Schuttingproject Waterlooplein

Van 1983 tot 1985 stond op het Waterlooplein een 60 meter lange schutting beschilderd door Hugo Kaagman. Daar werd in die jaren de Stopera gebouwd. Het werk is gemaakt in opdracht van wijkcentrum d’Oude Stadt. De schildering is een groot beeldverhaal met Kaagman’s visie op de stad en de wereld. Zes panelen zijn, nadat de schutting werd afgebroken, gekocht door het Amsterdam Museum. Ze geven een mooi tijdsbeeld van de vroege jaren tachtig, niet lang na de Geen Woning Geen Kroning inhuldiging van Koningin Beatrix. Het was rumoerig in de stad, de kraakbeweging roerde zich. Het was de tijd van het doemdenken en de angst voor kernwapens. Onder de Oostlijn van de metro waren (atoom)schuilkelders gebouwd. Zowel het woord schuilkelders als de paddenstoelwolk van een atoombom zijn te zien op de schutting van Kaagman. De gevreesde wolk rijst op boven de torens van de Mozes en Aäronkerk en het Paleis op de Dam. De voorstelling is gemaakt met stencils en airbrush-techniek. Met de stencils maakt Kaagman repeterende patronen zoals het patroon in de lucht, maar ook de ratten en de ‘kantoorslaven’ die elke ochtend naar hun werk gaan. De ratten hebben te maken met het riool, ondergronds net als de metro, maar ook met de Punkbeweging waar Kaagman een belangrijke rol in speelde. Veel punks liepen met een ratje op hun schouder rond. In de jaren dat de schutting op het Waterlooplein stond, werden er met viltstift en verf veel graffitinamen aan toegevoegd. Voor conservator Carry van Lakerveld was de aanwezigheid van deze extra graffiti-laag een reden om juist deze panelen te verwerven voor de stadscollectie. gebaseerd op gesprek met Hugo Kaagman, september 2015