Bewustwording en vieren gaan daarom ook samen op 1 juli. Naast de herdenking van de slavernij en viering van de afschaffing, was de dag extra heugelijk omdat hij op 1 juli jarig is. Het 150 jarige jubileum was voor hem en zijn vrouw de ideale gelegenheid om dit jaar de verjaardag te vieren tijdens het Keti Koti festival.

De kledingkeuze van het echtpaar is een bewuste keuze. Mevrouw Meije-Banel (Amsterdam, 1969) is prachtig gekleed en vertegenwoordigt met haar kleding de verschillende culturen van Suriname. De koto is gemaakt door haar zus in Suriname en heeft als basis een Javaanse print. De angisa, genaamd Mis' de Neef, is een hoofddoek van Afrikaans/creoolse stof. Dit type angisa wordt vaak gedragen tijdens grote feesten.

"Ik vond het belangrijk om verschillende culturen uit te dragen." aldus mw. Meije-Banel. Ook in haar sieraden komt de verbondenheid met Suriname terug, waaronder de Surinaamse vlag die verwerkt is in haar oorbellen. Opvallend is haar sjerp, het heeft een speciale prent met het logo van 150 jaar afschaffing van de slavernij.

Meneer Meije draagt een pangi voor mannen, een Afrikaanse doek dat om de schouder wordt gebonden. In het binnenland wordt het een 'Banja koto' genoemd. Hij heeft de doek als cadeau ontvangen van bewoners uit Brokopondo voor het werk dat hij in dat gebied heeft verricht. Het dorp Brokopondo ligt in het binnenland van Suriname en de bewoners zijn nazaten van gevluchte slaven. Zo geeft meneer Meije aan: "Het is belangrijk dat de vrijheid wordt gevierd, onze voorouders hebben zoveel geleden." Door het dragen van de pangi wil hij de vrijheidstrijders eren.