Model van een halve woning in de Gerard Doustraat, 1918

Veel van de woningen die vanaf 1860 in de Pijp, Oosterpark en Kinkerbuurt gebouwd werden, waren van slechte kwaliteit. De weekhuur was twee à drie gulden. Maar veel mensen verdienden maar een gulden per dag, dus konden ze maar een 'halve woning' huren. Deze woningen waren twintig tot dertig m2, bevatten een keuken, woonkamer en een slaapalkoof met twee bedsteden. Tussen 'voor' en 'achter' stond een dun houten wandje. Op de gang waren één of twee plees. Op één trap woonden zo zes gezinnen. De inrichting van de woningen was sober. Men had een tafel met gaslamp erboven, zoveel stoelen als er gezinsleden waren en een paar planken voor kleding. Er werd gekookt op een petroleumstel. In het lattenhok op zolder werden de kolen bewaard.