De Amsterdamse Academische Club is afgeladen op deze mooie Pinksterdag voor dit onderdeel van het Red Light Jazz festival. In het combo een andere jazzveteraan: de 82-jarige drummer John Engels. Ik zit boven en heb een geweldig zicht op de soms subtiele en dan weer heftige manier waarop Engels zijn drumstokjes en brushes hanteert. Op twee monitoren boven het combo zijn fragmenten te zien en horen uit de documentaire die Guus van Waveren in 1988 maakte over Johnny Meijer. ‘Ik geef niks om lof’, zegt hij als hij het ereteken van Amsterdam gekregen heeft. ‘Als ik maar lekker speel’. Johnny Meijer staat als standbeeld op de Elandsgracht tussen de muzikale helden uit de Jordaan: Tante Leen, Johnny Jordaan en Meijers zwager, de bassist Manke Nelis. Meijer wordt daar geëerd als vertolker van het Jordaanlied, maar hij was vooral een zeer swingende en virtuoze jazz musicus. Het kon Johnny niet zoveel schelen:  ‘Ik speel alles behalve klaverjas’.

‘Ik heb geen jeugd gehad’

Jantje Meijer werd in 1912 geboren in een kinderrijk gezin in de Jordaan. Deze korte biografie vermeldt hoe hij vanwege zijn muzikale aanleg op zijn zesde een oude accordeon kreeg en naar muziekles gestuurd werd. In de Jordaan werd het  trouwens een harmonica genoemd. Het was volgens zijn moeder het aangewezen instrument voor een Jordanees. ‘Ik heb geen jeugd gehad’, zegt Johnny zelf in de documentaire. Hij moest altijd oefenen. Als veertienjarige, met alleen lagere school, kwam hij bij het accordeontrio Van Dijks Origineele Volendammers, dat inderdaad optrad in Volendammer klederdracht. In de tweede helft van de jaren dertig leerde hij in het dansorkest De Ramblers de ‘swingmuziek’ kennen. Toch verdiende hij vooral zijn brood in Amsterdamse etablissementen met populaire meezingers en het Jordaanrepertoire.

Lastige loopjes

De Ode aan Johnny Meijer laat alle aspecten van de accordeonvirtuoos horen, van jazzy standards en Rapsody in Blue tot Oh Johnny. Er zijn fraaie battles tussen John Engels en bongo-speler Jeroen de Rijk. Toetsenist Jean Louis van Dam introduceert de nummers. Bassist en ‘ras-Amsterdammer’ Edwin Corzilius zet een stevig ritme neer. En Andre Vrolijk laat zijn accordeon ingetogen én uitbundig swingen. Naast me zit de 80-jarige George Maas uit Purmerend, die ook nog dagelijks accordeon speelt. Hij is op zijn twaalfde begonnen en, naast zijn werk bij het gemeentelijk energiebedrijf, trad hij op bij bruiloften en partijen. ‘Die kan ik zo meespelen’, zegt hij soms. En ‘die loopjes zijn altijd lastig’. Maas heeft ooit nog samen gespeeld met Meijer, op de bruiloft van de zoon van Tante Leen. ‘Muziek houdt je levend’, zegt hij, terwijl hij wijst op John Engels.

George Maas. foto Annemarie de Wildt

George Maas. foto Annemarie de Wildt

Een tijdje geleden sprak ik uitgebreid met André Vrolijk over de muzikale wortels van het Jordaanlied. André vertelde over de Franse en Italiaanse invloeden vanuit de bal-musette. Dat komt ook in de documentaire aan de orde. ‘Wat is het oudste geluid wat er in je accordeon zit?’ vraagt Van Waveren. ‘Musette’, zegt Meijer en hij speelt een melancholische melodie die daarna live overgenomen wordt door Andre Vrolijk en het combo. ‘En het modernste?’ vraagt van Waveren aan Meijer. En dan klinkt George Gershwins Rhapsody in blue, in de documentaire en vervolgens live in de Academische Club.

Roem

Meijer kon venijnig uit de hoek komen. Over bassist Manke Nelis zegt hij dat hij een leuke stem had en een groot repertoire. Breed lachend dist hij hem vervolgens: ‘Natuurlijk kon de man geen bas spelen, maar hij deed dat zo listig dat je het niet hoorde’. Maar het was zijn zwager en die liet je niet vallen. Hij speelde tijdens de jaren zestig met Nelis in de San Remo bar aan het Rembrandtplein. De stap naar internationale roem durfde Johnny telkens niet te zetten, ondanks enkele internationale successen. Op het einde van zijn leven is Meijer melancholisch en gedeprimeerd. ‘Vroeger had ik veel bewonderaars, maar die mensen zijn er niet meer. De halve Jordaan is dood, dus wie luistert nog naar je?’ Het publiek in de Academische Club kent de Jordaan liedjes nog. In plaats van een encore voor de musici vraagt Cees Hamelink van de Academische Club om een encore van het publiek zelf om het Amsterdams muzikaal erfgoed levend te houden. En dan gaat het los met Bij ons in de Jordaan en Aan de Amsterdamse grachten, begeleid door het combo.

De accordeon van Johnny Meijer. foto Annemarie de Wildt

De accordeon van Johnny Meijer. foto Annemarie de Wildt

De cd All of me en andere parels in de serie Parels van de Jordaan van TopNotch houdt ook de herinnering aan de virtuoze jazzaccordeonist levend. Meijers accordeon krijgt volgend jaar tijdens de tentoonstelling in het Amsterdam Museum een ereplaats.