsterdamse schutterij op een bijzondere wijze verrijkt.</p> <p> </p> <p>Het KOG heeft het glas aangekocht met steun van de Vereniging Rembrandt (mede dankzij haar KOG-Vereniging Rembrandt Fonds).</p> https://hart.amsterdam/rsc/285889 2017-10-10T16:51:13+02:00 2017-08-09T10:06:00+02:00 Thijs Boers https://hart.amsterdam/rsc/7141 Een jurk met een missie Afgelopen woensdag 2 augustus. Er wordt &#39;s ochtends nog hard gewerkt in de Galerij van het Amsterdam Museum aan een stellage van meer dan drie meter hoog. Model Valentijn de Hingh klimt aan het begin van de middag naar boven om de Amsterdam Rainbow Dress (ARD) te tonen aan het in groten getale gekomen publiek. <p>De jurk wordt hiermee <strong>symbolisch overgedragen</strong> aan het <strong>Amsterdam Museum</strong>. Valentijn torent hoog uit boven het publiek; een iconisch en prachtig beeld. Dit beeld werd vorig jaar tijdens de<strong> introductie</strong> van de Amsterdam Rainbow Dress nog versterkt doordat de jurk voor publicitaire doeleinden werd opgesteld vóór dat andere iconische beeld, Rembrandts Nachtwacht. Deze jurk is dan ook niet zomaar een kledingstuk, het is een jurk met een <strong>missie</strong>.</p> <p><!-- z-media 285899 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} -->De Amsterdam Rainbow Dress heeft een diameter van meer dan 16 meter en bestaat uit de <strong>75 nationale vlaggen</strong> van landen waar nog steeds anti-LHBTI-wetgeving in het strafrecht is opgenomen. Het lijfje van de jurk is gemaakt van vier<strong> Amsterdamse vlaggen</strong> om aan te geven dat de stad Amsterdam een voorvechter is èn wil blijven op het gebied van de emancipatie van de LHBTI-gemeenschap, nationaal en internationaal.</p> <p><!-- z-media 285915 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <h3>Losse vlaggen op de Pride Walk 2016</h3> <p>Tijdens de Pride Walk van 2016 werden, om aandacht te vragen voor de LHBTI-gemeenschappen, de 76 vlaggen nog los meegedragen. Na afloop hiervan werd het idee geboren om een positief beeld - een <strong>kunstwerk </strong>in de vorm van een gigantische jurk - te creëren met het doel om de problematiek rondom anti-LHBTI-wetgeving en LHBTI-vluchtelingen zichtbaar en bespreekbaar te maken. <strong>Arnout van Krimpen</strong>, <strong>Jochem Kaan</strong>, <strong>Oeri van Woezik</strong> en <strong>Mattijs van Bergen</strong> gingen aan de slag samen met de vrijwilligers van <strong>COC Amsterdam.</strong></p> <p><strong><!-- z-media 285916 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></strong></p> <h3>Amsterdam Rainbow Dress</h3> <p>Modeontwerper Matthijs van Bergen over de totstandkoming van de jurk: <em>“Moeilijk was het niet, het heeft geen ingewikkelde constructie, maar vooral ingewikkeld om zo veel meters stof onder de naaimachine onder controle te houden. We kwamen al snel tot deze vorm, omdat we de vlaggen niet wilde aantasten of verknippen, we wilden niet deze nationale symbolen kapot maken, maar juist door de hele vlag te gebruiken duidelijk te maken in welke landen er iets mis is.”</em></p> <p>Enkele maanden na de voltooiing van de Amsterdam Rainbow Dress kon de <strong>vlag van Belize</strong> worden vervangen door een<strong> regenboogvlag</strong>: het land had zijn wetgeving aangepast. Nog 75 landen te gaan om er een heuse regenboogjurk van te maken. </p> <p><!-- z-media 285917 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <h3>Als museumstuk de wereld over</h3> <p>Om de overdracht te symboliseren kreeg wethouder Diversiteit van Amsterdam, Simone Kukenheim, afgelopen woensdag tijdens een<strong> feestelijke overdrachtsceremonie</strong> de vlag van Belize en een regenboogvlag aangereikt.</p> <p>De jurk is nu onderdeel van het <strong>collectie van het Amsterdam Museum</strong>, maar zal in het depot geen eenzaam bestaan gaan lijden. De jurk zal namelijk niet alleen te zien zijn in het museum maar vooral de <strong>wereld overgaan</strong> om steeds opnieuw aandacht te vragen en bewustwording te stimuleren omtrent de wereldwijde anti-LHBT-wetgeving.</p> <p>De Rainbow dress op de Chinese Muur, zou dat niet mooi zijn?</p> <p> </p> <p>Deze blog is oorspronkelijk geschreven voor Modemuze</p> <p>Lees meer over onze mode en kostuumcollectie op <a rel="noopener noreferrer" href="https://www.modemuze.nl/" target="_blank">Modemuze</a>.</p> https://hart.amsterdam/rsc/56727 2016-08-17T14:45:32+02:00 2016-08-09T13:44:00+02:00 Thijs Boers https://hart.amsterdam/rsc/7141 Amsterdam Rainbow Dress Afgelopen vrijdag vond bij de Shakespeare Club op onze meisjesbinnenplaats een bijzondere ceremonie plaats. De Amsterdam Rainbow Dress werd daar onthuld door topmodel Valentijn de Hingh. Deze zestien (!) meter lange jurk, bestaande uit de Amsterdamse vlag en 72 vlaggen van landen waar homoseksuele handelingen nog steeds strafbaar zijn, onderstreept het belang van vrijheid van expressie, veiligheid, openheid en diversiteit die Amsterdam aan LGBT-ers biedt. De jurk is een cocreatie van fashion designer Mattijs van Bergen en ruimtelijk vormgever Oeri van Woezik. <p><strong>Lokale boodschap van verbinding</strong></p> <p>“Het idee ontstond spontaan toen ons de vlaggen van de afgelopen Pride Walk werden aangeboden. We hebben met deze jurk de internationale boodschap van de vlaggenparade op de Pride Walk / Roze Zaterdag vertaald naar een lokale boodschap van verbinding in Amsterdam”, aldus Arnout van Krimpen, van het activiteitenteam COC Amsterdam.</p> <p><strong>Het belang van vrije expressie</strong></p> <p>Van Bergen en Van Woezik onderstrepen het belang van vrije expressie: “Jezelf kunnen zijn, doen wat je voelt, je vrijelijk kunnen uiten, is essentieel voor je geluk en je persoonlijke ontwikkeling. Dat vrijheid op liefde nog steeds in zoveel landen wordt ingeperkt, is schrikbarend. De gaypride is niet alleen een feest, maar vooral ook een momentum om duidelijk te kunnen maken wat volgens ons universeel voor alle mensen wereldwijd belangrijk is of zou moeten zijn”. Om de iconische kracht van de jurk nog te versterken werd een prachtige fotoreportage gemaakt in het Rijksmuseum door fotograaf Pieter Henket.</p> <p><strong>Een jurk om trots op te zijn</strong></p> <p>Elk jaar zal gekeken worden of de wetgeving in de landen die vertegenwoordigd zijn in de Amsterdam Rainbow Dress is aangepast. Mocht in één van die landen homoseksualiteit niet langer strafbaar zijn dan zal de vlag vervangen worden door een regenboogvlag. Dit zal tijdens een jaarlijkse ‘Amsterdam LGBT Freedom Ceremony’ bekendgemaakt worden. Hoeder van de Amsterdam Rainbow Dress wordt ons museum. In de jurk komt het DNA van Amsterdam perfect tot uiting: ondernemerschap, creativiteit, vrijdenken en burgerschap. Een jurk om trots op te zijn.</p> <p><iframe src="https://player.vimeo.com/video/177659456" width="600" height="338" frameborder="0"></iframe></p> <p><a href="https://vimeo.com/177659456">RAINBOW DRESS 2016 | Mattijs van Bergen &amp; Oeri van Woezik | Pieter Henket</a> from <a href="https://vimeo.com/pupupinvideo">Roland Pupupin</a> on <a href="https://vimeo.com">Vimeo</a>.</p> https://hart.amsterdam/rsc/56581 2016-08-02T12:48:30+02:00 2016-07-29T10:30:00+02:00 Thijs Boers https://hart.amsterdam/rsc/7141 Een roze tulp De EuroPride is na 22 jaar teruggekeerd naar Amsterdam. Speciaal voor de gelegenheid hebben we in het museum een vitrine gewijd aan grote LGBTI-evenementen. Een van de objecten is een houten logo. Het logo is van de Gay Games van 1998 en bestaat uit een uitgezaagde rode tulp en een roze driehoek. Dit logo was onderdeel van The Garden of Mirrors, een speciaal aangelegde tuin in de Hortus Botanicus. Deze tuin werd op 13 juni 1998 geopend als feestelijke opmaat naar de Gay Games die in augustus van start zou gaan. Het logo zien we het terug op de vele uitingen tijdens de Gay Games, zoals shirts, blazers, borden, vlaggen en medailles. <p><!-- z-media 56583 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} -->De selectie van voorwerpen is gemaakt door <a href="http://hart.amsterdammuseum.nl/nl/page/56388">Ellie Lust</a>, woordvoerder Politie Eenheid Amsterdam. Zij voegt ook enkele voorwerpen toe uit haar eigen collectie, zoals het volleybaltenue dat zij droeg tijdens de <a href="https://gaygames.org/wp/">Gay Games</a>. Voor een publiek van meer dan 3.000 mensen veroverde zij met haar Dutch Dream Team de gouden medaille.</p> <p>Met meer dan 200.000 bezoekers van over de gehele wereld was dit het best bezochte <a href="http://hart.amsterdammuseum.nl/nl/page/55503/lgbti">LGBTI</a>-evenement ooit in Nederland. Er waren 15.000 deelnemers die deelnamen aan 33 sporten. Motto van de Gay Games was <em>Friendship through Culture and Sport. </em>De NOS zond het rechtstreeks uit op de televisie. Maar helaas was niet alles rozengeur en maneschijn.</p> <p><!-- z-media 56584 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p>Financieel was er een miljoenenstrop waardoor de stad Amsterdam moest bijspringen. Daarnaast waren er ook op sportief gebied tegenslagen: zo weigerde de internationale schaatsunie het kunstrijden te erkennen als officieel evenement.  En ging een ontmoeting tussen het eerste elftal van <a href="https://www.ajax.nl/streams/wedstrijden.htm">Ajax</a> en twee teams die mee zouden doen aan de Gay Games om onduidelijke redenen niet door. Dat hád een kleine doorbraak kunnen zijn op het taboe dat er rust rond homoseksualiteit in de voetbalwereld.</p> <p>Achttien jaar later is er qua emancipatie van de LGBTI-gemeenschap veel verbeterd, zoals de openstelling van het burgerlijk huwelijk voor mensen van hetzelfde geslacht in 2001. Maar nog steeds is er genoeg te doen, juist in de sportwereld. Wat zou het goed zijn als er het komende voetbalseizoen eens een profvoetballer uit de kast komt en het speelveld oprent.</p> https://hart.amsterdam/rsc/56119 2016-07-07T16:14:31+02:00 2016-07-08T10:15:00+02:00 Sarah Remmerts de Vries https://hart.amsterdam/rsc/37319 #020today: Een Verzameling van Oudheden Halverwege de negentiende eeuw dreigt veel cultuurhistorisch erfgoed uit ons land te verdwijnen. Historische objecten worden aan buitenlandse kopers verkocht en monumenten worden gesloopt. Om dit erfgoed te behouden wordt op 8 juli 1858, vandaag bijna 160 jaar geleden, het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap (KOG) opgericht. Conservatoren Thijs Boers en Sarah Remmerts de Vries mochten vorige week een groep jonge KOG-leden ontvangen in het Collectiecentrum van het Amsterdam Museum. <p><!-- z-media 56120 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><strong>Verzameling van oudheden</strong></p> <p>Vanaf het moment van oprichting wordt een grote verzameling oudheden door het <a href="http://www.kog.nu/">KOG</a> bij elkaar gebracht:</p> <p><em>“Het was op den achtsten Julij des vorigen jaars 1858, onder den indruk van het genot , hetwelk men gesmaakt had op de afgeloopene Tentoonstelling van Oudheden, en van het wenschelijke, dat onze stad in plaats van tijdelijk, op den duur een zoodanige Verzameling bezitten mocht — dat zich een dertiental personen ten huize van den Heer Six vereenigde en men onderling het besluit nam, een Genootschap te stichten , &#39;t welk zich de bevordering der kennis van vroegere tijdvakken, bepaaldelijk door het byeenbrengen eener Verzameling van Oudheden, ten doel stelde.”</em></p> <p>De belangrijkste doelstelling van het KOG is dan ook de bevordering van de kennis van het verleden, door het aanleggen en onderhouden van verzamelingen op het gebied van geschiedenis en oudheidkunde.</p> <p><!-- z-media 56121 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><strong>Diverse collectie</strong></p> <p>Inmiddels beheert het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap een grote verzameling van vele tienduizenden (kunst)historische voorwerpen, bestaande uit schilderijen, meubels, textiel, boeken, tekeningen en grafiek, maar bijvoorbeeld ook gevelstenen, waaiers, munten en penningen. Incidenteel wordt de collectie aangevuld door schenkingen, legaten of aankopen. Een groot deel van de collectie is in bruikleen gegeven aan diverse musea in heel Nederland. Het omvangrijkste deel bevindt zich in het Rijksmuseum.</p> <p>Het Amsterdam Museum  heeft op dit moment 83 voorwerpen in bruikleen. Een heel divers geheel, bestaande uit een groot aantal gevelstenen (permanent in de Sint Luciënsteeg te zien), schilderijen, schuttersglazen en objecten die een directe verbinding hebben met de stadsgeschiedenis.</p> <p>Het langst aanwezig object is een <a href="http://hdl.handle.net/11259/collection.31220">speldenkussen</a> uit 1745, dat zich al sinds 1906 in onze collectie bevindt. De meest recente aanwinst is een <a href="http://hdl.handle.net/11259/collection.67420">schuttersglas</a>, dat ter ere van het 150-jarig bestaan in bruikleen is gegeven aan het museum. </p> <p><!-- z-media 56122 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><strong>KOG in het depot</strong></p> <p>Op dinsdag 28 juni kreeg een groep jonge KOG-leden de kans om deze bijzondere objecten, tijdens een bezoek aan het Collectiecentrum van het Amsterdam Museum van dichtbij te bekijken. De middag startte met een rondleiding, waarin Beheer &amp; Behoudsmedewerker Marjolijn de Bakker de verschillende depots liet zien die het Collectiecentrum rijk is.</p> <p>Vervolgens lagen er enkele bruiklenen uit de collectie van het KOG voor hen klaar om nader bestudeerd te worden. Het genoemde speldenkussen en schuttersglas waren aanwezig, maar bijvoorbeeld ook een <a href="http://hdl.handle.net/11259/collection.4357">plattegrond van Amsterdam</a> uit 1806 en een ebbenhouten <a href="http://hdl.handle.net/11259/collection.31452">makelaarsstokje</a> uit 1837. Thijs vertelde de verhalen achter de objecten en verbond  ze aan de verzamelgeschiedenis van het KOG. Een leerzame middag voor zowel conservatoren als gasten.</p> <p> </p> <p> </p> <p> </p> https://hart.amsterdam/rsc/54395 2016-04-08T10:38:49+02:00 2016-03-11T13:34:00+01:00 Thijs Boers https://hart.amsterdam/rsc/7141 Op stap met de museumdocenten door het Cromhouthuis Afgelopen week mocht ik een aantal museumdocenten een rondleiding geven door het binnenkort officieel te openen Cromhouthuis (24 maart 2016). Aan de hand van honderden objecten uit onze collectie proberen wij de ups-and-downs van deze puissant rijke familie te vertellen. Het geheel is in een modern jasje gestoken door Florian en Ueli van The Wunderkammer. De oh’s en ah’s van de museumdocenten waren niet van de lucht: “wat valt hier veel te zien en te vertellen!”. <p><!-- z-media 54396 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p>Een van de uitdagingen is dat het overgrote deel van de objecten niet van de familie Cromhout afkomstig is. Dat moet je wel aan je toehoorders duidelijk maken als docent. Om hen het nog wat moeilijker te maken vertelde ik ze ook nog eens over het verdwenen schilderijenbezit van deze familie. Dat bezit was namelijk niet gering.</p> <p><strong>Boedel</strong></p> <p>Als na bijna honderdvijftig jaar bewoning de laatste afstammeling, Jacob Hendrik baron van Wassenaar van Alkemade op 15 december 1800 sterft, erft zijn nichtje in Parijs zijn gehele bezit; dus ook de schilderijen. Om dit alles fatsoenlijk over te dragen wordt een boedelinventaris opgemaakt. Gelukkig voor ons worden daar de schilderijen uitgebreid in beschreven. Om het aanschouwelijke onderwijs bij een rondleiding makkelijker te maken beloofde ik daarom de docenten dat ik zou proberen enkele schilderijen ‘weer boven tafel te krijgen’. Enkele getraceerde schilderijen wil ik graag met jullie delen.</p> <p><!-- z-media 54397 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><strong>Gouden Kalf</strong></p> <p>Eentje ervan kennen jullie misschien wel, namelijk een drieluik van de hand van <a title="Lucas van Leyden" href="https://nl.wikipedia.org/wiki/Lucas_van_Leyden">Lucas van Leyden</a> met als onderwerp ‘De Dans om het Gouden Kalf’. Het schilderij hangt nu prominent in het Rijksmuseum.  Bij de baron hing het schilderij in de <a title="Voorkamer" href="https://nl.wikipedia.org/wiki/Pronkkamer">Voorkamer</a>, naast een kabinet vol met linnen servetten. Tegenwoordig is de Voorkamer de winkel van het museum. In dezelfde Voorkamer hing een schilderij vervaardigd door <a title="Philips Wouwerman" href="https://nl.wikipedia.org/wiki/Philips_Wouwerman">Philips Wouwerman</a>, met als onderwerp ‘De Calvarieberg’. In de boedelinventaris wordt het schilderij als volgt omschreven: “Christus aan het kruis…in dit uijtmuntende tafereel ziet men in het verschiet de Berg Calvarie waarop de saligmaker gekruist staat tussen de twee moordenaars, op de voorgrond siet men verscheidene krijgsknegten te voet en te paard…”</p> <p><!-- z-media 54399 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><strong>Ons’ Lieve Heer op Solder</strong></p> <p>Ten slotte nog een derde schilderij. Het bevindt zich tegenwoordig in de collectie van onze samenwerkingspartner <a title="Ons’ Lieve Heer op Solder" href="http://www.opsolder.nl/">Ons’ Lieve Heer op Solder</a>. Het schilderij met als onderwerp ‘Christus aan het Kruis’ werd op een veiling in 2001 aangekocht - overigens was ik toen net aan de slag bij dit museum en mocht ik telefonisch het schilderij voor het museum bemachtigen, maar dit terzijde -. Het schilderij had heel lang als schouwstuk gediend in het katholieke Regenboogsliefdehofje. Daar was het in 1806 terecht gekomen nadat het door de executeur van de boedel van de baron, Arnout van Brienen van de zolder was gehaald. Blijkbaar zijn niet alle schilderijen bij de prinses terecht gekomen! Natuurlijk zullen de museumdocenten niet al deze details kunnen vertellen. Maar ik kan hun wel van een paar afbeeldingen van deze schilderijen voorzien om aan hun gehoor duidelijk te maken dat het bezit niet helemaal verloren is gegaan.</p> https://hart.amsterdam/rsc/51819 2018-02-19T13:28:47+01:00 2015-09-22T10:22:00+02:00 Thijs Boers https://hart.amsterdam/rsc/7141 #020today: van zolderkerk tot museum Vandaag, 22 september 2015, is het zo ver: de feestelijke heropening van Museum Ons’ Lieve Heer op Solder aan Oudezijds Voorburgwal 40. Het is de bekroning van een zes jaar durende ingrijpende restauratie en uitbreiding. Ondertussen bleef het museum open en steeg het bezoekersaantal tot 100.000 per jaar. Wie had dit ooit kunnen bevroeden bij de start in 1888 van dit, na het Rijksmuseum, op één na oudste museum van Amsterdam? <p><!-- z-media 51820 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p>In deze blog vertelt conservator Thijs Boers over het ontstaan van Ons’ Lieve Heer op Solder.</p> <p><strong>Katholiek erfgoed</strong></p> <p>In de collectie van het Amsterdam Museum bevindt zich een getekend portret van de pastoor en rector van het Begijnhof, Bernard Klönne (1834-1921). Hij stond aan de basis van de Stichting Amstelkring, die zich ten doel had gesteld om het rooms-katholieke erfgoed van Amsterdam te verzamelen. De eerste vergadering van de stichting vond plaats op 19 december 1883 in de pastorie van het Begijnhof. De andere bestuursleden waren allen afkomstig uit de katholieke elite van die tijd.</p> <p><!-- z-media 51821 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><strong>Huiskerk ‘t Haantje</strong></p> <p>Middels een nieuwsbrief gericht aan alle katholieke Amsterdammers probeerde men &quot;het verborgene op te sporen, het verstrooide bijeen te voegen en zoodoende eene verzameling tot stand brengen, waarin het katholiek verleden van Amsterdam zich afspiegelt&quot;. Een jaar na de oprichting kwam tijdens een vergadering ter sprake dat huiskerk ’t Haantje (nu Museum Ons’ Lieve Heer op Solder) gesloopt zou gaan worden. Na voltooiing van de nieuwe St. Nicolaaskerk aan de Prins Hendrikkade was er geen functie meer voor ‘t Haantje.</p> <p><strong>Zolderkerk wordt museum</strong></p> <p>Klönne vond dat er ingegrepen moest worden. Eén van de belangrijkste taken van de stichting was immers om katholieke monumenten te beschermen. Bovendien bleek <em>’t Haantje</em> een ideale plek om de verzameling van de stichting onder te brengen. Op 7 februari 1887 was het zover; men kon overgaan tot de aankoop van het huis met zijn zolderkerk. Iets meer dan een jaar later werd het museum officieel geopend, op 24 april 1888. Vanaf dat moment was het elke dag van de week te bezoeken voor publiek: door de week betaalde men een kwartje, op zondag 10 cent.</p> <p><!-- z-media 51822 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><em>Voor nadere gegevens over </em><em>Ons’ Lieve Heer op Solder klik <a title="hier" href="http://www.opsolder.nl">hier</a>.</em></p> https://hart.amsterdam/rsc/47037 2018-02-12T17:06:30+01:00 2015-02-03T14:33:00+01:00 Thijs Boers https://hart.amsterdam/rsc/7141 #020today: Don Antonio Lopes Suasso <p>Vijf jaar bestaat hij nu: de rubriek <em>Hebben en Houwen</em> van het Amsterdam Museum in stadsblad De Echo. In elk stukje staat één object in de schijnwerpers dat in het museum te zien is. Vandaag is dat een favoriet van conservator Thijs Boers: het borstbeeld van Don Antonio Lopes Suasso (1614-1685), Portugees-joods immigrant van de eerste generatie en stamvader van de vooraanstaande Amsterdamse familie Lopes (Lopez) Suasso.</p> https://hart.amsterdam/rsc/45195 2018-02-19T13:10:38+01:00 2014-10-07T18:10:00+02:00 Frans Oehlen https://hart.amsterdam/rsc/409 #020today: Strak in het gelid Het is vrijwel klaar: het groot onderhoud dat moest worden verricht aan de harnassenvitrine, zowel aan de vitrine zelf als aan de 16de-eeuwse harnassen van de schutterij. Boosdoener was een te hoog vochtgehalte dat was ontstaan door een lekkage in de vitrine. De sporen die dit achterliet op het metaal en het leer zijn adequaat behandeld in het restauratieatelier. En nu staan ze er weer op hun oude vertrouwde plek, waar ze al staan sinds de opening van het Amsterdam Museum in 1975: in de harnassenvitrine. <p>In de buitenvitrine van het museum, op de vroegere speelplaats voor kinderen, staan ze strak in het gelid opgesteld: de ijzeren harnassen vergezeld van gevaarlijk uitziende hellebaarden. Op dit moment staan er zes harnassen; voor het eind van het jaar zijn het er negen. Het is slechts een klein gedeelte van de tientallen harnassen in het bezit van het Amsterdam Museum die door de Amsterdamse schutterij in de jaren zeventig van de zestiende eeuw in Noord-Italië besteld werden. Waarschijnlijk werden ze in de stad Brescia vervaardigd.</p> <p><!-- z-media 45196 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p>De harnassen werden gebruikt door de infanterie: militairen die te voet moesten vechten. Als de harnassen in de vitrine goed worden bekeken ziet men dat deze geëtst zijn met mythologische voorstellingen van onder andere de goden Mars en Minerva, personificaties van oorlog. De hoofdtaak van de Amsterdamse schutters was echter niet het voeren van een oorlog maar het bewaken van de stadsmuren en -poorten en het handhaven van de orde.</p> <p><!-- z-media 45197 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p>De harnassen van de schutterij werden tevoorschijn gehaald tijdens de wapenschouw op de jaarlijkse kermis in september. De schutters toonden zich dan in volle wapenrusting aan de burgers van de stad. Om zoveel mogelijk indruk te maken op de toeschouwers werden de harnassen dan ook glanzend opgepoetst. Al paraderend in de zon moet dat een formidabel gezicht geweest zijn.</p> <p><em>Deze blog is een uitgebreidere versie van de nieuwste bijdrage voor de rubriek Hebben en Houwen van het Amsterdam Museum in stadsblad De Echo.</em></p> https://hart.amsterdam/rsc/42477 2015-03-25T12:43:25+01:00 2014-05-20T17:31:38+02:00 Thijs Boers https://hart.amsterdam/rsc/7141 #020today: het leven van een wees Een schilderij in het bezit van het Amsterdam Museum maakt ons attent op het persoonlijke verhaal van een wees, genaamd Jurriaan Pool (1665-1745). Zoals de lezer ongetwijfeld weet is het Amsterdam Museum gevestigd in het voormalig Burgerweeshuis. Bijna vierhonderd jaar lang werden hier de wezen opgevangen en voorbereid op hun toekomstige plek in de maatschappij. <p>Op 10 augustus 1669 werd de drie jaar oude Jurriaan - samen met zijn broertjes en zusjes - in het weeshuis ingeschreven, acht dagen nadat hun vader was overleden. Jurriaan bleek al snel een getalenteerd ventje, dat goed kon tekenen. Dit talent wilden de regenten niet onbenut laten, en gaven hem de mogelijkheid zich artistiek verder te ontwikkelen. </p> <p>Het schilderij van Jurriaan hangt nu bij de uitgang van Het Kleine Weeshuis, het gedeelte van het Amsterdam Museum waar een speciale kinderroute is gemaakt en waarbij de kleine èn grote bezoekers een indruk krijgen van het leven in de zeventiende eeuw in het weeshuis: waar sliep en at Jurriaan, en wat voor onderwijs kreeg hij? </p> <p>Nadat hij het Weeshuis had verlaten zou Jurriaan inderdaad uitgroeien tot een bekend portretschilder. Als dank voor de goede zorgen schonk Jurriaan in 1688 aan het Weeshuis een schilderij van zijn hand. Het schilderij is een allegorische voorstelling van de goden Athene en Zeus met hierbij in een ovaal een zelfportret van Jurriaan! Hij draagt hierbij de traditionele zwart-rode kleding van een wees. </p> <p><!-- z-media 42478 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p>Het schilderij heeft sinds 1668 bijna driehonderd jaar in het Burgerweeshuis gehangen. Na de verhuizing van het weeshuis naar het IJsbaanpad (bij de Amstelveenseweg) in 1960, verdween de collectie uit de Amsterdamse binnenstad. In 1989 keerde een belangrijk gedeelte van de collectie weer terug naar hun oorspronkelijke behuizing; hieronder ook het schilderij van Jurriaan.</p> <p>In hetzelfde jaar vierde het Amsterdam Museum dit bruikleen met een speciale tentoonstelling <em>Bewaard in het Amsterdamse Burgerweeshuis, kleding en andere voorwerpen</em>. Sinds die tijd is het schilderij weer zichtbaar en wordt dankzij <a href="http://amsterdammuseum.nl/het-kleine-weeshuis-2">Het Kleine Weeshuis</a> ook het persoonlijke verhaal van Jurriaan zeer tastbaar en invoelbaar voor alle bezoekers van het museum. </p> <p><em>Deze blog is tevens de nieuwste bijdrage voor de rubriek </em> <em>Hebben en Houwen van het Amsterdam Museum in </em> <em>stadsblad De Echo.</em></p> https://hart.amsterdam/rsc/37998 2015-03-25T12:54:55+01:00 2014-02-06T17:01:59+01:00 Thijs Boers https://hart.amsterdam/rsc/7141 #020today: Olympische Koorts Vanaf 7 februari zullen de Olympische Winterspelen losbarsten in het Russische Sotsji. In de afgelopen tijd is er in de media ongelooflijk veel te doen geweest rondom deze Spelen. In déze column neem ik u echter mee naar de Olympische Spelen van 1928 in Amsterdam. Ook toen verliep niet alles soepel: koningin Wilhelmina, hoewel ze de beschermvrouwe van de Spelen was, weigerde de openingsceremonie bij te wonen. Zij was namelijk niet voor de bepaling van de openingsdag geconsulteerd. Haar man prins Hendrik verrichtte daarom de openingshandeling. <p>In het Amsterdam Museum is een vitrine ingericht met een aantal objecten die het verhaal vertellen van deze, voor Amsterdam en heel Nederland, bijzondere manifestatie. Een van de objecten is een hockeystick vervaardigd door de Londense firma Bussey. Dergelijke hockeysticks, met zijn voor die tijd typische grote kromming, werden ook op deze Spelen gebruikt.<br /> <br /> In 1928 waren veertien sporten vertegenwoordigd, waaronder hockey voor mannen (het vrouwenhockey werd pas vanaf 1980 een Olympische sport). Het was voor het eerst dat Nederland met deze sport op de Spelen was vertegenwoordigd. Tot 1926 werd het hockey in Nederland gespeeld volgens de Hollandse regels die in het buitenland niet werden gehanteerd. Zo hadden wij een stick met twee platte kanten en konden de bal dan ook met beide kanten bespelen. De hockeybal met de voet stoppen en de tegenstander met de stick haken werd niet bestraft.</p> <p>Toen bekend werd dat Nederland de Spelen mocht organiseren werden de regels aangepast, waarbij onder andere gold dat de bal alleen met de platte kant bespeeld mocht worden. Bij een aantal oefenwedstrijden met het Brits-Indisch team – dat al jaren speelde volgens deze regels en topfavoriet was voor de Spelen – werden de Nederlanders weggespeeld. In een van de oefenwedstrijden werden ze met 15-2 ingemaakt.</p> <p>De Nederlandse ploeg leerde echter snel en haalde zelfs, onverwacht, de finale! In deze finale, gespeeld in het bijna uitverkocht Olympisch stadion, moest het team opnieuw aantreden tegen het mannen uit India. Ondanks het goede spel van het Nederlandse team werd er met 3-0 verloren. Nederland zou nadien altijd een prominente rol spelen op het Olympische hockeyveld.</p> <p><em>Deze bijdrage verscheen ook in de rubriek Hebben en Houwen van het Amsterdam Museum in stadsblad de Echo.</em></p> <p>Kijk <a href="http://collectie.amsterdammuseum.nl/dispatcher.aspx?action=search&amp;database=ChoiceCollect&amp;search=priref=62593">hier</a> voor meer informatie over dit object.</p> https://hart.amsterdam/rsc/32977 2020-04-16T08:39:52+02:00 2013-11-04T17:33:00+01:00 Thijs Boers https://hart.amsterdam/rsc/7141 Gezicht op Schinkelbuurt Wat veel mensen niet weten is dat de wereldberoemde kunstenaar Piet Mondriaan (1872-1944) twintig jaar in Amsterdam heeft gewerkt en gewoond. Als man van net twintig verhuisde hij in 1892 van het provinciale Winterswijk naar de grote stad Amsterdam. Hij wilde kunstenaar worden en volgde een aantal cursussen aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten (vroeger aan de Stadhouderskade, nu aan de Sarphatistraat). ‘Ik begon zoals iedereen’, zou Mondriaan later zeggen over zijn eerste jaren in de stad. <p>In zijn eerste jaren in Amsterdam maakte hij veel olieverfstudies van plekken ìn de stad en daarbuiten. Mondriaan was regelmatig te vinden aan de oevers van het riviertje het Gein, tussen Driemond en Abcoude. Deze schetsen waren in eerste instantie niet bedoeld voor de verkoop; het was oefenmateriaal voor een beginnend kunstenaar. Hij gebruikte vaak grof afgesneden stukken doek of karton om op te schilderen. Eerste-klas-materiaal kon Mondriaan zich nog niet veroorloven.</p> <p>Een van zijn eerste stadsgezichten is het in ca. 1895 geschilderde werk met de titel ‘Gezicht op de Schinkelbuurt’. Het schilderij toont een deel van de wijk, badend in het zonlicht. Deze vanaf de Middeleeuwen bewoonde buurt aan het eind van de Overtoomsevaart behoorde in de tijd van Mondriaan tot de randen van de stad. Mondriaan baseerde zijn landschappen en stadsgezichten op directe observatie.</p> <p>Aan Gezicht op de Schinkelbuurt heeft Mondriaan daarentegen nog in zijn atelier verder gewerkt; de lichtaccenten zijn later aangebracht. Punaisegaten in elke hoek wijzen erop dat het doek of het papier eerst opgeprikt zijn geweest, waarschijnlijk aan de binnenkant van het deksel van zijn schilderkoffer.</p> <p> </p> <p><em>Deze bijdrage verscheen ook in de rubriek Hebben en Houwen van het Amsterdam Museum in stadsblad De Echo.</em></p> <p>klik <a href="http://collectie.amsterdammuseum.nl/dispatcher.aspx?action=search&amp;database=ChoiceCollect&amp;search=priref=79304">hier</a> voor meer informatie over dit object</p> https://hart.amsterdam/rsc/28318 2015-03-26T16:06:54+01:00 2013-06-10T17:22:37+02:00 Thijs Boers https://hart.amsterdam/rsc/7141 #020today: Cromhouthuizen <p>De Cromhouthuizen: in deze vier meer dan statige 17de-eeuwse panden aan de Herengracht kunnen bezoekers sinds kort, behalve het bekijken van het Bijbels Museum, nu ook een kijkje nemen in de wooncultuur van rijke Amsterdamse families. Over deze nieuwe opzet kun je lezen op de nieuwe website <a href="http://www.cromhouthuizen.nl/">cromhouthuizen.nl</a>. In de presentatie werkt het Bijbels Museum nauw samen met het Amsterdam Museum. Toevallig bevindt zich in de collectie van ons museum de tot dusver oudst bekende foto van de Cromhouthuizen. Conservator Thijs Boers vertelt:</p> https://hart.amsterdam/rsc/27556 2015-03-26T16:10:28+01:00 2013-04-22T13:45:05+02:00 Thijs Boers https://hart.amsterdam/rsc/7141 #020today: Jubelkeuze <p>Sinds 2012 heeft het Amsterdam Museum een intensieve samenwerking met het Bijbels Museum en <a href="http://opsolder.nl/nl/home.php">Museum Ons’ Lieve Heer op Solder</a>. Nu dit laatste museum, met de intrigerende huiskerk als middelpunt, zijn 125-jarig bestaan viert, hebben we conservator Thijs Boers uitgenodigd een blog te schrijven over een door hem gekozen object uit de collectie van het Amsterdam Museum.</p>