De tentoonstelling van het gipsmodel van het standbeeld van Rembrandt op de tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters, in de Koninklijke Akademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam in 1848.

De afscheiding van 1830 van België uit het in 1815 samengevoegde Koninkrijk der Nederlanden, was een knauw in het Nederlandse zelfrespect. De zoektocht naar een nieuwe identiteit ging gepaard met een herontdekking van nationale helden: zeehelden, dichters en schilders. Michiel de Ruyter, Vondel en Rembrandt pasten in deze negentiende-eeuwse ‘canon’ en standbeelden vormden een geëigende manier om deze helden te eren. Zo kreeg Rembrandt zijn standbeeld op de Botermarkt: het huidige Rembrandtplein. In 1848 werd het gipsen model van de hand van Louis Royer (1793-1868) op ware grootte aan het publiek getoond tijdens de Tentoonstelling van Kunstwerken van Levende Meesters in de Koninklijke Akademie van Beeldende Kunsten. Het in ijzer – er was niet voldoende geld opgehaald om brons te gebruiken - gegoten exemplaar werd op 27 mei 1852 te Amsterdam onthuld door Koning Willem III, onder begeleiding van feestelijkheden waar de nationale trots vanaf spatte.