De damessalon had een omvangrijk zitameublement, bestaande uit een bank, twee crapauds, vier armstoelen en zes rechte stoelen. De crapauds zijn typische 19de-eeuwse lage stoeltjes met een dikke vulling, afgeleid van het Franse woord voor ‘pad’. Bij dit type stoel draaide alles om comfort en de romp is geheel verdwenen onder de stoffering. Vanwege hun aparte vorm zijn de stoeltjes in de vroege museumtijd al snel naar het depot verdwenen. Hierdoor zijn de gecapitonneerde (met knopen bevestigde kussens) stoffering en bekleding bewaard gebleven. De crapauds zijn versierd met rozetten en handgemaakte kwasten, die bij één van de stoelen echter ontbreken. Deze zullen worden bijgemaakt.