Stoplap

Deze stoplap is afkomstig uit de nalatenschap van Baukje Catharina Jelles (25 mei 1892, Anna Paulowna- ca. 1979, Haarlem). Ze was lerares nuttige en fraaie handwerken aan huishoud- en industriescholen in Rotterdam, Amsterdam en Haarlem. Zij behaalde in 1911 de akte van bekwaamheid voor huis- en schoolonderwijs in nuttige handwerken, in 1912 gevolgd door de akte voor fraaie handwerken. Een jaar later behaalde zij de akte van bekwaamheid in handtekenen. Door de jaren heen was ze aan verschillende instituten verbonden. Zij was tot ca. 1939 aan de Industrieschool voor vrouwelijke jeugd in Amsterdam werkzaam en daarnaast vanaf 1927 tot 1957 aan de Amsterdamse huishoudschool. In 1953 publiceerde zij haar boek “Ik kan handwerken”, een boek dat vele malen werd herdrukt. In 1967 verscheen een vernieuwde en uitgebreidere druk onder de titel “Het grote handwerkboek”. Na veertig arbeidzame in het nijverheidsonderwijs ging Baukje met pensioen. Ze werd benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. De herkomst van de doek en de naam van de borduurster zijn niet bekend. Onder de kroon in het middenkader op de derde regel zijn de initialen TH aangebracht. Daaronder volgt de leeftijd van de doek: 7 meert 1757. De doek telt twaalf kruisstoppen en één hoekstop. Het jonge meisje maakte, naast de stop- en doorstoptechnieken, gebruik van kruis- en stersteken. Ze werkte met zijden garen op een linnen ondergrond.