Als ik op de allerlaatste avond langs kom in het glazen gebouwtje op Station RAI, heeft Jeannette de wietplanten en legerhelmen net verwijderd. Het is dit jaar 100 jaar geleden dat de staalhelm werd uitgevonden en daarom verzamelde de kunstenaar Pet van de Luijtgaarden deze symbolen van oorlog en geweld en vulde ze met wietplantjes als symbool voor liefde.

Vreedzaam hergebruik

'Make love not war, was een van de favoriete kreten van de jaren zestig en zeventig en de titel van een nummer van Jonh Lennon. De installatie waarin de helmen vreedzaam hergebruikt combineert de anti (Vietnam)oorlogsacties van de jaren zestig met het in die tijd populaire idee dat drugs de wereld vredelievender zouden maken. De installatie stond eerder in Odapark in Venlo. Zijn wietplantjes in staalhelmen in een museum niet provocerend en op een station wel?

De NS vreesde een oploopje op vrijdagavond tijdens de Make Love Not War Cult Club. Dat viel reuze mee. Het werd een mooie avond, met lekker eten en gedichten en muziek. Maar nogal surrealistisch omdat er een groot aantal bewakers om het gebouw stonden. Als ik aankom zijn er nog zo’n 8 mensen bij de after-party in de bar, die verscholen zit in het gebouwtje op Station RAI. Aan de houten bar voelen we ons een beetje als in The Beanery. De stemming is nostalgisch op deze gedwongen laatste avond. Jeanette en ik hebben het over waar mensen aanstoot aan nemen. Niet voor het eerst, de afgelopen maanden werkten we samen aan allerlei Provo evenementen. Wat toen kon, kan niet meer. Maar omgekeerd ook natuurlijk.

Drugs

Wanneer zijn drugs kunst? Iemand zoekt op Youtube naar het nummer 'Drank en Drugs' met de zin ‘Alle tieners zeggen ja tegen mdma’ waar de afgelopen dagen zo’n ophef over was. MDMA, waardoor mensen uren blij en gelukkig kunnen dansen, staat sinds 1988 op lijst 1 (harddrugs) van de Nederlandse opium wet. Wietplantjes mag, als het niet meer dan 5 zijn, en wat betreft de Amsterdamse politie is wat meer dus oké, zolang het kunst is. Maar de NS vond het te provocerend. Er waren al eerder klachten binnengekomen over de tentoonstellingen die Jeanette op Station RAI ingericht heeft in het kader van 50 jaar Provo. Over de politieke prenten bijvoorbeeld uit de jaren zestig en zeventig. ‘Tieten met koe’ zoals Jeannette de beroemde PSP poster uit 1971 treffend aanduidt, kon niet, hoorde ze van de NS. Althans enkele van de duizenden mensen die dagelijks langs het glazen gebouwtje op perron 1/2 lopen, hadden bezwaar gemaakt.

Surrealistisch

Ik wil even met mijn glaasje wijn in de hand het gebouwtje van buiten bekijken. ‘Niet met je wijn het perron op’, zei Marcel, die de prachtige houten bar ooit gemaakt heeft ‘laten we de NS niet nog meer provoceren’. Dan komt een jonge man vanaf het perron door de achterdeur de bar binnen, flesje Heineken in de hand, gevolgd door twee vrouwelijke collega’s. Ze werken bij de RAI en komen terug van een personeelsuitje. ‘Waaaat is dit, een bar op het perron? Te gek.’ Waar is die wietplantage gebleven? wil hij weten. ’Wat was dat prachtig, iedereen had het erover, zo te gek dat dat op een station staat. Ik reis van en naar Oegstgeest. Ik had het er met andere mensen op het perron over’.

Station RAI

Jeannette Dekeukeleire en de RAI medewerker uit Oegstgeest Door: Annemarie de Wildt

Jeannette legt uit dat de NS de huur heeft opgezegd. Dat vond de man uit Oegstgeest idioot: 'Je zag toch zo dat het geen echte wietplantage is. Geen 400 watt lampen en dergelijke. En dan in die helmen’. Jeannette en ik zijn geroerd. Daar doe je het voor, iemand die even ontregeld raakt door iets bijzonders, en die daarover in gesprek gaat met anderen. Dat is de afgelopen jaren dankzij de kunstgalerij op perron 1/2 honderdduizenden keren gebeurd. Mensen die met Hugo Kaagman, die hier jaren lang zijn atelier had, in gesprek kwamen over zijn ‘stencil art’. Vervreemding vanwege de katholieke heiligenbeelden die rond de Kerst ineens in het gebouwtje stonden. Ik heb regelmatig binnen gezeten tijdens een Cult Club, en zag hoe de nietsvermoedende reizigers stomverbaasd door het raam keken naar een vrolijk etend en drinkend gezelschap.

Helaas, 'Make Love Not War' werd het einde van een bijzondere plek. Met instemming lees ik de column van Marscha Holman. Ze schrijft dat het toch jammer is dat Amsterdam de geest van het magisch centrum kwijt is geraakt.