De Dam is het hart van Amsterdam. Johannes Lingelbach presenteert het plein als het centrum van de stad, de Republiek en de wereld. Links op het schilderij staat het nieuwe stadhuis in de steigers. Rechts liggen de schepen in het Damrak, dat direct is aangesloten op het IJ. Goederen worden af en aan gebracht naar de Waag, in het midden van het plein. Toch is het decor ondergeschikt aan de personen die het plein bevolken. De compositie van deze personages verbeeldt de economische en sociale bedrijvigheid op de Dam. Groepjes kooplieden bespreken de ontwikkelingen op de Beurs, dagjesmensen van het platteland bewonderen het stadhuis en Ottomaanse kooplieden onderhandelen over een mogelijke deal. Een mediterraan zonlicht beschijnt het tafereel en transformeert de Dam in een Hollands Forum Romanum. Dit is het centrum van een nieuw wereldrijk. Loop van de Dam de Burgerzaal van het stadhuis in. Daar ligt de wereld letterlijk onder de voeten van de bezoeker.