Het was heerlijk om Zwarte Piet te kunnen zijn, als Zwarte Piet te praten, en kinderen en hun ouders zo gelukkig te zien dat – hoewel de goede Sint zelf geen tijd had – er een echte pittige Zwarte Piet de honneurs waarnam. Op zwarte gympies met een zwarte maillot, kleding van fluweel, zijde en brokaat, een cape, kanten kraag en veren op mijn baret, en gewapend met een roede van wilgentakjes uit het Flevopark, een snoepzak en een jutezak om daarin kwade rakkers naar Spanje te sturen, dat was toen nog heel ver weg, maar o zo nodig om jonge meneren die te brutaal werden en vonden dat Zwarte Piet erg mooie benen had, die ze wel even wilden aaien, mee af te schrikken.

Infiltreren

Op zijn achtste ging Ton naar een andere basisschool en hij kreeg daar vriendschap met een andere Zwarte Piet. En niet zomaar één. "Ook zijn moeder was coupeuse. Wij hadden een stout plan zoals dat hoort bij Zwarte Pieten. Wij zouden de intocht van Sint Nicolaas infiltreren en zo gebeurde het dat er twee extra Zwarte Pieten bij de Sint-Nicolaaskerk achteraan de stoet aansloten, die gekke capriolen uithaalden. Wij gingen een heel klein beetje sneller dan de stoet en bij de Munt waren wij al een aardig stuk vooruit. Wij hadden reuze gein tot halverwege de Vijzelstraat en daar kwam een einde aan de pret. Iemand had ons ontdekt omdat wij niet hetzelfde pietenpak aan hadden, onze pakken waren veel mooier, en wij werden uit de stoet weggestuurd, maar hadden nog vele leuke Zwarte Pietenjaren.

Dit verhaal werd ingezonden naar aanleiding van een bericht in De Oud-Amsterdammer. De krant, gericht op 50-plussers die zijn opgegroeid in Amsterdam, riep haar lezers op om verhalen in te sturen over de intocht van Sinterklaas.