Zotonic - Atom Feed Module 2024-03-28T11:21:04+01:00 https://hart.amsterdam/nl/ Hart Amsterdammuseum https://hart.amsterdam/rsc/420611 2018-06-15T10:07:33+02:00 2018-03-09T11:12:00+01:00 De natuur in met vader en zoon Luyken Zaterdag 10 maart aanstaande start alweer de 83ste Boekenweek, thema dit jaar is Natuur. Met dit thema in mijn achterhoofd bladerde ik door de beeldcollectie van het Amsterdam Museum en kwam zo terecht bij flora en fauna illustraties uit de Luyken-collectie. <p><span style="font-weight:400; ">Eind zeventiende, begin achttiende eeuw waren <a title="Biografieën" href="/nl/page/8089/biographies">vader Jan en zoon Casper Luyken</a></span><span style="font-weight:400; "> zeer gewilde boekillustratoren in Amsterdam en omstreken. Zij werkten voor meer dan honderd uitgevers en in totaal produceerden zij samen bijna 4.500 verschillende prenten. Het grote aantal opdrachtgevers had waarschijnlijk alles te maken met de veelzijdigheid van hun werk. De meest uiteenlopende <a title="Onderwerpen Luyken" href="/nl/page/8085/subjects">onderwerpen</a> </span><span style="font-weight:400; ">zijn te vinden in hun illustraties, zo ook prenten met betrekking tot flora en fauna.</span></p> <p><span style="font-weight:400; ">Jan Luyken heeft bijvoorbeeld de illustraties verzorgd voor het wetenschappelijke relaas van medicus Stephanus Blankaart <a rel="noopener noreferrer" href="http://www.dbnl.org/tekst/blan012scho01_01/" target="_blank">“Schouburg der rupsen, wormen, maden, en vliegende dierkens”</a>.</span> <span style="font-weight:400; ">Dit boek dateert uit 1688 en beschrijft zeer beeldend hoe dokter Blankaart insecten ontdekt en bestudeert.</span></p> <p><span style="font-weight:400; "><!-- z-media 8438 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} --> </span></p> <p><span style="font-weight:400; ">Bijzonder om te lezen hoe Blankaart kennis maakt met de Dons-Kakker of, zoals hier te lezen is, met de Vullis Vlieg. Het zal je dokter maar geweest zijn die zit te roeren in een mesthoop.</span></p> <p><em><span style="font-weight:400; ">“ZYnde op sekere plaats veele vuiligheid gesmeten van hoendermist, kool, wortelen, rapen, &amp;c. en daar meest alle dagen pis uit een venster opgegoten, soo heb ik onder het roeren van die mest, eenige bleik-gele Wormen gevonden, synde het hooft heel spits: de staart wederom was heel stomp. Als se buiten de aarde waren kropen sy eenigsins voort, en doorboorden de aarde tot de grond toe, alwaar sy dan stil bleven leggen, het welk ik in een glas met aarde gevuld ondervonden heb. Dat ik dit sag, was in de Sprokkel-maand, sestien hondert ses en tagtig. In de Lente maand wierden het alle kleine roode popjes, die ik in de aarde liet. Hier uit quam in de Gras-maand een soort van Vliegen die grooter waren dan de gemeene slag.”</span></em></p> <p><span style="font-weight:400; ">Even verderop, in hoofdstuk XLIX, valt te lezen hoe je het beste vlinders kunt vangen door “redelyk digt netjen breijen van fyne syde, rontom welke een koperdradig beugeltjen is, met een stok”. Nooit geweten dat in de zeventiende eeuw al vlindernetjes gebruikt werden. Vervolgens werden ze vastgezet met speldjes in doosjes bewaard. In het blog over de door de <a title="Technieken" href="/nl/page/8087/technieken">Luykens gebruikte technieken</a> </span><span style="font-weight:400; ">lees ik dat beide heren de illustraties hoofdzakelijk naar eigen fantasie maakten. Maar zou het niet aannemelijk zijn dat Luyken deze “vliegende dierkens” van Hollandse bodem echt gezien heeft? Dat in doosjes bewaarde exemplaren als voorbeeld hebben gediend voor zijn gedetailleerde weergaven?</span></p> <p><!-- z-media 8442 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} --> <span style="font-weight:400; ">Zoon Casper Luyken leek zich meer aangetrokken te voelen tot wereldse genres, in plaats van de voornamelijk bijbelse voorkeur van zijn vader. Met het thema natuur in mijn achterhoofd ontdekte ik in de <a title="Beeldcollectie" href="/nl/page/232315/media-discovery">beeldcollectie</a> dat Casper een serie maandprenten heeft gemaakt. Misschien zijn ze wel gebruikt voor een almanak, maar daar kan niet met zekerheid iets over gezegd worden. </span></p> <p><!-- z-media 54214 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} --></p> <p><span style="font-weight:400; ">Casper heeft voor de verbeelding van de <a title="#020today: Maart" href="/nl/page/54197/020today-maart">maand maart</a> de verdrijving van de winter als onderwerp gekozen. Het ijs is gesmolten; er kan weer vis gevangen worden. In de rechterbovenhoek wordt het sterrenbeeld ‘Ram’ afgebeeld. Dit hemellichaam wordt al vanaf de Klassieke Oudheid geassocieerd met het begin van de lente. En zoals de eerste regel van het rijm onder de illustratie luidt heeft de Ram, ‘het versperde water weer geopend’. </span></p> <p><span style="font-weight:400; ">En met dit in ons achterhoofd zou ik zeggen &quot;Laat die Boekenweek en heerlijke lente maar komen…&quot;.</span></p> https://hart.amsterdam/rsc/373944 2017-12-22T09:13:06+01:00 2017-12-19T09:59:00+01:00 Laura van van Hasselt https://hart.amsterdam/rsc/3210 De Luyken Verzameling Van Eeghen verzamelde vooral werk van eigentijdse kunstenaars. Met één grote uitzondering: de 17de-eeuwse boekillustratoren Jan en Casper Luyken. Van Eeghen stelde de grootste Luykencollectie ter wereld samen: uiteindelijk zo’n 1200 tekeningen, 12.000 losse prenten en ruim 1000 boekbanden. <p><!-- z-media 373998 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><strong>Kunstschouw</strong></p> <p>Al die tekeningen, prenten en boeken worden bewaard in het collectiecentrum van het Amsterdam Museum in Noord. Daar stonden ze onlangs centraal bij een ‘kunstschouw’, een besloten bijeenkomst van kunstkenners en verzamelaars - naar goed 19de-eeuws gebruik, alleen dan in een geklimatiseerde ruimte in plaats van een rokerige salon.</p> <p>(Oud-)conservatoren Nel Klaversma en Tom van der Molen hadden een kleine, maar fijne selectie gemaakt uit de enorme Luykenverzameling van Van Eeghen. De werken lagen op een grote tafel uitgestald. Niet achter glas, zoals meestal in een museum, maar net zo onbeschermd als ze ooit op een tafel bij de Van Eeghens thuis moeten hebben gelegen. Voor het eerst kon ik ze van zo dichtbij bekijken.</p> <p> </p> <p><strong>‘Het Menselyk Bedryf&#39;</strong></p> <p>Jan en Casper Luyken waren doopsgezind, wat waarschijnlijk een belangrijke reden was voor Van Eeghen om hun werken te verzamelen. Veel van de tekeningen en prenten hebben religieuze onderwerpen. Eén van de pronkstukken op de kunstschouw was een prent van de toren van Babel, met op de voorgrond honderden krioelende mensen, tot in het kleinste detail gegraveerd.</p> <p>Niet alle voorstellingen zijn religieus. Misschien wel het bekendste werk van vader en zoon Luyken is de ‘Het menselyk bedryf’ (1694), een <a rel="noopener noreferrer" href="http://www.geneaknowhow.net/in/beroepen/luyken/luyken.html" target="_blank">bundel met prenten en beschrijvingen</a> van honderd 17de-eeuwse ambachten. Ze geven een prachtig beeld van deels verdwenen beroepen. Alleen al die namen: bezembinder, gouddraadtrekker, zwaardveger...</p> <p><!-- z-media 373976 {"align":"block","size":"small","crop":false,"link":false,"caption":""} --><!-- z-media 375422 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --><strong>Verzamelen voor gevorderden</strong></p> <p>Van Eeghen had al een respectabele Luykenverzameling toen hij in 1884 een grote slag wist te slaan. Dat jaar werd de bekende collectie geveild van Geisweit van der Netten, een groot verzamelaar uit Zwolle. Het verloop van de veiling zegt veel over Van Eeghen, die in de regel wist wat hij wilde én het kon betalen: </p> <p><em>Maandag had ten huize van de firma W.P. Van Stockum &amp; Zoon te ‘s-Hage een merkwaardige veiling plaats, die ofschoon de catalogus twee geheele zittingen aangaf, slechts even zooveele minuten duurde. Het gold de zeer fraaie collectie van het werk der beroemden Amsterdamschen Etser Johannes Luyken, bijeengebracht door wijlen kolonel Geisweit van der Netten. Alvorens de verzameling nummer voor nummer te veilen, werd het geheel en bloc aangeboden, en gekocht door de firma’s Martinus Nijhoff en Frederik Muller &amp; Co. Wij meenen niet onbescheiden te handelen met hieraan toe te voegen, dat het geheel een plaats ontvangt bij de reeds zeer fraaie verzameling van denzelfden meester in het bezit van den heer C.P. van Eeghen alhier.</em></p> <p>Aldus de Nieuwe Amsterdamsche Courant/Algemeen Handelsblad 29 februari 1884.  </p> <p> </p> <p><strong>Schenking aan de stad</strong></p> <p>Vijf jaar na deze aankoop (via de firma’s Nijhoff en Muller) overleed Christiaan Pieter van Eeghen. Op diens verzoek schonken zijn kinderen de hele Luykencollectie aan de stad Amsterdam. Maar nog niet meteen in 1889. Van Eeghens oudste zoon Pieter had namelijk de liefde voor Jan en Casper Luyken geërfd en hij breidde de verzameling na de dood van zijn vader nog uit.</p> <p>Bovendien werkte hij jarenlang aan een catalogus van het werk van vader en zoon Luyken, samen met Johan van der Kellen (de eerste directeur van het Rijksprentenkabinet). Pas toen die catalogus in 1905 af was kon Pieter van Eeghen met een gerust hart afstand doen van de collectie. De kolossale kast, waarin de werken bij hem thuis hadden gestaan, kreeg het museum er gratis bij.</p> <p><span><a href="https://hart.amsterdam/nl/page/3229/luyken ">Meer informatie over deze collectie</a></span></p> <p>Met dank aan Nel Klaversma</p> <p><!-- z-media 374000 {"align":"block","size":"small","crop":false,"link":false,"caption":""} --></p> https://hart.amsterdam/rsc/56021 2020-07-02T13:03:29+02:00 2016-07-02T10:51:00+02:00 Nel Klaversma https://hart.amsterdam/rsc/3278 Juli <p><em>De wakkere hooimaand geeft de zeisen,<br /></em><em>de maaier in de hand met vlijt,<br /></em><em>daar lege schuren hooi vereisen,<br /></em><em>om het vee te voeden in wintertijd.</em></p> <p>Zo luidt een van de vele spreuken over de maand juli. De oude bijnamen van de maanden van het jaar verwijzen over het algemeen naar de voor die maanden typerende werkzaamheden op en om het platteland. Zo was juli de maand waarin er meestal gehooid werd. Tegenwoordig begint men vaak in juni al daarmee.</p> <p><!-- z-media 56022 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><strong>Het hooien</strong></p> <p>Het gras wordt gemaaid, gedroogd, gekeerd om de andere kant te drogen, gebundeld en daarna opgeslagen in een hooischuur. Tegenwoordig gebeurt dit allemaal machinaal, maar in vroeger tijden werd alles met de hand gedaan met behulp van een zeis en een hark. Het vervoer naar de hooischuur gebeurde met paard en wagen.</p> <p>De meeste verbeeldingen van de maand juli hebben het hooien als thema. Zo ook deze prent van Casper Luyken. De boer maakt de zeis met een aanzetstaal scherp, terwijl op de achtergrond vier mannen al bezig zijn met maaien en met hooi opladen. In de rechter bovenhoek het dierenriemteken Leeuw.</p> <p>Het Duitse gedichtje eronder vergelijkt de ondergang van het hoge gras door de zeis met de gang van zaken in de staat, die vuur en zwaard bijeenhoudt en zo uit het land het ‘hooi van de slavernij’ maakt.</p> <p><!-- z-media 56023 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><strong>Gebruik voor kalender of almanak</strong></p> <p>Van de oorspronkelijke serie maandprenten van Casper Luyken is niet bekend, hoe zij ooit gebruikt zijn. In de collectie van het Amsterdam Museum bevindt zich echter wel een verkleinde kopie naar deze Juliprent, die –gezien de bedrukte achterkant- voor een Duitse kalender of almanak gebruikt moet zijn. Deze achterkant geeft historische bijzonderheden over de maand juni. Zo staan in de linkerkolom achter elke datum bekende personen genoemd en worden in de rechterkolom markante, historische gebeurtenissen binnen Europa vermeld. Zo staat in de linkerkolom bij 5 juni Bonifatius genoemd ter herinnering aan het feit dat hij op 5 juni 754 te Dokkum vermoord werd. In de rechterkolom wordt bij 4 juni de onthoofding van de graven van Egmond en Hoorne in 1568 gememoreerd, om een paar Nederlandse voorbeelden te noemen.</p> <p>Dit kalenderblad kan na 1709 gedateerd worden, want dit is het meest recente jaartal, dat hierop bij 27 juni te vinden is. Het betreft hier de Zweedse strijd en nederlaag tegen de Russen in de slag bij Poltava (Oekraïne).</p> <p><!-- z-media 56024 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><strong>Quintilis wordt Julius</strong></p> <p>In de Romeinse kalender was juli de vijfde maand en werd daarom Quintilis (quintus= vijf) genoemd. Omdat volgens de overlevering Julius Caesar in juli geboren is, zou de naam van de maand rond 44 vóór Christus veranderd zijn in Julius. Mogelijk was het ook een soort beloning voor de hervorming van de Romeinse kalender, die Julius Caesar rond die tijd doorvoerde.</p> <p>Het onderschrift van de Juliprent, die door Pieter Schenk werd uitgegeven, luidt: <em>Nomine Caesareo Quintilem Iulius auget</em> . Deze tekst is afkomstig van de Latijnse dichter Ausonius en  verwijst naar de naamsverandering van de maand.</p> <p>Het betekent letterlijk: “Julius verrijkte Quintilis met de naam van een Caesar.” Slaat deze tekst dan wel op de beroemde Julius Caesar of was er nog een andere Caesar, die ook Julius heette en naar wie de maand juli vernoemd is?</p> <p>Ook deze maandprent heeft het hooien als thema. Het hooi ligt al hoog opgetast op de wagen.</p> https://hart.amsterdam/rsc/55540 2016-07-02T11:28:09+02:00 2016-06-02T11:50:00+02:00 Nel Klaversma https://hart.amsterdam/rsc/3278 #020today: Juni Op 1 juni begint de meteorologische zomer; de zon bereikt deze maand in ons deel van de wereld de hoogste stand aan de hemel. Juni is genoemd naar de licht- of maangodin Juno, in de Romeinse mythologie de vrouw van Jupiter. Zij is de beschermster van de vrouwen, van het huwelijk, het huiselijk leven en van de geboorte. <p><!-- z-media 55541 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><strong>Liever melk dan wijn</strong></p> <p>Al sinds de twaalfde eeuw worden maandillustraties gekoppeld aan de karakteristieke werkzaamheden die in dat seizoen op het land plaatsvinden. Zo staat de maand juni vooral in het teken van de oogst.</p> <p>Prentmaker Casper Luyken (1672-1708) heeft in de hier afgebeelde allegorische voorstelling gekozen voor het melken van de koeien in de wei. Het bijbehorende gedichtje geeft een verklaring voor de diepere betekenis van deze prent: de warme zon, die in deze maand haar hoogste stand bereikt, brandt tot diep tot in onze ziel. Dat maakt de boer dorstig. Daarom verkiest hij deze keer liever de frisse, versgemolken melk boven de zware wijn.</p> <p>De lieftallige boerin sjouwt met volle melkemmers. De schapen die aan haar voeten liggen zijn nog niet geschoren. In de rechterbovenhoek van de afbeelding staat een kreeft, het voor juni kenmerkende teken van de dierenriem.<!-- z-media 55542 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><strong>Schapen scheren</strong></p> <p>Juni is meestal ook de maand waarin schapen van hun warme vacht worden bevrijd. Op dit zestiende-eeuwse glas-in-loodruitje nemen een vrouw en een man elk, onder het toeziend oog van een herder, een schaap onder handen. De kreeft die in deze afbeelding op de voorgrond ligt komt in dit landelijke tafereel een beetje vreemd over.</p> <p><!-- z-media 55543 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><strong>Maand van de jongeren</strong></p> <p>Deze juniprent van Pieter Schenk verbeeldt een landschap, waarin jongeren onder een boom aan een tafel zitten te eten en drinken. Het Latijnse onderschrift luidt: ‘De maand juni is van de jongeren.’</p> <p>Deze tekst is ontleend aan het incomplete, zesdelige dichtwerk <em>Fasti</em> van de Romeinse dichter Ovidius (43 v. Chr.-17 na Chr.). In elk deel beschreef hij een maand van de Romeinse kalender met al zijn feesten, spelen en offers. Juni was volgens Ovidius de maand van de jongeren, die was voorafgegaan door mei, de maand van de ouderen, zoals blijkt uit de volledige Latijnse regel: “Iunius est juvenum, qui fuit ante, senum.” Overigens werd in de tijd van Ovidius de categorie ‘jongeren’ (juvenes) vrij ruim genomen: die gold voor mensen van tussen de 17 en 45 jaar oud!</p> <p>Het is onbekend waarom het dichtwerk incompleet is. Mogelijk zijn de laatste zes delen ooit verloren gegaan of Ovidius heeft zijn werk nooit voltooid.</p> https://hart.amsterdam/rsc/55143 2016-07-02T11:28:39+02:00 2016-05-01T13:38:00+02:00 Nel Klaversma https://hart.amsterdam/rsc/3278 #020today: Mei De maand mei ontleent haar naam deze keer niet aan een Romeinse, maar aan een Griekse godin: Maia, de godin van de vruchtbaarheid. De Romeinen identificeerden hun godin van de natuur, Bona Dea [= de Goede Godin] met deze Griekse godin. Zij vereerden haar als de godin, die de natuur zou laten groeien en bloeien. Niet alleen de identiteit maar ook de naam van de Griekse godheid werd door de Romeinen geadopteerd; hun meimaand werd naar Maia vernoemd: Maius in het Latijn. <p><!-- z-media 55144 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><strong>Bloeimaand</strong></p> <p>Mei is de maand, waarin de natuur weer volop tot leven komt. De winter is verdreven.  De werkzaamheden op het land zijn in de voorafgaande maanden maart en april weer hervat met in mei als resultaat uitbundig bloeiende fruitbomen vol bloesem en tuinen vol bloemenpracht. De maand mei staat daarom ook wel bekend als de ‘bloeimaand’.</p> <p><strong>In het teken van de liefde</strong></p> <p>Eeuwenlang stond de maand mei ook in het teken van de liefde.  Rond de eerste dag vonden er talrijke meifeesten plaats. Het was dé gelegenheid voor trouwlustige jongens en meisjes om toenadering tot elkaar te zoeken. Tot laat in de avond dansten zij rond de meiboom. Er werden bloemenkransen voor elkaar gevlochten en in het holst van de nacht versierden de jongens het huis van hun uitverkoren meisje met meitakken. Kortom, de liefde vierde op allerlei fronten hoogtij.</p> <p>Dit voor mei zeer kenmerkende thema bracht Casper Luyken in zijn maandprent <em>Maius </em>in beeld. In de tuin van een buitenplaats probeert een deftig geklede vrouw de tuinknecht te verleiden met een door haar gevlochten bloemenkrans. Hij bloost ervan. Volgens het gedicht onder de prent geeft de hele wereld zich in deze maand over aan paringsdrift. Kijk maar naar de kip achter het tweetal, die zich uitdagend bukt binnen het blikveld van de haan, terwijl deze in het zand rondscharrelt. Waarom zou zij haar lieve Hans dan niet met een bloemenkrans mogen kronen?</p> <p><!-- z-media 55145 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><strong>Verhuismaand</strong></p> <p>Mei was in vroeger tijden ook de maand, waarin veel verhuizingen plaatsvonden. Dit had te maken met huurcontracten voor telkens één jaar, die gewoonlijk op 1 mei ingingen. De gegoede burgerij in steden als Amsterdam ontvluchtte in mei de stinkende stad en vertrok naar haar buitenhuis met medeneming van een groot deel van haar huisraad. Al deze verhuizingen – over het land of over het water-  brachten in de stad een grote chaos teweeg, zoals goed op de tekening van Cornelis Troost te zien is. Er zijn meerdere verhuizingen gaande. De familie op de voorgrond vervoert haar hele hebben en houwen met slechts één enkele kruiwagen, terwijl voor de uitgebreide inboedel van de andere familie minstens twee schuiten nodig lijken te zijn. Deze familie steekt daarbij niet zelf de handen uit de mouwen, maar laat haar personeel de boel naar binnen sjouwen. Zij kijken toe, daarbij genoeglijk keuvelend aan tafel.</p> <p><!-- z-media 55146 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p>Ook Jacob Cats bracht dit verhuisthema in beeld in zijn tekening voor de maand mei. Hij koos echter voor een verhuizing met paard en wagen in een rustiger omgeving ergens buiten de stad.</p> <p>Jan, de vader van Casper Luyken, bracht voor zijn boek <em>De Bykorf des Gemoeds</em> (1711) ook een verhuizing in beeld. Hier verlaat de familie het huis. De inboedel staat al opgestapeld in de schuit. Mogelijk is dit een familie, die de zomer in haar buitenhuis gaat doorbrengen. In het stichtelijke motto boven de prent leert Jan Luyken ons, dat we al onze schatten in ons hart dragen; met andere woorden het gaat in het leven niet om het uiterlijk vertoon.</p> <p><!-- z-media 55147 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> https://hart.amsterdam/rsc/54795 2020-04-01T16:28:41+02:00 2016-04-04T14:12:00+02:00 Nel Klaversma https://hart.amsterdam/rsc/3278 April Als je erop let, zie je de vogels elkaar nu volop het hof maken. Na de donkere en koude wintermaanden krijgen niet alleen de vogels, maar ook de mensen steeds meer interesse voor hun letterlijk opbloeiende omgeving en zeker ook voor hun medemensen. <p><strong>Grasmaand</strong></p> <p>De maand april, ontleent zijn naam aan het Latijnse woord ‘aperire’, wat ‘openen’ betekent. Dit verwijst naar het seizoen waarin de bomen en bloemen tot bloei komen en zich weer openen. Het is niet voor niets, dat deze maand van oudsher ook wel grasmaand of kiemmaand wordt genoemd. April is deze keer dus niet vernoemd naar een Romeinse godheid, zoals dat bij de drie voorafgaande maanden wel het geval is. Wél was deze maand in de Romeinse tijd gewijd aan Venus, de godin van de liefde. Ter ere van haar vonden er in deze maand grote feesten plaats.</p> <p><!-- z-media 54796 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><strong>Serenade</strong></p> <p>De ontluikende liefde is ook het thema, dat Casper Luyken voor zijn maandprent April gekozen heeft. Heel romantisch brengt een charmant geklede man onder het raam van zijn geliefde een serenade aan haar. Volgens het gedicht onder de prent kan de man in deze lieflijke nacht niet slapen en daarom verstoort hij haar rust met zijn muziek. Hij zal dit dagelijks voor haar blijven doen, totdat zij in het ‘verenveld’ oftewel in bed genoeglijk samen zullen zijn.</p> <p>De verliefde jongeman begeleidt zichzelf op een speciale luit, een aartsluit zo te zien. Deze heeft niet, zoals een gewone luit, een achterover geknikte knoppenkast. De muzikant, uit het welbekende ‘beroepen’-boek <em>Het Menselyk Bedryf</em> (1694) van Jan en Casper Luyken, bespeelt wel een gewone luit.</p> <p><!-- z-media 54803 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p>Het sterrenbeeld, dat in dit geval de stier zou moeten zijn en dat Casper Luyken bij de meeste maandprenten in een van de bovenhoeken heeft geplaatst, ontbreekt hier.</p> <p><!-- z-media 54798 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><strong>Aprilgrappen</strong></p> <p>De uitbeelding van de maand April door Cornelis Troost daarentegen is verbonden met de traditionele voor-de-gek-houderij op 1 april. De twee jongens hebben reuze lol. De één wijst op de vrouw die bij de boom staat te plassen. Iemand heeft een kruis op haar rug getekend. De andere jongen plast met een boogje in de mand van de op dat moment weerloze vrouw. De vrouw rechts heeft zonder het te merken een briefje met een ongetwijfeld spottende tekst op haar jak gespeld gekregen. En doet de pruikenmaker met de boosaardige grijns ook aan 1 april door een knecht de verkeerde de kant op te sturen? </p> <p> </p> https://hart.amsterdam/rsc/54197 2016-07-02T11:29:28+02:00 2016-03-01T14:30:00+01:00 Nel Klaversma https://hart.amsterdam/rsc/3278 #020today: Maart Maart was volgens de Romeinse kalender de eerste maand van het jaar. De antieke jaartelling kende maar tien maanden. December, de tiende maand, werd gevolgd door een naamloze winterperiode. Maart ontleent zijn naam aan de Romeinse god Mars, oorspronkelijk de god van de lente, die de winter verjaagt; dat hij vooral bekend is als de god van de oorlog valt te verklaren uit het feit dat na de koude winter de strijd weer hervat kon worden. <p> </p> <p><strong>Mythologie</strong></p> <p>Voor de uitbeelding van de maand maart heeft Casper Luyken (1672-1708) de verdrijving van de winter als onderwerp gekozen. Het ijs is weg; er kan weer volop vis gevangen worden. Zoals de eerste regel van het onderstaande gedicht luidt heeft de Ram, ‘het versperde water weer geopend’. Het sterrenbeeld ‘Ram’ wordt in de rechterbovenhoek afgebeeld. Dit hemellichaam wordt al vanaf de Klassieke Oudheid geassocieerd met het begin van de lente. De Ram heeft overigens niets met de oorlogsgod Mars te maken, hoewel oorlogstermen als  ‘stormram’ en ‘rammen’ dat wellicht wel doen vermoeden. Het sterrenbeeld Ram is ontleend aan het verhaal over het <a href="https://nl.wikipedia.org/wiki/Gulden_vlies_(mythologie)">Gulden Vlies</a> uit de Griekse mythologie. Na aan Zeus te zijn geofferd, wordt de Ram door Zeus als sterrenbeeld aan de hemel geplaatst. Aan de god Mars zijn andere dieren gewijd: de wolf, het paard en de specht.</p> <p><!-- z-media 54200 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><strong>Tuinieren</strong></p> <p>Hoewel het begin van maart nog erg koud kan zijn, is de echt strenge vorst toch wel verdwenen. De temperatuur gaat langzamerhand stijgen en de natuur ontwaakt uit haar winterslaap. Tuinen worden op orde gemaakt. Het wordt weer tijd voor het planten van nieuwe gewassen en bomen. Typische bezigheden voor de maand maart, zoals de tekening van Cornelis Troost (1696-1750) laat zien: de heer des huizes staat met zijn vrouw en dochtertje toe te kijken hoe twee mannen bezig zijn een nieuwe boom te planten, nadat de oude is geveld.</p> <p> </p> <p><!-- z-media 54201 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><strong>Maart roert zijn staart</strong></p> <p>De maand maart wordt over het algemeen ook gekenmerkt door wisselvallig en vaak onverwacht onstuimig weer met natte sneeuw, hagel en onweer. Men spreekt tenslotte niet voor niets over ‘maartse buien die beduien, dat de zomer aan komt kruien’ en van ‘maart roert zijn staart’. Pieter Schenk (1693-1775) koos dit onderwerp voor zijn maandprent. De Latijnse spreuk van de vierde-eeuwse dichter Ausonius verwijst conform de Romeinse kalender naar het begin van het nieuwe jaar.</p> https://hart.amsterdam/rsc/53373 2018-02-19T13:29:20+01:00 2016-01-05T13:29:00+01:00 Nel Klaversma https://hart.amsterdam/rsc/3278 #020today: Januari IJsmaand IJsmaand is één van de bijnamen van januari, maar hoe lang zal dat nog echt zo zijn? Momenteel is het in ons land veel te zacht voor de tijd van het jaar. Wij hebben net de zachtste decembermaand aller tijden beleefd. Natuurijs is nog ver te zoeken tot groot verdriet van de vele liefhebbers van lange schaatstochten. Deze eerste week van 2016 hoeven de schaatsen zeker nog niet uit het vet gehaald te worden. In vroeger eeuwen was dat wel anders, als we de afbeelding op deze Januariprent van Casper Luyken mogen geloven. <p><!-- z-media 53374 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><strong>‘Leerzame’ prentenreeksen</strong></p> <p>In de zestiende en zeventiende eeuw waren zogenaamde ‘leerzame’ prentenreeksen, die begrippen als de vier jaargetijden, de twaalf maanden of de zeven deugden verbeeldden, buitengewoon populair. Menig prentuitgever zorgde er dan ook wel voor, dat hij één of meerdere van deze series in zijn fonds opnam. Ook deze Januariprent maakt deel uit van zo’n serie van twaalf maandprenten, die Casper Luyken rond 1700 voor zijn toenmalige werkgever Christoph Weigel in Neurenberg etste.</p> <p><strong>‘Afgeset’</strong></p> <p>De prent is daarna met de hand ingekleurd door een professionele inkleurder oftewel ‘afsetter’, zoals men hen toen noemde. Wie de prent ingekleurd heeft, is -zoals bijna altijd- niet bekend. Meestal signeerden inkleurders van prenten en kaarten hun werk niet. De Amsterdamse meesterafzetter Dirk Jansz. van Santen (1637–1708) deed dit vaak wel. De aan hem gewijde <a title="tentoonstelling" href="http://bijzonderecollecties.uva.nl/nieuws-agenda/tentoonstelling/van-santen.html ">tentoonstelling</a> ‘Op zoek naar Van Santen &amp; de kleuren van de Gouden Eeuw’ laat zien, dat hij met recht tijdens zijn leven al internationale roem genoot (Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam, t/m 14 februari 2016).</p> <p> <!-- z-media 53376 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><strong>Tijd om te schaatsen</strong></p> <p>In januari lag door de vrieskou het werk op het land grotendeels stil. Er was dus volop tijd om te schaatsen. Massaal bond men de ijzers onder en ging het ijs op, zoals we op menig wintergezicht kunnen zie<br />n. Het ijs was dan dé ontmoetingsplek bij uitstek en niet zelden sprong daar een liefdesvonk over, zoals ook bij dit schaatsend paar, dat -volgens het eronder staande gedicht- door de opwinding bijna vleugels leek te hebben gekregen.</p> <p><!-- z-media 53398 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> https://hart.amsterdam/rsc/52872 2016-07-02T11:31:16+02:00 2015-12-01T11:09:00+01:00 Nel Klaversma https://hart.amsterdam/rsc/3278 #020today: December December ontleent zijn naam ‘tiende maand’ aan de oorspronkelijke Romeinse kalender; het Latijnse woord ‘decem’ betekent namelijk tien. Volgens deze kalender liep het jaar van maart tot en met december, gevolgd door een naamloze winterperiode. <p><!-- z-media 52873 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><strong>Wintermaand</strong></p> <p>December wordt ook wel wintermaand of donkere maand genoemd. De winter begint immers op 21 december, de kortste dag van het jaar. Je zou daarom verwachten, dat de maand december vooral verbeeld zou worden als ijs- of wintergezicht. Dit is veelal ook het geval. Voorbeelden hiervan zijn de hier afgebeelde tekening van Jacob Cats (1741-1799) en een prent uitgegeven door Pieter Schenck (1660-1718), beide aanwezig in de collectie van het Amsterdam Museum.</p> <p>Daarnaast waren seizoenswerkzaamheden een veel gebruikt onderwerp voor het verbeelden van maanden. Hiervoor koos Casper Luyken (1672-1708) bij het in beeld brengen van de twaalf maanden.</p> <p><strong>Kerstfeestmaal</strong></p> <p>De door hem gekozen voorstelling lijkt echter beter te passen bij de slachtmaand november, omdat vooral in deze maand op boerderijen varkens geslacht werden als voedselvoorraad voor de komende winter. Maar blijkbaar gingen deze werkzaamheden in december nog door, want er zijn diverse afbeeldingen van de maand december bekend, waarop het slachten van varkens in beeld is gebracht.</p> <p><!-- z-media 52874 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p>Misschien wel omdat de Kerstdagen voor de deur stonden, zodat dan meteen een kerstfeestmaal kon worden bereid van de organen en andere stukken vlees, die niet lang bewaard konden worden. Het overige vlees werd zodanig geconserveerd, dat de boer er met zijn gezin de hele winter van kon eten.</p> <p><strong>Sterrenbeeld ‘Steenbok’</strong></p> <p>In bijna alle maandprenten van Casper Luyken staat in een van de bovenhoeken het sterrenbeeld afgebeeld, dat in die maand begint. Hier is dat de steenbok, waarnaar ook in het rijmpje onder de prent verwezen wordt: ‘Aan de hemel heerst de bok; hier gaat het om de varkens…’.</p> <p><!-- z-media 52875 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> https://hart.amsterdam/rsc/52471 2016-07-02T11:32:04+02:00 2015-11-02T11:32:00+01:00 Nel Klaversma https://hart.amsterdam/rsc/3278 #020today: November November ontleent zijn naam ‘negende maand’ aan de vroegere Romeinse kalender, die van maart tot maart liep. Het Latijnse woord ‘novem’ betekent namelijk negen. Daarnaast heeft november nog veel bijnamen, die deze maand kenmerken: slachtmaand, bloedmaand, nevelmaand, jachtmaand, loefmaand, zieltjesmaand en nog meer. <p><strong>Slachtmaand</strong></p> <p>Hiervan is slachtmaand de meest gebruikelijke bijnaam, omdat vooral in deze maand op boerderijen vaak een varken geslacht werd als voedselvoorraad voor de komende winter. Dit gebeuren heeft Casper Luyken (1672-1708) in zijn prentenreeks van de twaalf maanden echter bewaard voor de verbeelding van de wintermaand december.</p> <p><strong>Jachtmaand</strong></p> <p>Voor het uitbeelden van november heeft hij de jacht als thema genomen. Als de bomen en de velden leeg zijn, is het namelijk tijd voor het jagersvolk om in actie te komen, volgens het eronder staande gedichtje. In de rechter bovenhoek is de boogschutter afgebeeld, het sterrenbeeld dat in november begint. <!-- z-media 52473 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><strong>Groot wild</strong></p> <p>In het algemeen loopt het jachtseizoen van ongeveer half augustus tot eind januari. Echter de periode, waarin op bepaalde wildsoorten gejaagd mag worden, is tegenwoordig wettelijk bepaald. Vroeger werd deze periode meer traditioneel vastgesteld. De buit van de jager op de prent laat zien, dat in november vooral gejaagd werd op groot wild als herten en zwijnen en op gevogelte als fazanten en patrijzen.</p> https://hart.amsterdam/rsc/51639 2018-09-01T14:14:16+02:00 2015-09-08T13:18:00+02:00 Nel Klaversma https://hart.amsterdam/rsc/3278 September Het is september, herfstmaand en maand van de fruitoogst. In vroeger eeuwen was september ook de maand van de vogelvangst. De vogeltrek komt dan op gang en de eerste najaarstrekvinken of ‘Septembertjes’ verschijnen; de hoogste tijd dus om ‘op het vinkentouw te gaan zitten’, zoals de zittende man op deze maandprent uit ca 1700 van Casper Luyken.<br /> <p><!-- z-media 51642 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p>Precies volgens de huidige betekenis van deze nog steeds gebruikte uitdrukking, zit die man, loerend door een gat in de schutting, ongeduldig en gespannen te wachten op het moment dat er voldoende vogels op de netten zijn neergestreken en hij deze kan dichtslaan door aan de daaraan verbonden touwen te trekken.</p> <p><strong>Vinkentouw en hofkapel</strong></p> <p>De staande man wordt volgens het eronder staande gedicht wijzer geacht. Hij luistert liever naar de ‘hofkapel van de lucht’, bestaande uit de zoete wijsjes van de mezen en het slaan van de nachtegaal, in plaats van deze vogels te vangen.</p> <p><!-- z-media 51643 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} -->Tot ver in de negentiende eeuw was de vogelvangst een algemeen aanvaarde vorm van tijdverdrijf en werd in Nederland pas in 1912 verboden. Vogels werden niet alleen gevangen om op te eten. Ook dienden ze wel als versiering op dameshoeden.</p> <p><strong>Blinde vink en schitteroogjes</strong></p> <p>Vinken werden meestal om hun mooie zang in een kooi gehouden. Daarbij werden zij vaak blind gemaakt, zodat ze dan –niet afgeleid door het zien van soortgenoten- nog mooier zouden zingen. Dit gruwelijke gebeuren bracht de kinderboekenschrijver W.G. van de Hulst ertoe om in 1911 het boekje ‘Om twee schitteroogjes’ te schrijven. Het loopt gelukkig nog net op tijd goed af voor het vinkje. Gaf het boekje misschien mede de doorslag voor het verbod?</p> <p><!-- z-media 51641 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> https://hart.amsterdam/rsc/20456 2018-02-15T14:37:32+01:00 2012-10-11T14:53:00+02:00 Frans Oehlen https://hart.amsterdam/rsc/409 #020today: Nel Klaversma Deze week heeft het Amsterdam Museum na 37½ jaar afscheid genomen van een bijzonder toegewijd collega, Nel Klaversma: bibliothecaris, hoofd bibliotheek, conservator oude boeken, documentalist en Luyken-expert. Haar pensionering valt toevallig samen met het Luyken-jaar, waarin het 350ste sterfjaar van Jan Luyken wordt herdacht. <p>Via gevarieerde activiteiten is het werk van Jan (1649-1712) en zoon Casper (1672-1708) Luyken onder de aandacht gebracht, waarbij ons museum – in het bezit van de grootste ‘collectie Luyken’ ter wereld - een belangrijke rol speelde, met Nel als centrale spil. Zo kwam er de themawebsite <a href="http://hart.amsterdammuseum.nl/nl/id/9102"><em>In het teken van Luyken – 300 jaar vakmanschap en inspiratie</em></a>, de tentoonstelling <a href="http://www.amsterdammuseum.nl/tentoonstelling/museumklas-ambachten"><em>Museumklas: Ambachten</em></a> waarin modestudenten zich in hun creaties lieten inspireren door het werk van Luyken (nog tot 1 december 2012 te zien in de ‘wezenkastjes’) en er verscheen een bijzonder boek: <a href="http://pharosuitgevers.nl/index_bestanden/Page1704.htm"><em>Menselijk Bedrijf. Van werkplaats tot eeuwigheid</em></a> door Bert Jurling, met bijdragen van Nel.</p> <p>De titel van dit boek verwijst naar het fameuze werk van vader en zoon Luyken uit 1694: <em>Het Menselyk Bedryf</em> met als onderschrift: <em>Vertoond in 100 Verbeeldingen: Ambachten, Konsten, Hanteeringen en Bedryven; met Versen.</em> Van de veelvuldig gereproduceerde prenten van ambachten kies ik hier voor een metier, waarin Nel zich aanstonds verder gaat bekwamen, dat van boekbinder.</p> <p>In het boek van Bert Jurling heeft hij -aldus de flaptekst- &quot;… de oorspronkelijke gedichten voorzien van een fijnzinnige hertaling die een hedendaagse toegang geeft tot de verborgen boodschap achter elk ambacht. De combinatie van ambacht, afbeelding en levensles heeft nog niets van zijn aantrekkingskracht verloren.&quot; Zijn interpretatie bij de boekbinder luidt als volgt:</p> <p>Van de wieg tot aan het graf<br /> Zoekt de mens naar zijn geluk.<br /> We struinen de hele wereld af.<br /> Ach, wat maken we ons druk.<br /> Beter was ons heil te zoeken<br /> Dichtbij huis, en in de boeken.</p> <p>Het voorafgaande heeft slechts betrekking op één prent van Luyken. Hoe onuitputtelijk is dit oeuvre – als iemand dit kan onderschrijven dan is dat wel… Nel – bedankt voor je deskundigheid én collegialiteit.</p> <p>Lees <a title="Beeldcollectie" href="http://hdl.handle.net/11259/collection.2468">hier</a> voor meer informatie over dit object.</p> https://hart.amsterdam/rsc/19680 2015-03-24T18:00:48+01:00 2012-09-03T12:40:20+02:00 Nel Klaversma https://hart.amsterdam/rsc/3278 #020today: Naar school! Vandaag beginnen in Amsterdam de scholen weer. Voor de allerkleinsten is het de eerste keer en dus een beetje eng. Zij worden tegenwoordig dan ook meestal gebracht door hun vader en/of moeder. In vroeger eeuwen ging dat anders… <p>Op deze prent met de titel <em>Het Kindje gaat school</em> gaat het kind ook voor de eerste keer naar school, maar moeder gaat niet mee. Het kind verlaat schoorvoetend het huis en moeder wijst alleen maar waar het heen moet: naar de school, die om de hoek ligt. Aan de arm van het kind bengelt een abc-leesplankje om te leren lezen.</p> <p>Deze prent staat in het boek <em>‘s Menschen Begin, Midden en Einde uit 1712</em>, dat Jan Luyken schreef en illustreerde voor zijn gelijknamige kleinzoon. In dit emblemataboek worden alle belangrijke episodes uit een mensenleven - van geboorte tot en met sterven – aan de hand van emblemen belicht. Een embleem is een prent met een daarboven geplaatst motto en een verklarend onderschrift, waarin een bepaalde levenswijsheid tot uitdrukking wordt gebracht.</p> <p>Klik <a href="http://collectie.amsterdammuseum.nl/dispatcher.aspx?action=search&amp;database=ChoiceCollect&amp;search=priref=38">hier</a> voor meer informatie over dit object.</p> https://hart.amsterdam/rsc/10412 2015-03-26T17:09:36+01:00 2012-05-01T13:10:34+02:00 Nel Klaversma https://hart.amsterdam/rsc/3278 #020today: Mei Zoals we vorige maand gezien hebben, maakte men elkaar in vroeger tijden in april het hof als opmaat naar de maand mei, die al van oudsher in het teken van de liefde staat. Op 1 mei barstten de talrijke meifeesten los met de liefde als centraal thema. Deuren van huizen en kerken werden versierd met jonge twijgen. Vrouwen vlechtten bloemenkransen. Overal zag men liefkozende paartjes, varend in met twijgen versierde bootjes, fraai uitgedost wandelend in een park of zittend in het gras. <p>De maand mei is nu eens niet vernoemd naar een Romeinse godin, maar naar de Griekse godin Maia. Deze naam betekende oorspronkelijk ‘moeder’ en later ‘vroedvrouw’. Wel identificeerden de Romeinen later hun aardgodin Bona Dea [= de Goede Godin], wier feest ze altijd op 1 mei vierden, met deze Griekse moedergodin. Zij vereerden haar als de godin die de natuur zou laten groeien en bloeien en vernoemden de meimaand naar haar: Maius in het Latijn. Dit verklaart waarom de maand mei ook wel bekend staat onder de bijnaam ‘bloeimaand’.</p> <p>Casper Luyken koos voor zijn maandprent <em>Maius</em> voor het thema liefde. De vrouw probeert met een door haar gevlochten bloemenkrans de man te verleiden. De hele wereld geeft zich immers in deze maand over aan paringsdrift, aldus het gedicht onder de prent. Kijk maar naar de kip achter het tweetal, die zich uitdagend bukt in het zicht van de haan, die in het zand rondscharrelt. Waarom zij dan niet?</p> <p>Klik <a href="http://collectie.amsterdammuseum.nl/dispatcher.aspx?action=search&amp;database=ChoiceCollect&amp;search=priref=54220">hier</a> voor meer informatie over het object.</p> https://hart.amsterdam/rsc/9861 2015-03-26T17:18:52+01:00 2012-04-05T15:01:08+02:00 Nel Klaversma https://hart.amsterdam/rsc/3278 #020today: Luykenjaar Op 5 april luidt het Amsterdam Museum het Luykenjaar in; op deze dag is het 300 jaar geleden dat Jan Luyken in 1712 overleed. Jan Luyken was één van de bekendste boekillustratoren uit de 17de eeuw. Het Amsterdam Museum beheert de grootste collectie ter wereld van zijn werk en dat van zijn zoon en leerling Casper. Daarom brengt het museum Jan Luyken nu onder de aandacht met diverse activiteiten. <p>Jan Luyken werd op 16 april 1649 geboren. Na eerst in de leer te zijn geweest voor het vak van (kunst)schilder, ging hij zich bekwamen in de graveer- en etskunst en werd boekillustrator. Zijn eerste illustraties verschenen in 1677. Al tijdens zijn leven verwierf hij een grote bekendheid. Voor meer dan honderd opdrachtgevers illustreerde hij boeken over de meest uiteenlopende onderwerpen.</p> <p>Jan Luyken was van jongs af aan ook een zeer verdienstelijk dichter. Zijn beide talenten, etsen en dichten, combineerde hij dan ook graag in het toentertijd populaire genre van de embleembundels. Een embleem is een zinnebeeldige prent, voorzien van een motto en een - vaak moraliserend - gedicht. Van Luykens embleembundels is <em>Het Menselyk Bedryf</em> uit 1694 de allerbekendste. In deze bundel heeft Luyken, samen met zoon Casper, honderd beroepen en ambachten uit zijn tijd in beeld gebracht en voorzien van een motto en gedicht. Dit boek is nu als uitgangspunt genomen voor het educatieproject <em>MuseumKlas Ambachten – Jan Luyken inspireert ROCvA fashion-studenten</em>. De resultaten van dit project zijn vanaf 6 april tot najaar 2012 gratis te bezichtigen in de Wezenkastjes op de kleine binnenplaats van het museum.</p> <p>Ook wordt op deze gedenkwaardige dag binnen de blog van het Amsterdam Museum een speciale <a href="http://www.hart.amsterdammuseum.nl/Luyken">themawebsite</a> met allerlei informatie over Jan en Casper Luyken en de Luykenverzameling van het museum gelanceerd. </p> <p>Tot slot verschijnt op deze dag nog een bijzondere heruitgave van Luykens boek onder de titel <em>Menselijk Bedrijf. Van werkplaats tot eeuwigheid</em>. Behalve een hedendaagse hertaling van alle gedichten van Jan Luyken, bevat dit boek een veertigtal foto’s van soortgelijke beroepen in onze tijd en achtergrondinformatie over Jan Luyken en de geschiedenis van <em>Het Menselyk Bedryf</em> door de eeuwen heen.</p> <p>Deze titelprent van de eerste druk van <em>Het Menselyk Bedryf</em> is ontworpen door Jan Luyken en geëtst door zoon Casper.</p> https://hart.amsterdam/rsc/9809 2012-04-22T20:12:46+02:00 2012-04-03T23:26:09+02:00 Hester Gersonius https://hart.amsterdam/rsc/423 Gezicht op de stad Neurenberg <p>Casper Luyken, <em>Gezicht op de stad Neurenberg</em>, 1700, tekening</p> https://hart.amsterdam/rsc/9740 2015-03-26T17:20:32+01:00 2012-04-02T14:41:35+02:00 Nel Klaversma https://hart.amsterdam/rsc/3278 #020today: &#39;Op 1 april ...is een van de vele, bekende uitspraken, die wij bijna allemaal nog wel uit onze geschiedenislessen over de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) kennen. Met die bril wordt niet dat ding op zijn neus bedoeld. Nee, het gaat hier om het Zuid-Hollandse stadje Brielle of Den Briel, zoals het toen heette, dat 350 jaar geleden op 1 april 1572 door de Watergeuzen op de Spanjaarden veroverd werd. <p>Voor het <a href="http://www.historischmuseumdenbriel.nl">Historisch Museum Den Briel</a> is 2012 om een andere reden ook een bijzonder jaar; het viert namelijk zijn honderdste verjaardag. In 1912 opende dit gemeentelijke museum onder de naam ‘Trompmuseum’ zijn deuren in de voormalige stadsgevangenis van Brielle. Na honderd jaar was de vaste presentatie dan ook wel aan een grondige vernieuwing toe, vond de gemeenteraad. Het is een herinrichting rond het thema ‘1 april 1572 in de context van de Tachtigjarige Oorlog’ geworden. Vanaf 1 april 2012 is deze nieuwe vaste presentatie te zien, waarin ook een compleet harnas en wat oude vuur- en slagwapens uit de collectie van het Amsterdam Museum een plek hebben gekregen. Op deze dag vindt in de stad ook de jaarlijkse viering van ‘1 april 1572’ plaats. </p> <p>Op deze prent, die Jan Luyken maakte voor het bekende 4-delige boekwerk van Pieter Chr. Bor, ‘Oorsprongk, Begin, En Vervolgh Der Nederlandsche Oorlogen’ (Amsterdam, 1679-1684), toont de succesvolle verovering van Den Briel door de Watergeuzen, dankzij de aanwezigheid van slechts een handjevol Spanjaarden in plaats van het voltallige Spaanse garnizoen, dat hier normaliter verbleef, maar net nu toevallig afwezig was. </p> <p>Dat Alva op deze manier op 1 april 1572 zijn ‘bril’ (=Brielle) verloor, is echter, in tegenstelling tot wat velen denken, niet de oorsprong van onze 1-aprilgrappen. Die traditie dateert van veel langer geleden én… niet alleen in Nederland. </p> <p>Kijk <a href="http://ahm.adlibsoft.com/dispatcher.aspx?action=search&amp;database=ChoiceCollect&amp;search=priref=56397">hier</a> voor meer informatie over het object</p> https://hart.amsterdam/rsc/9896 2020-03-30T18:33:12+02:00 2012-04-01T14:29:00+02:00 Nel Klaversma https://hart.amsterdam/rsc/3278 #020today: April Als je erop let, zien we de vogels elkaar momenteel volop het hof maken. Na de donkere en koude wintermaanden krijgen niet alleen de vogels, maar ook de mensen steeds meer interesse voor hun letterlijk weer opbloeiende omgeving en zeker ook voor hun medemensen. Het fenomeen ‘rokjesdag’ lijkt daar toch ook min of meer een uiting van te zijn. <p>In tegenstelling tot de drie voorafgaande maanden is april nu eens een keer niet vernoemd naar een Romeinse godheid, maar ontleent de maand zijn naam aan het Latijnse woord ‘aperire’, wat ‘openen’ betekent. Dit verwijst naar het seizoen waarin de bomen en bloemen tot bloei komen ofwel zich weer openen. Wél was de maand april in de Romeinse tijd gewijd aan Venus, de godin van de liefde. Ter ere van haar vonden er toen grote feesten in deze maand plaats.Ook Casper Luyken heeft de ontluikende liefde als thema voor zijn maandprent gekozen. Heel romantisch brengt een man, die in deze lieflijke nacht niet slapen kan, onder het raam van zijn geliefde een muzikale serenade aan haar. Volgens het eronder staande gedicht zal hij dit dagelijks voor haar deur blijven doen, totdat zij in het ‘verenveld’ ofwel in bed genoeglijk samen zullen zijn. Het sterrenbeeld van de stier ontbreekt in een van de bovenhoeken op deze prent.</p> <p>Klik <a href="http://collectie.amsterdammuseum.nl/dispatcher.aspx?action=search&amp;database=ChoiceCollect&amp;search=priref=54219">hier</a> voor meer informatie over het object.</p> https://hart.amsterdam/rsc/8265 2015-03-26T17:29:52+01:00 2012-03-01T11:47:48+01:00 Nel Klaversma https://hart.amsterdam/rsc/3278 #020today: Maart Hoewel het begin maart nog erg koud kan zijn, is het ijs toch meestal wel verdwenen. De maand wordt over het algemeen gekenmerkt door wisselvallig en vaak onverwacht onstuimig weer. Men spreekt tenslotte niet voor niets over ‘maartse buien’ en van ‘maart roert zijn staart’. Maar de temperatuur gaat ook langzamerhand weer stijgen, waardoor de natuur als het ware uit zijn winterslaap ontwaakt. <p>Maart was de eerste maand in de Romeinse kalender, die maar tien maanden per jaar kende. December, de tiende maand, werd namelijk gevolgd door een naamloze winterperiode.<br /> De maand Maart ontleent zijn naam aan de Romeinse god Mars, oorspronkelijk de god van de lente, die de winter bestrijdt; vandaar dat hij van oudsher vooral ook als de god van de oorlog beschouwd wordt. Voor de uitbeelding van de maand Maart in deze prent heeft Casper Luyken echter duidelijk voor de verdrijving van de winter als onderwerp gekozen. Het ijs is weg, waardoor er weer volop vis gevangen kan worden. De Ram, het sterrenbeeld dat in de rechterbovenhoek staat, heeft namelijk ‘het versperde water weer geopend’, zoals de eerste regel van het eronder staande gedicht luidt.<br /> Dit sterrenbeeld heeft trouwens niks met de oorlogsgod Mars te maken, hoewel dat misschien wel goed bij hem zou passen, als men denkt aan woorden als ‘stormram’ en ‘rammen’. Het sterrenbeeld Ram is ontleend aan het verhaal over het Gulden Vlies uit de Griekse mythologie. Na aan Zeus te zijn geofferd, wordt de Ram, een van de hoofdfiguren uit dit verhaal, door Zeus als sterrenbeeld aan de hemel geplaatst. Aan de god Mars zijn andere dieren gewijd: de wolf, het paard en de specht.</p> <p>Kijk <a href="http://ahm.adlibsoft.com/dispatcher.aspx?action=search&amp;database=ChoiceCollect&amp;search=priref=53858">hier</a> voor meer informatie</p> https://hart.amsterdam/rsc/8050 2015-03-26T17:32:39+01:00 2012-02-21T13:00:09+01:00 Nel Klaversma https://hart.amsterdam/rsc/3278 #020today: Moedertaaldag Sinds 2000 is 21 februari op initiatief van de UNESCO de dag waarop jaarlijks Internationale Moedertaaldag wordt gevierd, met activiteiten die in het teken staan van taalkundige en culturele diversiteit. Aanleiding om deze datum hiervoor te kiezen, zijn de rellen in 1952 waarbij op deze dag diverse studenten omkwamen tijdens demonstraties om het Bengaals, de zesde taal van de wereld, als officiële taal van Pakistan erkend te krijgen. De wereld telt nu bijna 6000 talen, maar volgens de Bijbel bestond er ooit maar één taal. <p>Alleen Noach en zijn vrouw, hun drie zonen met hun vrouwen en van alle soorten dieren één paar, mannetje en wijfje, overleefden de legendarische zondvloed, waarvan de Bijbel in het eerste boek Genesis verhaalt. Nadat allen de ark, die Noach in opdracht van God ter overleving gebouwd had, verlaten hadden, bestond er op de hele aarde dan ook maar één taal. In plaats van zich volgens Gods wens te verspreiden over de aarde, vestigden Noach en zijn nakomelingen zich allemaal bij elkaar op een vlakte. Overmoedig als zij waren, besloten Noachs nakomelingen hier later een stad genaamd Babel te gaan bouwen met een toren, die tot in de hemel moest reiken.</p> <p>God zag maar één oplossing om de mensen af te brengen van dit hoogmoedige idee, dat ervan uitging dat zij tot alles in staat waren. Hij besloot hun taal te verwarren, waardoor ze elkaar niet meer konden verstaan. Dit goddelijke ingrijpen hielp. Prompt raakten ze met elkaar slaags en gooiden de tafels van de stenenbakkers om. De bouw werd gestaakt. Deze ontwerpschets voor een van de grote Bijbelprenten van Jan Luyken biedt een treffend en dynamisch beeld van deze ingrijpende gebeurtenis uit de Bijbel, die bekend staat als de Babylonische spraakverwarring en waardoor er nu bijna 6000 talen op de wereld gesproken worden.</p> <p>Kijk <a href="http://adlibintern.ahm.lan/(3g1wdm45vkykvh55ezbcg1uj)/detail.aspx">hier</a> voor meer informatie over het object</p>