Amsterdam heeft een lange rode traditie. De eerste sociaal-democratische wethouder trad al aan in 1914. Hij is meteen een van de beroemdste wethouders uit de geschiedenis van de stad. Herkent u hem? De vastberaden blik gericht op een punt in de toekomst, het voorhoofd hoog, de wenkbrauwen iets gefronst. Het is duidelijk: met deze man valt niet te spotten. De bronzen kop in het Amsterdams Historisch Museum is eigenlijk te groot, maar zo hoort het ook. Floor Wibaut was net iets groter dan een gewone sterveling. Zo heeft beeldhouwer Tjipke Visser hem in ieder geval in 1934 willen afbeelden.

Florentinus Marinus Wibaut was van 1914 tot 1931 bijna onafgebroken wethouder in Amsterdam. Hij was een van de kopstukken van de Sociaal Democratische Arbeiderspartij, de voorloper van de PvdA. Het langst was hij wethouder van Financiën, maar hij is vooral bekend geworden als wethouder van Volkshuisvesting. ‘Wie bouwt? Wibaut!’  Asscher en Bos mochten willen dat hun verkiezingsslogans over honderd jaar nog zo’n begrip zijn. Maar het is waar, Wibaut heeft veel gedaan voor de volkshuisvesting in Amsterdam.

Wibaut liet duizenden krotten slopen en stampte hele volkswijken uit de grond, samen met zijn opvolger De Miranda. Maar hij deed meer dan bouwen: zo voerde hij de individuele huursubsidie in en verhoogde hij de belastingtarieven voor de rijken. Dit laatste tot woede van veel welgestelde Amsterdammers. Bij vriend en vijand stond hij bekend als ‘Wibaut de Machtige’. Kom daar nu nog maar eens om, zo’n bijnaam voor een wethouder.

Gepubliceerd in De Echo op 3 maart 2010