Drieluik met Pompeius Occo en zijn vrouw Gerbrich Claesdr.

Samen met zijn vrouw Gerberich Claesdr (1491-1558) bidt Pompeius Occo tot Maria, moeder van Christus. In hun gebed worden zij gesteund door Sint Sebastiaan, met pijl en boog, en Maria Magdalena, met de zalfpot. Maria en het Christuskind verschijnen aan Occo en zijn vrouw als in een hemels visioen. Op de achtergrond zijn de Kindermoord en de Vlucht naar Egypte weergegeven. Het berglandschap verbindt de drie luiken tot één geheel. Met deze opdracht aan Jacob bekrachtigde Occo zijn nieuwe status als inwoner van Amsterdam.