Jan Ernst van der Pek (1865-1919) was een architect die wordt beschouwd als een van de grondleggers van de sociale woningbouw. Tegen de achtergrond van de vaak abominabele woonomstandigheden van velen, eind negentiende eeuw, realiseerde hij bouwprojecten in diverse Amsterdamse buurten met veel betere woningen. Ze waren groter, met een eigen afsluitbare voordeur in het trappenhuis, stromend water, een eigen toilet, aparte slaapvertrekken voor ouders en kinderen en een scheiding van kamer en keuken. Door de Woningwet van 1901 raakte de sociale woningbouw in een stroomversnelling. In dat jaar trouwde hij met Louise Went (1865-1951), met wie hij al intensief had samengewerkt en de maatschappelijke idealen op het terrein van de volkshuisvesting deelde. Beiden stonden in 1895 aan de wieg van de Bouwonderneming Jordaan, waarvoor Louise Went veertig jaar op gezaghebbende wijze werkzaam zou zijn. Van der Pek’s naam leeft voort in de naam van de buurt die hij in de jaren voor zijn vroege overlijden ontwierp in de polder Buiksloterham. De buurt met 1400 woningen voor verschillende inkomensgroepen werd gebouwd tussen 1917 en 1923. In de oorlog werd deze buurt zwaar getroffen door een bombardement van de geallieerden dat was bestemd voor de Fokker-fabriek.

Van der Pek was tevens amateur-schilder. Op dit schilderij van zijn hand uit onze museumcollectie zien we Lijnbaansgracht 376-378, kort na 1900. Op dit tafereel staan interessante details die ook met ‘wonen’ te maken hebben: bij veel huizen hangt de was uit, een aantal figuren zijn gezeten voor de voordeur, we zien een huisvrouw in de deuropening van een kelderwoning, op de dakgoot zit een duivenmelker en op de kade staat een handkar, mogelijk om etenswaar mee te venten.

Kijk hier voor meer informatie over dit object