Allegorie op de Verzorging in het Oude Mannen- en Vrouwengasthuis

In deze allegorische voorstelling wordt de goede verzorging in het tehuis gesymboliseerd door de Economia, de vrouw in het midden. Zij is voorzien van passer, staf, roer en olijfkrans. Links dienen ouden van dagen zich ter verzorging aan. Na hun liefdevolle opname (midden) belanden zij in het Oudemannen- en -vrouwengasthuis (rechts). Schuin achter de Economia staat de Hoop in Nood, met een planetarium op het hoofd. De gevleugelde figuur links is Saturnus. Deze god symboliseert de ouderdom. De bewoners van het Oudemannen- en - vrouwengasthuis moesten tot de Hervormde gemeente behoren, vijftien jaar in de stad wonen en tien gulden aan het tehuis betalen. In 1757 kreeg de instelling een nieuw gebouw, dat tegenwoordig wordt gebruikt door de Universiteit van Amsterdam.