Zotonic - Atom Feed Module 2024-03-28T16:31:44+01:00 https://hart.amsterdam/nl/ Hart Amsterdammuseum https://hart.amsterdam/rsc/463610 2018-05-24T12:30:27+02:00 2018-05-24T12:00:00+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 VAN ONS in Maastricht Meteen bij binnenkomst valt mijn oog op de gele zegelringen die in de vitrine liggen onder de balie waar de toegangskaartjes worden verkocht voor de tentoonstelling Ted. Links van de balie draait het filmpje dat is opgenomen toen eind 2011 een kunstwerk bestaande uit tweeduizend van deze ringen is gemonteerd in het nieuwe Collectiecentrum van het Amsterdam Museum. De knalgele sieraden vormen de tekst VAN ONS net als het opschrift van de zegelringen. <p><!-- z-media 463641 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p>Noten reageerde met zijn ontwerp op de fundamentele gedachte achter het nieuwe depotgebouw, waar het Amsterdam Museum de historische collectie van de stad bewaart en onderhoudt. Het gaat om ongeveer 100.000 voorwerpen: schilderijen, tekeningen, prenten, sculpturen, gebruiksvoorwerpen, kledingstukken en sieraden. Een belangrijke (kunst) historische verzameling die in feite niet het bezit is van het museum maar van de stedelijke gemeenschap, van de Amsterdammers. Hoewel het onmogelijk is om het gebouw volledig open te stellen, is het museum ervan doordrongen dat de schatkamer een publieke rol kan spelen. De kluis moet af en toe minstens op een kier worden geopend om te laten zien dat die enorme collectie daadwerkelijk VAN ONS is. Daarom worden alle mensen die met de collectie aan het werk gaan – onderzoekers, vrijwilligers, restauratoren, kunstenaars, stagiaires – uitgenodigd om een ring aan hun vinger te schuiven. Zo vinden de ringen als een vriendelijk virus hun weg door de stad en door het land, zelfs tot in het museum in Maastricht. De vrijwilliger, die mij daar ontvangt, draagt de gele zegelring zodat ze herkenbaar is als gastvrouw van het Museum aan het Vrijthof.</p> <p><!-- z-media 463646 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <h3>Survival of the Crafts(wo)man</h3> <p>Vriendelijk begeleidt ze mij naar de entree van de tentoonstelling, de <em>Waiting Room</em> waar de bezoeker even rustig kan gaan zitten om zich voor te bereiden op de rondgang door het creatieve brein van kunstenaar Ted Noten. De verschillende kabinetten en stijlkamers, die karakteristiek zijn voor het Museum aan het Vrijthof, lenen zich goed om telkens een ander aspect van zijn artistieke talent te tonen. De vertrekken dragen intrigerende benamingen als <em>Micromania, Radiation Invasion, Garden of Earthly Delights. </em>Onder de titel <em>Survival of the Crafts(wo)man</em> worden objecten getoond die deel uit maken van de <em>7 Necessities</em>, handige gereedschappen waarmee de moderne vrouw het leven naar haar hand kan zetten. Zo is er de chatelaine, van oudsher een <span>gordel die om de middel werd gedragen en waar diverse gebruiksvoorwerpen aan hingen. Geheel in de stijl van Noten zijn het onmiskenbaar hedendaagse items waar een vrouw om verlegen kan zitten, zoals de credit card waaier, een lipstick  en ook een instrument om staande te urineren.</span></p> <p><span><!-- z-media 463625 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></span></p> <p>De sieraden, tassen en rolkoffers geven een geestig commentaar op het dagelijks leven van de moderne mens. Tegelijkertijd zijn de objecten van een grote schoonheid en technische perfectie waar zowel de kennis van moderne technieken als de beheersing van het eeuwenoude ambacht van de edelsmid uit spreekt. De tentoonstelling <strong><em>Ted</em></strong> is een lust voor het oog en een prikkeling van de zinnen. Na de route door twaalf ‘stijlkamers’ kan de bezoeker even uitblazen in de <em>Recovery Room</em> om dan weer terug te keren naar de minder wonderbaarlijke wereld.</p> <p><!-- z-media 463628 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><!-- z-media 463630 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> https://hart.amsterdam/rsc/454899 2019-01-25T18:34:16+01:00 2018-05-09T10:08:00+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 De tekeningen in de historische collectie van de stad Amsterdam Mede door legaten en schenkingen van genereuze verzamelaars is het tekeningenbezit van de stad Amsterdam uitgegroeid tot een collectie van wereldklasse die circa 6000 bladen telt. Da Vinci, Rubens, Van Dyck, Goltzius en Rembrandt zijn vertegenwoordigd evenals minder bekende meesters. <p><!-- z-media 454910 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><strong>Tekeningencollectie in vogelvlucht</strong></p> <p>De tekeningen zijn sinds 1926 in beheer van het Amsterdam Museum en de buitengewone kunsthistorische betekenis wordt door vaklieden in binnen- en buitenland onderkend. Aan vooraanstaande musea in New York, Wenen, Jeruzalem en Tokyo zijn werken uitgeleend, die zijn opgenomen in belangrijke exposities en catalogi. In het Amsterdams Historisch Museum zijn tussen 1975 en 2000 in het prentenkabinet regelmatig kleine tentoonstellingen georganiseerd en in die periode zijn zes bestandscatalogi verschenen.[i] De serie is echter niet compleet en sinds de expositie De keuze van Simon Levie in 2001 zijn er in het Amsterdam Museum geen tekeningen tentoonstellingen meer georganiseerd.[ii]</p> <p><!-- z-media 454905 {"align":"block","size":"small","crop":false,"link":false,"caption":""} --></p> <p><strong>Collectie verhuisd</strong></p> <p>In de aanloop naar de verhuizing van de gehele collectie naar het nieuwe Collectiecentrum zijn in de jaren tussen 2004 en 2010 veel deelcollecties geregistreerd, geconserveerd en gedocumenteerd. Ook voor de tekeningen was een plan opgesteld maar helaas ontbraken tijd en middelen om het uit te voeren. De conservering van de tekeningen is relatief goed maar op het gebied van fotografie, digitale ontsluiting en wetenschappelijk onderzoek is nog heel veel te doen. Het zou recht doen aan deze magnifieke verzameling!</p> <p><strong>Tentoonstelling Geniaal Getekend</strong></p> <p>Gelukkig zijn wij vorig jaar gestart met tekeningententoonstellingen in de kunstkabinetten in het Cromhouthuis. De expositie Geniaal getekend was een selectie van topstukken uit de collectie Fodor, samengesteld door Taco Dibbits, directeur van het Rijksmuseum. Toen hij kunstgeschiedenis studeerde, legde hij zich toe op de tekenkunst en zijn kennis en liefde voor tekeningen spreken duidelijk uit de toelichting die hij gaf in de audiotour bij de geniale tekeningen. (<a rel="noopener noreferrer" href="https://www.cromhouthuis.nl/audiotour-geniaal-getekend" target="_blank">Deze audiotour</a> kunt overigens nog steeds beluisteren via de website van Cromhouthuis).</p> <p>Tijdens de voorbereidende gesprekken ben ik op verschillende manieren geïnspireerd door onze gastconservator. Zo hebben wij naar voorbeeld van de Teekenschool in het Rijksmuseum wekelijks tekenlessen georganiseerd gedurende de tentoonstelling. Dat waren buitengewoon enthousiasmerende bijeenkomsten waarin jonge en oude tekenaars met veel plezier en ijver hun talenten botvierden. Daarnaast bespraken we het idee om de bestudering van de tekeningen uit de stadscollectie nieuw leven in te blazen.</p> <p><!-- z-media 271902 {"align":"block","size":"small","crop":false,"link":false,"caption":""} --></p> <p><strong>Wetenschappelijk onderzoek</strong></p> <p>De bestandscatalogi die in het laatste kwart van de vorige eeuw zijn verschenen omvatten circa 700 tekeningen. In nauwe samenwerking tussen universiteit en museum zijn de boekwerken ontstaan. Simon Levie, de toenmalige directeur van het AHM, en professor Reznicek begonnen begin jaren zeventig. Later waren het studenten en docenten van de Universiteit van Amsterdam die het degelijk kunsthistorisch vakwerk voortzetten. De kennis van toen moet geactualiseerd worden en een groot deel van de 18de-eeuwse tekeningen is niet adequaat beschreven en de 19de- en 20ste-eeuwse bladen zijn nog helemaal niet systematisch bestudeerd. Kortom er ligt een schone taak voor een nieuwe generatie kunstgeschiedenisstudenten.</p> <p><strong>Samenwerkingsverband</strong></p> <p>Eind 2017 ben ik met hoogleraar Frans Grijzenhout, hoofd van de kunsthistorisch faculteit van de UVA, gaan praten over verdere bestudering van de tekeningencollectie. De beraadslagingen zijn inmiddels uitgemond in een praktisch voorstel om vanaf het najaar 2018 met een groep bachelor studenten aan de slag te gaan. Eerst een werkgroep waarin studenten kunstgeschiedenis kennis maken met de collectie tekeningen van het AM, die ze gaan zien in het Collectiecentrum in Amsterdam Noord. Verder zullen ze ook het Rijksprentenkabinet en andere collecties bezoeken.</p> <p>Daarna zal de samenwerking zich ontwikkelen tot een meerjarig project waarbij conservatoren en andere museummedewerkers worden ingezet, evenals docenten van de universiteit en andere externe deskundigen. Judith van Gent en Tom van der Molen zullen de studenten namens het AM begeleiden en Judith Noorman is de verantwoordelijk docent van de UVA. We beginnen met deze werkgroep en in de komende jaren zal het studieprogramma van de kunsthistorische faculteit ruimte bieden om de tekeningencollectie van het AM te bestuderen. Stages, scripties, analoge en digitale publicaties zullen bijdragen aan de wetenschappelijke ontsluiting.</p> <p><!-- z-media 54691 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><strong>Kennisoverdracht</strong></p> <p>De Raad voor Cultuur heeft zich onlangs uitgesproken vóór meer wetenschappelijke studie naar museale collecties. Met de woorden van de raad in het achterhoofd is het heel erg fijn dat we kunnen vieren dat de kennis van de tekeningen van de huidige generatie deskundigen overgedragen zal worden op aanstormende jonge kunsthistorici. En dat zij gezamenlijk gaan zorgen voor de ontsluiting van de tekeningen uit de historische collectie van de stad Amsterdam zodat vakmensen en liefhebbers in de gelegenheid worden gesteld om te genieten van deze magnifieke collectie.</p> <p><strong>Bronnen:</strong></p> <p>[i]</p> <ul> <li>Koevoets, Italië, 15e - 18e eeuw, Amsterdam 1976.  </li> <li>Schapelhouman, Tekeningen van Noord- en Zuidnederlandse kunstenaars geboren vóór 1600,  Amsterdam 1979.</li> <li>Ben Broos, Rembrandt en tekenaars uit zijn omgeving,  Amsterdam 1981.</li> <li>Wiepke Loos, The Fodor Collection : nineteenth-century French drawings and watercolors from Amsterdams Historisch Museum, Hamilton (NY) / Amsterdam 1985. </li> <li>Ben Broos en Marijn Schapelhouman, Nederlandse tekenaars geboren tussen 1600 en 1660, Zwolle 1993. </li> <li>Ingrid Oud en Leonoor van Oosterzee, Nederlandse tekenaars geboren tussen 1660 en 1745,  Zwolle 1999. </li> </ul> <p>[ii]</p> <ul> <li>Norbert Middelkoop heeft in <em>Traces of Genius. Drawings from the Amsterdams Historisch Museum </em>(2003) de geschiedenis van de tekeningencollectie helder beschreven.</li> </ul> https://hart.amsterdam/rsc/351264 2018-12-03T20:57:38+01:00 2017-11-14T08:33:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 La première pensée de la petite Agar Dat schrijft François Joseph Navez (1787-1869) achter op de tekening die hij in 1819 maakt tijdens zijn verblijf in Rome. Het is de eerste schets voor een schilderij dat hij later dat jaar zal maken van Hagar en Ismael in de woestijn. Dit verhaal uit het Oude Testament inspireert hem tot enkele tekeningen en schilderijen die in de loop van de tijd in verschillende particuliere en museale collecties terecht zijn gekomen. <p><!-- z-media 351268 {"align":"left","size":"middle","crop":false,"link":false,"caption":""} --><!-- z-media 351270 {"align":"left","size":"middle","crop":false,"link":false,"caption":""} --></p> <p><em>La première pensée de la petite Agar, 1819- Amsterdam Museum 3762</em></p> <p>De Belgische schilder Navez is in de leer geweest bij de Franse schilder Jacques-Louis David (1748-1825), de beroemde vertegenwoordiger van het classicisme die de laatste jaren van zijn leven in Brussel doorbrengt. In 1817 krijgt Navez een beurs voor een studieverblijf in Rome. Daar schildert hij diverse Bijbelse taferelen. De invloed van zijn leermeester is aan die werken duidelijk af te lezen. Nederland en België vormen in die tijd één koninkrijk en op kunstzinnig gebied bestaan er nauwe banden tussen kunstenaars, tussen verzamelaars maar ook tussen academies en andere kunstinstellingen. Navez wordt directeur van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Brussel, Fodor neemt plaats in het bestuur van de Kunstacademie in Amsterdam. </p> <p><!-- z-media 351271 {"align":"left","size":"middle","crop":false,"link":false,"caption":""} --><!-- z-media 351272 {"align":"left","size":"middle","crop":false,"link":false,"caption":""} --></p> <p><em>Hagar in de woestijn, 1819 - Amsterdam Museum Legaat C.J.Fodor SA 2988</em><br /><em>Hagar en Ismael in de woestijn - Museum voor Schone Kunsten Brussel 144</em></p> <p>Navez ontwikkelt zich tot een succesvol schilder van portretten, historieschilderijen en doeken met mythologische en Bijbelse thema&#39;s. In 1823 portretteert hij koning Willem I en omstreeks dezelfde tijd schildert hij enkele religieuze taferelen voor de Krijtberg, de Amsterdamse Jezuïetenkerk aan het Singel. Zijn Bijbelse taferelen zijn zeer in trek. Zo verkoopt hij één van de voorstellingen van Hagar aan de Nederlandse ambassadeur in Rome. Dit schilderij is nu eigendom van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Brussel. Een kleinere versie komt in bezit van de Nederlandse verzamelaar Roothaan. Uiteindelijk koopt de Amsterdamse verzamelaar Carel Joseph Fodor het schilderij in 1847 op de veiling. Fodor laat zijn kunstverzameling na aan de stad Amsterdam en als Museum Fodor in 1863 als eerste gemeentelijke museum de deuren opent voor het publiek dan is Hagar en Ismael daar ook te zien.</p> <p><!-- z-media 351275 {"align":"left","size":"middle","crop":false,"link":false,"caption":""} --><!-- z-media 351276 {"align":"left","size":"middle","crop":false,"link":false,"caption":""} --></p> <p><em>Zelfportret, 1826 - Museum voor Schone Kunsten Brussel 3790</em><br /><em>Jan Willem Pieneman - Portret Carel Joseph Fodor, 1848 - Amsterdam Museum Legaat C.J.Fodor SA 2065</em></p> <p>Nu – 150 jaar later – heeft een nazaat van Navez een getekende voorstudie voor het schilderij aangeboden aan het Amsterdam Museum. De tekening die slechts 21,5 x 13,5 cm groot is toont duidelijk hoe de kunstenaar te werk is gegaan door met behulp van een ruitverdeling de voorstelling over te brengen op het doek van 76 x 62 cm. Het schilderij, dat al geruime tijd in het depot verblijft, wordt op deze manier in een nieuw perspectief geplaatst. Niet alleen vanuit artistiek oogpunt maar ook historisch gezien geeft het een fraai inkijkje in de interculturele betrekkingen tussen Amsterdam en Brussel in de eerste helft van de negentiende eeuw.</p> <p><!-- z-media 351277 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> https://hart.amsterdam/rsc/328521 2017-10-10T15:42:05+02:00 2017-10-10T09:36:00+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Meer zien door te tekenen #7 Vanuit een vergulde ovale lijst kijkt Jacob de Wit de tekenaars recht aan. Linksboven is een gordijn terzijde geschoven, de lijst steunt op een boek en wordt ondersteund door een putto, waardoor het portret als het ware in het schilderij wordt gepresenteerd. De schildersattributen op de voorgrond verbeelden De Wits professie en geven aan dat hij zich bewust was van zijn status als schilder toen hij zich liet portretteren. Nu is het aan de tekenaars om het portret van De Wit te kopiëren. De een streeft naar gelijkenis, de ander tekent de voorstelling met alle bijbehorende voorwerpen alsof het een beeldverhaal is. <p><!-- z-media 328525 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p>De Amsterdamse kunstenaars Jan Maurits Quinkhard en Jacob de Wit woonden bij elkaar in de buurt, Quinkhard op de Herengracht 183 en De Wit op de Keizersgracht 385. Beiden waren lid van de Academie der Tekenkunst en met een groep collega’s tekenden ze tweemaal per week gezamenlijk naar model. De Wits waardering voor Quinkhards talent als portrettist blijkt uit het feit dat hij zich enkele malen door hem heeft laten schilderen en tekenen.</p> <p><!-- z-media 328526 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} -->Quinkhard heeft ongetwijfeld De Wits beeltenis in de ovaal geschilderd; gezien het schetsmatige karakter van het bijwerk is het goed mogelijk dat dit door De Wit zelf is uitgevoerd. Heel waarschijnlijk heeft het schilderij als voorbeeld gediend voor een prent die werd afgedrukt in <em>De nieuwe schouburg. </em>Dit naslagwerk werd in de jaren 1750-1751 uitgegeven en was bedoeld als een correctie en aanvulling op <em>De Groote Schouburgh</em> <em>der Nederlantsche kunstschilders en schilderessen</em> van Arnold Houbraken, dat dertig jaar eerder was gepubliceerd.</p> <p><!-- z-media 328527 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> https://hart.amsterdam/rsc/319527 2017-10-03T12:12:08+02:00 2017-09-29T09:00:00+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Meer zien door te tekenen #6 De Backers kijken vanuit hun portretlijsten de tekenaars aan. Sommigen zien er een beetje streng uit, anderen hebben een guitige oogopslag. Alle geportretteerden hebben zich mooi uitgedost voordat ze hun pose aannamen voor de schilder. Witte gesteven molensteenkragen boven donkere kledij, maar ook fluwelen gewaden met diep uitgesneden decolletés. Haren in de krul, soms getooid met pruik of hoed; waaiers, handschoenen en sieraden completeren hun tenue. Ze nodigen uit om nagetekend te worden en zo ontstaat een nieuwe portrettengalerij van Amsterdamse regenten: Backers door de ogen van 21ste-eeuwse tekenaars. <p><!-- z-media 319718 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p>De verzameling van de Backer-Stichting is een van de best bewaard gebleven familiecollecties in Nederland. Opeenvolgende generaties hebben opdrachten verstrekt aan kunstschilders zodat een portrettengalerij is ontstaan van een Amsterdams regentengeslacht door de eeuwen heen. Dit erfgoed is in de familie gekoesterd en in 1910 werd besloten om de schilderijen en andere voorwerpen onder te brengen in een stichting. Hiermee was de toekomst van de verzameling verzekerd. In 1954 werd de hele collectie in bruikleen gegeven aan de stad Amsterdam en sindsdien zijn de portretten te zien geweest in Museum Willet-Holhuysen, het huis van het verzamelaarsechtpaar aan de Herengracht 605. Nu siert een deel van de portretten de wanden van het Cromhouthuis en spreken de dames en heren tot de verbeelding van de tekenaars die wekelijks neerstrijken in de kleine salon.</p> <p> <!-- z-media 319719 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p>Voor meer informatie over de Backer Stichting zie <a rel="noopener noreferrer" href="http://www.backercollectie.nl/" target="_blank">http://www.backercollectie.nl/</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/309387 2017-09-27T14:31:11+02:00 2017-09-14T09:03:00+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Meer zien door te tekenen #5 Een groepje heeft zich rondom de vitrine met de zwartgekleurde gipsen beelden geschaard. De tekenaars observeren de donkere gestalten; elegante dames en heren, gekleed in sierlijk gedrapeerde mantels en met fraaie hoeden op het hoofd. Het zijn aantrekkelijke modellen die uitnodigen om getekend te worden, maar technisch is het een flinke uitdaging om die ranke figuren vanuit het zwart tevoorschijn te toveren. Teken je de contouren en vang je de plooien van de kledij in grafische lijnen? Probeer je de vormen te modelleren door arceringen aan te brengen? Of zet je de zwarte gestalten eerst zwaar op papier en breng je daarna lichte accenten aan met je gummetje? <p><!-- z-media 309407 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p>De zwarte beeldjes – nog geen 60 centimeter hoog – zijn treurbeelden, oftewel pleurants. In de middeleeuwen stonden deze rouwklagers – ook wel huilebalken genoemd – langs de rand van een tombe of sarcofaag opgesteld. De hier tentoongestelde exemplaren zijn negentiende-eeuwse afgietsels van bronzen beelden die omstreeks 1475 in Brussel zijn vervaardigd voor het graf van Isabella de Bourbon. Als vrouw van Karel de Stoute, hertog van Bourgondië, nam Isabella tijdens haar korte leven een vooraanstaande positie in. Ze overleed in 1465 op 29-jarige leeftijd, haar dochter Maria was toen amper acht jaar oud. Tien jaar later liet zij voor haar moeder een praalgraf maken in de Michielsabdij in Antwerpen.</p> <p><!-- z-media 309391 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p>Om de tombe stonden 24 beeldjes van rouwende familieleden en voorouders, die het belang van de Bourgondische dynastie symboliseerden. Slechts tien van deze pleurants zijn bewaard gebleven en worden nu geëxposeerd in het Rijksmuseum. De huid van die bronzen beelden is veel zachter van kleur, niet makkelijker om te tekenen, maar wel met een heel ander karakter dan de zwarte kopieën die in <a href="https://www.cromhouthuis.nl/">het Cromhouthuis</a> model staan voor de tekenaars.</p> <p>De inspanning van de liefhebbers van de tekenkunst is voor een van hen aanleiding om te kiezen voor een heel eigen aanpak: zijn schetsblad biedt ruimte aan de rouwklagers, maar ook aan een van de zwoegende tekenaars.</p> <p><!-- z-media 309393 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> https://hart.amsterdam/rsc/298889 2017-09-27T14:36:16+02:00 2017-09-04T15:00:00+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Meer zien door te tekenen #4 Peinzend kijkt ze naar de feestelijke fruitmand. Hoe krijg je zo&#39;n pronkstuk in de vingers zonder je te verliezen in details, maar wel zó dat het lukt om die zwierige zilveren krullen in lijnen te vangen? Dan zet ze haar potlood op papier en daar gaat ze: mee met de ornamenten die over het blad in haar schetsboek krullen. Tierelantijnen. <p><!-- z-media 298892 {"align":"block","size":"small","crop":false,"link":false,"caption":""} --></p> <p>In het <a href="https://www.cromhouthuis.nl/activiteiten/tekenlessen-door-de-conservator">Cromhouthuis</a> wordt elke woensdag- en vrijdagmiddag getekend. Liefhebbers kiezen objecten om die met vaardige of ongeoefende hand op papier te zetten. Het zilveren tafelstuk, in 1858 vervaardigd door de edelsmid Johann Georg Christopher Meijer, trekt de aandacht, maar wordt door de meeste tekenaars gezien als een te lastig object om na te tekenen.</p> <p><!-- z-media 298894 {"align":"block","size":"small","crop":false,"link":false,"caption":""} --></p> <p><strong>50-jarig huwelijksfeest</strong></p> <p>Isaac Abraham Mendes en Rachel Cohen da Silva Mendes-da Silva kregen het stuk cadeau van hun nakomelingen ter gelegenheid van hun 50-jarige huwelijksfeest. De in het tafelstuk verwerkte rozen verwijzen naar de kinderen van het zilveren bruidspaar, de fuchsia´s naar de kleinkinderen en de aronskelken naar de achterkleinkinderen. De bloemen met een geknakte steel symboliseren familieleden die in 1858 al gestorven waren.</p> <p><!-- z-media 298895 {"align":"block","size":"small","crop":false,"link":false,"caption":""} --></p> <p>Wat je noemt een serieus cadeau, maar ook een fantastisch sierobject dat een enkeling uitdaagt om te zwieren met het potlood.</p> https://hart.amsterdam/rsc/292672 2017-09-27T15:19:01+02:00 2017-08-23T11:18:00+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Meer zien door te tekenen #3 Gebogen over haar schetsboek bestudeert de tekenares aandachtig een duif die neerstrijkt op de balustrade, een duif die halverwege de zeventiende eeuw is geschilderd door Melchior d’Hondecoeter. Ze ziet dat de vogel zijn kop opsteekt boven de wijd uitgespreide vleugels en staart. Wonderlijk, het lijken wel twee vogels. Wat maakt deze gevederde vriend zo vreemd? Heeft de kunstenaar, die toch een hooggekwalificeerde schilder van vogels was, een foutje gemaakt? Of is er iets anders aan de hand? <p><!-- z-media 292674 {"align":"left","size":"middle","crop":false,"link":false,"caption":""} --> <!-- z-media 292676 {"align":"right","size":"middle","crop":false,"link":false,"caption":""} --></p> <p>In het Cromhouthuis wordt elke woensdag- en vrijdagmiddag driftig getekend. De vogels van Hondecoeter zijn gewilde modellen, ze verbeelden de stadsbestuurders die werkzaam waren in het stadhuis dat op de achtergrond is weergegeven. Elke vogel afzonderlijk trekt de aandacht: de wijze uil zittend op een stok, de trotse pauwen en de duif die neerstrijkt op de balustrade. Maar het valt verschillende tekenaars op dat als ze recht voor de duif gaan zitten en hem proberen te tekenen, de anatomie van het beest niet lijkt te kloppen.</p> <p>De verklaring is dat hun standpunt niet overeenkomt met dat van de toeschouwer voor wie Hondecoeter zijn schilderij had bedoeld. Zijn doek was bestemd om op een hoge plek - boven een schoorsteen of boven een deur - geplaatst te worden. Helaas weten we niet wie de opdrachtgever was en op welke plek het schilderij oorspronkelijk is geïnstalleerd, maar zeker is dat Hondecoeter er bij het schilderen rekening mee heeft gehouden dat men de het tafereel van onderaf zou beschouwen. Hij paste zijn perspectief en daarmee ook de anatomie van de duif aan, zodat de vogel als natuurgetrouw zou worden ervaren door de beschouwer die opkeek naar het hooggeplaatste schilderij.</p> <p><!-- z-media 292675 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> https://hart.amsterdam/rsc/285366 2017-08-10T11:30:23+02:00 2017-08-10T17:00:00+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Meer zien door te tekenen #2 Op zijn buik ligt hij te kijken naar het wapentuig. Hij kiest een van de speren, maar heeft bij nader inzien geen zin om alle wapens na te tekenen. Dan valt zijn oog op de hazen die net boven de plint op de museumwand zijn geschilderd. Met vaste hand zet hij ze op papier alsof het stripfiguren zijn en de speren voegt hij alsnog toe. Jacob gaat dus verder dan alleen de museumobjecten na te tekenen, hij maakt zijn eigen compositie. Zo ontstaat een spannend verhaal over twee hazen die elkaar te lijf gaan met speren. <p><!-- z-media 286360 {"align":"left","size":"middle","crop":false,"link":false,"caption":""} --><!-- z-media 285369 {"align":"left","size":"middle","crop":false,"link":false,"caption":""} --></p> <p>In <a href="https://www.cromhouthuis.nl/">het Cromhouthuis</a> wordt met groot enthousiasme getekend. Elke <a href="https://www.cromhouthuis.nl/activiteiten/tekenlessen-door-de-conservator">woensdag- en vrijdagmiddag</a> verzamelt zich een elftal bezoekers in het huis van de verzamelaar. Ze kiezen uit de collecties die daar staan uitgestald een paar objecten die in rap tempo worden nagetekend. In amper anderhalf uur tekent iedere deelnemer minstens drie objecten. De schetsboekjes worden na afloop naast elkaar gelegd en dan wordt zichtbaar dat ieder een eigen manier van tekenen heeft. Zoals elk individu een persoonlijk handschrift heeft, zo heeft ook iedereen een eigen tekenhand. Dat zie je aan de compositie, de lijnvoering en aan de manier waarop met licht en schaduw de vorm tevoorschijn wordt gebracht.</p> <p><!-- z-media 285370 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p>De jonge Jacob gaat nog een stap verder, hij voelt zich zo vrij dat hij zijn eigen verhaal op papier zet. De andere deelnemers kijken  met verbazing en bewondering naar zijn tekening.</p> https://hart.amsterdam/rsc/275630 2017-07-27T10:50:10+02:00 2017-07-26T11:00:00+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Meer zien door te tekenen #1 Met aandacht kijkt de man naar het bronzen nijlpaard, zijn potlood in de aanslag boven het blanco papier van zijn schetsboek. Hij aarzelt; de glooiende buik van het beest is moeilijk ‘te pakken te krijgen’. Maar na een paar voorzichtige lijnen, zet hij het silhouet aan: kop, lijf en poten komen tevoorschijn. Dan begint hij met ferme hand de bolling van buik, rug en billen te arceren en ook de schaduw onder het dier geeft hij met enkele krassen weer. In een paar minuten is het gebeurd, van het oog via de hersenen naar de hand, die het potlood stuurt. Het nijlpaard staat op papier: log, zwaar en aandoenlijk. <p><!-- z-media 275631 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p>Sinds half juli kunnen bezoekers van <a href="https://www.cromhouthuis.nl/">het Cromhouthuis</a> gewapend met potlood en schetsboek tekenen naar voorbeeld. Ze kunnen de kunstwerken natekenen die uitgestald staan in de verschillende kamers, eigenlijk net zoals kunstenaars dat vroeger deden. Tot in de 20<sup>ste</sup> eeuw was dit de gangbare praktijk: academiestudenten, professionele kunstenaars en amateurs bezochten musea en particuliere collecties om daar ter plekke werken van bekende en minder bekende meesters te kopiëren.</p> <p><strong>Tekenvirus</strong></p> <p><!-- z-media 275636 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p>Tegenwoordig neemt de belangstelling voor het tekenen naar de natuur weer toe, niet alleen vanwege behoefte aan praktische training, maar ook omdat het een prettige en rustgevende bezigheid is. De combinatie van stilte en concentratie leidt tot scherper kijken en een rijkere gewaarwording. De eindresultaten van de tekenaars in het Cromhouhuis zijn daar de weerspiegeling van. Hoewel velen beweren “niet te kunnen tekenen” tonen de schetsen het tegendeel. Aan het einde van de tekensessie liggen de schetsboekjes naast elkaar. De diverse zienswijzen en de verschillende manieren van aanpak zijn dan duidelijk waar te nemen, evenals het plezier waarmee men heeft gewerkt. Bij het afscheid blijkt dat het tekenvirus bij velen serieus heeft toegeslagen…..</p> <p>Conservator Gusta Reichwein geeft elke woensdag- en vrijdagmiddag van 14.30 tot 16.00 uur <a href="https://www.cromhouthuis.nl/activiteiten/tekenlessen-door-de-conservator">tekenles in het Cromhouthuis.</a> </p> https://hart.amsterdam/rsc/207692 2017-04-01T17:14:49+02:00 2017-03-17T15:40:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Watteau op reis Musea maken het mogelijk om mooie en interessante tentoonstellingen te maken doordat ze kunstwerken aan elkaar uitlenen. Het Amsterdam Museum geeft jaarlijks vele objecten in bruikleen aan andere musea in Nederland en ver daarbuiten. Zo komen kunstwerken die bewaard worden in het depot onder de aandacht van het publiek. De ‘jonge vrouw die haar mantilla oplicht’ werd begin achttiende eeuw door Antoine Watteau getekend. <p><!-- z-media 207696 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><strong>Een elegante Française op reis naar Teylers Museum</strong></p> <p>Nog geen vijftig jaar later kwam de schets in handen van Carel Joseph Fodor, de Amsterdamse kunstverzamelaar die zijn verzameling schilderijen, tekeningen en prenten aan de stad Amsterdam legateerde. Nu is de tekening te bewonderen in Teylers Museum, dat in samenwerking met het Städel Museum in Frankfurt een grote Watteau-tentoonstelling heeft georganiseerd. Een uitvoerige catalogus plaatst de werken in een nieuwe kunsthistorische context. De vorige keer dat er in Nederland een expositie werd gewijd aan de tekeningen van deze beroemde Franse kunstenaar was in 1935 in Amsterdam, ter gelegenheid van het veertigjarig bestaan van Museum Willet-Holthuysen. Toen stelde Teylers Museum verschillende tekeningen beschikbaar voor die tentoonstelling.</p> <p><!-- z-media 207697 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --><!-- z-media 207699 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --><strong>Een elegante Française in een Amsterdamse collectie</strong></p> <p>Misschien zal de museumbezoeker zich afvragen hoe een tekening van de beroemde Franse kunstenaar Watteau in de Amsterdamse stadscollectie verzeild is geraakt. Wat is de relatie tussen Franse tekenkunst en Amsterdam? Wie was Carel Joseph Fodor? En waarom liet hij zijn huizen en kunstbezit na aan de stad?Carel Fodor groeide op in een kunstminnend milieu. Zijn vader was componist en orkestmeester van Felix Meritis. Behalve een gedeelde culturele interesse beschikten vader en zoon beiden over handelstalent. De Firma A. Fodor &amp; Zoon was een winstgevende steenkolenhandel. Een deel van zijn vermogen besteedde Carel Fodor aan het verzamelen van schilderijen, tekeningen en grafiek, waarbij zijn voorkeur uitging naar tekeningen van oude meesters en eigentijdse schilderkunst.</p> <p><strong>Carel Fodor, Amsterdamse liefhebber van kunst </strong></p> <p>Als bestuurder leverde Carel Fodor een bijdrage aan de bevordering van de beeldende kunst. Vanaf 1849 was hij lid van de Raad van Bestuur van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunst. Hij nam deel aan de organisatie van de Tentoonstellingen van Werken van Levende Meesters, die - net als de &#39;Salons&#39; in Frankrijk - het publiek de gelegenheid boden om kennis te nemen van actuele beeldende kunst uit binnen- en buitenland. Voor de leden van Arti et Amicitiae verzorgde hij kunstbeschouwingen aan de hand van prenten en tekeningen uit zijn eigen collectie.</p> <p><strong>Museum Fodor, Amsterdams platform voor kunst </strong></p> <p>De plannen voor de stichting van een Museum Fodor, die hij al tijdens zijn leven had ontwikkeld, werden na zijn dood gerealiseerd. Hij liet zijn collectie na aan de stad Amsterdam met daarbij een som geld om het pand aan de Keizersgracht te verbouwen tot museum. In 1863 werd Museum Fodor voor het publiek geopend; het werd een van de gemeentelijke musea samen met het Stedelijk Museum (1895), Museum Willet-Holthuysen (1896) het Amsterdams Historisch Museum (1926). Na de Tweede Wereldoorlog  werd het museumgebouw als dependance door het <a href="https://nl.wikipedia.org/wiki/Stedelijk_Museum_(Amsterdam)">Stedelijk Museum</a> in gebruik genomen als platform voor werk van Amsterdamse kunstenaars. Begin jaren negentig werd het museum gesloten, nu is Foam (<a href="https://nl.wikipedia.org/wiki/Foam_Fotografiemuseum_Amsterdam">Fotografiemuseum Amsterdam</a>) gevestigd in het voormalige Museum Fodor. De collectie tekeningen, prenten en schilderijen is in beheer van het <a href="https://nl.wikipedia.org/wiki/Amsterdam_Museum">Amsterdam Museum</a>. In de zomer van 2017 zullen hoogtepunten uit de tekeningencollectie van Carel Joseph Fodor gepresenteerd worden in Het Cromhouthuis, het huis van verzamelaars dat plaats biedt aan bijzondere Amsterdamse verzamelingen.</p> <p><!-- z-media 210092 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --><a href="https://www.teylersmuseum.nl/nl/bezoek-het-museum/wat-is-er-te-zien-en-te-doen/watteau">https://www.teylersmuseum.nl/nl/bezoek-het-museum/wat-is-er-te-zien-en-te-doen/watteau</a></p> <p><a href="https://www.cromhouthuis.nl/over-ons/over-het-cromhouthuis">https://www.cromhouthuis.nl/over-ons/over-het-cromhouthuis</a></p> <p> </p> https://hart.amsterdam/rsc/191745 2017-03-09T16:24:11+01:00 2017-02-22T09:22:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Peter Alma op reis naar Museum Arnhem Het Amsterdam Museum geeft jaarlijks vele objecten uit de stadscollectie in bruikleen aan andere musea in Nederland en ver daar buiten. Stukken die bewaard worden in het depot, komen op die manier onder de aandacht van het publiek en dikwijls in een heel andere context dan in het stedelijke historische perspectief dat eigen is aan het Amsterdam Museum. Een mooi voorbeeld is de expositie over Peter Alma die tot 19 maart 2017 te zien is in Museum Arnhem. <p><strong><!-- z-media 191770 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></strong></p> <p><strong>Kunst voor het volk</strong></p> <p>Vorig jaar waren twee werken van <a rel="noopener noreferrer" href="https://nl.wikipedia.org/wiki/Peter_Alma" target="_blank">Peter Alma</a> te zien in ‘eigen huis’. Zijn schilderij Oorlog en een van zijn Beeldstatistieken waren opgenomen in de tentoonstelling &#39;<a rel="noopener noreferrer" href="https://hart.amsterdam/nl/page/53796/made-in-amsterdam" target="_blank">Made in Amsterdam - 100 jaar in 100 kunstwerken</a>&#39;. Alma was daar helemaal op zijn plaats, want hij kan met recht beschouwd worden als één van de beste twintigste-eeuwse Amsterdamse kunstenaars. In de tentoonstelling in Arnhem wordt zijn ontwikkeling van <a rel="noopener noreferrer" href="https://nl.wikipedia.org/wiki/De_Stijl" target="_blank">De Stijl</a> tot communisme in beeld gebracht door zijn werk in een cultuurhistorisch perspectief te plaatsen.  Aanvankelijk werd hij door de ideeën van De Stijl aangetrokken om kunst te maken voor een nieuwe, betere wereld, maar al vrij snel vond hij de vormtaal te abstract. Hij ontwikkelde een figuratieve beeldtaal en koos maatschappelijke onderwerpen. Geïnspireerd door de <a rel="noopener noreferrer" href="https://nl.wikipedia.org/wiki/Russische_Revolutie" target="_blank">Russische revolutie</a> in 1917 wilde hij kunst maken met een groter bereik. Hij maakte schilderijen, maar ook houtsneden, beeldstatistieken en muurschilderingen. Van zijn monumentale kunst zijn de wandschilderingen in het Amstelstation het meest bekend. Andere werken in openbare gebouwen zijn inmiddels ontmanteld, sommige zijn achter voorzetwanden verdwenen of ondergebracht in museale collecties.</p> <p><!-- z-media 191748 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><strong>Van NINT naar Amsterdam Museum</strong></p> <p>Het Amsterdam Museum heeft elf werken in bruikleen gegeven voor de expositie in <a rel="noopener noreferrer" href="http://www.museumarnhem.nl/" target="_blank">Museum Arnhem</a>, waaronder zes schilderingen uit een serie van acht wandpanelen die Alma vervaardigde voor het Nederlands Instituut voor Nijverheid en Techniek (NINT). In 1956 schilderde hij handwerkslieden tijdens het uitoefenen van hun beroep, een soort stripverhaal rond het thema arbeid. Dat klopte helemaal met de tijd van wederopbouw toen er veel behoefte was aan handarbeiders. Voortgekomen uit het Museum van den Arbeid, dat in 1923 was opgericht,  stelde het NINT zich ten doel om de jeugd te enthousiasmeren voor technische beroepen. Tussen 1952 en 1983 was het instituut gevestigd in een oude school aan de Rozengracht, daarna verhuisde het naar de Tolstraat en werden de wandpanelen overgedragen aan het Amsterdams Historisch Museum. Omstreeks de eeuwwisseling trad New Metropolis en later het NEMO Science Museum in de voetsporen van het NINT.</p> <p>De schilderingen van de handwerkslieden verdwenen in het museumdepot waar ze goed zijn bewaard maar het is aan de samenstellers van de tentoonstelling in Arnhem te danken dat de context, waarin Alma het werk vervaardigde, nu - na zestig jaar - goed is gedocumenteerd. Voor meer informatie zie de catalogus &#39;Peter Alma - Van De Stijl naar communisme&#39;, de <a rel="noopener noreferrer" href="http://www.museumarnhem.nl/" target="_blank">website van Museum Arnhem</a> en de <a rel="noopener noreferrer" href="http://wilmatakesabreak.nl/de-stijl/peter-alma-stijl-naar-communisme/" target="_blank">informatieve blog</a> en het <a rel="noopener noreferrer" href="https://www.youtube.com/watch?v=YYSPdGgkJ9k" target="_blank">filmpje van een bezoeker</a> van de tentoonstelling.</p> <p><!-- z-media 191763 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> https://hart.amsterdam/rsc/176893 2017-02-13T14:28:55+01:00 2017-02-02T18:35:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Ed van der Elsken - De verliefde camera Ed van der Elsken (1925-1990) is één van de grootste Nederlandse fotografen en documentaire filmers van de twintigse eeuw. Met &#39;De verliefde camera&#39; presenteert het Stedelijk Museum het grootste overzicht wereldwijd van zijn werk in 25 jaar. De tentoonstelling belicht zowel zijn kwaliteiten als fotograaf als de relatie met zijn films en boeken in een rijke, veelvormige presentatie. <p><!-- z-media 176905 {"align":"left","size":"small","crop":"","link":"","caption":""} --><!-- z-media 176898 {"align":"right","size":"small","crop":"","link":"","caption":""} --></p> <p>Geboren in Amsterdam Noord, opgegroeid in Betondorp en levenslang een wereldreiziger, dat is Ed van der Elsken. Kort na de oorlog besluit hij fotograaf te worden. Hij leert het vak door te werken bij fotografen en gaat met een 9 x 12- platencamera van zijn vader de buurt in, maakt foto&#39;s van de hoertjes op de Zeedijk en van het leven rondom Het Kolkje. Op zijn zwerftochten door de stad maakt hij foto’s van &#39;zijn Amsterdam&#39; en verkoopt deze op straat. In 1947 trekt hij door Frankrijk en de foto’s die hij mee terugneemt worden door college-fotografen positief beoordeeld. Hij kan gratis wonen boven het atelier van fotograaf Ad Windig in de Prinsenhofsteeg, in ruil voor hand-en-spandiensten. Van der Elsken wordt lid van het Platform GKf, een groep fotografen die staat voor sociaal engagement in de traditie van de oprichters Cas Oorthuys, Emmy Andriesse, Eva Besnyö en Carel Blazer.</p> <p>Begin jaren vijftig verblijft hij veel in Parijs waar hij als bohemien leeft en succes oogst met zijn foto’s. Hij komt in contact met Edward Steichen, conservator van het Museum of Modern Art in New York. Met <em>Een Liefdesgeschiedenis in Saint Germain des Prés</em> verwerft hij internationale roem. Het is een op zijn eigen leven geïnspireerde fotoroman over een groep jonge bohemiens die doelloos rondhangt in het naoorlogse Parijs. Meer dan twintig fotoboeken zouden volgen, waaronder <em>Bagara</em> (1958) over het dorpsleven in Centraal Afrika en <em>De ontdekking van Japan</em> (1988). Deze fotoboeken vormen, samen met zijn films, de kern van het oeuvre van Van der Elsken en het uitgangspunt van de tentoonstelling in het Stedelijk Museum, waarbij <a rel="noopener noreferrer" href="http://www.stedelijk.nl/collectie/publicaties/ed-van-der" target="_blank">een uitgebreide catalogus </a>verschijnt.</p> <p>De liefde voor Amsterdam bekoelt nooit, Van der Elsken houdt van de reuring, van de actie en fotografeert demonstraties, de markt, de kermis, het verkeer, de relletjes of zoals hij zelf zegt &quot;...mijn zotten, mijn zwervers, de uitslovers, de beeldschone meiden, de zware jongens, de vullisbakkenvreters, de smoelentrekkers...&quot; Het resulteert in verschillende boeken waaronder <a rel="noopener noreferrer" href="http://photoqbookshop.nl/product/ed-van-der-elsken-amsterdam/" target="_blank">de klassieker <em>Amsterdam!,</em> </a>een overzicht van de foto’s die hij tussen 1947 en 1970 heeft gemaakt.</p> <p><!-- z-media 176904 {"align":"left","size":"small","crop":"","link":"","caption":""} --><!-- z-media 44223 {"align":"right","size":"small","crop":"","link":"","caption":""} --></p> <p>Het Amsterdams Historisch Museum heeft in 1979 en in 1997 zijn Amsterdamse werk geëxposeerd.</p> <p><!-- z-media 176899 {"align":"right","size":"small","crop":"","link":"","caption":""} --></p> https://hart.amsterdam/rsc/167565 2017-05-19T14:10:41+02:00 2017-01-23T15:26:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Op zoek naar geluk Het museum als katalysator van de sociaal geëngageerde kunst- en designpraktijk. Hoe werkt dat? Dat was de vraag die centraal stond tijdens het symposium dat op 12 januari in het Stedelijk Museum ’s-Hertogenbosch plaatsvond. Het was de finale van het project ‘Reinventing Happiness’. In de afgelopen drie jaar hebben medewerkers en bezoekers van het museum, kunstenaars en inwoners van Den Bosch een avontuurlijke route afgelegd op zoek naar de definitie, de grenzen en de (on)mogelijkheden van geluk. <br /> <p> </p> <p><!-- z-media 167578 {"align":"left","size":"small","crop":false,"link":false,"caption":""} --><!-- z-media 167581 {"align":"right","size":"small","crop":false,"link":false,"caption":""} --><!-- z-media 167583 {"align":"right","size":"small","crop":false,"link":false,"caption":""} --></p> <p><strong>Bosch geluk</strong></p> <p>Er kwamen drie verrassende projecten uit voort: <a href="http://reinventinghappiness.nl/natuur-als-gemeengoed/frank-bruggeman/">Natuur als gemeengoed </a>(het onttegelen van voortuinen), <a href="http://reinventinghappiness.nl/geregisseerd-geluk/museumbezoekers-marcheren-mee-op-de-cadans-van-geluk/">De Geluksparade</a> (het maken van een blijspel over depressie) en <a href="http://reinventinghappiness.nl/nieuwe-omgangsvormen/instructievideo-sociale-sportschool/">De Sociale Sportschool</a> (samenwerking tussen sportschool en verzorgingshuis, waarbij de rolstoelen als fitnessapparaten werden gebruikt). De betrokken kunstenaars en de deelnemers vertelden er op een geestige en enthousiasmerende manier over en in de afsluitende tentoonstelling en op de website zijn hun interventies en bevindingen gedocumenteerd.</p> <p>Timo de Rijk, de nieuwe directeur van het SM’s wees op een veranderende kunst- en designpraktijk, die steeds meer gericht is op sociaal engagement. Zelfs studenten van de TU Delft praten soms weken niet over techniek, maar over scenario’s die gericht zijn op geluk. Wil het museum in gesprek blijven over deze nieuwe praktijk, dan vraagt dat om een andere  relatie met kunstenaars en designers. Met het symposium wilde het museum de haken en ogen van deze nieuwe praktijk in kaart brengen.</p> <p>Joanna van der Zanden, curator van Reinventing Happiness, plaatste het project in de participatieve koerswijziging die veel musea momenteel doormaken. Zij benoemde de verschillende rollen in het proces en de wisselwerking tussen ‘thematische enthousiasten’, organisaties,  inwoners  en experts. Het was niet altijd makkelijk, bijvoorbeeld als de museumzaal een discussieruimte wordt, mag je er dan koffie schenken?  Hoe betrek je de hele organisatie erbij, zeker als het project zich naar buiten verplaatst, zoals in het tweede jaar het geval was.</p> <p>Kunstenaar Erik Hagoort hield een interessant filosofisch betoog over de transformerende kracht van wederkerigheid. Hoe sociaal geëngageerde kunstenaars hun creatieve vaardigheden inzetten om samen te werken met het publiek waardoor beide partijen anders naar zichzelf gaan kijken. Zo maken ontmoetingen, relaties, sociale processen deel uit van de kunstpraktijk en de rollen van maker en gebruiker kunnen daarbij wisselen.</p> <p><!-- z-media 167584 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><a href="https://ucl.academia.edu/BernadetteLynch">Bernadette Lynch</a>, die zich als onderzoeker aan University College London bezighoudt met participatie, democratie en organisatorische verandering binnen het museale veld, sprak over de rol van de kunstenaar in het participatieve museum. Zij had problemen met ‘reinventing happiness’ als motto van het project in Den Bosch. Ze constateerde zelfs een happiness-turn in musea en vraagt zich af:  ‘What role for discomfort?’ Bovendien hoeft geluk niet noodzakelijk te leiden tot maatschappelijke verandering. Ze zet kanttekeningen bij participatie in musea, omdat vaak de machtsongelijkheid tussen musea en mensen ‘aan de ontvangende kant’ niet onderkend wordt. Lynch trekt deze conclusie op basis van het onderzoek  ‘<a href="http://www.phf.org.uk/publications/whose-cake-anyway/">Whose cake is it anyway</a>’ gericht op de participatie praktijk in twaalf musea in de UK.</p> <p><strong>Pak rammel voor professionals</strong></p> <p>Alles bij elkaar bood de studiedag een prettig pak rammel voor de aanwezige museum profs. Aanstekelijk was de geestdriftige “training van het onbekende” zoals een van de kunstenaars het formuleerde. Zij begeleidde de deelnemers in een sessie waarin iedereen werd aangespoord om ter plekke te dromen van geluk.</p> <p>De bijdragen van de verschillende sprekers riepen vragen op over de relatie tussen het museum als tehuis voor erfgoed en de geluk zoekende Bosschenaren. “Kan de collectie bij dit soort uitwisselingsprojecten worden betrokken?” was een van de vragen uit het publiek, maar ook: hoe neem je (de resultaten van) zo’n kunstproject op in de collectie? De kunstenaars wezen op andere vragen. Wat als andere instanties het project over willen nemen? De gemeente wil verder met het lichten van de tuintegels en een zorginstelling ziet wel wat in de Sociale Sportschool: ’ineens heb je een ‘performance met een verdienmodel’. Wat is dan  de rol van het museum?</p> <p>De vragen die opgeworpen werden zijn ook relevant voor het Amsterdam Museum waar veel aandacht wordt besteed aan de relatie met de inwoners van de stad. Wat kan de rol van kunstenaars daarbij zijn? Kan het museum inderdaad een katalysator voor sociale verandering zijn en onder welke voorwaarden? Hoe zit het met de wederkerigheid en machtsverhoudingen tussen museumstaf en mensen van buiten? Wat is de rol van collectie? Het symposium leverde naast mooie gesprekken met collega’s ook leuke en bruikbare ideeën op, zoals een andere inzet van suppoosten, die bijvoorbeeld ook hun kennis van planten konden inbrengen en met bezoekers aan de praat gingen.</p> <p>Meer lezen: <a href="https://www.academia.edu/28418349/The_Gate_in_the_Wall_Beyond_Happiness-making_in_Museums">The Gate in the wall beyond happiness-making in museums</a></p> <p> </p> https://hart.amsterdam/rsc/148749 2017-01-05T17:27:22+01:00 2017-01-05T16:40:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Het archief pakt uit Op 1 januari 2017 heeft het Stadsarchief alle scans die tot nu toe zijn gemaakt van archiefstukken en van beeldmateriaal gratis beschikbaar gesteld. Dat betekent dat geïnteresseerden via de website deze bestanden kunnen raadplegen en in hoge resolutie kunnen downloaden. Nog meer dan voorheen zal het archief dienen als generator van kennis en plezier. Onderzoekers en liefhebbers van de stadsgeschiedenis kunnen zich laven aan deze rijke en zeer gevarieerde historische bron. <p>Lang geleden – in 1979 – pakte het <a href="https://www.amsterdam.nl/stadsarchief/">archief</a> ook uit, maar op een hele andere manier. Naar aanleiding van een oproep van de <a href="https://www.unesco.nl/">UNESCO</a> om wereldwijd aandacht te besteden aan archieven werd een tentoonstelling georganiseerd in het Amsterdams Historisch Museum. Het Amsterdamse archief was en is van lokale, nationale en internationale betekenis. Uit de kilometers plankruimte gevuld met miljoenen documenten werd een zorgvuldige keuze gemaakt met als doel de bezoeker een kijkje te gunnen achter allerlei schermen: het stadsbestuur, de politie, kleine en grote ondernemingen, sportverenigingen, oproerkraaiers en liefdadige instellingen. Het archief van het Burgerweeshuis bevat veel wetenswaardigheden en mooi beeldmateriaal, bijvoorbeeld de <a href="https://archief.amsterdam/inventarissen/inventaris/367a.nl.html#SCKD00048000001">acte</a> waarin de bezittingen van het St. Lucienklooster aan het Burgerweeshuis werden overgedragen in 1579 en hoe Balthasar Floris een kleine eeuw later het gebouwencomplex aan de Kalverstraat <a href="http://beeldbank.amsterdam.nl/beeldbank/indeling/detail/sortering/sk_datering_ASC/start/39?q_searchfield=burgerweeshuis&amp;f_sk_documenttype%5B0%5D=kaart">afbeeldde</a>.</p> <p><!-- z-media 148762 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --><!-- z-media 148768 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p>De tentoonstelling met de titel &#39;Het archief pakt uit&#39; is goed gedocumenteerd in het Amsterdam Museum en daar blijkt uit dat tekeningen, prenten, notariële akten, notulen, landkaarten, contracten, foto’s, geluidsopnamen, filmbeelden werden gecombineerd met schilderijen en historische voorwerpen uit de museumcollectie. Het trompe-l&#39;oeil schilderij van Cornelis Brisé fungeerde als beeldmerk van de tentoonstelling. Total Design maakte een affiche van een detail van het stilleven, dat een van de eerste schijnbedriegers was, een genre dat in de jaren 1650 in de Nederlanden werd geïntroduceerd. Het schilderij, dat Brisé in 1656 in opdracht van de stad vervaardigde, was bestemd voor de Thesaurie Ordinaris van het nieuwe Stadhuis. In deze ruimte werden de financiën van de stad beheerd en een stilleven van archivalia was daar zeer op zijn plaats. Afgebeeld zijn acht aaneengeregen bundels van administratieve nota’s, zogenaamde liassen, die met een liaspen op een houten plaat zijn vastgepind. Deze analoge wijze van archiveren vormde lange tijd een gebruikelijk onderdeel van de gemeentelijke financiële administratie. Tegenwoordig wordt deze informatie in bits en bytes op servers van het Stadsarchief voor de eeuwigheid bewaard.</p> <p><!-- z-media 148761 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p>Bekijk de digitale stadsarchieven <a href="https://www.amsterdam.nl/stadsarchief/nieuws/gratis-scans/">hier</a>. </p> https://hart.amsterdam/rsc/99194 2016-11-28T16:49:30+01:00 2016-11-17T13:36:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Zes Zusjes In 2015 verscheen &#39;Thérèse Schwartze, Painting for a living&#39; over de kunstenares van wie het Amsterdam Museum verschillende schilderijen in de collectie heeft. Het meest in het oog springend is het groepsportret van de zusjes Boissevain dat Schwartze in 1916 schilderde en dat in meerdere opzichten een tijdsdocument is. Ter gelegenheid van de zilveren bruiloft van zijn oudste zoon gaf grootvader Charles Boissevain (1842-1927) opdracht aan de kunstenares om zijn kleindochters te schilderen, de oudste was toen negentien en de jongste was zes jaar oud. <p><!-- z-media 54326 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><strong>Helena (1897-1994)</strong></p> <p><strong><!-- z-media 99198 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></strong></p> <p>Charles Boissevain jr. (1868-1940) vormde met  Maria Barbara Pijnappel (1870-1950) het zilveren bruidspaar, behalve de zes dochters hadden ze ook nog vier zonen. Vader was ammoniakfabrikant en actief in de gemeentelijke en provinciale politiek. Daarnaast bekleedde hij verschillende bestuursfuncties onder andere in de Maatschappij tot Bevordering van Toonkunst en in het Concertgebouw. Hij was bevriend met dirigent Willem Mengelberg die net als het gezin Boissevain in de Van Eeghenstraat woonde. Er klonk veel muziek in huize Boissevain, zo zong de oudste dochter Helena in het Toonkunstkoor onder andere de Matthäus Passion en ze trouwde met Dick Meesman, die violist en later klarinettist was in het Concertgebouworkest.</p> <p><strong>Maria (1899-1995)</strong></p> <p><strong><!-- z-media 99199 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></strong></p> <p>De moeder des huizes was een vooruitstrevende vrouw, actief als voorzitster van de Bond voor Vrouwenkiesrecht en van de Maatschappij tot Nut van het Algemeen. Van 1919 tot 1939 was ze  lid van Provinciale Staten van Noord-Holland. De dochters kregen behalve een goede opleiding  het voorbeeld van een hardwerkende vrouw met uitgesproken meningen.  Helena werd onderwijzeres aan de Montessorischool en haar zus Maria Cornelia koos voor het nieuwe beroep van röntgenassistent. Met haar man, de chirurg Jan de Jong, trok ze in de jaren dertig naar Batavia en van daar emigreerde ze naar Amerika, waar ze tot haar dood woonde.</p> <p><strong>Emily (1903-1968)</strong></p> <p><strong><!-- z-media 99200 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></strong></p> <p>De reislustigheid was ook een familietrek wellicht ingegeven door hun Ierse oma Emily Héloïse MacDonnell (1841-1931) die in 1867 met Charles Boissevain was getrouwd. Emily, de derde dochter, werd  naar haar vernoemd en zij vertrok al jong naar Engeland waar ze trouwde en een gezin stichtte.</p> <p><strong>Catherine (1905-2002)</strong></p> <p><strong><!-- z-media 99201 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></strong></p> <p>Catherine, ook wel Teau genoemd, werd in 1905 geboren. Zij kreeg net als haar zussen een opleiding en ze ging de verpleging in. Ze trouwde met Carl Huisken die werkzaam was in de effectenhandel, met hun gezin woonden zij in het Gooi. Teau overleed in 2002 op 97jarige leeftijd als laatste van de zes zussen. Dankzij haar bemiddeling  kwam het groepsportret in 1990 in de collectie van het Amsterdam Museum.</p> <p><strong>Elisabeth (1907-2001)</strong></p> <p><strong><!-- z-media 99204 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></strong></p> <p>Els was negen jaar toen ze samen met haar zusjes poseerde, zij koos voor een loopbaan als secretaresse. In 1938 trouwde ze met de uit Petersburg afkomstige Liko Krejcik. De oorlogsjaren waren moeilijk, twee van hun kinderen stierven jong en kort daarna gingen ze naar Indonesië, maar net als haar zuster  Maria moesten ze uitwijken. Ze kozen toen voor Australië waar Els stierf in 2000.</p> <p><strong>Dieuke (1910-1987)</strong></p> <p><strong><!-- z-media 99206 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></strong></p> <p>De jongste dochter Dieuke was de tiende en laatste in de rij van de kinderen Boissevain. Ze studeerde rechten en ging werken op een advocatenkantoor. In de oorlog trouwde ze met Carel Nienhuys.  Ze verwierf bekendheid als journaliste en schrijfster van detectives die ook in vertaling verschenen in het buitenland.</p> <p><strong>Een boek over Thérèse, nu nog een over de zusjes</strong></p> <p>Samen omspannen de zes zusjes een eeuw. Hun eigen levens en loopbanen maar ook hun familiebanden, vriendenkringen, kinderen en kleinkinderen leveren genoeg stof voor een historische roman in vele delen. Het oorlogsleed, de omzwervingen over verschillende continenten, hun sportieve, wetenschappelijke en culturele prestaties en niet in de laatste plaats hun maatschappelijke betrokkenheid vormen een kleurrijk twintigste-eeuws mozaïek. Nu nog een auteur die voor hen de pen oppakt!</p> <p><em>Thérèse Schwartze,</em> <em>Painting for a living, </em>Cora Hollema, Pieternel Kouwenhoven, Amsterdam 2015. Voor meer informatie: <a href="http://www.thereseschwartze.com/">www.thereseschwartze.com</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/67938 2016-10-18T10:26:03+02:00 2016-09-28T13:10:00+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 100 Jaar Schiphol en - bijna - 100 jaar ELTA De tentoonstelling 100 jaar Schiphol is nu te zien in het Amsterdam Museum. Aan het begin van de twintigste eeuw was Amsterdam ook al heel trots op het succes van de scheepvaart en van het opkomende luchtverkeer. In 1914 werd in Amsterdam-Noord de Eerste Nederlandse Tentoonstelling op Scheepvaartgebied (ENTOS) georganiseerd en in de zomer van 1919 volgde de Eerste Luchtverkeer Tentoonstelling Amsterdam (ELTA). <p><strong>De ELTA</strong></p> <p>Vliegen was aan het begin van de twintigste eeuw iets voor avonturiers en militairen, maar dat veranderde na de ELTA. Meer dan vijfhonderdduizend mensen trokken in de maanden juli en augustus naar een braakliggend terrein ten noorden van het IJ. Daar waren tijdelijke loodsen opgetrokken waar de bezoekers vele vliegtuigen uit binnen- en buitenland konden bewonderen. Er werden vliegdemonstraties gegeven en rondvluchten georganiseerd. Ondanks de voor die tijd hoge prijs van veertig gulden per vlucht, maakten vierduizend mensen gebruik van deze kans om stad en land in vogelvlucht te bekijken. De tentoonstelling was door vooraanstaande burgers geïnitieerd onder wie Albert Plesman. Kort na afloop van de ELTA werd de KLM opgericht, waarvan Plesman later directeur werd, en op het terrein van de ELTA werd de vliegtuigfabriek van Anthony Fokker gevestigd.</p> <p><!-- z-media 67946 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><!-- z-media 67952 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p>In de collectie van het Amsterdam Museum bevinden zich een penning en een speldje die de ELTA memoreren. Beide voorwerpen zijn afkomstig uit de collectie van Willem Dreesmann (1885-1954), een telg uit de bekende warenhuisfamilie, die een unieke verzameling heeft aangelegd van kunstvoorwerpen die betrekking hebben op de geschiedenis van Amsterdam. In de jaren zestig werden de schilderijen, prenten, penningen en kunstnijverheid door zijn nazaten geveild, een deel kwam terecht in het Amsterdam Museum.</p> <p><strong>Kleine herinneringen aan een groot evenement</strong></p> <p>De beeldhouwer en medailleur Johannes Cornelis Wienecke ontwierp de herdenkingspenning. Op de ene kant van de medaille zijn zwevend in de lucht negen verschillende typen vliegtuigen afgebeeld en door een opening in het wolkendek zie je de plattegrond van Amsterdam. Aan de keerzijde zijn het wapenschild van Amsterdam en de titel van de tentoonstelling weergegeven omkranst door lauwertakken met daaronder een motor met een luchtschroef. De penning heeft een diameter van 6,5 centimeter en is in brons gegoten. Zowel het ontwerp van Wienecke als de uitvoering door Koninklijke Begeer getuigen van groot vakmanschap. Er zijn slechts een paar exemplaren van deze penning bewaard gebleven in openbare collecties.</p> <p>De maker van het speldje is onbekend en het is meer een leuk souvenir dan een kunstwerkje. De schetsmatige voorstelling van de vliegmachine lijkt ontleend aan de FK23 Bantam. Dit toestel werd in de Eerste Wereldoorlog als gevechtsvliegtuig ontworpen door de Nederlander Frits Koolhoven en het maakte grote indruk op de ELTA. Nu is de Bantam te zien in het <a href="https://www.rijksmuseum.nl/nl/zoeken/objecten?q=E.L.T.A.&amp;p=1&amp;ps=12&amp;st=OBJECTS&amp;ii=0#/NG-2011-1,0">Rijksmuseum</a>.</p> <p> </p> <p>Voor wie een indruk wil krijgen van de spectaculaire evenement in Amsterdam-Noord kan een <a href="http://www.geschiedenis-van-amsterdam-noord.nl/reportage-over-de-elta/">filmpje</a> zien dat wordt bewaard in de collectie van Eye en in het Stadsarchief zijn diverse foto’s en <a href="http://beeldbank.amsterdam.nl/beeldbank/indeling/detail?q_searchfield=elta">prentbriefkaarten</a> gearchiveerd.</p> <p> </p> https://hart.amsterdam/rsc/56214 2016-07-15T14:13:57+02:00 2016-07-13T15:07:00+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Riek en Tanja maken Amsterdam Tijdens de opening van de tentoonstelling &#39;Made in Amsterdam 100 jaar in 100 kunstwerken&#39; hebben Tanja Ritterbex en Riek Milikowski-de Raat de eerste exemplaren van het boek &#39;Made in Amsterdam&#39; gekregen. De dertigjarige Tanja is de jongste kunstenaar en Riek de oudste die met werk is vertegenwoordigd in de expositie. Het leven van Riek, die in 1918 is geboren, omspant de eeuw waarin de honderd geëxposeerde kunstwerken zijn vervaardigd. <p><strong><!-- z-media 56215 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></strong></p> <p><strong>In kringen van kunstenaars en communisten</strong></p> <p>Lopend langs de honderd stukken komt Riek vele bekenden tegen. Zo staat ze oog in oog met het zelfportret van Anneke van der Feer met wie ze in 1940 bevriend raakte. Samen met andere kunstenaars kwam ze in het atelier van Anneke van der Feer aan de Oudezijds Achterburgwal, waar ze – bij gebrek aan model – vrienden, familieleden en elkaar tekenden en schilderden.</p> <p><!-- z-media 56216 {"align":"block","size":"small","crop":"","link":"","caption":""} --><!-- z-media 56217 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":"","caption":""} -->Deze groep was begeesterd door dezelfde politieke overtuiging, de meesten waren lid van de communistische partij en actief in het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. Riek verloor haar man <a href="https://nl.wikipedia.org/wiki/Anton_Winterink">Anton Winterink</a> die in 1944 werd gefusilleerd en zelf moest ze onderduiken.</p> <p><!-- z-media 56218 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":"","caption":""} --><!-- z-media 56219 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":"","caption":""} -->Na de oorlog hertrouwde ze met <a href="https://nl.wikipedia.org/wiki/Herman_Milikowski">Herman Milikowski</a> en werd hun zoon Efraim geboren. Anneke van der Feer schilderde een teder portret van moeder en zoon. Het gezin woonde aan de Bloemgracht en er zijn verschillende kunstenaars, onder wie <a href="https://nl.wikipedia.org/wiki/Benno_Premsela">Benno Premsela</a>, die bij Riek thuis gezamenlijk naar model tekenden. Verderop de gracht woonde het gezin Veldhoen en daar zag Riek de jonge Aatje opgroeien en zijn eerste stappen zetten op zijn artistieke levenspad.</p> <p><strong>Honderd jaar kunst en sociale betrokkenheid</strong></p> <p>In 1953 verhuisde Riek naar Leiden, maar veertig jaar later keerde zij terug naar Amsterdam waar ze ging wonen in de Vondelstraat. Gedurende al die jaren heeft ze een consistent oeuvre opgebouwd; haar portretten en stillevens zijn technisch razend knap geschilderd en ze zijn altijd voorzien van een gelaagde betekenis. Op basis van een idee stelt ze een stilleven samen, bijvoorbeeld een fles melk, brood, een appel en een gebutste emaillen mok verwijzen naar de karige maaltijden die arbeiders tussen de middag nuttigden. Hetzelfde geldt voor haar portretten, met grote zuiverheid weet  ze het wezen van de persoon tegenover haar te treffen. Een mooi voorbeeld is het portret van oma Corrie, die in de thuiszorg werkt en een keer als invalster bij de negentigjarige <a href="https://nl.wikipedia.org/wiki/Riek_de_Raat">Riek Milikowksi-de Raat</a> over de vloer komt. Riek schildert twee portretten van Corrie. De titel van het ene schilderij ontstaat als Riek opbelt en de kleindochter van Corrie aan de lijn krijgt die roept: &#39;Oma!&#39;. Het andere portret geeft ze de symbolische titel &#39;Als Moeder Aarde&#39;. Riek tilt de geportretteerde boven de alledaagse werkelijkheid uit en zo staat Oma Corrie, die in Amsterdam werkt en woont, voor Moeder Aarde.</p> <p><!-- z-media 56220 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><!-- z-media 56221 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><strong>Made in Amsterdam</strong></p> <p>In de tentoonstelling hangt het portret van Corrie naast de geschilderde selfies van <a href="https://www.facebook.com/tanja.ritterbex">Tanja Ritterbex</a>. De twee vrouwelijke schilders vertegenwoordigen verschillende generaties en onderscheiden zich van elkaar in de keuze van onderwerp en de manier van werken. Tegelijkertijd passen beiden heel goed tussen de honderd eigenzinnige, dwarse kunstenaars die Amsterdam maken tot een stad, die creativiteit en vrijdenken in het DNA heeft.</p> https://hart.amsterdam/rsc/55889 2016-07-01T14:19:31+02:00 2016-06-27T08:19:00+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Arie Schippers: Stadstekenaar 2016 Tegelijk met de tentoonstelling &#39;Made in Amsterdam&#39; toont het Amsterdamse Stadsarchief werk dat door de stadstekenaars tussen 2014 en 2016 is vervaardigd. De meesten van de honderd kunstenaars van wie in het museum werk wordt tentoongesteld hebben ook stadsgezichten getekend; veel van die werken zijn door het archief verzameld. Arie Schippers spant de kroon, want hij schildert Amsterdam al sinds de jaren tachtig en is dit jaar benoemd tot Stadstekenaar. <p>De functie van stadstekenaar is twee jaar geleden in het leven geroepen: Hamid el Kanbouhi en Dieuwke Spaans zijn Arie Schippers voorgegaan, maar alle drie staan in een traditie die ver teruggaat. Sinds 1934 worden tekeningen en prenten verworven door een &#39;Commissie voor de tekeningen ten behoeve van het Gemeentearchief&#39;. Deze commissie heeft als taak beeldend kunstenaars opdrachten te verlenen om het stadsbeeld in de loop van de tijd te documenteren. De <a href="http://beeldbank.amsterdam.nl/beeldbank?f_sk_collectie=Collectie+Commissie+voor+de+Tekeningen">collectie telt inmiddels ruim 2500 werken</a> en bestaat vooral uit topografische voorstellingen, maar ook uit portretten en allerlei scènes uit het stadsleven.</p> <p><strong>Meer dan 500 kunstenaars</strong></p> <p>Meer dan 500 kunstenaars hebben hun bijdrage geleverd, het overgrote deel van de aangekochte werken is getekend en een klein deel is grafiek. In 1935 tekende Jan Ouwersloot de spoorwegovergang in de Javastraat, Chris Beekman legde vlak na de oorlog de verlaten buurt rond het Waterlooplein vast, Otto de Kat schetste Bernard Haitink terwijl hij het Concertgebouworkest dirigeert, Siet Zuyderland gaf een troosteloos beeld van het hondenkerkhof bij het dierenasiel aan de Polderweg, Hugo Kaagman tekende met zijn airbrush marktkooplui anno 2005 en Miep Bos maakte enkele jaren geleden een getekende rapportage van de Occupy protesten op het Beursplein.</p> <p><strong>Voorgangers</strong></p> <p>De stadstaferelen van Arie Schippers sluiten mooi aan op het werk van zijn voorgangers, niet alleen de tekeningen die in opdracht van het archief zijn gemaakt maar ook het werk van kunstenaars dat werd geschonken, gelegateerd of aangekocht. In de schetsboekjes, die Schippers heeft afgestaan aan het Stadsarchief en die in de tentoonstelling en op de website te bewonderen zijn, is vooral aandacht voor de stedelingen. De kleine, vlotte schetsen zijn van een grote trefzekerheid, te vergelijken met de fraaie tekeningen die Christiaan Andriessen omstreeks 1800 maakte en de studies van Isaac Israëls uit het begin van de twintigste eeuw.</p> <p><strong>Hedendaags stadsbeeld</strong></p> <p>Met een haarscherpe blik neemt  Schippers de toeristen waar terwijl ze een treinkaartje kopen, jongelui die koffie drinken en natuurlijk al diegenen die met hun mobiele telefoon in de weer zijn. Zo voegt hij het hedendaagse stadsbeeld toe aan de papieren geschiedenis in de stadscollectie, een onuitputtelijke bron van onderzoek, plezier en inspiratie. </p> <p><em>De tentoonstelling &#39;Stadstekenaars van Amsterdam&#39; is tot 11 september 2016 te zien. Zie voor meer informatie over de tentoonstelling op <a href="https://www.amsterdam.nl/stadsarchief/agenda/stadstekenaars/?utm_source=Banner%20Home&amp;utm_medium=website&amp;utm_term=Stadstekenaars&amp;utm_content=Stadstekenaars&amp;utm_campaign=Banner%203" target="_blank">de website van het Stadsarchief</a>.</em></p> https://hart.amsterdam/rsc/54663 2016-03-25T16:34:59+01:00 2016-03-25T16:32:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Overgebleven muur oud Amsterdam, 1975 In de jaren ’70 is Dirk Wesseling getuige van de transformatie van de stad. Hij legt gedeeltelijk gesloopte panden vast voordat ze verdwijnen en er op de open plekken nieuwe stedenbouwkundige projecten worden gerealiseerd. Wanneer de metro wordt aangelegd als verbinding tussen het centrum en de nieuwe Bijlmermeer moet een deel van de bebouwing rondom de Nieuwmarktbuurt wijken. Wesseling maakt verschillende schilderijen van die buurt. <p>Amsterdam Museum, inv.nr. <strong></strong><span>SA 41265</span></p> <p><span>Meer informatie over dit kunstwerk in de </span><a href="http://collectie.amsterdammuseum.nl/amonline/advanced/Details/collect/39369" target="_blank">Collectie online</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/54652 2016-03-25T15:48:16+01:00 2016-03-25T15:37:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Ajacieden, 1967 Johan Cruijff, Sjaak Swart, Piet Keizer en Klaas Nuninga kijken uitdagend in de lens: de voorhoede van voetbalclub Ajax, veelbelovende jonge mannen aan de vooravond van het grote succes. De foto siert de cover van Elseviers Weekblad in 1967 en inspireert tot op de dag van vandaag vele (amateur)fotografen. In 1967 staat Cruijff aan het begin van zijn carrière; Paul Huf is dan een gerenommeerd fotograaf, gespecialiseerd in groepsportretten. <p>Amsterdam Museum, inv.nr. <span>391</span></p> <p><span>Meer informatie over dit kunstwerk in de </span><a href="http://collectie.amsterdammuseum.nl/amonline/advanced/Details/collect/81809" target="_blank">Collectie online</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/54634 2016-03-25T14:37:21+01:00 2016-03-25T14:32:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Zelfportret, 1948 Vlak na de oorlog wordt Gisèle van Waterschoot van der Gracht uitgenodigd om in de Verenigde Staten te spreken over het leven en werken van Nederlandse kunstenaars tijdens de Duitse bezetting. Ze spreekt onder andere bij de opening van een tentoonstelling van Max Beckmann in New York. Als geschenk krijgt Gisèle een Hudson Bay deken-jas. Later schildert ze in haar atelier aan de Herengracht een zelfportret gekleed in de kleurrijke traditionele mantel. <p>Bruikleen Castrum Peregrini, Amsterdam</p> https://hart.amsterdam/rsc/54392 2016-03-25T12:35:21+01:00 2016-03-10T15:52:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Mal voor de restauratie van het beeld van Herman Heijermans, 1964 Joseph Mendes da Costa (1863-1939) maakt eind jaren ’20 een portret van de beroemde toneelschrijver Herman Heijermans, in een strakke expressionistische stijl. Het beeld oogst bewondering maar is ook herhaaldelijk mikpunt van vandalisme gedreven door antisemitische opvattingen. Na de oorlog restaureert Frank de Miranda, leerling van Mendes da Costa, het beeld. In 1964 wordt het herplaatst op het Leidsebosje. De gipsen mallen zijn gelukkig bewaard gebleven, want het beeld is helaas sindsdien nog meerdere malen beschadigd. <p>Amsterdam Museum, inv.nr. 602.1/3</p> <p>Meer informatie over dit kunstwerk in de <a href="http://collectie.amsterdammuseum.nl/amonline/advanced/Details/collect/89177" target="_blank">Collectie online</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/54366 2016-03-09T16:21:39+01:00 2016-03-09T16:20:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Station Sloterdijk, 1992 Met een nuchtere en tegelijkertijd gevoelige blik fotografeert hij begin jaren ’90 zijn Amsterdam. Naast de foto’s plaatst hij dagboeknotities, waardoor een persoonlijk stads- en tijdsbeeld ontstaat. Als geboren en getogen Amsterdammer laat hij het gewone straatbeeld van zijn stad zien met achteloze voetgangers, rommelige fietsenrekken en opengebroken wegen. Aarsman doet expres niet zijn best om de voorstelling in een mooi daglicht of in een strak kader te plaatsen. Hij neemt het op voor de alledaagsheid. https://hart.amsterdam/rsc/54364 2016-03-09T16:20:11+01:00 2016-03-09T16:18:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 El-Al crashed, 1993 4 oktober 1992: ‘LY 1862, going down, going down’ is het laatste bericht dat de piloot uitzendt voordat het vrachtvliegtuig van de Israëlische luchtvaartmaatschappij El Al neerstort op de flatgebouwen Groeneveen en Klein Kruitberg in de Bijlmermeer. De ramp kost aan drieënveertig mensen het leven en laat nabestaanden getraumatiseerd achter. Harold Richaards is geen ooggetuige, maar de spookachtige beelden van de vlammenzee die telkens weer op televisie worden uitgezonden, griffen zich in zijn geheugen. <p>Amsterdam Museum</p> https://hart.amsterdam/rsc/54360 2016-03-09T16:16:53+01:00 2016-03-09T16:15:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Double date, Love and Extacy, 1996 Als een moderne madonna wiegt een beeldschone jongedame de kleine Pillman in haar armen. Het rood-witte xtc-pilletje is een creatie van Micha Klein, in 1993 tot leven gebracht in zijn computer. Deze vrolijke feestganger duikt steeds op in het werk van de computerkunstenaar en leidt daarnaast een eigen leven op het internet. In 2000 speelt Pillman een rol in een videoclip van de wereldberoemde Rapper Eminem en ontvangt daarna regelmatig fanmail. <p>Amsterdam Museum</p> https://hart.amsterdam/rsc/54358 2016-03-09T16:15:13+01:00 2016-03-09T16:14:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Ed van Thijn, 1998 Het lijkt een tekening maar het is een beeld, een tekening die rechtop is gezet. Zo heeft Jeroen Henneman de kop van Ed van Thijn in vet zwarte lijnen ’getekend’, maar de drager van de voorstelling is niet het papier maar de lucht. De gemeente Amsterdam geeft regelmatig opdracht aan kunstenaars om burgemeesters en wethouders te portretteren. Henneman wordt in 1998 gevraagd om de beeltenis te maken van Ed van Thijn, die van 1983 tot 1994 burgemeester was. <p>Amsterdam Museum</p> https://hart.amsterdam/rsc/54356 2016-03-09T16:12:51+01:00 2016-03-09T16:11:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Vanaf Ruigoord oostwaarts, 1999 Het is maart 1999 als Arie Schippers de braakliggende vlakte even buiten Ruigoord schildert, in de verte tekenen de kranen van de Afrika haven zich af. Begin jaren ’70 hebben kunstenaars het dorp Ruigoord in bezit genomen, er ligt dan al een plan om het gebied als haventerrein in te richten. Schippers heeft een voorkeur voor de rafelranden van de stad. Hij brengt de zanderige vlakte in beeld net voordat de bulldozers en vrachtwagens arriveren. https://hart.amsterdam/rsc/54354 2016-03-09T16:11:27+01:00 2016-03-09T16:10:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Kinselmeer, 2000 Het Kinselmeer, ten noorden van Amsterdam, is voor Van Elk een belangrijke inspiratiebron voor zijn ‘visuele gedichten’. In 1985 maakt hij zijn eerste studies van het Kinselmeer, in de jaren ’90 pakt hij het onderwerp nog veel concreter aan. Hij maakt foto&#39;s en bewerkt die om er vervolgens dia-films van te maken. De film monteert hij op een plexiglas plaat die hij vervolgens door midden zaagt precies over de horizonlijn, de einder verdwijnt letterlijk in de zaagsnede. https://hart.amsterdam/rsc/54353 2016-03-10T13:37:35+01:00 2016-03-09T16:08:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Mokum, 2001 Geïnspireerd op de beroemde schuttersmaaltijd van Bartholomeus van der Helst uit 1648, schildert het gelegenheidsduo Henk Schiffmacher en Aldert Mantje een ode aan Mokum. De Stedenmaagd van Amsterdam staat centraal, aan tafel zit een twintigtal figuren die een rol hebben gespeeld in de 20ste-eeuwse geschiedenis van Amsterdam. Onder meer Willem Sandberg, Anne Frank, Johan Cruijff, Job Cohen, Johnny Jordaan en rechtsonder Provo Bart Huges die een gaatje in zijn schedel boort met de bedoeling zijn geest te verruimen. <p>Amsterdam Museum</p> https://hart.amsterdam/rsc/54351 2016-03-27T08:41:32+02:00 2016-03-09T16:06:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Amsterdam Real Time, 2002 Esther Polak is een van de eerste kunstenaars die Global Positioning System, als een artistiek medium gebruikt: &quot;Als je mensen met een GPS door de stad of door het landschap volgt, dan zijn die sporen heel abstract. Maar tegelijkertijd vertellen ze een heel herkenbaar verhaal voor degene die er een weergave van zijn eigen reis of zijn eigen leven in ziet. (…) <br />Het is niet alleen een registratie, het gaat ook over identiteit.”<br /> <p>Collectie LIMA, Amsterdam</p> https://hart.amsterdam/rsc/54349 2016-03-10T13:33:58+01:00 2016-03-09T16:01:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Naturalisatiegeschenk, 2006 Tussen 2006 en 2008 ontvingen nieuwe Nederlanders een naturalisatiegeschenk ontworpen door de Chinese kunstenaar Ni Haifeng. Haifengs Delftsblauwe porseleinen ‘aardappels’ herinneren aan de (handels)contacten tussen Nederland en het buitenland tijdens de Gouden Eeuw. Ze zijn stuk voor stuk uniek, net als de nieuwe Nederlanders zelf.<br /> <p>Amsterdam Museum</p> https://hart.amsterdam/rsc/54347 2016-03-10T12:26:20+01:00 2016-03-09T16:00:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Oma Corrie werkt en woont in Amsterdam NL, 2008 Corrie werkt in de thuiszorg en komt een keer als invalster bij de 90-jarige Riek Milikowksi-de Raat, die haar vraagt te poseren. Riek schildert twee portretten van Corrie. De titel van dit schilderij ontstaat als Riek opbelt en de kleindochter van Corrie aan de lijn krijgt die roept: &#39;Oma!&#39;. Een ander portret geeft ze de symbolische titel &#39;Als moeder Aarde&#39;. Beide portretten tonen dezelfde krachtige Surinaamse vrouw in de stijl die zo kenmerkend is voor Riek Milikowski. <p>Amsterdam Museum</p> https://hart.amsterdam/rsc/54341 2019-03-01T16:15:00+01:00 2016-03-09T14:40:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Out of History Iris Kensmil schildert in dit drieluik drie 18de-eeuwse mensen die een belangrijke rol hebben gespeeld in de Surinaamse geschiedenis. Hun portretten zijn nooit eerder vastgelegd en hun verhalen zijn evenmin opgenomen in de officiële geschiedenisboeken. <p>Van links naar rechts zien we <a href="https://hart.amsterdam/nl/page/28218/elisabeth-samson">Elisabeth Samson</a>, <a href="https://hart.amsterdam/nl/page/700909/wilhelmina-van-kelderman">Wilhelmina van Kelderman</a> en <a href="https://hart.amsterdam/nl/page/700901">Fabi Labi Dikan</a>. Met dit werk herdenkt Kensmil hun strijd voor gelijke rechten in Suriname. Ze geeft hen een gezicht. Klik op de namen voor een uitgebreider levensbeschrijving. </p> <p>Amsterdam Museum, inv.nr. 1234.1/3</p> https://hart.amsterdam/rsc/54337 2016-03-09T14:55:47+01:00 2016-03-09T14:33:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Tijd en plaats, gesprek met mijn moeder, 2015 Ze wil niet in beeld, toch is Martijn Veldhoen vastbesloten om een portret te maken van zijn moeder Lotje Ruting (1936-2010). Er zijn weinig foto’s en het geheugen van Lotje hapert. Maar met een wonderbaarlijke techniek laat hij het huis letterlijk een rol spelen. Het lijkt alsof Lotje, de kinderen, de buurt en de tijd tevoorschijn worden getoverd in de kamers van het huis van zijn jeugd aan de Bloemgracht, waar Lotje 52 jaar heeft gewoond.<br /><br />Duur: 35 minuten. De film wordt elke eerste zaterdag van de maand om 14.00 en 15.00 uur vertoond. Plaats: het Auditorium van het museum.<br /> https://hart.amsterdam/rsc/54285 2016-03-07T23:10:06+01:00 2016-03-07T22:54:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 De ontvangst van de Lord Mayor in de Burgerzaal van het Paleis op de Dam, 1929 In juli 1929 brengt de Lord Mayor van Londen een bezoek aan Amsterdam. Het gemeentebestuur biedt hem een diner aan in het Koninklijk Paleis. Martin Monnickendam maakt een gloedvol schilderij van deze bijeenkomst. Links op de voorgrond zijn de Lord Mayor en burgemeester De Vlugt in gesprek met elkaar, achter hen de Amsterdamse beau monde. Monnickendam heeft zichzelf op de voorgrond rechts afgebeeld met een van zijn leerlingen, uiterst rechts zit zijn vrouw met hun beide dochters. <p><span>Amsterdam Museum, schenking van de Stichting Vrienden van de schilder Martin Monnickendam</span>, inv.nr. <span>SA 41348</span></p> <p>Meer informatie over dit kunstwerk in de <a href="http://am.adlibhosting.com/amonline/advanced/Details/collect/39399" target="_blank">Collectie online</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/54275 2016-05-11T18:27:59+02:00 2016-03-07T22:17:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Rokin bij de Langebrugsteeg, 1923 Op het breukvlak van twee eeuwen schilderde Breitner het veranderende Amsterdam. Slopershamers doorbraken de grachtengordel voor de aanleg van brede straten en in talrijke bouwputten stampten heimachines duizenden palen in de grond. Geboeid door al die bedrijvigheid, en met een goed oog voor de menselijke aspecten van het dagelijkse stadsleven, documenteerde Breitner ‘zijn Amsterdam’. Dit &#39;Gezicht op het Rokin en de Langebrugsteeg&#39; is vermoedelijk een van de laatste doeken waaraan hij werkte. <p>De in Rotterdam geboren George Hendrik Breitner kreeg zijn opleiding aan de academie in Den Haag. In 1886 verhuisde hij naar Amsterdam waar hij woonde en werkte tot aan zijn dood in 1923. In de stad was het in die jaren een drukte van belang: slopershamers doorbraken de grachtengordel voor de aanleg van brede straten en in talrijke bouwputten stampten heimachines duizenden palen in de grond. Geboeid door al die bedrijvigheid en met een goed oog voor de menselijke aspecten van het dagelijkse stadsleven, documenteerde Breitner ‘zijn Amsterdam’. Hij trok met zijn schetsboek door de stad en was één van de eerste kunstenaars die fotografeerden. De tekeningen en foto’s dienden als basismateriaal voor de schilderijen die hij later in zijn atelier maakte.</p> <p><!-- z-media 55254 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} -->Breitner maakte vaak van één onderwerp verschillende afbeeldingen vanuit verschillende standpunten of in andere weersomstandigheden. Het  gezicht op het Rokin is daarvan een mooi voorbeeld. We kennen foto’s, tekeningen en ook schilderijen van deze locatie. Het zijn voornamelijk uitzichten vanuit Arti &amp; Amicitiae (‘Kunst en vriendschap’) op het Rokin 112. Deze kunstenaarsvereniging was in 1839 opgericht met als doel om de kunsten te bevorderen, maar ook de sociaal-economische positie van kunstenaars te verbeteren. De <a href="http://www.arti.nl/" target="_blank">sociëteit bestaat nog steeds</a>. Al 175 jaar komen kunstenaars en kunstliefhebbers hier samen. </p> <p><!-- z-media 55256 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p>Breitner was snel na zijn komst naar Amsterdam lid geworden van Arti. Hij was een zeer actief en betrokken lid, dat jaren in het bestuur heeft gezeten. In 1901 kreeg hij in Arti zijn eigen tentoonstelling.</p> <p>Ook op dit onvoltooide schilderijtje is de overkant van het Rokin zichtbaar. Op straat en op de daken ligt sneeuw. Centraal in de voorstelling staan twee paarden die een sleperswagen trekken. Hoog op de bok zit de menner. Achter hem is voor een sleperswagen typerende donkere driehoekige bedekking te zien. Paarden behoorden tot Breitners meest favoriete onderwerpen; vooral paarden die een kar of een tram trokken schilderde hij graag. Op de voorgrond lopen twee vrouwen. Breitner koos zijn modellen bij voorkeur uit de lagere klassen: arbeiders, dienstmeisjes en bewoners van volkswijken. Hij zag zichzelf als le ‘peintre du peuple’, schilder van het volk. <!-- z-media 55257 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p>Het schilderij is duidelijk niet voltooid. Hierdoor zijn verschillende wijzigingen die Breitner heeft doorgevoerd zichtbaar zoals bij de man op de kar en de benen van de paarden.</p> <p>Op de achterzijde is het schilderij gesigneerd met ‘G.H. Breitner mei 1923’. Het is in 1948 door zijn familie aan het Rijksmuseum geschonken. Volgens overlevering is dit &#39;Gezicht op het Rokin&#39; één van de laatste doeken waaraan Breitner werkte. Het zou op de ezel hebben gestaan toen hij op 5 juni 1923 met zijn palet en penselen in de hand aan een hartaanval overleed.</p> <p>Amsterdam Museum, inv.nr. SB 6370, bruikleen van het Rijksmuseum</p> <p>Meer informatie over dit kunstwerk in de <a href="http://am.adlibhosting.com/amonline/advanced/Details/collect/39709" target="_blank">Collectie online</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/54271 2016-03-08T14:56:23+01:00 2016-03-07T22:01:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Portret Michel de Klerk, 1921 Hendrik Meijer schildert in 1921 het portret van architect Michel de Klerk (1884-1923). De Klerk is een succesvol architect en ontwerper van meubels en interieurs en wordt wel gezien als de beroemdste architect van de Amsterdamse School. Zijn meest bekende gebouwen zijn Het Schip en Het Scheepvaarthuis, waar hij samen met Van der Mey en Kramer aan werkt. Meijer is docent aan de Rijksakademie in Amsterdam en vanaf 1921 is hij verbonden aan de Haagse academie. <p>Amsterdam Museum, inv.nr. <span>SA 40048</span></p> <p>Meer informatie over dit kunstwerk in de <a href="http://am.adlibhosting.com/amonline/advanced/Details/collect/39281" target="_blank">Collectie online</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/54033 2016-03-07T20:23:25+01:00 2016-02-16T10:56:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Netwerk en krachtbron Amsterdam kenmerkt zich door een groot aantal zeer uiteenlopende organisaties van en voor beeldende kunstenaars. De Moderne Kunstkring, De Brug, de Socialistische Kunstenaars Kring, Cobra, Nieuw Beelden, het zijn maar enkele van de talloze groeperingen waarin kunstenaars zich hebben verenigd. Ze dienen als bolwerk voor actie en protest, als expositiecentrum en als ontmoetingsplek waar kunstenaars ideeën uitwisselen en het soms flink met elkaar aan de stok hebben. Over het algemeen zijn deze groepen geen lang leven beschoren, met enkele belangrijke uitzonderingen: kunstenaarssociëteit Arti et Amicitiae en kunstenaarsverenigingen Sint Lucas en De Onafhankelijken bestaan al meer dan honderd jaar. Dit fijnmazige culturele netwerk zorgt voor een bijzondere wisselwerking die internationaal opvalt.<br /> <p>Amsterdam kenmerkt zich door een groot aantal zeer uiteenlopende organisaties van en voor beeldende kunstenaars. Onderling verenigen kunstenaars zich in sociëteiten en belangengroeperingen. De Moderne Kunstkring, De Brug, de Socialistische Kunstenaars Kring, Cobra, Nieuw Beelden: het zijn maar enkele van de talloze groepen die in de afgelopen honderd jaar hebben gefungeerd als artistieke netwerken. Door krachten te bundelen worden mogelijkheden voor exposities gecreëerd en de clubs dienen als ontmoetingsplek waar kunstenaars ideeën uitwisselen en felle discussies met elkaar voeren. De meeste zijn geen lang leven beschoren met enkele belangrijke uitzonderingen.</p> <p>Aan het Rokin functioneert Arti et Amicitae al ruim 175 jaar als kunstenaarssociëteit. Breitner heeft er een actieve rol gespeeld aan het begin van de twintigste eeuw en eind 2015 is een werk van Tanja Ritterbex opgenomen in de tentoonstelling ‘Door schildersogen’. Sint Lucas behoort tot de oudste kunstenaarsverenigingen in Nederland. In de jaren tachtig van de negentiende eeuw voortgekomen uit een studentenvereniging van de Rijksacademie en tot op de dag van vandaag actief in de belangenbehartiging van beeldend kunstenaars. Naar het Franse voorbeeld van de Salon des Indépendants richt een groep kunstenaars in 1912  De Onafhankelijken op. Ze organiseren juryvrije exposities en tonen regelmatig vernieuwend werk van binnen- en buitenlandse kunstenaars. Kandinsky, Picasso, de Duitse vertegenwoordigers van de Nieuwe Zakelijkheid en de Franse surrealisten worden bij De Onafhankelijken geïntroduceerd. Aanvankelijk in een gebouw aan de Amstelveenseweg en vanaf 1919 elk half jaar in het Stedelijk Museum. Leden tonen hun werk, de pers schrijft over de exposities en bezoekers kunnen de kunstwerken ter plekke kopen. Na 1945 - als directeur Willem Sandberg een ander tentoonstellingsbeleid invoert - moeten de verschillende verenigingen naar andere expositieruimte omzien. De nieuwe vleugel van het Stedelijk, Museum Fodor en later het Bureau Amsterdam vormen een nieuw platform voor lokale kunstenaars evenals het Amsterdam Museum.</p> <p>Vanuit de overheid worden gedurende de hele twintigste eeuw vele instanties in het leven geroepen om de beeldende kunst te ondersteunen en te stimuleren. Het stadsbestuur speelt een belangrijke rol in het aanjagen van de artistieke activiteit. Al vanaf 1923 besteedt Amsterdam jaarlijks een substantieel bedrag aan gemeentelijke kunstaankopen ter ondersteuning van lokale kunstenaars. Tijdens de economische crisis in de jaren dertig wordt door de rijksoverheid een speciaal fonds opgericht ter ondersteuning van noodlijdende kunstenaars. Dit vormt de basis van de latere Beeldende Kunstenaars Regeling.</p> https://hart.amsterdam/rsc/54032 2016-03-07T20:22:47+01:00 2016-02-16T10:56:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Platform en schatkamer Amsterdam kenmerkt zich door het enorme aantal uiteenlopende instellingen en organisaties voor moderne kunst. Samen stellen zij Amsterdam in staat om zich te kunnen meten met de grote kunstmetropolen van de wereld. Het Stedelijk Museum biedt als een van de eersten ruimte aan baanbrekende tentoonstellingen. In het revolutionaire klimaat van de jaren zeventig ontstaan nieuwe, kleinschalige kunstplekken als Fodor en De Appel. De hoge dichtheid van kunstinstellingen biedt een aantrekkelijk platform voor Amsterdamse kunstenaars en een rijke culturele omgeving voor kunstliefhebbers. <br />Ook de openbare ruimte dient sinds het begin van de vorige eeuw als platform voor kunst. De inmiddels meer dan 1500 kunstwerken maken van de hoofdstad één groot openluchtmuseum. <p>De stad is eigenaar van een rijke en diverse collectie, circa 200.000 voorwerpen worden beheerd door het Stedelijk Museum en het Amsterdam Museum. Deze musea, respectievelijk geopend in 1895 en 1926, vormen tot de jaren zestig van de twintigste eeuw één gemeentelijke dienst onder één directeur. Willem Sandberg is de laatste die aan het hoofd staat van de gemeentelijke musea. Wanneer hij in 1962 met pensioen gaat wordt Edy de Wilde directeur van het Stedelijk en van Museum Fodor. Simon Levie krijgt de leiding over het Amsterdams Historisch Museum en Museum Willet-Holthuysen. De stad is dan al eeuwenlang eigenaar van een grote, waardevolle verzameling oude kunst die terug gaat tot de zestiende eeuw. Een aantal meesterwerken, waaronder de Nachtwacht, is sinds 1885 door de stad Amsterdam in bruikleen gegeven aan het Rijksmuseum.</p> <p>Bij de opsplitsing van de dienst gemeentelijke musea wordt de stadscollectie   grofweg verdeeld in objecten van vóór 1900, de collectie van het historisch museum, en de objecten van ná 1900, die worden opgenomen in het Stedelijk Museum. Beide gemeentelijke musea besteden - ieder vanuit een verschillend perspectief - aandacht aan de twintigste eeuw. Het Stedelijk Museum biedt ruimte aan de kunst van de avant-garde, organiseert baanbrekende tentoonstellingen en ontwikkelt zich meer en meer tot een museum voor internationale hedendaagse kunst.</p> <p>Het Amsterdams Historisch Museum, begonnen als oudheidkamer in de Waag, groeit uit tot een vooraanstaand historisch museum in het gebouw van het voormalige Burgerweeshuis aan de Kalverstraat. Daar wordt de geschiedenis van Amsterdam van 1200 tot en met gisteren gepresenteerd. Kunst speelt in dat verhaal een belangrijke rol. Aan de hand van de oude meesters wordt het leven in de Gouden Eeuw belicht en werken van Sluijters en Breitner illustreren de metamorfose van de stad rondom 1900. Ed van der Elsken, John Rädecker, Viktor IV, Herman Gordijn en Ger van Elk geven reliëf aan de geschiedenis van de afgelopen honderd jaar in de permanente opstelling en in tijdelijke exposities. Onder de naam Amsterdam Museum groeit het vanaf 2010 uit tot een vernieuwend stadsmuseum waar samen wordt gewerkt met hedendaagse kunstenaars, die de geschiedenis onderzoeken en verbeelden.</p> https://hart.amsterdam/rsc/53871 2016-03-14T12:30:35+01:00 2016-02-08T20:50:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Hogeschool en broedplaats Amsterdam kent van oudsher veel goede opleidingen op het gebied van beeldende kunst. Veel binnen- en buitenlandse kunstenaars van naam hebben hun opleiding hier genoten, onder wie Jan Sluijters, Karel Appel en Rineke Dijkstra. Het inspirerende klimaat dat in de Amsterdamse opleidingscentra heerst, zorgt ervoor dat de stad fungeert als magneet voor jonge talenten. Kunstenaars als de Limburgse Tanja Ritterbex genoten hun opleiding elders, maar komen naar Amsterdam vanwege gerenommeerde instituten als de Rijksakademie en De Ateliers. In deze stadse kweekvijver werd en wordt volop geëxperimenteerd, bijvoorbeeld met internet- en bio-kunst. Amsterdamse kunstenaars brengen bovendien verhoudingsgewijs veel conceptuele en multimediale kunst voort. <p>Amsterdam telt van oudsher veel goede opleidingen op het gebied van beeldende kunst, die grote aantrekkingskracht uitoefenen op Amsterdamse, Nederlandse en buitenlandse talenten en in broedplaatsen her en der in de stad worden creatieve vuurtjes opgestookt. Individuele en gedeelde ateliers zijn vaak ondergebracht in oude panden. Vanaf de jaren tachtig zijn het veelal kraakpanden die ruimte bieden aan kunstenaars.  Peter  Klashorst en Hugo Kaagman hebben jarenlang geopereerd vanuit  krakersbolwerken. Tegenwoordig wordt kraken niet meer getolereerd, maar tijdelijke huisvesting in leegstaande gebouwen wordt mede door de overheid gefaciliteerd. Sinds 2000 voert de gemeente Amsterdam zelfs een actief  broedplaatsenbeleid: op basis van betaalbare huren worden lege scholen en bedrijven aan individuele kunstenaars of groepen verhuurd.</p> <p>De Rijksakademie van Beeldende Kunsten is in 1870 opgericht als opvolger van de Koninklijke Akademie die weer voortkomt uit de achttiende-eeuwse Amsterdamse Stads Teekenacademie. Jan Sluijters, Constant, Piet Mondriaan en vele anderen zijn er opgeleid. Aan het einde van de twintigste eeuw wordt de ‘artist residency’ ingevoerd; lesprogramma’s zijn losgelaten, klaslokalen omgebouwd tot ateliers en studenten worden individueel begeleid door ervaren kunstenaars. Jaarlijks melden zich studenten uit alle windstreken en werk van alumni is over de hele wereld te zien. </p> <p>De Kunstnijverheidsschool is in 1924 ontstaan uit de samenvoeging van een drietal oudere nijverheidsinstellingen, waaronder de <span>Rijksnormaalschool voor Tekenonderwijzers, gevestigd in het Rijksmuseum. Het nijverheidsonderwijs biedt studenten de mogelijkheid om een onderwijsacte te behalen. Vele jonge talenten kiezen hiervoor: de onderwijsbevoegdheid geeft zekerheid  naast hun vrije werk. Frieda Hunziker is daar een voorbeeld van. </span>In 1967 verhuist de Kunstnijverheidsschool naar het huidige gebouw aan de Fred Roeskestraat, ontworpen door architect en meubelontwerper Gerrit Rietveld. Als de school in 1968 de status krijgt van Academie voor Beeldende Kunst en Vormgeving, wordt - als eerbetoon aan de kort daarvoor overleden architect - de naam veranderd in Gerrit Rietveld Academie. Deze hogeschool biedt nu bacheloropleidingen aan Nederlandse en buitenlandse studenten. Masteropleidingen worden verzorgd door het Sandberg Instituut, opgericht in 1990 en gelegen op een steenworp afstand van de Rietveld. De docentenopleiding Beeldende Vorming wordt nu door de Hogeschool voor de Kunsten verzorgd en is vanaf 2016 gevestigd in het Grootlab aan het Overhoeksplein, naast filmmuseum Eye.</p> <p>In de loop van de tijd zijn verschillende alternatieve opleidingen ontwikkeld om het kunstonderwijs te vernieuwen. Een ervan is de Nieuwe Kunstschool - van 1934 tot 1941 in Amsterdam gevestigd - een particuliere niet-gesubsidieerde opleiding opgericht door Jan Havermans, Paul Citroen en Charles Roelofsz. Daar werkt men volgens de principes van het Duitse Bauhaus, het moderne instituut in Weimar waar Citroen begin jaren dertig heeft gestudeerd.</p> <p>Een ander kunstenaarsinitiatief is De Ateliers. Dit onafhankelijke instituut wordt begin jaren zestig geopend in Haarlem onder de naam Ateliers ’63.  In 1992 vestigt het instituut zich in Amsterdam. De naam zegt genoeg: De Ateliers gaat niet uit van traditioneel kunstonderwijs, maar studenten worden deelnemers en docenten worden begeleiders. Nu zijn De Ateliers gehuisvest in het voormalige gebouw van de Rijksacademie aan de Stadhouderskade, de Rijksacademie is ondergebracht in de verbouwde Kavallerie-Kazerne even verderop aan de Sarphatistraat.</p> https://hart.amsterdam/rsc/53869 2019-10-02T22:07:57+02:00 2016-02-08T20:50:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Toevluchtsoord, tussenstop en thuishaven Amsterdam is een doorvoerhaven voor kunstenaars, waarvan de samenstelling voortdurend verandert. Kunstenaars vestigen zich hier tijdelijk , om daarna weer verder te trekken. Soms gaat dat om politieke en economische vluchtelingen, zoals de Belgen Gustave de Smet en Frits van Berghe ten tijde van de Eerste Wereldoorlog. In de jaren dertig wijken ook Duitse kunstenaars voor de dreiging van het nationaalsocialisme uit naar de hoofdstad, onder wie Erwin Blumenfeld en Max Beckmann. Vanaf de jaren zestig en zeventig komen veel kunstenaars naar Amsterdam vanwege het vrije en rebelse karakter van de stad. Een karakter waar Amsterdam tegenwoordig nog steeds om bekend staat. <p>Er zijn relatief weinig kunstenaars geboren en getogen in Amsterdam. De stad wordt in het algemeen gekenmerkt door een grote migratie: mensen vestigen zich tijdelijk om daarna weer door te gaan, en dat geldt in sterke mate ook voor kunstenaars. Hoewel Amsterdam zich niet kan meten met kunstmetropolen als Parijs, New York, Berlijn en Hongkong, biedt het fijnmazige culturele netwerk veel mogelijkheden voor nieuwkomers. De kenmerkende kleinschaligheid van de  ‘Global village’ heeft blijkbaar een onweerstaanbare charme. Waar in Londen en Berlijn vaak flinke afstanden afgelegd moeten worden om van de ene culturele hotspot naar de andere te komen, is in Amsterdam alles op de fiets te bereiken.</p> <p>Kunstenaars die naar Amsterdam komen doen dat om uiteenlopende redenen. Voor sommigen is de stad een toevluchtsoord, zoals voor de Belgische kunstenaars die in 1914 hun eigen land ontvluchten vanwege het oorlogsgeweld. Raoul Hynckes, Gustave de Smet, Frits van Berghe en vele anderen wijken uit naar Amsterdam. Ze vinden er werk, raken geïnspireerd en ontwikkelen hun eigen stijl. Hynckes blijft in Nederland, de anderen keren terug naar België. De uit Berlijn afkomstige Paul Citroen en Erwin Blumenfeld vestigen zich na de Eerste Wereldoorlog in Amsterdam. Ze ontkomen ternauwernood aan de Jodenvervolging; Citroen in Nederland, Blumenfeld uiteindelijk in de Verenigde Staten. Meerdere Duitse kunstenaars vluchten in de jaren dertig voor het nazibewind en komen – soms tegen wil en dank – in Amsterdam terecht. Friedrich Vordemberge-Gildewart en Max Beckmann verblijven hier jarenlang, ze zijn zeer productief tijdens hun Amsterdamse ballingschap en nemen met gemengde gevoelens afscheid van de stad.</p> <p>Amsterdam dient ook vaak als een doorgangsstation voor kunstenaars, bijvoorbeeld voor Ger van Elk en Jan Dibbets maar ook Ed en Nancy Kienholz wonen en werken even zo makkelijk in New York als in Amsterdam, Londen of Berlijn. De van oorsprong Zuid-Afrikaanse Marlene Dumas en de IJslandse Sigurdur Gudmundsson verruilen hun vaderland voor het levendige en progressieve Amsterdam. Tegelijkertijd zijn ze geworteld in hun land van herkomst en verwerken dat in de kunst die ze hier maken. Marlene schrijft hierover in een brief aan Sigurdur:  &#39;Marlene en Zuid-Afrika; donker zonland. Siggi met zijn IJsland; donker steenland. Wij maakten onze (kunst)namen in het platste land van de wereld. Afrika en IJsland ruiken nog naar magie en naar voorvaderlijke geesten. Die geur kleeft aan onze vertellingen.&#39;</p> <p>Veel kunst die in Amsterdam is gemaakt, wortelt in meerdere culturen. Het multiculturele karakter komt vaak tot uitdrukking in het werk van kunstenaars die in Amsterdam zijn geboren en van wie de ouders afkomstig zijn uit het buitenland. Dat geldt ook voor kunstenaars die zelf of hun ouders geboren zijn in de voormalige Nederlandse koloniën. Aangeduid als allochtoon en lange tijd ondervertegenwoordigd in professionele artistieke kringen nemen ze in de loop van de tijd hun beroepsmatige posities in. Vanuit haar Surinaamse achtergrond doet Iris Kensmil dat met verve. Door haar authentieke omgang met de recente geschiedenis geeft ze met haar schilderijen een gezicht aan bekende en onbekende personen uit het koloniale verleden en de populaire zwarte cultuur.</p> https://hart.amsterdam/rsc/53870 2016-03-14T20:56:29+01:00 2016-02-08T20:50:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Strijdtoneel en speelplaats Amsterdamse kunstenaars laten zich inspireren door wat er speelt in de maatschappij. Sommigen gebruiken hun artistieke stem om kritiek te laten horen op misstanden. De dreiging van het nationaalsocialisme doet een groep kunstenaars in de jaren dertig de handen ineen slaan voor de organisatie van de antifascistische tentoonstelling D.O.O.D. Na de Tweede Wereldoorlog krijgt geëngageerde kunst een andere lading: het wordt gebruikt als poging om het fundament van de samenleving te hervormen. De 21ste eeuw is nog relatief jong, maar de heftige gebeurtenissen van de afgelopen vijftien jaar zijn terug te vinden in het werk van kunstenaars. Duidelijk is dat veel kunstenaars zich verhouden tot de wereld en de geschiedenis.. <p>In de Eerste Wereldoorlog liegen de prenten van Jan Sluijters en Leo Gestel er niet om, ze worden openlijk gepubliceerd in kritische tijdschriften. In het interbellum is het sociale engagement af te lezen aan de kunst van Charley Toorop, Chris Beekman, Eva Besnyö en veel anderen. Desalniettemin wordt de oorlogsdreiging in de jaren dertig niet vaak expliciet tot uitdrukking gebracht met uitzondering van de schrijnende humor in de foto’s van Erwin Blumenfeld, die hedendaagse beschouwers kippenvel bezorgen. Kunstenaars vluchten, ze gaan ondergronds of geven toe aan de druk van de bezetter en worden lid van de Kultuurkamer. Zo kunnen ze door blijven werken maar de kunstproductie neemt heel erg af, zowel in hoeveelheid als in kwaliteit.</p> <p>Cobra en later Provo werken letterlijk en figuurlijk bevrijdend. De kunstwerken en de bijbehorende evenementen zijn explosies van energie, creativiteit en rebellie. Maar in het werk van de kunstenaars die voor, tijdens of kort na de oorlog zijn geboren worden ook trauma’s verwerkt. Armando en Asselbergs zijn maar enkele voorbeelden van ‘oorlogskunst’ van na 1945.</p> <p>De conceptuele kunst van de jaren zestig is rationeler en meer in zichzelf gekeerd. Tegelijkertijd zorgen Dibbets, Van Elk en anderen voor allerlei ludieke acties uitgevoerd in musea, galeries, in de openbare ruimte en ook steeds meer op radio en televisie.  Wim T. Schippers verrast vriend en vijand met uitzendingen als <em>Hoepla</em>, <em>De Fred Haché Show</em> en <em>Radio Ronflonflon</em>. De happenings zijn nog maar nauwelijks achter de rug of een ander, luider protest komt op. De acties tegen de aanleg van de metro, de krakersrellen en het tumult rond de kroning van Beatrix in 1980 vinden ook langs artistieke wegen een uitlaatklep. De schuttingen die Hugo Kaagman beschildert zijn hier een duidelijk voorbeeld van, maar ook het veel meer ingetogen werk van Zuyderland en Møhlmann. De periode daarna is niet veel rustiger. Geruchtmakende schilders als Peter Klashorst, René Daniels en Rob Scholte geven hun commentaar op de stad en de wereld om hen heen: ironisch en humoristisch, maar ook activistisch en aanstootgevend. Maar het protest verstomt in de jaren negentig als kunst en muziek samenvloeien in de party-cultuur en Amsterdamse clubs en discotheken een pleisterplaats zijn voor jong aanstormend talent. Met een mix van muziek, animatie en fotografie geeft Micha Klein een gezicht aan deze hedonistische party-cultuur.</p> <p>Na de eeuwwisseling wordt het Westen opgeschrikt door aanslagen, politieke onrust en een fikse economische crisis. Amsterdam is in 2004 ontzet over de moord op Theo van Gogh. Graffitikunstenaar - Donovan Spaanstra - reageert zich direct af in zijn straatkunst. Marlene Dumas reflecteert op een subtielere maar niet minder aangrijpende manier. Het lijkt het einde te betekenen van de vrijblijvendheid, kunstenaars gaan meer dan voorheen de confrontatie aan met de wereld om hen heen. Ze verdiepen zich in de actualiteit, in de geschiedenis en ze trekken de buurten en de wijken in.  Geholpen door de opkomst van de sociale media groeit de  interactie tussen publiek en kunstenaars. Laurence Aëgerter plaatst haar kunst in het Red Light District en gaat het debat aan met buurtbewoners, prostituees en stadsbestuurders. Op een meer introverte manier  laat Esther Polak het publiek participeren. Uitgerust met GPS apparatuur stuurt zij stadsbewoners er op uit en brengt op die manier Amsterdam in kaart.</p> <p>Het consistente oeuvre van de bijna honderdjarige Riek Milikowski neemt anno 2016 een unieke plaats in. Met een scherp oog en een warm hart schildert ze op virtuoze wijze portretten en stillevens, die uitdrukking geven aan haar  niet-aflatende maatschappelijke engagement. Heel anders maar niet minder betrokken getuigt de jonge Tanja Ritterbex met haar ‘selfie-project’ van een scherpzinnige kijk op de wereld. Ze plaatst haar gefotografeerde en geschilderde zelfportretten op Facebook. Kwetsbaar en heldhaftig betreedt ze het publieke domein. Daar stelt ze het fenomeen van de  openbaarheid ter discussie, waarbij ze de schilderkunst als modern wapentuig gebruikt.</p> https://hart.amsterdam/rsc/54284 2016-03-07T22:53:28+01:00 2016-02-01T22:48:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Gezicht op het Olympisch Stadion, 1928 Donkere wolken hangen boven besneeuwde oevers en er drijft ijs in het water van de Schinkel, de bomen langs de kant zijn kaal en de gebouwen zijn in een vage mist gehuld. De 46 meter hoge Marathontoren met de kenmerkende schaal voor het Olympisch vuur is duidelijk zichtbaar, met geheel links de overkapping van de eretribune. Het spiksplinternieuwe stadion wordt voor de Olympische Spelen van 1928 voor het eerst in gebruik genomen. <p>Amsterdam Museum, inv.nr. <span>SA 37911</span></p> <p>Meer informatie over dit kunstwerk in de <a href="http://am.adlibhosting.com/amonline/advanced/Details/collect/39132" target="_blank">Collectie online</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/54283 2016-03-07T22:50:03+01:00 2016-02-01T22:40:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Hartjesdag, 1926 Hartjesdag is een Amsterdams volksfeest, dat jaarlijks op de derde maandag in augustus wordt gevierd, een combinatie van carnaval en Gay Pride. Mannen kleden zich als vrouwen en vrouwen dragen mannenkleding. Er wordt gezongen en gedanst en heel veel gedronken. Al in 1895 drijft Braakensiek de spot met de ineffectieve bestrijding van drankmisbruik in een van zijn prenten die hij naar aanleiding van Hartjesdag maakt. In 1929 maakt hij een schilderij van het beroemde en beruchte feest. <p>Amsterdam Museum, inv.nr. <span>SA 20352</span></p> <p>Meer informatie over dit kunstwerk in de <a href="http://am.adlibhosting.com/amonline/advanced/Details/collect/38827" target="_blank">Collectie online</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/54281 2016-03-07T22:37:58+01:00 2016-02-01T22:34:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Studie van heistelling langs de Slatuinen, 1924 MacKenzie woont met zijn gezin aan de Admiraal de Ruyterweg, in een groot nieuw huis met een atelier op het noorden. Omringd door bouwactiviteit schildert hij verschillende keren zijn eigen ‘nieuwbouw’ buurt, met name de nabijgelegen Slatuinen. Daar wordt geheid en zand gestort om het lagergelegen poldergebied bouwrijp te maken. Als autodidact vraagt hij in 1917 advies aan Breitner. Ze raken bevriend en MacKenzie schiet de oudere schilder, die hij zeer bewondert, meerdere malen financieel te hulp. <p>Amsterdam Museum, inv.nr. <span>121</span></p> <p>Meer informatie over dit kunstwerk in de <a href="http://am.adlibhosting.com/amonline/advanced/Details/collect/73537" target="_blank">Collectie online</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/54279 2016-03-07T22:33:09+01:00 2016-02-01T22:30:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Domela Nieuwenhuis, 1924 De kop van Domela Nieuwenhuis (1846-1919), uit een stuk teakhout gehakt, kan gezien worden als een eerbetoon aan de charismatische politicus, die in Amsterdam veel aanhang heeft. Sieger is een geboren en getogen Amsterdammer en zoon van een stukadoor. Met zijn werk wil hij een bijdrage leveren aan de strijd van de arbeidersbeweging.<br />Hij behoort tot de groep beeldhouwers die, in opdracht van de gemeente, werkt aan de decoratie van woningen van de Amsterdamse School. <p>Amsterdam Museum, inv.nr. BA 4114</p> <p>Meer informatie over dit kunstwerk in de <a href="http://am.adlibhosting.com/amonline/advanced/Details/collect/4893" target="_blank">Collectie online</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/54277 2016-03-07T22:28:54+01:00 2016-02-01T22:25:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Betondorp in aanbouw, 1923/1928 Het is een zonnige dag als Nicolaas Pieneman de bouw van nieuwe woningen in Amsterdam-Oost op doek vastlegt. De witte betonnen wanden weerkaatsen het zonlicht en geven de voorstelling een mediterraan karakter. Achter de lichtgekleurde, geometrische huizen verrijzen traditionele oranje pannen daken. Zo maakt Pieneman de scheiding zichtbaar tussen de twee helften van tuindorp Watergraafsmeer, de ene uitgevoerd in beton en de andere in baksteen. <p>Amsterdam Museum, inv.nr. 643, bruikleen Rijksdienst Cultureel Erfgoed</p> <p>Meer informatie over dit kunstwerk in de <a href="http://am.adlibhosting.com/amonline/advanced/Details/collect/89462" target="_blank">Collectie online</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/54273 2016-03-07T22:17:21+01:00 2016-02-01T22:12:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Zelfportret, 1922 In 1920 betrekt de veelzijdige kunstenaar en ontwerper Hildo Krop met zijn gezin een woning aan de Plantage Muidergracht. Het zelfportret, dat hij kort daarna uit een blok eikenhout hakt, toont een man in de kracht van zijn leven. In 1916 komt Krop in dienst bij Publieke Werken als stadsbeeldhouwer. In die functie vervaardigt hij talloze beelden aan gevels van woningen en op bruggen in de nieuwe wijken van Amsterdam. <p>Amsterdam Museum, inv.nr. <span>BA 4085</span></p> <p>Meer informatie over dit kunstwerk in de <a href="http://am.adlibhosting.com/amonline/advanced/Details/collect/4868" target="_blank">Collectie online</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/54270 2016-03-07T21:59:26+01:00 2016-02-01T21:57:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Schutting, 1983/1984 Van 1983 tot 1985 staat op het Waterlooplein een 60 meter lange schutting beschilderd door Hugo Kaagman. Daarachter ligt het bouwterrein waar het nieuwe gebouw van het stadhuis en de opera verrijst. Het is de tijd van het doemdenken, economische crisis, werkloosheid en de angst voor kernwapens. Dat verwerkt Kaagman in zijn beeldverhaal. In die jaren dat de schutting op het Waterlooplein staat voegen veel voorbijgangers er teksten en handtekeningen aan toe. <p>Amsterdam Museum, inv.nr. <span>SA 39368.1/6</span></p> <p>Meer informatie over dit kunstwerk in de <a href="http://am.adlibhosting.com/amonline/advanced/Details/collect/39238" target="_blank">Collectie online</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/54269 2016-03-07T21:54:30+01:00 2016-02-01T21:52:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Cobra en provo, 1966 De voorstelling bestaat uit portretten van vooraanstaande Provo’s en fragmenten uit Cobra-kunstwerken. Linksboven is de Vrijheidsschreeuw van Karel Appel afgebeeld. Verder onder meer een grillige rookpluim (anti-rookmagiër Robert Jasper Grootveld), het hoofd in het midden van Bernard de Vries, en rechtsonder Bart Huges die een gaatje in zijn schedel boort met de bedoeling zijn geest te verruimen. De portretten zijn gebaseerd op foto’s, die waarschijnlijk gemaakt zijn door Cor Jaring. <p>Amsterdam Museum, inv.nr. <span>SA 41176</span></p> <p>Meer informatie over dit kunstwerk in de <a href="http://am.adlibhosting.com/amonline/advanced/Details/collect/39356" target="_blank">Collectie online</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/54268 2016-03-07T21:51:17+01:00 2016-02-01T21:43:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Draaihek en deurbeplating van het metrostation Weesperplein, 1980 Tussen één uur ’s nachts en half zes ’s morgens zijn de hekken van de metrostations langs de Oostlijn hermetisch gesloten. Ook het hek van het Weesperpleinstation. Met veel aandacht voor detail portretteert Zuyderland het draaihek, maar laat weg wat voor hem overbodig is. De toeschouwer wordt het schilderij ingezogen door het oranje vlak dat in een strak kader is geplaatst met een aanduiding van perspectief. Het hekwerk, de handgreep en de klinknagels zijn bijna tastbaar weergegeven. <p>Amsterdam Museum, inv.nr. <span>SA 37860</span></p> <p><span>Meer informatie over dit kunstwerk in de </span><a href="http://collectie.amsterdammuseum.nl/amonline/advanced/Details/collect/39126" target="_blank">Collectie online</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/54267 2016-03-08T14:56:41+01:00 2016-02-01T21:29:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Gezicht op de Haarlemmer Houttuinen, 1918/1919 In 1914 deserteert Hynckes uit het Belgische leger en vlucht naar Nederland. Hij vindt een atelier op het Prinseneiland en op een steenworp afstand schildert hij een schuit die aan de kade ligt bij teerhandel De Roo Vos. Vanaf de Sloterdijkbrug kijkt hij uit op het spoor met daarachter de Haarlemmer Houttuinen, op de voorgrond het vrachtschip en de windas waarmee de vaten uit het scheepsruim worden gehesen. <p>Amsterdam Museum, inv.nr. <span>SA 38716</span></p> <p>Meer informatie over dit kunstwerk in de <a href="http://collectie.amsterdammuseum.nl/amonline/advanced/Details/collect/39211" target="_blank">Collectie online</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/54264 2019-04-01T15:13:26+02:00 2016-02-01T21:08:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Vondelpark, 1915 Gustave de Smet schildert het Vondelpark op een zonnige dag in 1915. Hij experimenteert met licht, kleur en vorm. Net als vele honderdduizenden Belgen vlucht hij aan het begin van de Eerste Wereldoorlog naar Nederland. Voor De Smet betekent zijn verblijf in Amsterdam ook de confrontatie en kennismaking met nieuwe stromingen in de schilderkunst, zoals expressionisme, fauvisme en kubisme. In 1922 keert hij terug naar België. <p>Amsterdam Museum, inv.nr. <strong></strong><span>SA 41458</span></p> <p><span>Meer informatie over dit kunstwerk in de </span><a rel="noopener noreferrer" href="http://am.adlibhosting.com/amonline/details/collect/39419" target="_blank">Collectie online</a></p> <p> </p> https://hart.amsterdam/rsc/54321 2016-03-08T22:12:54+01:00 2016-02-01T17:18:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Oorlog, 1937 Peter Alma waarschuwt met dit schilderij tegen de gevaren van het nationaalsocialisme, na de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog. De soldaat rechts heeft geen gezicht meer, het gezicht van de andere soldaat is verborgen achter een gasmasker. Rechts is het dag en links is het nacht. De mitrailleur, de granaat, het jachtvliegtuig boven een brandende stad vernietigen alles. “Er is slechts het militarisme, de vernietiging en verminking van alles wat leeft, van iedereen die een gezicht heeft.” <p>Amsterdam Museum, inv.nr. <span>SA 39089</span></p> <p>Meer informatie over dit kunstwerk in de <a href="http://collectie.amsterdammuseum.nl/amonline/advanced/Details/collect/39226" target="_blank">Collectie online</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/54320 2016-03-08T17:17:40+01:00 2016-02-01T17:14:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Tunnelbouw, 1936 Harry van Kruiningen legt vanaf een hoog standpunt de bouw van een spoorwegviaduct in Amsterdam-Oost vast. Waarschijnlijk heeft hij de plek vanuit de bovenwoning van een tante aan de Archimedesweg bekeken. Hij kijkt in de richting van de Molukkenstraat. Over het spoor rijdt een dieseltrein; er zijn nog geen bovenleidingen, elektrische treinen worden pas later ingezet op dit traject. De opening van de tunnel vindt plaats op zaterdag 7 maart 1936 door wethouder Monne de Miranda. <p>Amsterdam Museum, inv.nr. SB 6338, bruikleen Stedelijk Museum Amsterdam</p> <p>Meer informatie over dit kunstwerk in de <a href="http://collectie.amsterdammuseum.nl/amonline/advanced/Details/collect/39690" target="_blank">Collectie online</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/54318 2016-03-25T14:18:32+01:00 2016-02-01T17:10:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Uitzicht vanuit het atelier aan de Nieuwezijdskolk, 1935 Theo Stiphout woont tussen 1934 en 1937 op de Nieuwezijds Kolk waar hij het uitzicht vanuit zijn raam schildert. Vanaf twee hoog kijkt hij uit op een draaiorgel dat voor het Volkskoffiehuis staat opgesteld. De orgelman draait het wiel, naast hem staat zijn collega die met het mansbakje schudt om geld op te halen; de klanten van het koffiehuis kijken even op van hun koffie. Het lijkt alsof de schilder de tijd even heeft stil gezet. <p>Amsterdam Museum, inv.nr. <strong></strong><span>SA 41551</span></p> <p>Meer informatie over dit kunstwerk in de <a href="http://collectie.amsterdammuseum.nl/amonline/advanced/Details/collect/47857" target="_blank">Collectie online</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/54316 2016-03-08T17:09:31+01:00 2016-02-01T17:05:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Zaterdagavond, 1935/1945 Amsterdam bij avond, bij het schaarse licht van straatlantaarns doen modieus geklede stedelingen hun laatste boodschappen. Op de achtergrond het flauwe schijnsel van de etalage van Vroom &amp; Dreesmann op de hoek van de Haarlemmerstraat en de Korte Prinsengracht en verderop in de straat reclameverlichting. Op de voorgrond staat een visboer zijn haringen te fileren. Zo’n nachtelijk tafereel, een nocturne, met oog voor detail is een favoriet genre van Ouwersloot. <p>Amsterdam Museum, inv.nr. SB 6349, bruikleen van het Stedelijk Museum</p> <p>Meer informatie over dit kunstwerk in de <a href="http://collectie.amsterdammuseum.nl/amonline/advanced/Details/collect/39701" target="_blank">Collectie online</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/54314 2016-03-25T14:12:31+01:00 2016-02-01T17:02:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 De arbeiders, 1931 Als overtuigd communist begint Chris Beekman vanaf eind jaren ’20 de sociale strijd zeer direct uit te beelden. Hij ontwikkelt zich tot de schilder van arbeiders, werklozen, demonstranten en stakers. De economische crisis slaat heftig toe, het aantal werklozen in Amsterdam loopt op van ongeveer 10.000 in 1929 tot 50.000 in het midden van de jaren ’30. Ook kunstenaars hebben grote moeite om het hoofd boven water te houden. <p>Amsterdam Museum, inv.nr. SA 36336</p> <p><span>Meer informatie over dit kunstwerk in de </span><a href="http://collectie.amsterdammuseum.nl/amonline/advanced/Details/collect/39033" target="_blank">Collectie online</a></p> <p> </p> https://hart.amsterdam/rsc/54312 2016-03-08T16:56:01+01:00 2016-02-01T16:53:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Jan van Zutphen, 1933 In opdracht van sanatorium Zonnestraal vervaardigt Gerrit van der Veen een portretbuste van vakbondsleider Jan van Zutphen (1863-1958), ter gelegenheid van zijn 70ste verjaardag.<br />Van Zutphen, medeoprichter van de Algemeene Nederlandsche Diamantbewerkersbond, staat aan de wieg van het Nederlandsch Verbond van Vakvereenigingen. Hij is korte tijd gemeenteraadslid in Amsterdam voor de SDAP en is als bestuurslid betrokken bij allerlei verenigingen voor armen- en gezondheidszorg. <p>Amsterdam Museum, inv.nr. BA 4102</p> <p>Meer informatie over dit kunstwerk in de <a href="http://collectie.amsterdammuseum.nl/amonline/advanced/Details/collect/4881" target="_blank">Collectie online</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/54311 2016-03-08T16:49:54+01:00 2016-02-01T16:47:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Nieuwe stadswijk, 1930/1939 Dit zonnige straattafereel lijkt een ode aan de Amsterdamse School, de bouwstijl die in de jaren ’20 en ’30 het robuuste karakter bepaalt van de nieuwbouwwijken aan de stadsranden. Kort na de geboorte van Erasmus verhuist het gezin Von Dülmen vanuit Duitsland naar Amsterdam. Erasmus volgt een opleiding aan de Rijksnormaalschool voor Teekenonderwijzers (nu de Rietveld Academie). Hij raakt bevriend met Willem Witsen en George Hendrik Breitner. <p>Amsterdam Museum, inv.nr. <span>SA 41402</span></p> <p>Meer informatie over dit kunstwerk in de <a href="http://am.adlibhosting.com/amonline/advanced/Details/collect/39409" target="_blank">Collectie online</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/54666 2016-03-25T16:47:15+01:00 2016-02-01T16:45:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Eén rechts, één averechts, 1980 30 april 1980 is de beëdiging en inhuldiging van koningin Beatrix. Met de leus ‘Geen woning, geen kroning!’ komen krakers naar de Dam om te protesteren tegen de woningnood en onrust te stoken. Centraal staat een persoon met een donkergrijze gebreide bivakmuts op het hoofd, een duikbril verhult de identiteit. Daarachter een rij ME’ers. Tussen de rookwolken doemt het Koninklijk Paleis op, de vlag aan de gevel is de enige verwijzing naar de nationale feestelijkheid. <p>Amsterdam Museum, inv.nr. <strong></strong><span>SA 37997</span></p> <p><span>Meer informatie over dit kunstwerk in de </span><a href="http://collectie.amsterdammuseum.nl/amonline/advanced/Details/collect/39134" target="_blank">Collectie online</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/54665 2016-03-25T16:41:50+01:00 2016-02-01T16:36:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Theo Thijssen, 1979 Beeldhouwer Hans Bayens maakte dit beeld van schrijver en onderwijzer Theo Thijssen (1879-1943) ter gelegenheid van Thijssens honderdste geboortedag. Het beeld werd op 16 juni 1979 op de Lindengracht, hoek Brouwersgracht, door burgemeester Wim Polak onthuld. Het is één van Bayens’ vele beelden in de openbare ruimte. <p>Amsterdam Museum, inv.nr. <span>BA 3674</span></p> <p><span>Meer informatie over dit kunstwerk in de </span><a href="http://collectie.amsterdammuseum.nl/amonline/advanced/Details/collect/4837" target="_blank">Collectie online</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/54371 2016-03-25T16:52:54+01:00 2016-02-01T16:30:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 ME’er, 1982 Karel Gomes verbeeldt deze ME’er als een gepantserde gestalte, als persoon onherkenbaar zonder eigen gezicht. Hij maakt het beeld begin jaren tachtig, wanneer de woningnood hoog is in Amsterdam en er tegelijkertijd leegstand is. Het ene na het andere pand wordt gekraakt en vaak met geweld verdedigd. De Mobiele Eenheid bindt regelmatig de strijd aan met krakers. Het sociale engagement van Gomes blijkt ook uit zijn beelden van arbeiders en vluchtelingen. <p>Amsterdam Museum, inv.nr. <span>BA 3729</span></p> <p><span>Meer informatie over dit kunstwerk in de </span><a href="http://collectie.amsterdammuseum.nl/amonline/advanced/Details/collect/4838" target="_blank">Collectie online</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/54661 2016-03-25T16:29:45+01:00 2016-02-01T16:25:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Willem Sandberg, 1981 Al tijdens zijn leven is Willem Sandberg (1897-1984) een legende, hij geniet groot aanzien vanwege zijn rol in het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. Van 1945 tot 1963 is hij directeur van de Dienst Gemeentelijke Musea: het Stedelijk Museum, het Amsterdams Historisch Museum, Museum Fodor en Museum Willet- Holthuysen. Zijn rol als vernieuwer van het Stedelijk Museum is breed uitgemeten maar ook voor de andere drie musea is hij van grote betekenis geweest. <p>Amsterdam Museum, inv.nr. <span>BA 3771</span></p> <p><span>Meer informatie over dit kunstwerk in de </span><a href="http://collectie.amsterdammuseum.nl/amonline/advanced/Details/collect/4844" target="_blank">Collectie online</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/54660 2016-03-25T16:22:36+01:00 2016-02-01T16:18:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Afbraak Haarlemmer Houttuinen, 1974 Amsterdam biedt een troosteloze aanblik als Otto de Kat halverwege de jaren ’70 de sloop van de Haarlemmer Houttuinen vastlegt. Rond 1970 wordt begonnen met grootschalige stadsvernieuwing, veel panden worden gesloopt om plaats te maken voor verkeerswegen en nieuwe woningen. Ook de Haarlemmer Houttuinen, een vervallen volksbuurt, moet het veld ruimen. De voorgenomen plannen voor een brede verkeersweg stranden, omdat het imposante Droogbak vanwege de monumentenstatus letterlijk een sta-in-de-weg blijft. <p>Amsterdam Museum, inv.nr. <strong></strong><span>SA 40496</span></p> <p><span>Meer informatie over dit kunstwerk in de </span><a href="http://collectie.amsterdammuseum.nl/amonline/advanced/Details/collect/39333" target="_blank">Collectie online</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/54659 2016-03-25T16:16:03+01:00 2016-02-01T16:13:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Luipaardmantel, 1973 Op de lange loodzware mantel van goudkleurig leer zijn applicaties aangebracht van luipaarden die door gekleurd gras heen sluipen. Mathilde Willink krijgt het kledingstuk cadeau van haar man, de schilder Carel Willink. 1.90 meter lang en gekleed in de extravagante creaties van haar vriendin Fong Leng, is Mathilde een opvallende verschijning in het Amsterdamse straatbeeld en vaak het mikpunt van de roddelpers. <p>Amsterdam Museum, inv.nr. <span>KA 16683</span></p> <p><span>Meer informatie over dit kunstwerk in de </span><a href="http://collectie.amsterdammuseum.nl/amonline/advanced/Details/collect/23048" target="_blank">Collectie online</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/54657 2016-03-25T16:12:02+01:00 2016-02-01T16:08:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Wij, 1970/1971 De broers Kristján en Sigurdur Gudmundsson zijn in het besneeuwde Vondelpark bezig om een van de creatieve gedachtes van Sigurdur concreet vorm te geven. Peinzend kijken de twee jonge mannen naar een fiets die tegen een boom staat, achter in hun jas is een ijzerdraadje bevestigd waarop een piepschuimen bordje is geprikt met de tekening van een tandem. Realisaties noemt Sigurdur deze geënsceneerde voorstellingen die hij dikwijls tot de verbeelding sprekende titels geeft. <p><span>Collectie Stedelijk Museum, inv.nr. A 34515</span></p> https://hart.amsterdam/rsc/54350 2016-03-10T13:35:31+01:00 2016-02-01T16:04:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Theo van Gogh, 2004 Op de ochtend van 2 november 2004 wordt Theo van Gogh vermoord door Mohammed Bouyeri. Donovan Spaanstra, artiestennaam Faith71, kan het nieuws amper bevatten. Hij plukt een foto van de filmmaker van internet, grijpt zijn spuitbussen bij elkaar en schildert een levensgroot portret op het dichtgetimmerde raam van Warmoesstraat 131. Het portret roept veel reacties op en er ontstaat in de Warmoesstraat een herdenkingsplek waar mensen hun emoties de vrije loop laten. <p>Amsterdam Museum</p> https://hart.amsterdam/rsc/54655 2016-03-25T16:07:14+01:00 2016-02-01T16:04:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Zelfportret, 1970 Een raadselachtig zelfportret: de gelijkenis is treffend, de schildershand herkenbaar en het signatuur laat geen ruimte voor twijfel. Aat Veldhoen heeft zichzelf geschilderd als een androgyne verschijning met wit gepoederd gezicht onder een pauwblauwe hoofdtooi, in een kleurrijk gewaad met fallus op de schouder. Hij kijkt dromerig naar de roze roos, hij lijkt in hoger sferen. Op de achterkant vermeldt Veldhoen, heel prozaïsch, het gebruikte materiaal: spaanplaat, bisonkit, linnen, olieverf, retoucheervernis, slotvernis, bladgoud. <p>Amsterdam Museum, inv.nr. SA 40299</p> <p><span>Meer informatie over dit kunstwerk in de </span><a href="http://collectie.amsterdammuseum.nl/amonline/advanced/Details/collect/39297" target="_blank">Collectie online</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/54653 2016-03-25T16:03:17+01:00 2016-02-01T15:49:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Grachten, 1966 Zwervend door de stad vist hij oude balken en planken op uit het water. Hij sleept alles mee naar zijn boot, daar krijgt het drijfhout een tweede leven door als basis te dienen voor zijn ‘Icons’. Hij brengt zijn geliefde Amsterdam op een speciale manier in kaart met een viertal dekluiken met bovenaanzichten van de Amsterdamse grachten. In vogelvlucht geeft hij op deze twee panelen de Keizersgracht en Prinsengracht weer met verwijzingen naar bestaande bruggen en straten. <p>Amsterdam Museum, inv.nr. SA 40285.1/4</p> <p><span>Meer informatie over dit kunstwerk in de </span><a href="http://collectie.amsterdammuseum.nl/amonline/advanced/Details/collect/39290" target="_blank">Collectie online</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/54389 2016-03-25T14:24:01+01:00 2016-02-01T15:34:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Zittende leeuw, ca. 1954 Al direct na de oorlog worden er plannen gemaakt voor herdenkingsmonumenten. In 1952 krijgen architect J.J.P. Oud en beeldhouwer John Rädecker de opdracht voor een ontwerp van het Nationale Monument op de Dam. Zoon Jan Willem Rädecker helpt zijn vader, wiens gezondheid gedurende het langdurige scheppingsproces achteruit gaat. Rädecker junior maakt een aantal dierfiguren, waaronder de leeuwen die het monument flankeren. Kort voor de onthulling, in januari 1956, overlijdt John Rädecker. <p>Amsterdam Museum, inv.nr. <span>BA 4125</span></p> <p><span>Meer informatie over dit kunstwerk in de </span><a href="http://collectie.amsterdammuseum.nl/amonline/advanced/Details/collect/4904" target="_blank">Collectie online</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/54650 2016-03-25T15:33:42+01:00 2016-02-01T15:27:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Papieren Konstellatie, 1963 Hilarische happenings van Willem de Ridder en Wim T. Schippers. Achteloze voetgangers, trampassagiers, en automobilisten kijken vreemd op als ze een gevaarte door het centrum van Amsterdam zien rijden, bestaand uit wapperende proppen papier. Minder opzienbarend maar ook tamelijk absurd is de Mars door Amsterdam die op vrijdag 6 december 1963 plaatsvindt. De mars heeft geen demonstratief karakter, het is niet meer dan een formatie van zes heren die schijnbaar doelbewust een route volgen. <p>Hilversum, Beeld en Geluid</p> <p>Bekijk het hele filmpje op de website van <a href="http://www.willemderidder.com/_videos/Signalement%20%5BVARA,%2029%20Dec%201963%5D/Signalement%201963%20deel_1.mp4" target="_blank">Willem de Ridder</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/54648 2016-03-25T15:31:35+01:00 2016-02-01T15:24:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Mars door Amsterdam, 1963 Hilarische happenings van Willem de Ridder en Wim T. Schippers. Achteloze voetgangers, trampassagiers, en automobilisten kijken vreemd op als ze een gevaarte door het centrum van Amsterdam zien rijden, bestaand uit wapperende proppen papier. Minder opzienbarend maar ook tamelijk absurd is de Mars door Amsterdam die op vrijdag 6 december 1963 plaatsvindt. De mars heeft geen demonstratief karakter, het is niet meer dan een formatie van zes heren die schijnbaar doelbewust een route volgen. <p>Hilversum, Beeld en Geluid</p> <p>Bekijk het hele filmpje op de website <a href="http://www.kunstgeografie.nl/sixties_amsterdam/amsterdam60_mars.htm" target="_blank">Kunstgeografie.nl</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/54646 2016-03-25T15:22:08+01:00 2016-02-01T15:17:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Het Lieverdje, 1960 Het Lieverdje van Carel Kneulmans, een bronzen beeld van een onbevangen Amsterdams straatjochie, staat sinds 1960 op het Spui. Vanaf dat moment is het Lieverdje het middelpunt geweest van vele ludieke acties, door onder meer Provo en de Dolle Mina’s. Dit beeldje is een verkleinde kopie van het origineel. <p>Amsterdam Museum, inv.nr. BA 4164</p> <p><span>Meer informatie over dit kunstwerk in de <a href="http://collectie.amsterdammuseum.nl/amonline/advanced/Details/collect/4943" target="_blank">Collectie online</a></span></p> https://hart.amsterdam/rsc/54644 2016-03-25T15:15:36+01:00 2016-02-01T15:11:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Straatbeeld - dansen op straat, 1956/1961 Een jongen en een meisje, dansend op de Nieuwmarkt, gevangen in een gelukkig moment. Van der Elsken leert het vak door te werken bij verschillende fotografen en fotografeert de hoertjes op de Zeedijk en het leven rondom Het Kolkje. De foto’s verkoopt hij aan klanten op straat. Tussen 1956 en 1961 fotografeert Ed van der Elsken op zijn zwerftochten door de stad ‘zijn Amsterdam’: verloederde buurten en kermisgewoel, flirtende jongelui en spelende kinderen. <p>Bruikleen <a href="http://beeldbank.amsterdam.nl/afbeelding/010004025029" target="_blank">Amsterdam Stadsarchief</a></p> <p> </p> https://hart.amsterdam/rsc/54642 2016-03-25T15:08:25+01:00 2016-02-01T15:06:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Stad, 1952 De heldere, kleurige en dynamische composities van Frieda Hunziker begin jaren ’50 zijn geïnspireerd door een kort werkbezoek aan Curaçao, op uitnodiging van de KLM. Soms doemen er ook Antilliaanse motieven in op. Niet het onderwerp als zodanig, maar vorm en kleur zijn voor haar het belangrijkste. <p>Collectie Stedelijk Museum, inv.nr. A 5269</p> https://hart.amsterdam/rsc/54640 2016-03-25T15:06:03+01:00 2016-02-01T15:03:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Peinture Criminelle, 1955 ‘Armando maakt amok met verf’ is een treffende typering van het werk van de jonge kunstenaar, die zich halverwege de jaren ’50 voor het eerst als schilder presenteert. In 1956 exposeert Armando een serie van drie schilderijen onder de titel ‘Peinture Criminelle’ in het Stedelijk Museum in een expositie van de groep ‘Nieuw Beelden’. Hij geeft op een rauwe, stoffelijke manier zijn kijk op de wereld, wat in die tijd bij publiek en pers meestal niet in goede aarde valt. <p>Collectie Stedelijk Museum, inv.nr. A 6752</p> https://hart.amsterdam/rsc/54638 2016-03-25T15:01:28+01:00 2016-02-01T14:49:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Salomé, 1952 In 1920 plant Hildo Krop een populier in de tuin van zijn woning en atelier in de Plantage. 32 jaar later is de boom zo groot geworden, dat deze moet worden omgehakt. De beeldhouwer, inmiddels 68 jaar, zaagt de stam door midden en hakt daaruit een beeltenis van Salomé met het hoofd van Johannes de Doper aan haar voeten. In 1956 krijgt hij de eretitel van Stadsbeeldhouwer van Amsterdam. <p>Amsterdam Museum, inv.nr. <span>BA 4084</span></p> <p><span>Meer informatie over dit kunstwerk in de </span><a href="http://collectie.amsterdammuseum.nl/amonline/advanced/Details/collect/4867" target="_blank">Collectie online</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/54310 2016-03-08T14:58:30+01:00 2016-02-01T14:47:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Herinneringsplaquette 750.000ste inwoner van Amsterdam, 1930 Jan Nauta wordt op 12 februari 1930 in de Korenbloemstraat in Amsterdam Noord geboren, het achtste kind in het gezin van de werkloze stoffeerder Frans Nauta. Hij is de 750.000ste inwoner van Amsterdam. Wethouder Polak komt op kraamvisite en het gezin krijgt heel wat giften, waaronder een wieg. In opdracht van de gemeente vervaardigt Gerrit van der Veen deze herinneringsmedaille. <p>Amsterdam Museum, inv.nr. BA 2430</p> <p>Meer informatie over dit kunstwerk in de <a href="http://collectie.amsterdammuseum.nl/amonline/advanced/Details/collect/4723" target="_blank">Collectie online</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/54343 2016-03-25T17:16:55+01:00 2016-02-01T14:44:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Herinneringsplaquette 800.000ste inwoner van Amsterdam, 2012 Als op 27 november 2012 Alex Westerbos in de wijk Gein wordt geboren is hij de 800.000ste inwoner van Amsterdam. Ter gelegenheid van dit heuglijke feit krijgt beeldhouwer Eric Claus opdracht om een bronzen plaquette te vervaardigen. Hij treedt daarmee in de voetsporen van Gerrit van der Veen, die in 1930 eveneens in opdracht van de gemeente een plaquette vervaardigde ter ere van de geboorte van Jan Nauta, de 750.000ste inwoner van Amsterdam. <p>Amsterdam Museum</p> https://hart.amsterdam/rsc/54309 2016-03-08T14:46:51+01:00 2016-02-01T14:41:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Vernietigen en opbouwen, 1930 De man rechts is bezig een zwarte muur, symbool van de oude orde, te slopen. De linker figuur bouwt aan een rode muur, verbeelding van een nieuwe maatschappij. Op de achtergrond ratelt een drukpers, waarvan een krant afrolt - De Tribune van 27 juli 1932 - die de koppen draagt ‘De werkloozen worden weer afgescheept’ en ‘Waar gaat de wereld heen’. In 1930 exposeert Sieger het werk op de Tentoonstelling Socialistische Kunst Heden in het Stedelijk Museum. <p>Amsterdam Museum, inv.nr. BA 4113</p> <p>Meer informatie over dit kunstwerk in de <a href="http://am.adlibhosting.com/amonline/advanced/Details/collect/4892" target="_blank">Collectie online</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/54630 2016-03-25T14:01:44+01:00 2016-02-01T13:57:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Masker, 1927 ‘Gezichtscomposities’ noemt hij ze zelf, de geabstraheerde koppen die de Amsterdammer Jacob Bendien tekent en schildert vanaf 1912 tot zijn dood in 1933. Zowel met zijn schilderijen als in zijn theoretische teksten probeert Bendien duidelijk te maken wat het wezen van de schilderkunst is. Hij is een van de eersten die experimenteert met non-figuratieve kunst. Maar het gaat hem niet om abstract of natuurgetrouw, het schilderen zèlf staat bij hem centraal. <p>Collectie <span>Stedelijk Museum, inv.nr. A 23781</span></p> https://hart.amsterdam/rsc/54382 2016-03-25T14:21:44+01:00 2016-02-01T13:39:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Monne de Miranda, ca. 1948 Omstreeks 1948 schildert Elie Neuburger het portret van De Miranda (1875-1942). Op de achtergrond is een bouwput afgebeeld als verwijzing naar de enorme bouwactiviteit in het vooroorlogse Amsterdam. Samen met Floor Wibaut is hij de drijvende kracht achter de grootschalige sanering van krottenwijken en de nieuwbouwprojecten in de jaren ’20 en ’30. De Miranda is van Joodse afkomst en actief in het verzet. Hij wordt in 1942 opgepakt en sterft in hetzelfde jaar in Kamp Amersfoort. <p>Amsterdam Museum, inv.nr. <strong></strong><span>SA 3492</span></p> <p>Meer informatie over dit kunstwerk in de <a href="http://collectie.amsterdammuseum.nl/amonline/advanced/Details/collect/38091" target="_blank">Collectie online</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/54628 2016-03-25T13:41:14+01:00 2016-02-01T13:35:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Lente. De actrice Stella van de Wiele, 1915 Door het weerkaatsende licht in de spiegel omringt Frits van den Berghe zijn geliefde Stella van de Wiele (1887-1954) met een aureool. Hij accentueert het stralende effect door de roze tulpen aan weerszijden van haar slanke gestalte, de witte blouse en de heldergele rok. Dit schilderij toont duidelijk de invloeden van Van Gogh en tijdgenoten als Mondriaan, Sluijters en Gestel, kunstenaars met wie de Belgische schilder Van den Berghe in contact kwam tijdens zijn ballingschap in Amsterdam. <p>Collectie Stedelijk Museum, inv.nr. A 2398</p> https://hart.amsterdam/rsc/54375 2016-03-10T13:17:43+01:00 2016-02-01T13:14:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Dovemansdeur, 1930/1935 Werkloze mannen en vrouwen staan bij het Bureau voor Werkzoekenden voor een dichte deur en vinden geen gehoor voor hun financiële problemen. Johan Braakensiek schildert hen ten tijde van de economische crisis. Omstreeks 1930 telt Amsterdam op een bevolking van 750.000 inwoners ongeveer 50.000 werklozen en de armoede neemt schrikbarende vormen aan. Braakensiek wordt vooral bekend als illustrator, ontwerper van boekomslagen en hij tekent tussen 1887 en 1931 talloze politieke prenten voor het weekblad De Amsterdammer. <p>Amsterdam Museum, inv.nr. SA 31607<span>SA 38716</span></p> <p>Meer informatie over dit kunstwerk in de <a href="http://collectie.amsterdammuseum.nl/amonline/advanced/Details/collect/38987" target="_blank">Collectie online</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/240940 2018-07-27T16:50:53+02:00 2016-01-01T13:35:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Made in Amsterdam ~raadpleegbaar in onze bibliotheek<br /><br />In dit boek worden 100 kunstwerken op een rij gezet, gemaakt in Amsterdam in de afgelopen honderd jaar. Grote namen als Beckmann, Appel, Dumas komen voorbij maar ook Grotegoed en Richards staan in de tijdlijn; samen vormen ze een profiel van de stad die dient als kraamkamer, laboratorium en doorvoerhaven voor kunstenaars. <p>Amsterdam dankt haar reputatie voor een groot deel aan de kunst die er in de loop van de tijd is vervaardigd.</p> <p>De schilders van de Gouden Eeuw trekken samen met Vincent van Gogh miljoenen bezoekers naar de stad, tegelijkertijd is er een groeiende belangstelling voor moderne en hedendaagse kunst. De stad oefent een grote aantrekkingskracht uit op creatieve geesten: ze komen en gaan, rebelleren, experimenteren, slagen en mislukken, stoken onrust, maken ruzie, werken samen. De tastbare sporen zijn te zien in de stad: in galeries en musea, in broedplaatsen en academies, op gevels en drijvend in het water, analoog en digitaal, maar zelden op een rijtje.</p> <p>Dit boek is geen kunsthistorisch overzicht maar geeft een rijk geschakeerd beeld van een kleine eigenwijze wereldstad waar kunstenaars hun talent ontwikkelen, een stad waar creativiteit deel uitmaakt van het DNA.</p> <p> </p> <p><em>Made in Amsterdam: 100 Jaar in 100 kunstwerken:100 years in 100 works of Art / Gusta Reichwein. - Amsterdam, Zwolle : Amsterdam Museum, Waanders Uitgevers[s.l.] : , 2016. - 269 p. : ill. ; 24 cm</em></p> <p>Waar je deze publicatie kunt inzien:</p> <ul> <li>Bibliotheek Amsterdam Museum</li> </ul> <p> </p> https://hart.amsterdam/rsc/3080 2017-04-20T12:49:19+02:00 2015-06-09T16:30:00+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Abraham en Louisa <p>Op 30 september 2014 overleed, een maand na zijn pensionering, Bert Vreeken, conservator kunstnijverheid van het Amsterdam Museum. Van ‘pensionering’ had Bert niet willen weten. Zo wilde hij verder gaan met het maken van een ‘publieksversie’, een boek, van het onderwerp waarop hij in 2010 was gepromoveerd: <em>Bij wijze van museum&#39; : oorsprong, geschiedenis en toekomst van Museum Willet-Holthuysen, 1853-2010</em>. Na Berts overlijden waren zijn museumcollega’s vastbesloten: dat boek moest er komen, in zijn geest. Nu, exact acht maanden later, is dat boek er: <em>Abraham en Louisa Willet-Holthuysen. Amsterdamse verzamelaars in de 19e eeuw</em>. Een gesprekje met Gusta Reichwein, collega en vriendin van Bert én de drijvende kracht achter de realisatie van dit boek.</p> https://hart.amsterdam/rsc/48558 2015-04-20T11:59:28+02:00 2015-04-07T16:13:12+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: imaginair stijlkamermuseum <p>In de presentatie <a href="http://11-stijlkamers.hetnieuweinstituut.nl/"><em>1:1 Stijlkamers</em></a>, die van 1 februari t/m 6 april te zien was in Het Nieuwe Instituut, is veel aandacht besteed aan Willem Sandberg. Als directeur van de gemeentelijke musea in Amsterdam heeft hij zich ingespannen om de moderne kunst op een nieuwe manier tentoon te stellen in het Stedelijk Museum. Hij introduceerde de ‘white cube’, de witte neutrale ruimte waarin de moderne kunst het beste tot zijn recht kon komen.</p> https://hart.amsterdam/rsc/48536 2015-06-04T16:17:56+02:00 2015-04-07T11:26:30+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 1:1 Modellen Ruïnes, stations, landhuizen, Biënnales, werkplaatsen, winkels, Disneylands, beursstands, theaterdecors: het passeerde allemaal de revue op 2 april tijdens het symposium in Het Nieuwe Instituut. Het was de afsluiting van de presentatie 1:1 Stijlkamers die door HNI in samenwerking met het Amsterdam Museum is gerealiseerd en waar de installatie van Andreas Angelidakis het middelpunt van vormde. <p><!-- z-media 48537 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --><br /> Een keur van internationale sprekers liet hun licht schijnen op het 1:1 model, een caleidoscoop van verhalen en beelden veroorzaakte een prettig soort van breinstorm onder de aanwezigen. Zo kwam het Duitse paviljoen op de laatste Biënnale in Venetië voorbij: een combinatie van het bestaande paviljoen uit 1928 en originele delen van de woning van de Bondskanselier, een ‘unheimische’ historische sensatie. Een overzicht van het werk van de Belgische kunstenaar <a href="http://www.guillaumebijl.be/indexpop.html">Guilaume Bijl</a> toonde een hilarische serie gefingeerde interieurs, enerzijds grappig maar soms ook melancholisch of verontrustend. De bevlogen curator van de Royal Academy in Londen nam ons mee in het maken van <a href="https://www.royalacademy.org.uk/exhibition/sensing-spaces">Sensing Spaces</a> een prachtige expositie uit 2013, waarin ruimte echt tastbaar werd gemaakt in installaties van verschillende architecten. Tentoonstellingen van nooit gerealiseerde bouwwerken werden belicht met als fraai voorbeeld the <a href="http://andreasangelidakis.blogspot.gr/2010/12/hand-house.html">Hand House</a> van Andreas Angelidakis.</p> <p><!-- z-media 48535 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --><br /> Natuurlijk kwam de kunstenaar, die <em>Period Rooms 1:1</em> bedacht en daarmee de aanleiding voor deze bonte middag vormde, ook aan het woord. Angelidakis vertelde over zijn fascinatie voor Willem Sandberg, de museumdirecteur die de witte museumzaal introduceerde, waarmee hij de stijlkamers uit het Stedelijk Museum verdrong. Dit gebeurde in de tweede helft van de vorige eeuw toen in veel steden – en zeker ook Amsterdam – de gebouwde omgeving werd geconserveerd en tot werelderfgoed verheven, tegelijkertijd ontwikkelden deze historische binnensteden zich tot consumptie centra. De grachtengordel als openluchtmuseum met aan de rand het Stedelijk Museum waar een witte neutraliteit heerst die elke historische context uitbant.</p> <p><!-- z-media 48538 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --><br /> Prikkelende woorden voorzien van fantastische beelden gaven veel stof tot nadenken en gesprek. Criticus Matthew Stadler had het in zijn afsluitende lezing over ‘shopping’ en ‘reading’ als de twee metaforen van hedendaagse menselijke activiteit, waarbij hij musea dringend adviseerde om de bezoeker te verleiden tot lezen en ver weg te blijven bij het winkelen, een tegendraads geluid in de ondernemende museumwereld.</p> https://hart.amsterdam/rsc/48480 2015-04-01T21:48:00+02:00 2015-04-01T21:41:23+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 inspirerende bijeenkomst over stijlkamers Museum Memories was het motto van de bijeenkomst op 26 maart in Het Nieuwe Instituut en de stijlkamer was het onderwerp van gesprek. <p>Museum Memories was het motto van de bijeenkomst op 26 maart in Het Nieuwe Instituut en de stijlkamer was het onderwerp van gesprek. De stijlkamer - zo oud als het museum en een beproefde manier om het publiek te onderrichten over wooncultuur – lijkt opnieuw in de belangstelling te staan, zeker in Rotterdam waar de Griekse kunstenaar Andreas Angelidakis een <a href="http://http://hart.amsterdammuseum.nl/ca/id/20228">installatie</a> heeft neergezet met de stijlkamers uit de collectie van het Amsterdam Museum. De bijeenkomst vond plaats in het interieur van de zg <em>Empire kamer</em> die in deze tentoonstelling is opgebouwd.</p> <p>Deelnemers aan de discussie waren Barbara Laan, gespecialiseerd in historische interieurs, Edwin Jacobs, directeur van het Centraal Museum Utrecht en Paul Spies, directeur van het Amsterdam Museum en een publiek van ongeveer vijftig belangstellenden. Barbara schetste een beeld van de geschiedenis van de stijlkamer en gaf enkele recente voorbeelden (Louvre,Versailles, V&amp;A). Zij vroeg de beide directeuren of er een toekomst is voor de stijlkamer. Het antwoord was ja, en verschillende creatieve projecten in Utrecht en Amsterdam passeerden de revue, maar een scherp vergezicht tekent zich (nog) niet af. </p> <p>Michiel van Iersel, Amie Dicke en Rafe Copeland gaven een artistiek commentaar op de stijlkamer en kwamen met concrete voorstellen voor een reanimatie van de stijlkamer in het Rijksmuseum, de zogenaamde Beuning kamer. Dit <a href="http://http://hart.amsterdammuseum.nl/ca/id/20463">18de-eeuwse interieur</a> is afkomstig uit een grachtenhuis aan de Keizersgracht en heeft zeventig jaar lang dienst gedaan als stijlkamer in het Stedelijk Museum. Na jarenlang opgeslagen te zijn geweest in het depot van het Amsterdam Museum werd het in bruikleen gegeven aan het Rijksmuseum waar het nu als een prachtig voorbeeld van Hollandse rococo wordt gepresenteerd. </p> <p>Het was een inspirerende avond, die nieuw licht wierp op de didactische mogelijkheden van het fenomeen stijlkamer. Wanneer de huidige digitale mogelijkheden worden geïncorporeerd is er nieuw leven voor het aloude medium mogelijk, zeker als de discussie over authenticiteit niet de overhand krijgt maar de interieurs vooral tot de verbeelding blijven spreken.</p> https://hart.amsterdam/rsc/47945 2018-02-22T14:10:03+01:00 2015-03-24T21:09:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: 1:1 Stijlkamers <p>Het Amsterdam Museum werkt momenteel nauw samen met Het Nieuwe Instituut in Rotterdam rond het project <em>1:1 Stijlkamers</em> met als doel - letterlijk en figuurlijk - beweging te brengen in de collectie interieurs uit de stadscollectie. Een complete stijlkamer en diverse interieurfragmenten zijn in bruikleen gegeven voor een installatie in Het Nieuwe Instituut. Vanuit verschillende secties levert het museum expertise en helpende handen.</p> https://hart.amsterdam/rsc/47320 2015-02-16T15:19:47+01:00 2015-02-16T12:21:05+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Boekbeeld in Jansma&#39;s <p>Het culturele aanbod in Amsterdam is zo rijk dat je pareltjes in die kroon makkelijk over het hoofd kunt zien; één van die pareltjes is de tentoonstelling <a href="http://www.hetschip.nl/exposities-museum-het-schip/tijdelijke-exposities/836-tentoonstelling-boekbeeld">Boekbeeld</a> in Museum Het Schip. De tentoonstelling is bovendien te zien op een bijzondere locatie. In het woningbouwcomplex van Michel de Klerk aan het Spaarndammerplantsoen - in de volksmond Het Schip genoemd – is een leeggekomen woning tijdelijk ingericht als expositieruimte.</p> https://hart.amsterdam/rsc/46615 2018-02-22T15:32:51+01:00 2015-01-07T12:39:00+01:00 Frans Oehlen https://hart.amsterdam/rsc/409 #020today: Tuindorp Oostzaan Het is deze maand 55 jaar geleden: de overstroming van Tuindorp Oostzaan in Amsterdam-Noord, een ingrijpende gebeurtenis die behoort tot het collectieve geheugen van de stad. De overstroming was het gevolg van een dijkdoorbraak in de ochtend van 14 januari 1960. Tuindorp Oostzaan kwam geheel onder water te staan, waardoor de ruim 11.000 inwoners moesten worden geëvacueerd. Gelukkig vielen er geen slachtoffers maar de schade was groot en het nam jaren in beslag om alle herstelwerkzaamheden uit te voeren. <p>De wateroverlast ontketende een grote saamhorigheid onder de bevolking en er vonden allerlei inzamelacties plaats in Amsterdam en elders in het land. In de collectie van het Amsterdam Museum bevinden zich tien bronzen gedenkpenningen van deze ramp. Deze werden destijds – met opbergdoosje - uitgereikt aan de hulpverleners, onder wie een aantal scholieren uit de stad, als blijk van erkentelijkheid van de gemeente Amsterdam voor hun inzet.</p> <p>De fraaie gedenkpenning (diameter 6 cm.) is ontworpen door beeldhouwer/medailleur Leendert (Leo) Braat (1908-1982) en gegoten bij Koninklijke Begeer, het vermaarde atelier voor o.a. penningkunst in Voorschoten. Op de voorzijde staat een zeemonster met tussen zijn klauwen een kerk en enkele gebouwen, die het tuindorp verbeelden. Voor de kop van het monster bevindt zich een ster als teken van hoop. Op de keerzijde staat een gestrekte hand, met ook hier gebouwen van het tuindorp en onderaan de drie Amsterdamse kruisen en de initialen van de maker LPJ B(raat).</p> <p><!-- z-media 46617 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p>In onze collectie zit ook een verzilverd theelepeltje dat herinnert aan de ramp. Ook hier is prominent een helpende hand weergegeven, die de Gereformeerde Kerk als het ware optilt uit het water.</p> <p>In Tuindorp Oostzaan is veel aan de weet te komen over de buurt en de ramp: de <br /> <a href="http://www.historischarchief-toz.nl/">Stichting Historisch Archief Tuindorp Oostzaan (HATO)</a> houdt de geschiedenis van deze wijk levend. In de <a href="http://www.historischarchief-toz.nl/Museumwoning.htm">Museumwoning</a> aan de Meteorenweg 174 kunnen bezoekers zien hoe het was om te wonen in deze typische bakstenen huizen uit de periode van de Amsterdams School.</p> <p><!-- z-media 46616 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --><br /> <br /> In het artikel <a href="http://www.historischarchief-toz.nl/watersnood_1960.htm">‘Binnen drie uur stond er bijna twee meter water in de wijk’</a> staan herinneringen van inwoners van destijds en foto’s van de overstroming.</p> https://hart.amsterdam/rsc/46379 2014-12-16T16:54:09+01:00 2014-12-16T16:54:09+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: Isodoor Opsomer <p>Na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog komen ongeveer <a href="http://hart.amsterdammuseum.nl/nl/id/44321">een miljoen vluchtelingen vanuit België naar Nederland</a>. Onder de ontheemden zijn ook kunstenaars, zoals de Vlaamse schilders <a href="http://hart.amsterdammuseum.nl/nl/id/44397">Gustave De Smet</a>, Frits van Berghe, Rik Wouters, <a href="http://hart.amsterdammuseum.nl/nl/id/45542">Raoul Hynckes</a> en Isidoor Opsomer.</p> https://hart.amsterdam/rsc/45542 2016-02-08T20:03:40+01:00 2014-11-04T15:12:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: De vroege Raoul Hynckes <p>Terwijl in Amsterdam in het <a href="http://stadsarchief.amsterdam.nl/presentaties/tentoonstellingen/breitner_in_amsterdam/index.nl.html">Stadsarchief</a> de tentoonstelling over George Breitner (1857-1923) loopt, wordt in <a href="http://www.dewieger.nl/tentoonstelling/de-vroege-raoul-hynckes/">Museum De Wieger</a> in Deurne vroeg werk geëxposeerd van de Belgische schilder Raoul Hynckes (1893-1973). Zij kruisten elkaars pad letterlijk en figuurlijk; de ‘oude meester’ is aan het begin van de 20ste eeuw een beroemd kunstenaar, de jonge Hynckes is zoekend naar een eigen stijl. Gedurende zijn leven zal hij meerdere keren nieuwe wegen inslaan; in Deurne wordt werk getoond uit zijn beginperiode waaronder een ‘Gezicht op de Haarlemmer Houttuinen’ uit de collectie van het <a href="http://amsterdammuseum.nl/">Amsterdam Museum</a>.</p> https://hart.amsterdam/rsc/45115 2018-02-22T14:52:50+01:00 2014-09-30T17:47:00+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: Havengezicht retour haven De Oostelijke Handelskade heeft een rijke geschiedenis: sinds eind 19de eeuw bepaalden pakhuizen, loodsen en kranen het beeld, anno 2014 ziet de kade er anders uit. De oude bedrijfsgebouwen kregen gezelschap van moderne nieuwbouw. Het gezicht op de Handelskade dat Hobbe Smith in 1913 schilderde vormt een fraaie link tussen heden en verleden nu het sinds kort een plek heeft gekregen in Argentinië, een wooncomplex dat in de afgelopen jaren aan de kade verrees. <p>Vorig jaar zijn in de Kromhouthal op het voormalige Storkterrein in Amsterdam Noord twaalf kolossale schilderijen geëxposeerd: <em>Gezichten op het IJ</em> die kunstenaar Hobbe Smith (1862-1942) in 1913 heeft geschilderd in opdracht van de gemeente Amsterdam ten behoeve van de Eerste Nederlandse Tentoonstelling Op Scheepvaartgebied (ENTOS). Het was de bedoeling om met de tentoonstelling een aanzet te geven om de <em>Gezichten op het IJ</em> in oude luister te herstellen. Het Amsterdam Museum heeft particulieren en bedrijven gevraagd een bijdrage te leveren aan de restauratie. Daarna zouden de havengezichten een plaats kunnen krijgen in gebouwen rondom het IJ.</p> <p>Stadgenoot is een van de instellingen die positief reageerde; de woningbouwcorporatie stelde geld ter beschikking om het <em>Gezicht op de Oostelijke Handelskade</em>, een olieverfschilderij van 455 cm breed en 210 cm hoog, te restaureren. Dat is in de afgelopen maanden gebeurd en met een verbluffend resultaat. Door de verwijdering van een vergeelde vernislaag kwam een fris en helder havengezicht tevoorschijn.</p> <p><!-- z-media 45116 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p>Hobbe Smith, die met een boot door de haven voer, maakte schetsen van de gebouwen rondom het IJ en de vele schepen en werklieden die een grote bedrijvigheid tentoonspreidden. Voor dit havengezicht zal hij zijn boot hebben aangemeerd ten oosten van de Willem I Sluis. Hij keek in oostelijke richting uit over het IJ, met links de kop van het IJ-eiland (nu Java-eiland genoemd) en rechts de Oostelijke Handelskade. Sinds 1910 was de Oostelijke Handelskade de thuisbasis van de Hollandsche Stoomboot Maatschappij. Geheel rechts in beeld is de hydraulische krachtcentrale met de watertoren prominent in beeld gebracht. De krachtcentrale was in 1885 in opdracht van het Gemeentelijk Havenbedrijf gebouwd; stoommachines leverden energie voor de kranen en lieren op de kade. De watertoren is verdwenen maar de krachtcentrale werd in 2001 verbouwd tot restaurant/club Panama.</p> <p>Het Amsterdam Museum is bijzonder verheugd dat het gezicht op de Handelskade in langdurig bruikleen is gegeven aan Stadgenoot en dat de bewoners van een van de nieuwe wooncomplexen aan de Handelskade kunnen genieten van dit fraaie historische havengezicht. Hopelijk zal het andere bedrijven of instellingen inspireren om ook deel te nemen aan het restauratieproject en daarmee meer erfgoed zichtbaar te maken.</p> <p><!-- z-media 45117 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p>Voor wie meer wil weten over de serie schilderijen van Hobbe Smith kan in onze<br /> <a href="http://amsterdammuseum.mybooxs.nl/grid.aspx">webwinkel</a> het boekje &#39;<em>Gezicht op het IJ. Hobbe Smith en de Amsterdamse haven in 1913</em>&#39; aanschaffen met beschrijvingen van alle twaalf <em>Gezichten op het IJ</em>.</p> <p>Bekijk het schilderij van Hobbe Smith <a title="Beeldcollectie" href="http://hdl.handle.net/11259/collection.37727">hier</a> in de Collectie Online.</p> https://hart.amsterdam/rsc/8023 2014-11-09T17:20:50+01:00 2014-09-18T17:54:56+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: De Turkse Schoolmeisjes <p>Op 6 september is de tentoonstelling <a href="http://www.stedelijk.nl/tentoonstellingen/marlene-dumas-the-image-as-burden">‘The image as Burden’</a> van Marlene Dumas geopend in het Stedelijk Museum. Het is een overzicht van de schilderijen die zij in de afgelopen decennia heeft geschilderd. Als je door de zalen van het Stedelijk gaat is het alsof je de jaargangen van een krant doorloopt, zonder de teksten alleen de beelden, ontroerende en onthutsende beelden die de samenleving weerspiegelen.</p> https://hart.amsterdam/rsc/44397 2018-02-12T15:45:05+01:00 2014-08-12T18:00:00+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: Gustave De Smet (1877-1943) Na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog komen ongeveer een miljoen vluchtelingen vanuit België naar Nederland. Onder de ontheemden zijn ook kunstenaars, zoals de Vlaamse schilders Gustave de Smet, Frits van Berghe, Rik Wouters, Raoul Hynckes en Isidore Opsomer. Zij wonen en werken enkele jaren in Amsterdam, ze proberen er hun hoofd boven water te houden, ze hebben contact met Hollandse collega’s, exposeren hun werk en ontwikkelen hun schilderstijl. In een aantal blogs wordt de komende tijd aandacht besteden aan deze kunstenaars in ballingschap. <p>De kunstschilder Gustave De Smet woont in 1914 met zijn vrouw en zoon in Gent, hij is zevenendertig en het gaat hem goed. Hij schildert in impressionistische stijl, zijn werk wordt geëxposeerd in Antwerpen, Brussel en Luik en samen met de schilder Frits van de Berghe heeft hij het jaar daarvoor de decoratie van het paviljoen van de Wereldtentoonstelling in Gent vervaardigd.</p> <p>Dan slaat het noodlot toe: begin augustus 1914 verklaart Duitsland de oorlog aan Frankrijk, een oorlog die voor een groot deel op Belgisch grondgebied wordt gevoerd. Onschuldige Belgische burgers ontvluchten hun land. Onder hen die onderdak vinden in Nederland is ook het gezin De Smet. Na omzwervingen langs Sas van Gent, Vlissingen en Rotterdam belanden ze in Amsterdam waar ze samen met Fits van den Berghe voor korte tijd hun intrek nemen in het huis van uitgever Lambertus Veen aan de Keizersgracht 867.</p> <p>De Nederlandse schilder <a href="http://commons.wikimedia.org/wiki/File:Leo_Gestel_Vluchtelingen_uit_Belgi%C3%AB_1914.jpg">Leo Gestel</a> trekt naar de grensstreek en documenteert het leed van de Belgische vluchtelingen in een serie tekeningen, die al in september 1914 bij kunsthandel Heystee &amp; Smit aan de Herengracht wordt geëxposeerd. Daar ontmoet Gestel de Vlamingen De Smet en Van den Berghe en er ontstaat een hechte vriendschap. Het atelier van Gestel aan de Tweede Jan Steenstraat, ook wel de Jan Steenzolder genaamd, is het trefpunt voor een groep jonge kunstenaars waar ook de schilders Piet van der Hem en Jan Sluijters bij horen. De schilders raken bevriend, ze bezoeken gezamenlijk tentoonstellingen en maken deel uit van verschillende kunstenaarsverenigingen.</p> <p>Voor De Smet betekent het dat hij in aanraking komt met nieuwe schilderstromingen. In het Stedelijk Museum ziet hij werken van Duitse expressionisten, Franse fauvisten en kubisten. Hij leert Le Fauconnier kennen, de schilder uit Parijs die vanwege het uitbreken van de oorlog in Nederland is achtergebleven en die De Smet inspireert om een nieuwe weg in te slaan. In 1915 schildert hij verschillende voorstellingen van het Vondelpark; het kleurrijke werk dat in 1993 is aangekocht door het Amsterdam Museum is een voorbeeld van het experiment dat hij dan aan gaat met licht, kleur en vorm.</p> <p>Van het begin af aan wordt het werk van De Smet goed ontvangen in Amsterdam; al in januari 1915 wordt werk van hem tentoongesteld. Hij exposeert verschillende keren in het Stedelijk Museum, bijvoorbeeld in 1916 als daar een expositie van Belgische kunst wordt georganiseerd, waarin tien werken zijn opgenomen. Een jaar later krijgt hij samen met Frits van Berghe een eigen tentoonstelling bij Heystee en in de daaropvolgende jaren is hij telkens vertegenwoordigd in tentoonstellingen in Amsterdam en andere Nederlandse steden. De Amsterdamse verzamelaar Piet Boendermaker raakt geïnteresseerd in het werk van De Smet en koopt bijna twintig schilderijen.</p> <p>Het oeuvre van De Smet is uitvoerig beschreven door Piet Boyens, zowel de periode voor 1914, het intermezzo in Nederland van 1914 tot 1922, en de tijd erna. Voor de schilderkunstige ontwikkeling van De Smet is de Nederlandse periode van doorslaggevende betekenis en hoewel het een zware tijd is, kijkt hij er tot zijn dood in 1943 met warme gevoelens op terug. Hij verhuist verschillende keren binnen Amsterdam, woont een paar jaar in Blaricum maar keert ook weer terug naar Amsterdam waar hij tenslotte een atelier aan de Overtoom betrekt.</p> <p>Hij heeft een groot oeuvre nagelaten en ook tijdens de periode 1914-1922 is zijn productie groot. Werken uit die tijd worden bewaard in verschillende Amsterdams openbare collectie. Het <a href="http://beeldbank.amsterdam.nl/beeldbank/indeling/detail/start/3?q_searchfield=smet">Stadsarchief</a> heeft een tekening met een gezicht op de Amstel, het <a href="http://www.stedelijk.nl/collectie/zoeken-in-de-collectie#/params?lang=nl-NL&amp;f=FilterType|Kunstwerk&amp;exclude=FilterType&amp;q=smet,%20gustave">Stedelijk Museum</a> heeft twee prenten en vijf schilderijen, waaronder het schilderij de Blauwe tafel afkomstig uit de collectie Boendermaker.</p> <p>Bronnen:<br /> Boyens, Piet, <em>Gust. De Smet : kroniek - kunsthistorische analyse : de ontwikkeling van een Vlaams kunstenaar tussen 1891 en 1943 in relatie tot de nationale en internationale vernieuwing in de schilderkunst</em>, 1989<br /> Boyens, Piet, <em>Ballingschap en nieuwe vrijheid : Vlaamse kunstenaars in Nederland 1914 – 1922</em>, 2002</p> https://hart.amsterdam/rsc/40801 2016-11-22T11:16:30+01:00 2014-04-10T14:39:00+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: behangselpaleis naar Milaan <p>Kunstenaarsduo Lernert &amp; Sander heeft in opdracht van <a href="http://www.hetnieuweinstituut.nl/">Het Nieuwe Instituut</a> een ruimtelijke installatie en een live performance ontwikkeld voor de Salone del Mobile 2014 op basis van de historische collectie van de firma <a href="http://www.hetnieuweinstituut.nl/kunstenaarsduo-lernert-sander-onderzoekt-ontwerparchief-rath-doodeheefver-milaan">Rath &amp; Doodeheefver</a>. Op 8 april zijn Lernert en Sander in Milaan gestart met het afkrabben van een wand met wel honderd lagen behang, op een geestige manier wordt het behangpapierarchief letterlijk en figuurlijk blootgelegd.</p> https://hart.amsterdam/rsc/37058 2018-02-15T12:53:29+01:00 2014-01-09T17:07:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: 100 jaar Shell Amsterdam <p>Dit jaar viert Shell dat het honderd jaar onderzoeksactiviteiten in Amsterdam verricht. Ter gelegenheid van dit jubileum worden drie <em>Gezichten op het IJ</em> van Hobbe Smith geëxposeerd in het atrium van Shell Technology Centre Amsterdam aan de noordoever van het IJ. In de grote lichte ruimte komen de schilderijen goed tot hun recht, links en rechts van de kunstwerken bevinden zich grote ramen die uitzicht bieden op het IJ waardoor heden en verleden in een blik worden gevangen.</p> https://hart.amsterdam/rsc/34597 2015-03-26T15:50:40+01:00 2013-11-25T17:04:59+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: Het geheugen van de bomen Het Amsterdam Museum heeft in 2012 het Collectiecentrum aan de Back-upstraat in Amsterdam-Noord in gebruik genomen. Het robuuste gebouw is ontworpen door Wim Quist en ligt aan de noordwestelijke oever van het IJ tussen verschillende nieuwe bedrijfspanden en aan de drukst bevaren waterweg van Amsterdam. <p>De inrichting van het buitenterrein is uitgevoerd in nauwe samenwerking met het Stadsdeel Noord naar een ontwerp van Joyce van den Berg en Katherine Engelen. Een van de randvoorwaarden was dat er een zitgelegenheid zou worden gecreëerd die past bij de sobere uitstraling van het nieuwe gebouw en het stoere, industriële karakter van de omgeving. Zo ontstond het project <em>Het geheugen van de bomen</em>, dat resulteerde in de plaatsing van tafels en banken en in twee fotoseries van Nina Kopp. </p> <p>Centraal in het project staan vijf populieren, die in de afgelopen decennia aan de Zuiderzeeweg in Amsterdam-Noord hebben gestaan. De bomen werden in 2011 door het stadsdeel aangewezen voor de kap en zouden als afvalhout worden versnipperd. Maar het liep anders: door alert optreden van landschapsarchitect Joyce van den Berg hebben de bomen een tweede leven gekregen en door de vasthoudende fotograaf Nina Kopp is de transformatie van bomen naar tafel en banken fraai gedocumenteerd in twee fotoseries: <a href="http://issuu.com/studiokopp/docs/amsterdam_museum_het_geheugen_van_d?e"><em>Van boom tot bank</em></a> en <a href="http://issuu.com/studiokopp/docs/amsterdam_museum_het_geheugen_van_d_e9da6e02ff3b9f"><em>Boomportretten</em></a>. </p> <p><!-- z-media 34598 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p>Het museum heeft hieruit een zestal foto’s aangekocht: vijf portretten van de bomen in kwestie en een foto van één van deze bomen in zijn omgeving. De foto’s vormen een verwijzing naar de banken en tafel die voor het gebouw zijn geplaatst. Door de omvang, het geheel is tien meter lang, en de robuuste materialen harmoniëren de meubels met de lange lijnen van de omgeving en het ruige karakter van de IJ-oever. Banken en tafels worden omzoomd door siergrassen die golven in de wind en een vloeiende overgang vormen naar het nabij gelegen IJ. Voor wie goed kijkt, zijn in het donkerbruine hout nog steeds de vijf imposante populieren te zien die in Amsterdam-Noord zijn opgegroeid.</p> <p>In de hal van het Collectiecentrum zullen de foto’s worden gemonteerd. De taak van het Amsterdam Museum, dat als beheerder van het Amsterdams erfgoed verantwoordelijk is voor de duurzaamheid en vitaliteit van het geheugen van de stad, wordt in de foto’s op originele wijze verbeeld.</p> <p><!-- z-media 34599 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> https://hart.amsterdam/rsc/31792 2018-02-15T14:13:26+01:00 2013-10-17T18:11:00+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: Geïnspireerd door Mondriaan <p>Dit najaar is in de tentoonstelling <em>Mondriaan in Amsterdam 1892-1912</em> te zien hoe de pionier van de abstracte kunst in en rond Amsterdam zijn eigen stijl ontdekte: van de donkergekleurde realistische landschappen uit zijn beginjaren tot de bijna abstracte weergave van een stralende <em>Molen bij Zonlicht</em> uit 1908. Het Amsterdam Museum heeft geen werken van Mondriaan in de collectie, maar gelukkig was het Gemeentemuseum Den Haag bereid om 60 werken uit te lenen die ruim 100 jaar geleden in Amsterdam door Mondriaan zijn vervaardigd.</p> https://hart.amsterdam/rsc/31464 2015-03-26T15:56:33+01:00 2013-10-10T18:16:08+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: Het Damrak In de afgelopen weken stak er een stormpje van protest op toen onverwacht een lantaarnpaal verrees midden op het fietspad van het Damrak. Het bleek één van de eerste fases in het uitrollen van een nieuwe rode loper van het Centraal Station via Damrak, Rokin, Munt en Vijzelstraat naar de Ferdinand Bolstraat. <p>De vorige rode loper dateerde uit begin jaren &#39;90, toen de plaatsing van het straatmeubilair ontworpen door Alexander Schabracq en Tom Postma tot nogal wat ophef leidde. Veel mensen vonden de groenblauwe banken, afvalbakken en lantaarnpalen niet passen in het straatbeeld. Maar de ontwerpers zagen zichzelf in een traditie ouder dan het functionalisme, of zoals Postma zei: “Het silhouet van de palen is klassiek. Wij hebben respect voor de historie (…..). In de lantaarnpalen zijn verwijzingen naar vormen van grote 20ste-eeuwse kunstenaars te zien. De drie kruisen onderaan de kleine paal verwijzen naar het wapen van Amsterdam, maar ook naar de eindeloze kolom van Brancusi. De organische vormen van Jean Arp en de opgestapelde dozen van Carel Visser zijn eveneens in onze palen terug te vinden.”</p> <p>Toch heeft de gemeente besloten dat deze buitenkunst moet wijken voor een nieuw ontworpen entree van de stad, die alle ruimte biedt aan binnen- en buitenlandse bezoekers. In de plannen voor het Damrak is er geen plaats meer voor de turquoise palen, paaltjes en bakken. Het meubilair moet daarom weg en zou mogelijk in de hoogovens belanden, een plan dat op nogal wat weerstand van de ontwerpers stuitte. Het liefst zou Schabracq het meubilair op het Damrak laten staan. “Maar het belangrijkste is dat het bewaard blijft om het tijdbeeld te behouden.”</p> <p><!-- z-media 31465 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p>Er is tevergeefs geprobeerd om het straatmeubilair een nieuwe bestemming te geven binnen Amsterdam. Een deel zal worden geplaatst in het IJzermuseum in Ulft. Men overweegt daar het straatmeubilair te plaatsen in het Dru Industriepark, een voormalig fabrieksterrein aan de rand van Ulft. Hoeveel lantaarnpalen terechtkomen in het IJzermuseum is nog niet bekend. Zeker is dat ook het Groninger Museum een aantal van de palen zal overnemen.</p> <p>Gelukkig zijn enkele modellen in 2011 door bemiddeling van Rob Pistor, beleidsadviseur van de gemeente Amsterdam, opgenomen in de collectie van het Amsterdam Museum samen met een aantal andere miniaturen van straatmeubilair, die jarenlang in een vitrine in het Stadhuis stonden opgesteld. Rob van Maarschalkerwaart, die van 1985 tot en met 1996 de functie van coördinator Straatmeubilair bekleedde bij de Dienst Ruimtelijke Ordening, legde een dia-archief aan en zijn particuliere collectie bevat beelden van straatmeubilair (urinoirs, reclamestandaards, fietsenrekken, etc.), maar ook algemene straatbeelden (onder andere pleinen) van Amsterdam en opnamen gemaakt tijdens dienstreizen. De dia’s en de privéverzameling zijn opgenomen in het Stadsarchief, waardoor het straatbeeld uit die periode goed is gedocumenteerd.</p> <p>De nieuw loper over het dak van de Noord-Zuidlijn zal worden uitgerold tussen september 2013 en eind 2014. In de tussentijd zullen de fietsers op een andere manier hun weg moeten vinden.</p> <p>Klik <a href="http://collectie.amsterdammuseum.nl/dispatcher.aspx?action=search&amp;database=ChoiceCollect&amp;search=priref=79411">hier</a> voor meer informatie over deze objecten.</p> <p><!-- z-media 31466 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> https://hart.amsterdam/rsc/31048 2015-03-26T15:58:56+01:00 2013-09-09T18:33:53+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: De koppen van Kronkel Nog niet zo lang geleden herdachten we dat schrijver Simon Carmiggelt 25 jaar geleden overleed. Natuurlijk werd toen ook de verdwijning van zijn portret uit de Stadsschouwburg weer gememoreerd. Tijdens het Boekenbal in 1997 was de bronzen kop gestolen; aanvankelijk werd het beschouwd als een misplaatste grap, maar toen na een oproep in de krant het beeld niet werd teruggebracht, werd aan Dieuwke Abma-Ter Horst gevraagd of zij het beeld opnieuw in brons wilde afgieten. Gelukkigerwijs beschikte zij nog over de originele mal en zo kwam de kop van Kronkel opnieuw in de foyer van de schouwburg te staan. <p>Het schetste onze verbazing toen onlangs een portretbuste van Carmiggelt aan een Amsterdams veilinghuis werd aangeboden door een Maastrichtenaar, die het beeld op een Belgische rommelmarkt had gekocht. Al snel werd duidelijk dat het om het beeld ging dat in 1997 was ontvreemd en het veilinghuis wilde het beeld dus niet onder de hamer brengen.<br />  <br /> Melle Daamen, directeur van de schouwburg, opende de onderhandelingen en korte tijd later werd het beeld naast zijn evenbeeld in de schouwburg geplaatst. Beide koppen neigen enigszins spottend naar rechts. De hangende wenkbrauwen en de karakteristieke krullende mondhoeken doen vermoeden dat Carmiggelt er het zijne van denkt. Mooi dat Simon weer thuis is en het zou nog mooier zijn als één van de grootste columnisten van Nederland zowel in de schouwburg als in het Amsterdam Museum een ereplaats krijgt.<br />  <br /> Interessant detail is dat Dieuwke Abma-Ter Horst op haar ziekbed heeft vernomen dat de ‘echte’ Carmiggelt weer terecht was. Daar was ze erg blij om, want de miraculeuze verdwijning heeft haar altijd beziggehouden. Op 19 augustus jl. is de beeldhouwster overleden.</p> <p>Klik <a href="http://collectie.amsterdammuseum.nl/dispatcher.aspx?action=search&amp;database=ChoiceCollect&amp;search=priref=6216">hier</a> voor meer informatie over dit object.</p> https://hart.amsterdam/rsc/28751 2013-11-11T16:00:00+01:00 2013-07-09T17:45:00+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Moving Rooms <p>In <a href="http://www.deappel.nl">de Appel arts centre</a> is nu de tentoonstelling <em><a href="http://www.deappel.nl/exhibitions/e/827/m/">Artificial Amsterdam</a></em> te zien. Kunstenaar <a href="http://www.barbaravisser.nl/index.php">Barbara Visser</a> heeft met foto&#39;s van een stuc plafond uit de collectie interieurs van het Amsterdam Museum een kunstwerk gemaakt dat nu in deze tentoonstelling te bezichtigen is.</p> https://hart.amsterdam/rsc/28374 2014-09-15T12:01:13+02:00 2013-06-13T16:27:55+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: 100 jaar entos In de Kromhouthal op het voormalige Storkterrein zijn twaalf kolossale schilderijen geïnstalleerd: de ‘Gezichten op het IJ’ die kunstenaar Hobbe Smith (1862-1942) in 1913 heeft geschilderd in opdracht van de gemeente Amsterdam ten behoeve van de Eerste Nederlandse Tentoonstelling Op Scheepvaart gebied (ENTOS). <p>Ook hebben leerlingen Art en Design van het ROC Amsterdam-Noord hedendaagse panorama’s op het IJ geschilderd die tegenover de werken van de oude meester zijn geplaatst. Tevens zullen kunstenaars uit Noord zich in de komende weekeinden presenteren met pop-up tentoonstellingen. <em>100 jaar ENTOS</em> is te volgen op Facebook.</p> <p>In de zomer van 1913 werd in de Tolhuistuin en Buiksloterham-polder de ENTOS georganiseerd als promotie van de vaderlandse scheepvaart. Een afzonderlijk paviljoen was ingericht waar speciaal aandacht werd besteed aan de Amsterdamse haven. De decoratie van het tijdelijke expositiegebouw droeg de gemeente op aan de kunstschilder Hobbe Smith (1862-1942). De in Friesland geboren schilder groeide op in Amsterdam en kreeg zijn opleiding onder andere aan de Rijksacademie. Hij was een veelzijdige kunstenaar die alle genres voor zijn rekening nam, maar haven- en riviergezichten waren zijn specialiteit. Van de gemeentelijke havendienst kreeg hij een boot ter beschikking waarmee hij dagenlang langs de oevers van het havengebied voer, van Pampus tot IJmuiden. In korte tijd vervaardigde hij een serie van twaalf spectaculaire schilderijen die een fraai beeld geven van de bedrijvigheid en het verkeer op en rondom het IJ aan het begin van de 20ste eeuw toen scheepvaart en scheepsbouw opnieuw tot bloei kwamen in de Amsterdamse haven.</p> <p>De doeken van gemiddeld 5 meter breed en 2,5 meter hoog zijn in de jaren twintig van de vorige eeuw op verschillende internationale tentoonstellingen te zien geweest; sindsdien zijn ze in opslag bij het Amsterdam Museum. Een aantal doeken werd tot voor kort opgerold bewaard en pas in het afgelopen jaar was er ruimte om de schilderijen af te rollen. Restauratoren hebben de schilderijen op spieramen gemonteerd, zodat nu voor het eerst na lange tijd de gehele serie getoond kan worden. De conditie van de schilderijen is stabiel, maar de expositie destijds in het paviljoen evenals op buitenlandse locaties heeft, evenals de tand des tijds, sporen nagelaten. Tijd en geld ontbraken om voor deze expositie de omvangrijke doeken te restaureren.</p> <p>Het jaar 2013 vormt een goede aanleiding om <em>100 jaar ENTOS</em> te memoreren in het havengebied dat in de loop van een eeuw enorm is veranderd. De Kromhouthal, waar vroeger scheepsmotoren werden gemaakt, is nu een toepasselijke locatie met uitzicht op het IJ en aan de overkant de moderne architectuur van het Java-eiland en de Passagiersterminal. In zekere zin zijn de schilderijen weer terug op de plaats van oorsprong en hopelijk zal de expositie een aanzet zijn om de Gezichten op het IJ in oude luister te herstellen. Particulieren en bedrijven wordt gevraagd een bijdrage te leveren aan de restauratie, waarna de havengezichten opnieuw een plaats kunnen krijgen in Amsterdamse gebouwen. </p> <p>U kunt ons hiermee helpen door een donatie te doen ten behoeve van de restauratie. Voor informatie over donaties, fiscale voordelen of andere vragen kunt u contact opnemen met Denise de Boer, manager fondsenwerving en sponsoring Amsterdam Museum, via D.deBoer@amsterdammuseum.nl.</p> https://hart.amsterdam/rsc/25591 2015-03-26T16:15:05+01:00 2013-03-04T14:07:52+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: De Witkar Alle objecten uit de Amsterdamse stadscollectie, die niet in musea of andere openbare gebouwen worden tentoongesteld, zijn inmiddels onder één dak gebracht in het nieuwe Collectiecentrum in Amsterdam Noord. De laatste objecten die daar nu een plaats krijgen komen van onverwachte plekken, zoals de witkar die onlangs na een langdurig verblijf bij de firma Vaalburg Carosseriebouw terugkwam naar het museumdepot. <p>Het Amsterdam Museum heeft twee witkarren in de collectie: één exemplaar staat in het museum en is een lieveling van het publiek, omdat je met dit karretje een denkbeeldige rit langs de Amsterdamse grachten kan maken. Het andere exemplaar hebben wij in 2004 op een veiling gekocht.</p> <p>De firma Vaalburg, destijds betrokken bij de fabricage van de witkarren, heeft jaren geleden het exemplaar uit het depot geleend om een bedrijfsjubileum op te luisteren. De kar is toen bij hen gebleven, omdat zij het aangewezen bedrijf waren om de kar op te knappen. Het museum heeft lang nagedacht over wat de beste behandeling zou zijn en in 2012 is een rapport geschreven met verschillende opties voor de behandeling. Op basis daarvan is besloten de Witkar alleen schoon te laten maken en verder niets. Dat is gebeurd en in januari 2013 is de Witkar door Jaco Vaalburg naar Amsterdam Noord vervoerd en weer in het depot geplaatst.</p> <p>De witkar blijft een bron van inspiratie en ook Luud Schimmelpenninck blijft bezig met plannen voor een herintroductie van de witkar. Helaas heeft dat (nog) niet tot een concreet resultaat geleid, maar wie weet… Overigens zijn er meerdere exemplaren bewaard gebleven: het Stedelijk Museum en het NEMO hebben beide een witkar en Schimmelpenninck heeft er zelf ook nog een aantal. De elektrische auto, die steeds meer onderdeel van het huidige stadsverkeer wordt, is mede geïnspireerd op de witkar uit de jaren &#39;60.</p> <p>Klik <a href="http://collectie.amsterdammuseum.nl/dispatcher.aspx?action=search&amp;database=ChoiceCollect&amp;search=priref=33305">hier</a> voor meer informatie.</p> https://hart.amsterdam/rsc/277799 2017-08-07T13:58:38+02:00 2013-01-01T11:15:00+01:00 https://hart.amsterdam/rsc/4172 Gezicht op het IJ In 1912 gaf de gemeente Amsterdam schilder Hobbe Smith opdracht om twaalf schilderijen te vervaardigen van het havenbedrijf op en om het IJ, ter gelegenheid van de Eerste Nederlandsche Tentoonstelling op Scheepvaartgebied (ENTOS). Het resulteerde in indrukwekkende, vlot geschilderde werken van gemiddeld 4,5 meter breed en 2 meter hoog. <p>Het gebied rondom het IJ heeft tussen 1913 en 2013 verschillende metamorfoses ondergaan. Door de economische achteruitgang in de tweede helft van de twintigste eeuw, verminderde de belangstelling voor de Amsterdamse haven. De roem van Hobbe Smith vervloog en de schilderijen kwamen in het museumdepot terecht.</p> <p>Inmiddels bruist het weer op de IJ-oevers. Het dynamische karakter van dit havengebied was voor het Amsterdam Museum mede aanleiding om voor de bouw van een nieuw Collectiecentrum een perceel aan de noordwestkant van Amsterdam te kiezen. Bij de verhuizing kwamen de havengezichten van Hobbe Smith weer tevoorschijn, die indruk maakten op iedereen die ze zag.</p> <p>Zijn schilderijen werden gerestaureerd, niet om vervolgens weer in het depot te verdwijnen, maar om duurzaam in het zicht te blijven op passende locaties. Voor het honderdjarig jubileum ENTOS werden Hobbes twaalf schilderijen tentoongesteld in de Kromhouthal, een toepasselijke locatie aan het IJ waar vroeger scheepsmotoren werden gemaakt en waar nu culturele evenementen worden georganiseerd.</p> <p>Dit boekje toont de levendige schilderijen tegenover foto&#39;s van dezelfde locaties en periode.</p> <p> </p> <p>Waar je deze publicatie kunt inzien:</p> <ul> <li>Bibliotheek Amsterdam Museum</li> <li><a href="http://collectieboekjes.amsterdammuseum.nl/BoekDetail.aspx?channel=79&amp;book=2827612">Hier</a> te koop</li> </ul> <p> </p> https://hart.amsterdam/rsc/22705 2015-03-24T17:31:37+01:00 2012-11-29T10:30:30+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020TODAY: CARMIGGELT Op 30 november 2012 is het 25 jaar geleden dat Simon Carmiggelt (1913-1987) overleed. Ter gelegenheid hiervan staan we even stil bij een bronzen portretbuste van de schrijver-journalist, die in 1984 werd gemaakt door beeldhouwster Dieuwke Abma-ter Horst. Een jaar na zijn dood schonk Stichting Het Parool dit beeld aan de stad Amsterdam ter plaatsing in de Stadsschouwburg. <p>Carmiggelt, die het meest bekend is van de columns, zijn cursiefjes, die hij onder het pseudoniem Kronkel schreef voor <em>Het Parool</em>, heeft ook enige tijd toneelrecensies geschreven. Daar hield hij naar eigen zeggen mee op, mede omdat hij in die jaren omging “met de mensen, die ik in de krant kritiseren moest. Ofschoon ik aan die relaties de aangenaamste, meest opwindende herinneringen bewaar – acteurs doen meer van hun kunst in de conversatie dan schrijvers, schilders of musici – geloof ik tòch dat een criticus beter aan de publiek-zijde van het voetlicht blijven kan. Want als hij vandaag moet schrijven over een man, met wie hij gister nog zo plezierig zat te drinken, dient hij zich schrap te zetten en dat is krampachtig.” (Citaat uit zijn Kronkel van 19/08/1969).</p> <p>In 1997 werd tijdens het boekenbal de bronzen kop gestolen. Aanvankelijk werd het beschouwd als een misplaatste grap: “Wij gaan uit van een misverstand”, zei een woordvoerster van de Stadsschouwburg. “Bij het Boekenbal is het immers traditie, dat de gasten na afloop van het bal de decorstukken mee naar huis mogen nemen. Waarschijnlijk heeft iemand zich niet gerealiseerd, dat het beeld geen onderdeel uitmaakte van de Boekenbal-entourage, maar bij de collectie portretten van de Stadsschouwburg behoort.” (uit dagblad <em>Trouw</em>, 14/03/1997).</p> <p>Zelfs na een oproep in de krant werd het beeld echter niet teruggebracht en het CPNB (Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse boek) trok het boetekleed aan. Gelukkig beschikte Dieuwke Abma-ter Horst nog over de mal van het beeld en zij goot een nieuw exemplaar af in brons in opdracht van het CPNB. Het beeld, dat de foyer van de Stadsschouwburg siert, is een eerbetoon aan één van de grootste columnisten van Nederland.</p> <p>Lees <a href="http://collectie.amsterdammuseum.nl/dispatcher.aspx?action=search&amp;database=ChoiceCollect&amp;search=priref=6216">hier</a> meer over dit object.</p> https://hart.amsterdam/rsc/7660 2015-03-26T17:39:46+01:00 2012-01-23T15:19:21+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: Vondeling Op 23 januari 1893 werd een baby gevonden op de stoep van het pand Leidsegracht 73. Het enige dat het jongetje bij zich had waren de kleertjes die hij droeg. Die plek was pal naast het Stadsbestedelinghuis, waarin hij werd opgenomen met als naam Jan ‘van der Stoep’. <p>Na enige tijd werd hij geplaatst in een pleeggezin, zijn kleertjes bleven achter in dit weeshuis. Door het bevolkingsregister werd jaren later geconstateerd dat ene Aart Jacobus van der Tang niet op school was aangemeld. Een ambtenaar benaderde de vrouw die zijn moeder zou zijn; zij bekende dat zij haar kind te vondeling had gelegd.</p> <p>Aan de hand van de kleertjes in het weeshuis bevestigde zij dat Jan van der Stoep haar zoon was. Toen Jan bijna volwassen was heeft de weeshuisdirecteur hem verteld wie zijn moeder was. Jan is zich sindsdien Van der Tang gaan noemen. Zijn moeder heeft hij nooit ontmoet, zij was inmiddels naar Amerika geëmigreerd.</p> <p>Enkele jaren geleden heeft de kleinzoon van Jan contact gezocht met het museum. Hij wist wel iets van het verhaal van zijn opa; bij nader onderzoek in het archief vond hij een akte van vinding en een overzicht van de kleding van het kindje Van der Stoep. Uit publicaties wist hij dat in onze collectie kleding van vondelingen bewaard wordt en hij vroeg zich af of hierbij misschien spullen van zijn opa zaten. Door een vergelijking van de kleertjes met de lijst uit het archief was het mogelijk om met zekerheid vast te stellen dat het ging om de kinderkleren van zijn opa.</p> <p>Dit ontroerende verhaal van een kleinkind dat op zoek gaat naar het verleden van zijn opa als vondeling is een van de verhalen die tevoorschijn zijn gekomen in de uitwisseling tussen publiek en collectie. Verhaal en object zijn bij elkaar gebracht waarmee het bundeltje kinderkleren van onschatbare waarde is geworden.</p> <p>Kijk <a href="http://ahm.adlibsoft.com/dispatcher.aspx?action=search&amp;database=ChoiceCollect&amp;search=priref=31917">hier</a> voor meer informatie over dit object</p> https://hart.amsterdam/rsc/7459 2016-02-06T15:34:11+01:00 2011-12-29T10:26:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: Markthallen In de geschiedenis van het Amsterdam Museum zal 2011 de boeken ingaan als het jaar van de ingebruikneming van het splinternieuwe Collectiecentrum in Amsterdam-Noord. Het is voor het eerst dat ons museum de beschikking heeft gekregen over één centraal en bijzonder goed geoutilleerd gebouw, waar de collectie van ruim 70.000 objecten zijn thuisbasis heeft. Dit betekende dat er een eind kon komen aan het huren van depotruimte op een aantal locaties, waaronder in de Centrale Markt per 1 januari 2012. Gusta Reichwein, Hoofd Afdeling Collectie, staat hier even stil bij dit vertrek. <p>Het Amsterdam Museum heeft sinds de jaren zeventig een deel van de historische collectie in opslag gehad in het Koelgebouw op het terrein van de Centrale Markt, tegenwoordig Food Center Amsterdam genoemd. Dit bedrijventerrein ten noorden van de Jan van Galenstraat functioneert sinds de jaren dertig van de afgelopen eeuw als marktplaats voor de groothandel van groente, fruit en vlees; deze en andere levensmiddelen worden van hier uit gedistribueerd over de stad.<br /> De Centrale Markthal is nog altijd hét imposante en architectonische hart van het terrein, tussen 1924 en 1934 gebouwd naar ontwerp van architect Nicolaas Lansdorp. Vermoedelijk ontwierp hij ook het koelgebouw dat in 1935 achter de Markthal verrees. Jarenlang is er sprake van geweest dat de hal zou worden afgebroken, maar in 2007 heeft de Centrale Markthal vanwege ondermeer de cultuurhistorische en architectonische waarden de status van rijksmonument gekregen.</p> <p>Of de Koelcel ook gered wordt van de slopershamer is vooralsnog onzeker. Wij als museummedewerkers zijn blij dat we het pand verlaten, omdat het in de loop van de tijd absoluut niet meer voldeed als opslagplaats van (kunst)historische voorwerpen. Gelukkig hebben we het schilderijtje van Jan Ouwersloot, die het complex vermoedelijk vereeuwigde kort na voltooiing; Markthal en Koelcel staan als een kathedraal in een leeg Amsterdam-West.<br /> Voor een prachtige beschrijving van het terrein wil ik verwijzen naar het artikel <a href="http://www.groene.nl/1997/31/de-buik-van-amsterdam">De buik van Amsterdam van Max Arian uit 1997</a>. En hier volgt de link naar de <a href="http://www.bma.amsterdam.nl/publish/pages/261848/uitgangspuntencentralemarkthalbmaamsterdam.pdf">gemeentelijke notitie</a> over de monumentenstatus van de Centrale Markt.</p> <p>Kijk <a href="http://collectie.amsterdammuseum.nl/dispatcher.aspx?action=search&amp;database=ChoiceCollect&amp;search=priref=39685">hier</a> voor meer informatie over dit object</p> https://hart.amsterdam/rsc/4597 2019-10-13T22:07:34+02:00 2011-07-09T15:00:00+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Op de kaart gezet...?! Wie nu – in juli 2011 – Google Maps raadpleegt ziet op de locatie Back-upstraat een kale vlakte waar geen spoor van bebouwing te zien is. Dat ziet er een beetje spookachtig uit, want in de afgelopen twee jaar is daar het Collectiecentrum van het Amsterdam Museum verrezen en wij zijn inmiddels aan het werk in dat gebouw... <p>Gelukkig staat het Collectiecentrum wel degelijk op de kaart. Op de meest recent gepubliceerde plattegronden van Amsterdam staat de nog jonge Back-upstraat vermeld en tekent de contour van het nieuwe gebouw van Wim Quist zich af. <br /><br />Onlangs verschenen boeken en artikelen besteden ook aandacht aan het nieuwe gebouw, zoals de ARCAM pocket die ter gelegenheid van de Amsterdamse Architectuur Prijs 2011 is verschenen. De nominatie voor de jaarlijkse prijsvraag was eervol; we wonnen de Gouden A.A.P. weliswaar niet, maar het gebouw staat beschreven en afgebeeld in het handzame overzicht van de belangrijkste Amsterdamse gebouwen van het afgelopen jaar. <br /><br />“Het IJ rondom” is een onlangs verschenen stadsgids, helemaal gewijd aan de oevers van het IJ. Het Collectiecentrum wordt beschreven als een nieuwe bezienswaardigheid in Noord, een robuust gebouw temidden van de dynamiek van de oude en nieuwe bedrijvigheid ten westen van het NDSM terrein.<br /><br />In het laatste nummer van het tijdschrift Amstelodamum beschrijft Pauline Kruseman het bouwproces van het Collectiecentrum, waar zij als voormalig directeur van het museum de belangrijkste initiatiefnemer van was. Zij is altijd van mening geweest dat het goed beheren en behouden van de stadscollectie een plicht is tegenover volgende generaties. Het materiele verleden stelt mensen immers in staat stelt om zichzelf in de geschiedenis te herkennen en hun positie in het heden te bepalen. En dat is precies wat we in het Collectiecentrum willen bewerkstelligen.</p> https://hart.amsterdam/rsc/4431 2019-10-13T22:06:58+02:00 2011-05-13T16:40:00+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Spiegeltjes aan de wand Wat is er hard gewerkt! Depotbeheerder Arie Zeiss en de collega’s van Nurminen hebben in de afgelopen week een aantal omvangrijke stukken naar het Collectiecentrum verhuisd, waaronder de spiegels uit het Centraal Buiten Depot. De verhuizing van deze grote kwetsbare stukken is voorbereid door enkele restauratoren samen met de depotmedewerkers. <p>Het Amsterdam Museum heeft een aantal lambriseringen van historische interieurs in de collectie inclusief schoorstenen, spiegels en soms ook behangselschilderingen. De spiegels afkomstig uit interieurs van Amsterdamse grachtenpanden zijn veelal gevat in rijk geornamenteerde, vergulde lijsten.<br /><br />Alle spiegels zijn gefixeerd in de sponning, er is achterkantbescherming aangebracht en in geval van breuken zijn de delen vastgezet en loslatende vergulding is geconsolideerd zodat het risico op schade tijdens de verhuizing tot een minimum was beperkt. Voor de allergrootste en uitbundigst geornamenteerde lijsten zijn speciale transportkisten vervaardigd. De kleinere zijn door de depotmedewerker in transportplastic verpakt. De spiegels zijn veilig gearriveerd in het Collectiecentrum en ze hangen inmiddels in volle glorie op de nieuwe rekken.<br /><br /></p> https://hart.amsterdam/rsc/4362 2019-10-13T22:05:44+02:00 2011-04-20T14:39:00+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Het gaat hard Terwijl de depots worden ingericht vinden de eerste transporten plaats. De kratten met archeologische scherven, dozen met textiel en een deel van de collectie tekeningen zijn overgebracht naar de nieuwe opbergplaats. Depotmedewerkers zijn al bezig met het vullen van de kasten, het ontsmetten van het textiel en het barcoderen en ompakken van de werken op papier. <p>Het Collectiecentrum komt tot leven nu de mensen en de objecten bij elkaar komen. Afgelopen vrijdag was de fotograaf ook ter plekke om het mooie gebouw en de medewerkers digitaal vast te leggen.</p> https://hart.amsterdam/rsc/4355 2013-11-11T15:56:31+01:00 2011-04-19T09:28:29+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: Week van het Testament Deze week -van 18 tot 23 april 2011- wordt voor de vijfde keer De Week van het Testament georganiseerd. <p>Van der Hoop, Fodor, Willet-Holthuysen, Lopez Suasso en Van Eeghen: het zijn namen van particulieren die in de 19de en vroege 20ste eeuw grote legaten aan de stad Amsterdam hebben nagelaten. Mede door deze genereuze burgerinitiatieven is de verzameling van het Amsterdam Museum uitgegroeid tot een collectie van internationale faam. In het vervolg van de 20ste eeuw heeft het museum voornamelijk aankopen gedaan met geld uit gemeentelijke budgetten, maar nu -aan het begin van de 21ste eeuw- is er sprake van een terugtredende overheid en zijn musea weer meer aangewezen op particulieren.</p> <p>Professor Sigrid Hemels is afgelopen vrijdag 15 april benoemd tot hoogleraar Belastingrecht in de Faculteit der Rechtsgeleerdheid aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Haar expertise ligt op het vlak van belastingrecht, kunst, cultuur, belastingen en goede doelen. In haar oratie &#39;De Toren van Babel. Grenzen aan de autonomie van de belastingwetgever en de invloed daarvan op (fiscale) wetenschapsbeoefening&#39;, pleitte de nieuwe hoogleraar voor interdisciplinair onderzoek naar belastingwetgeving en de rol van de wetgever in relatie tot maatschappelijke en psychologische factoren.<br /> Sigrid Hemels is lid van de Raad van Toezicht van het Amsterdam Museum. Wij feliciteren haar van harte met de eervolle positie en wensen haar veel succes met haar verdere onderzoek. Als illustratie plaatsen we hierbij een prent van Jan Luyken voorstellend de bouw van de Toren van Babel. De prent maakt deel uit van de schenking van de collectie tekeningen en prenten door Jan en Caspar Luyken die in 1907 door de erfgenamen van Christiaan van Eeghen aan de stad werd geschonken. Zoals gangbaar voegen we de standaardvermelding toe: collectie Amsterdam Museum, schenking kinderen C.P. van Eeghen.</p> <p>Kijk <a href="http://ahm.adlibsoft.com/ahmonline/dispatcher.aspx?action=search&amp;database=ChoiceCollect&amp;search=priref=57823" target="_blank">hier</a> voor meer informatie over dit object</p> https://hart.amsterdam/rsc/4264 2019-10-13T21:56:17+02:00 2011-03-16T16:27:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Feestelijke primeur <p>Afgelopen dinsdag, de 15de maart, was de multifunctionele ruimte in het Collectiecentrum voor het eerst in gebruik, wij ontvingen studenten van de opleiding voor behoudsmedewerkers van het Nationaal Archief. Een van hen, Margje van Vugt, loopt stage bij ons in het museum en helpt bij de voorbereiding van de verhuizing van de collectie naar het Collectiecentrum. De groep studenten kreeg theorie- en praktijkles in het verpakken van museale voorwerpen. De objecten waren voor deze gelegenheid meegenomen door de docent Jaap van der Burg.<br /><br />De werkplekken in het Collectiecentrum worden momenteel ingericht, vorige week is een groot deel van de meubels afgeleverd en de bureaus en een flink aantal speciale werktafels zijn direct geplaatst. Het was een feestelijke primeur om deze groep jonge professionals aan het werk te zien in de nieuwe omgeving.<br />Alles viel, letterlijk en figuurlijk, op zijn plek want dat is precies de functie die het Collectiecentrum in de toekomst zal vervullen: een werk- en leerplek voor studenten, vrijwilligers, kunstenaars, verzamelaars en alle liefhebbers van de stadscollectie.<br /><br /><br /><br /></p> https://hart.amsterdam/rsc/4229 2019-10-13T21:55:47+02:00 2011-03-09T21:04:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Naar de knoppen Op donderdag 17 februari heeft Cindy Zalm gesproken op het symposium &#39;Naar de knoppen&#39;, dat door de TU Eindhoven was georganiseerd. Aanleiding was het promotieonderzoek van Marco Martens naar de relatie tussen gebouw, klimaatinstallatie en behoud van collecties. Hij liet met behulp van een nieuwe methode van risicoanalyse zien dat museale objecten in een nieuw gebouwd depot met klimaatinstallatie het minste risico lopen op degradatie. Een nieuwbouwproject geeft de kans om een zo optimaal mogelijke bouwschil te ontwikkelen en om de mate van controle aan te passen aan de verschillende (deel)collecties. <p>Cindy heeft, in haar functie van projectleider van het Collectiecentrum van het Amsterdam Museum, verteld welke eisen aan het gebouw zijn gesteld met betrekking tot het binnenklimaat; deze zijn gedetailleerd vastgelegd in het Programma van Eisen en vervolgens is het bouwprojectteam aan de slag gegaan. Het museum heeft steeds inspraak gehad tijdens het bouw- en installatieproces en door een nauwe samenwerking en voortdurende uitwisseling tussen de verschillende partijen is de prestatie van het klimaatsysteem en de afdekking van risico’s zo goed mogelijk gewaarborgd. Cindy signaleerde als aandachtspunt de lange duur van bouwprocessen in verhouding tot het voortschrijdende inzicht en veranderende opvattingen; de ideeen over energiebesparing zijn in de afgelopen jaren enorm gewijzigd en erfgoedinstellingen en musea moeten zich ook aan de veranderende normen aanpassen. Ten slotte pleitte Cindy ervoor om opgebouwde kennis en ervaring na afloop van projecten te verduurzamen en te delen met vakgenoten.<br /><br />In het voorjaar zal Cindy haar lezing nogmaals geven in het Collectiecentrum; als u geïnteresseerd bent kunt u contact opnemen met het Amsterdam Museum: <a href="mailto:infocollectie@amsterdammuseum.nl">infocollectie@amsterdammuseum.nl</a><br /><br />Margje van Vugt, die stage loopt in het Amsterdam Museum, heeft een verslag gemaakt van alle lezingen. Lees hier de integrale tekst van haar verslag: <a href="http://blog.amsterdammuseum.nl/wp-content/uploads/2011/03/Naar-de-knoppen.doc">Naar de knoppen</a>.</p> https://hart.amsterdam/rsc/4220 2018-02-12T15:59:06+01:00 2011-03-01T10:34:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: Favoriet object van Gusta Reichwein Ik voel me als schatbewaarder van het Amsterdam Museum enorm bevoorrecht dat ik er aan mag komen, aan die Amsterdamse schatten en ik heb gezien dat als je dit voorrecht met anderen deelt, er dan veel energie en creativiteit vrij komt. Een mooi voorbeeld is de samenwerking met Atelier Ted Noten. <p>In de zomer van 2009 vroeg ik hem of hij een troffel voor de eerstesteenlegging van het nieuwe depot van ons museum wilde maken. Behalve dat hij een zeer vooraanstaand Dutch designer is met zijn atelier in Amsterdam Oud-West, vermeldt zijn CV dat hij ooit als metselaar is begonnen. Hij reageerde spontaan en ging meteen aan de slag nadat hij onze collectie troffels in het depot en in de tentoonstelling had bekeken, waaronder de troffel waarmee de eerste steen voor de bouw van het stadhuis op de Dam was ingemetseld. Noten was onder de indruk van het vakmanschap van zijn voorgangers, maar zei wel dat de troffels een beetje op taartschepjes leken.<br /> Hij ging naar de Bouwmarkt en liet zich door een hedendaagse, robuuste metselaarstroffel inspireren. Sterker nog: hij maakte een 3D-scan en vertaalde het voorwerp in een modern synthetisch materiaal. Hij voegde een ring toe met de beeltenis van de heilige Barbara, patroonheilige van de metselaars. Wethouder Carolien Gehrels heeft met deze ring aan haar vinger en het nieuwerwetse stuk gereedschap in haar hand vakkundig de eerste steen gemetseld. De troffel is opgenomen in de collectie als voortzetting van een oude traditie maar ook als voorbeeld van hedendaagse interactie tussen kunst en geschiedenis.<br /> <br /> <a rel="noopener noreferrer" href="http://www.ahm.nl/nl/Amsterdam-Museum/algemeen/organisatie/medewerkers/gusta-reichwein" target="_blank">Gusta Reichwein</a>, hoofd Collectie Amsterdam Museum<br /> <br /> Kijk <a title="Beeldcollectie" href="http://hdl.handle.net/11259/collection.73754">hier</a> voor het object in Collectie online</p> https://hart.amsterdam/rsc/4179 2019-10-13T19:22:09+02:00 2011-02-14T14:52:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Genomineerd! <p>Het nieuwe jaar is nog maar net begonnen en al weer is er goed nieuws te melden met betrekking tot het Collectiecentrum. Het gebouw is genomineerd voor de Amsterdamse Architectuur Prijs oftewel de Gouden A.A.P. 2011. Het Architectuurcentrum Amsterdam (ARCAM) inventariseerde alle projecten die binnen de gemeentegrenzen van Amsterdam in 2010 zijn opgeleverd, 25 daarvan waren van een zodanig hoog architectonisch niveau dat ze zijn geselecteerd voor de prijs.De projecten worden in het boek Amsterdam Architecture 2010-2011 (ARCAM POCKET 24) beschreven en full color geïllustreerd.<br /><br />In februari bezoekt een jury, bestaande uit de architect Lada Hrsak, de architectuur-historica Anneke Bokern en de architectuurhistoricus Vladimir Stissi, de genomineerde projecten en zal de winnaar aanwijzen. Gezocht wordt het project dat óf het mooiste is van allemaal óf het meest exemplarisch voor de actuele situatie in Amsterdam óf het meest uitdagend en vernieuwend – idealiter: alles tegelijk. Het winnende project zal de cover van het boek sieren.<br /><br />De bekendmaking van de winnende architect en opdrachtgever én de presentatie van het boek vinden half april plaats. De prijs zal worden uitgereikt door Wiel Arets van Wiel Arets Architects (winnend architectenbureau van de vorige editie vanwege het ontwerp voor wooncomplex Vier Torens Osdorp).<br /><br />Wij zijn heel erg trots dat het robuuste gebouw van Wim Quist is uitverkoren voor de prijsvraag en we gaan natuurlijk voor goud! Dat het Collectiecentrum in het oog springt blijkt ook uit foto’s die door bezoekers en buurtgenoten worden gemaakt. Hierbij een fraaie opname van Noorderling Ad van Rijn.</p> https://hart.amsterdam/rsc/4162 2018-02-12T15:38:40+01:00 2011-02-13T00:06:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: Lezing ‘Backer, een Amsterdamse familie in beeld’ Catharina Backer werd in 1713, twee jaar na haar huwelijk met Mr. Allard de la Court, een Leidse fabrikant en koopman, geportretteerd door Arnold Boonen. Catharina was zelf afkomstig uit een vooraanstaande Amsterdamse patriciërsfamilie. Rechts voor haar op de tafel bevinden zich enige boeken, hetgeen verwijst naar haar literaire belangstelling. Op de achtergrond zijn een palet, penselen en een schildersezel afgebeeld met daarop een half voltooid bloemstuk. Dit duidt op haar artistieke activiteiten; Catharina was een vaardig amateur in het tekenen van bloemen- en vruchtenstillevens. Een map met tekeningen van haar hand bevindt zich in de verzameling van de familie Backer, die in 1954 als bruikleen aan het museum werd toevertrouwd. <p><br /> Met de tentoonstelling ‘Backers over de vloer’ wordt het honderdjarig bestaan herdacht van de Backer-Stichting. De tentoonstelling in Museum Willet-Holthuysen (Herengracht 605) vertelt het verhaal van dit regentengeslacht aan de hand van portretten en andere kunstvoorwerpen die bijeen zijn gebracht in de familieverzameling; ook het hier afgebeelde portret maakt deel uit van de expositie evenals de tegenhanger ervan, een portret van haar echtgenoot. Femke Diercks, auteur van het boek: ‘Backer, Een Amsterdamse familie in beeld’ geeft vandaag om half 3 <a title="Beeldcollectie" rel="noopener noreferrer" href="http://hdl.handle.net/11259/collection.135">een lezing</a> over het rijke erfgoed van de familie Backer, dat nog nooit eerder in een dergelijk uitgebreid overzicht te zien was. <a title="Beeldcollectie" href="http://hdl.handle.net/11259/collection.39457">Meer informatie</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/4158 2018-02-15T14:42:02+01:00 2011-02-11T00:59:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: promotie Judith van Gent <p>In het Amsterdam Museum zijn het hele vertrouwde gezichten. De portretten van de Amsterdamse schilder Bartholomeus van der Helst maken al eeuwenlang deel uit van de stadscollectie, Judith werkt nu tien jaar in het museum. Eenmaal onder hetzelfde dak is er een hechte band ontstaan tussen de schilder en de onderzoeker. Hij heeft de elite van het 17de-eeuwse Amsterdam verbeeld en zij heeft elk facet van zijn loopbaan en oeuvre onder de loep genomen. Na grondige studie verdedigt Judith van Gent vandaag aan de universiteit van Utrecht haar proefschrift: &#39;Bartholomeus van der Helst (circa 1613-1670), een studie naar zijn leven en werk&#39;. In oktober van dit jaar zal een tentoonstelling over Van der Helst te zien zijn in het Amsterdam Museum met als werktitel: ‘Bartholomeus van der Helst: de verbeelding van de macht’. <a title="Beeldcollectie" href="http://hdl.handle.net/11259/collection.37924">Meer informatie</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/4150 2019-10-13T19:21:43+02:00 2011-02-07T10:30:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Goed begonnen <p>2011 is vrolijk ingeluid. Het personeel van het Amsterdam Museum kwam tijdens de nieuwjaarskoffie op 3 januari bij elkaar in het nieuwe Collectiecentrum in Amsterdam Noord. Er was dan ook nogal wat te vieren: een nieuw jaar, een nieuwe naam en een fonkelnieuw gebouw. Voor sommigen van de museummedewerkers was het de eerste keer dat ze het gebouw zagen, anderen hadden het vorig jaar mei in de steigers gezien en een klein gezelschap was aanwezig bij het leggen van de eerste steen op 14 oktober 2009.<br /><br />Het lijkt een wonder dat het gebouw in iets meer dan een jaar aan de oever van het IJ is verrezen. De gemeente Amsterdam, met name het Project Management Bureau, de architect, de aannemer en de verschillende bouwkundige firma’s hebben een geweldige prestatie geleverd door in een betrekkelijk korte tijd een mooi en zeer functioneel gebouw neer te zetten. In de serie <a rel="noopener noreferrer" href="http://www.parool.nl/parool/nl/1424/STADSGEZICHTEN/article/detail/1824047/2011/01/13/Stadsgezichten-Collectiecentrum-Amsterdam-Museum.dhtml" target="_blank">Stadsgezichten van het Parool</a>verscheen een eerste –  zeer positief – commentaar: <em>Het Amsterdam Museum was al geruime tijd op zoek naar depotruimte voor de omvangrijke historische collectie en besloot tot nieuwbouw die behalve opslagruimten ook een restauratieatelier en multifunctionele werkruimten moest bevatten. Architect Wim Quist heeft een robuust bakstenen gebouw ontworpen en de verschillende componenten een duidelijk eigen karakter gegeven. De twee volledig gesloten zijbeuken bevatten de depotruimten. Het centrale deel heeft een meer open uitstraling en bestaat uit de entree met portiersloge en emballagefaciliteit op de begane grond en werkruimten op de verdiepingen. Van hieruit heeft men een prachtig uitzicht over het IJ. De werkruimten bieden plaats aan medewerkers, conservatoren, restauratoren, onderzoekers, vrijwilligers en kunstenaars die de collectie willen raadplegen of aan objecten willen werken. Het semi-openbare karakter van het Collectiecentrum is een mooi voorbeeld van de nieuwe attitude in de museumwereld waarbij de relatie met het publiek steeds meer een wederzijds karakter krijgt. Meer dan een burcht is het Collectiecentrum een schatkamer die af en toe iets van haar glinsterende schatten laat zien.</em><br /><br />De volgende fase is aangebroken, de technische installaties worden ingeregeld, kasten en rekken worden geplaatst en in het voorjaar beginnen we met de verhuizing van de objecten. Cindy Zalm, projectleider van de verhuizing werkt, nu een deel van de week in het Collectiecentrum en de beveiligers zijn er sinds de bouwkundige oplevering eind vorig jaar voortdurend aanwezig. Enkele medewerkers maken al gebruik van de flexibele werkplekken die zijn ingericht, onder hen de directeur die een dagdeel per week kantoor houdt in Noord.</p> https://hart.amsterdam/rsc/4097 2018-02-12T15:26:57+01:00 2011-01-30T00:59:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: Laatste dag ‘A’dam, Man &amp; Mode’ <p>Paul Spies, de directeur van het Amsterdam Museum, was ‘dressed to the occasion’. Bij de opening van de expositie A’dam, Man &amp; Mode droeg hij een kostuum ontworpen door Jeroen van Tuyl een van de toonaangevende modeontwerpers van dit moment. Spies heeft een uitgesproken mening over hoe mannen zich kleden: “<em>Herenmode is momenteel op haar historische dieptepunt. Hiermee doel ik niet op de artistieke kledingstukken die op internationale modeshows worden getoond, maar de herenkleding die je dagelijks op straat ziet. Kijk eens om je heen en geef toe; ongeïnspireerd en fantasieloos, toch? De huidige Westerse kledingstijl is eenzijdig en saai. Om serieus te worden genomen wordt je geacht een donker pak te dragen met stropdas. Wat jammer dat die historische daad van Prins Claus in 1998 niet een doorslaggevend effect heeft gehad! Ik was erbij, toen hij in het Paleis op de Dam voor een massaal publiek van belangrijke heren zijn stropdas afdeed en deze op de grond gooide. Dit deed hij omdat hij de das zag als het symbool van de Westerse hegemonie over de rest van de wereld. Maar denk je dat die grijze muizen uit het Westen daar een voorbeeld aan namen? Welnee, bij het verlaten van het paleis ging onmiddellijk die vreselijk strop(!)das weer om. We leven in Amsterdam al lang in een multi-culturele samenleving. Maar wanneer laten wij ons nou eens inspireren door wat de nieuwe Nederlanders aan kledingtradities uit hun herkomstlanden hebben meegenomen? Wanneer toont de Amsterdamse man weer wat meer lef”</em></p> https://hart.amsterdam/rsc/923069 2019-12-13T15:47:53+01:00 2011-01-23T00:13:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Vondeling gevonden op de stoep Op 23 januari 1893 werd een baby gevonden op de stoep van de Leidsegracht 73. Hij werd Jan van der Stoep genoemd en in een pleeggezin geplaatst. <p><!-- z-media 923070 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} -->Op 23 januari 1893 werd een baby gevonden op de stoep van het pand Leidsegracht 73. Het enige dat het jongetje bij zich had waren de kleertjes die hij droeg. Die plek was pal naast het Stadsbestedelinghuis, waarin hij werd opgenomen met als naam Jan ‘van der Stoep’. Na enige tijd werd hij geplaatst in een pleeggezin, zijn kleertjes bleven achter in dit weeshuis. Door het bevolkingsregister werd jaren later geconstateerd dat ene Aart Jacobus van der Tang niet op school was aangemeld. Een ambtenaar benaderde de vrouw die zijn moeder zou zijn; zij bekende dat zij haar kind te vondeling had gelegd. Aan de hand van de kleertjes in het weeshuis bevestigde zij dat Jan van der Stoep haar zoon was. Toen Jan bijna volwassen was heeft de weeshuisdirecteur hem verteld wie zijn moeder was. Jan is zich sindsdien Van der Tang gaan noemen. Zijn moeder heeft hij nooit ontmoet, zij was inmiddels naar Amerika geëmigreerd.</p> <p><!-- z-media 923071 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} --></p> <p>Enkele jaren geleden heeft de kleinzoon van Jan contact gezocht met het museum. Hij wist wel iets van het verhaal van zijn opa; bij nader onderzoek in het archief vond hij een akte van vinding en een overzicht van de kleding van het kindje Van der Stoep. Uit publicaties wist hij dat in onze collectie kleding van vondelingen bewaard wordt en hij vroeg zich af of hierbij misschien spullen van zijn opa zaten. Door een vergelijking van de kleertjes met de lijst uit het archief was het mogelijk om met zekerheid vast te stellen dat het ging om de kinderkleren van zijn opa.</p> <p>Dit ontroerende verhaal van een kleinkind dat op zoek gaat naar het verleden van zijn opa als vondeling is een van de verhalen die tevoorschijn zijn gekomen in de uitwisseling tussen publiek en collectie. Verhaal en object zijn bij elkaar gebracht waarmee het bundeltje kinderkleren van onschatbare waarde is geworden.</p> <p>Naast het pakketje van Van der Stoep zijn er nog acht andere pakketjes in de collectie van het Amsterdam Museum. Ze zijn te bekijken in de Collectie online </p> https://hart.amsterdam/rsc/4109 2018-02-12T15:19:36+01:00 2011-01-22T07:11:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: The making of A&#39;DAM, man &amp; mode <p>Altijd al willen weten hoe een tentoonstelling in een museum tot stand komt en wat er bij de organisatie ervan komt kijken? Conservator Annemarie den Dekker vertelt op zaterdag 22 januari om half 1 het verhaal achter de totstandkoming van de tentoonstelling <em>A&#39;DAM, man &amp; mode</em> met als insteek: van idee tot uitvoering. Deze expositie is overigens nog maar te zien tot en met 30 januari aanstaande.</p> https://hart.amsterdam/rsc/4077 2013-11-11T15:45:47+01:00 2011-01-14T16:55:25+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: Overstroming van Tuindorp Oostzaan Als gevolg van een dijkdoorbraak in de ochtend van 14 januari 1960 kwam Tuindorp Oostzaan onder water te staan. 15.000 inwoners van deze wijk in Amsterdam-Noord moesten hun huizen verlaten. Gelukkig vielen er geen slachtoffers maar de schade was groot en het nam jaren in beslag om alle herstelwerkzaamheden uit te voeren. De wateroverlast ontketende een grote saamhorigheid onder de bevolking en er vonden allerlei inzamelacties plaats in Amsterdam en elders in het land.<br /> <br /> Dit verzilverde theelepeltje, dat recent werd geschonken, is een van de weinige objecten in de collectie van ons museum dat herinnert aan deze watersnoodramp. Afgebeeld is de Gereformeerde Kerk temidden van het water, waarbij een helpende hand wordt geboden om de problemen te boven te komen. Een ander object is <a title="AHM collectie online" href="http://ahm.adlibsoft.com/ahmonline/dispatcher.aspx?action=search&amp;database=ChoiceCollect&amp;search=priref=36095" target="_blank">een fraaie gedenkpenning </a>van de médailleur Leendert Braat.<br /> In Tuindorp Oostzaan is veel meer aan de weet te komen over de buurt en de ramp: de <a href="http://www.historischarchief-toz.nl" target="_blank">Stichting Historisch Archief Tuindorp Oostzaan (HATO)</a> houdt de geschiedenis van dit tuindorp levend. In het archief aan de Steenbokstraat worden documenten en foto’s bewaard over de Watersnood en over de scheepsbouw in Amsterdam-Noord. In de Museumwoning aan de Meteorenweg 174 kunnen bezoekers ervaren hoe het was om te wonen in deze typische bakstenen huizen uit de periode van de Amsterdams School. <a title="AHM collectie online" href="http://ahm.adlibsoft.com/ahmonline/advanced/dispatcher.aspx?action=search&amp;database=ChoiceCollect&amp;search=priref=76436" target="_blank">Meer informatie</a> https://hart.amsterdam/rsc/4063 2018-02-19T13:08:37+01:00 2011-01-03T10:09:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: Gelukkig Nieuwjaar in het Collectiecentrum Traditiegetrouw wensen alle museummedewerkers elkaar een gelukkig nieuw jaar met koffie en taart aan het begin van de eerste werkdag van januari. Dit jaar gebeurt dat in het nieuwe Collectiecentrum in Amsterdam Noord. Op 14 oktober 2009 werd de eerste steen gelegd door wethouder Carolien Gehrels. Nu, ruim een jaar later, is het pand opgeleverd. Het is een mooi robuust bouwwerk, ontworpen door Wim Quist en opgetrokken in rode baksteen. In de komende maanden zullen alle technische installaties worden ingeregeld, kasten en rekken worden geplaatst en dan zal in het voorjaar de verhuizing beginnen. Op 27 oktober 2011 zal het gebouw officieel in gebruik worden genomen. Alle historische voorwerpen die in de loop van eeuwen in het bezit van de stad zijn gekomen en die nu op verschillende locaties worden bewaard zullen dan op één plek worden bewaard, behalve de selectie die in het Amsterdams Historisch Museum en in Museum Willet-Holthuysen worden geëxposeerd. <p><br /> Spraken we eerst nog van het nieuwe depot inmiddels betitelen we het gebouw als Collectiecentrum, omdat het niet alleen als opslagplaats van de historische collectie zal functioneren, maar het zal ook een werkplek zijn voor veel mensen. Vrijwilligers, stagiaires, onderzoekers, verzamelaars, kunstenaars en restauratoren zullen samen met museummedewerkers de objecten bestuderen, conserveren en zich laten inspireren. Een gebouw waar mensen en dingen bij elkaar komen. <a rel="noopener noreferrer" title="AHM collectie online" href="http://ahm.adlibsoft.com/ahmonline/dispatcher.aspx?action=search&amp;database=ChoiceCollect&amp;search=priref=67267" target="_blank">Meer informatie</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/4039 2018-02-22T15:25:52+01:00 2010-12-24T00:57:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: Verdrag Nederland-Marokko <p>Precies 400 jaar tekenden de vertegenwoordigers van de Marokkaanse Sultan en de gevolmachtigden van de Staten-Generaal Staten van de Nederlandse Republiek der Verenigde Provinciën in Den Haag het verdrag waarin de diplomatieke banden tussen Marokko en Nederland werden vastgelegd. Eeuwenlang hebben de twee mogendheden handel gedreven, in de afgelopen decennia zijn veel inwoners van Marokko naar Nederland gekomen om hier een bestaan op te bouwen. Over de wisselwerking tussen beide culturen maakte het Amsterdams Historisch Museum in 1997 de foto-tentoonstelling &#39;Ik heb een tante in Marokko&#39;. Fotograaf Kadir van Lohuizen volgde een jaar lang de familie Rharib; in de Amsterdamse wijk De Pijp, op reis naar Marokko en bij familie in hun geboorteland. Het leven tussen twee culturen heeft hij mooi in beeld gebracht, de vertwijfeling van de Amsterdamse Marokkanen aangetrokken door de stedelijke cultuur maar verlangend naar het prachtige Marokkaanse landschap. Dochter Malika neemt voor haar Nederlandse vriendinnen aardewerk uit Marokko mee - want dat is toch het &quot;mooiste aardewerk van de hele wereld&quot;. <a title="Beeldcollectie" href="http://hdl.handle.net/11259/collection.4189">Meer informatie</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/3907 2018-02-12T16:38:20+01:00 2010-10-31T07:24:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: inwijding gebouw Felix Meritis Aan de Keizersgracht 324 werd op 31 oktober 1788 het gebouw Felix Meritis ingewijd. In 1777 had de gegoede burgerij van Amsterdam - geïnspireerd door de verlichtingsidealen - het genootschap Felix Meritis opgericht ter bevordering van kunst en wetenschap. De verschillende zalen werden gebruikt voor concerten, literaire bijeenkomsten en debatten. De ovale concertzaal was tot ver in de 19de eeuw de belangrijkste muziekzaal van Amsterdam en genoot een grote internationale reputatie: bekende musici traden er op, onder wie Robert en Clara Schumann, Saint-Saëns, Brahms en Röntgen. <p><br /> Toen in 1888 het genootschap was ontbonden werd in het pand een drukkerij gehuisvest. Na de Tweede Wereldoorlog vestigde de CPN zich in het gebouw en rolde het dagblad De Waarheid er van de persen. In 1969 opende het Shaffy-theater er de deuren voor de Nederlandse avant-garde met onder meer Ramses Shaffy, Baal en Hauser Orkater als uitvoerende artiesten. Sinds 1988 is Felix Meritis een Europees Centrum voor Kunst, Cultuur en Wetenschap, het functioneert als kennisinstituut en platform voor de Europese culturele dialoog.<br /> <br /> Op het schilderij van Adriaan de Lelie, is de inwijding in 1788 afgebeeld. In de ovale Muziekzaal spreekt Jan Hendrik van Swinden, hoogleraar in de wijsbegeerte, wis-, natuur- en sterrenkunde aan het Athenaeum Illustre, tot de leden van de Maatschappij. Velen van hen zijn in het schilderij geportretteerd. Het orkest op de achtergrond bracht tijdens de plechtigheid muziek ten gehore die speciaal voor de gelegenheid was geschreven. <a title="Beeldcollectie" href="http://hdl.handle.net/11259/collection.38515">Meer informatie</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/3879 2018-02-15T13:07:45+01:00 2010-10-20T01:04:00+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: Plan voor het dempen van Amsterdamse grachten Op 20 oktober 1954 lanceerde Hendrik Kaasjager, hoofdcommissaris van de Amsterdamse politie, een plan om een deel van de Amsterdamse grachten te dempen ten behoeve van het groeiende autoverkeer. Het ging om het Open Havenfront, het Singel, het restant van het Damrak, de Geldersekade, de Kloveniersburgwal, de Raamgracht, het restant van het voor de oorlog al grotendeels gedempte Rokin, en een deel van de Amstel. Ook zou een deel van de bebouwing van de Nieuwmarkt, de Nieuwe Hoogstraat, de Utrechtsestraat en de Weesperstraat moeten worden gesloopt. <p><br /> Tegen het plan, dat door Kaasjager op verzoek van burgemeester D&#39;Ailly was opgesteld, werd geprotesteerd door de Bond Heemschut, het Genootschap Amstelodamum, het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap en de Vereniging Hendrick de Keyser. De Amsterdamse bevolking kwam in actie tegen het plan, omdat men zag dat de schoonheid van hun stad werd aangetast. Deze reactie was mede oorzaak dat de plannen in de de la bleven. <a title="Beeldcollectie" href="http://hdl.handle.net/11259/collection.39512">Meer informatie</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/3863 2018-12-03T21:02:11+01:00 2010-10-14T01:28:00+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: Een jaar geleden eerste steen, over een jaar is het klaar! <p><br /> Precies een jaar geleden werd op een zonnige herfstdag de eerste steen gelegd voor het nieuwe depot. Wethouder Carolien Gehrels metselde met veel plezier de ‘eerste’  baksteen waarbij ze gebruik maakte van de troffel die speciaal voor die gelegenheid door kunstenaar Ted Noten was gemaakt. <br /> <br /> Inmiddels spreken we niet meer van het nieuwe depot maar van het Collectiecentrum Amsterdam. Het fraaie gebouw, dat is ontworpen door Wim Quist, dient niet alleen als bewaarplaats voor de historische collectie maar ook als werkplaats voor allerlei mensen die zich met de collectie van de stad Amsterdam bezighouden, AHMmers en mensen van buiten.<br /> <br /> Het gebouw nadert zijn voltooiing: op 19 november wordt het opgeleverd, daarna zullen alle installaties worden ingeregeld en de kasten en rekken worden geplaatst. Vanaf mei 2011 hopen we de collectie naar binnen te kunnen brengen en op 27 oktober 2011 is het dan zo ver: op de 736<sup>ste</sup> verjaardag van Amsterdam zal het Collectiecentrum feestelijk in gebruik worden genomen. <a title="Beeldcollectie" href="http://hdl.handle.net/11259/collection.73754">Meer informatie</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/3853 2018-02-12T15:56:21+01:00 2010-10-09T01:48:00+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: Bezoek keizer Napoleon aan Amsterdam Op 9 oktober 1811 bezocht Napoleon Amsterdam. De sleutels van de stad werden aan de keizer overhandigd op de Oetewalerweg, de huidige Linnaeusstraat. Te paard reed Napoleon door de Muiderpoort de stad binnen. Hij logeerde bij zijn broer Lodewijk in het Paleis op de Dam. <p>Nederland was sinds 1810 onderdeel van het Franse Keizerrijk en Amsterdam was toen officieel de Derde Hoofdstad. De Franse overheersing bracht talrijke bestuurlijke vernieuwingen – het bevolkingsregister en de Kamer van Koophandel stammen uit die tijd. Economisch waren de tijden echter beroerd, omdat de handelsvloot niet kon uitvaren door de oorlog met Engeland.</p> <p>Klik <a title="Beeldcollectie" href="http://hdl.handle.net/11259/collection.6615">hier</a> voor meer informatie.</p> https://hart.amsterdam/rsc/3825 2018-02-15T13:00:36+01:00 2010-09-30T01:33:00+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: Opening A’dam, man en mode Vanavond is de feestelijke opening van de tentoonstelling A&#39;DAM, man &amp; mode. Een expositie waarin mannen en hun kleding door de eeuwen heen centraal staan en waarin ook de eigentijdse, moderne man een plek krijgt. <p><br /> Kleding en verzorging dragen bij aan een eigen identiteit en status. Hoe onderscheiden mannen zich van elkaar, wie volgt welke trends of wijkt daar bewust van af? Thematisch worden verschillende onderdelen uit de mannengarderobe toegelicht. Het mannenpak, schoenen, ondergoed, dassen, hoeden en petten. Dit alles wordt op een luchtige en speelse manier getoond. Naast de getoonde outfits geven films en interviews inzicht in het persoonlijke kleedgedrag van een aantal hedendaagse Amsterdamse mannen.<br /> <br /> Dat het er in de 18de eeuw feestelijk en kleurrijk aan toe ging toont dit geborduurde zijden herenkostuum. Deze driedelige outfit is als het ware de voorloper van het ons nu nog bekende mannenpak, maar de luxe stoffen, levendige kleuren, uitbundige decoratie, de kanten jabot en de kostbare zijden kousen maken een andere man. <a title="Beeldcollectie" href="http://hdl.handle.net/11259/collection.14421">Meer informatie</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/3803 2013-11-11T15:39:46+01:00 2010-09-22T01:43:10+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: Amsterdam Dans Amsterdam is wereldberoemd vanwege de hoge kwaliteit en het internationale karakter van het hedendaagse danstheater. Dansgroep Amsterdam is een nieuw gezelschap onder artistieke leiding van Krisztina de Châtel en Itzik Galili. De twee choreografen hebben hun krachten gebundeld om een platform te creëren waar jonge dansers en beeldende kunstenaars samenkomen. Zij zijn initiatiefnemer van het festival <a href="http://www.amsterdamdans.nl/">Amsterdam Dans</a>, een gloednieuw festival waarbij talentvolle choreografen, professionele dansgezelschappen en dansstudenten samenwerken met één doel: het publiek laten zien wat Amsterdam als dansstad te bieden heeft. https://hart.amsterdam/rsc/3788 2020-04-16T08:48:59+02:00 2010-09-16T01:20:00+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Gezicht op de Kostverlorenbuurt <p>Amsterdam telde in de 18e eeuw zo’n 130 windmolens aan de randen van de stad die heel belangrijk waren voor de handel. Het Amsterdam Museum heeft verschillende stadsgezichten in de collectie waarop de Amsterdamse molens zijn afgebeeld. Een fraai voorbeeld is het gezicht op de Kostverlorenbuurt dat Jan Sluijters schilderde vanuit het raam van zijn atelier. Te herkennen zijn de molens Het Luipaard en De Otter. Van de tientallen houtzaagmolens die het gebied rijk was, is tegenwoordig alleen De Otter nog over. </p> <p><a rel="noopener noreferrer" href="http://hdl.handle.net/11259/collection.39339" target="_blank">Meer informatie over dit schilderij</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/3774 2018-02-12T15:30:50+01:00 2010-09-07T01:52:00+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: debuut Johan Cruijff in het Nederlands elftal Hendrik Johannes Cruijff wordt geboren op 25 april 1947 in het Burgerziekenhuis in Amsterdam. Zijn ouders wonen in Betondorp, vlak bij het Ajax&#39;s stadion De Meer. Hij is klein en tenger, maar de jongens waarmee hij op het schoolplein voetbalt kunnen hem dan al niet stoppen. Hij kan dingen met de bal die niemand kan en is, als hij niet zelf voetbalt, altijd bij het Ajax stadion te vinden waar zijn moeder werkt. Op Johan&#39;s tiende verjaardag krijgt hij helemaal onverwachts een brief van Ajax. Zonder dat hij een proefwedstrijd heeft hoeven spelen wordt hij aangenomen als lid van Ajax omdat een trainer bij Ajax hem vaak heeft zien spelen in de buurt en hem een groot talent vindt. Als Johan 16 is krijgt hij zijn eerste officiele contract bij Ajax. Hij speelt de sterren van de hemel en wordt wereldberoemd. <p>In 1997 wordt Cruijff vijftig, de gemeente Amsterdam geeft opdracht aan de schilder Hennie van de Vegt om een portret te schilderen van de grootste Amsterdamse sportheld. Het schilderij krijgt een plaats in de Arena. <a title="Beeldcollectie" href="http://hdl.handle.net/11259/collection.6300">Meer informatie</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/3764 2018-02-22T14:45:31+01:00 2010-09-04T01:20:00+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: Weg met de wielklem! Het Amsterdamse stadsbestuur besloot om de door zovelen gewraakte wielklem af te schaffen. De klem droeg volgens het college van burgemeester en wethouders niet bij aan een gastvrij Amsterdam. De wielklem werd in het geval van een parkeerovertreding aangebracht door de gemeentelijke dienst Parkeerbeheer om te voorkomen dat de betreffende auto weg zou rijden. De ronde stalen schijf, gekenmerkt door zijn karakteristieke gele kleur, dekte de wielbouten af, zodat demontage onmogelijk was. In 2007 kregen nog meer dan 22.000 auto’s in de binnenstad een klem, waarbij de foutparkeerder minstens 103,60 euro moest betalen. <p><a rel="noopener noreferrer" title="AHM collectie online" href="&lt;a href=&quot;http://ahm.adlibsoft.com/ahmonline/dispatcher.aspx?action=search&amp;amp;database=ChoiceCollect&amp;amp;search=priref=29562&quot; target=&quot;_blank&quot;&gt;&lt;img class=&quot;alignleft size-medium wp-image-3135&quot; title=&quot;Wielklem&quot; src=" target="_blank">Meer informatie</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/3750 2013-11-11T15:43:58+01:00 2010-08-29T01:06:20+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: Laatste dag Hoerengracht In de afgelopen maanden heeft het AHM het kunstwerk The Hoerengracht van Edward en Nancy Kienholz tentoongesteld. Tegelijkertijd heeft het museum een selectie getoond van kunstwerken die zijn vervaardigd in het kader van het project Red Light Art District, enkele zijn door het museum aangekocht waaronder ‘Snackbar’ van Laurence Aëgerter. Deze kunstenares kreeg negen maanden lang een voormalig bordeelpand in de Korsjespoortsteeg als tijdelijke studio. Ze gebruikte de ruimte om haar rol als kunstenaar in de politieke en culturele context van de buurt te onderzoeken en organiseerde een reeks installaties en performances.<br /> Gezeefdrukte posters kondigden de in totaal acht transformaties van de ruimte aan. Sommigen waren absurd en poëtisch, in mindere of meerdere mate realistisch, zoals de Turkse snackbar. Met nachtelijke projecties van beelden die van internet waren gehaald verbeeldde ze de conceptuele kern van haar voorgestelde nieuwe functies voor het pand. Deze projecties liet ze met een technische camera haarscherp fotograferen. De klok, de wastafel en de barsten in de muur waar het bed tegen vastgeschroefd was, schemeren door in het door Aëgerter op de ruimte geprojecteerde beeld van de snackbar. Aan deze sociale gelegenheden nam de kunstscène evenals de buurt actief deel, wat bijzondere momenten van verwarring opleverde. Zo ontkrachtte Aëgerter de geschiedenis van de ruimte en onderzocht ze de toekomstmogelijkheden. <a title="AHM collectie online" href="http://ahm.adlibsoft.com/ahmonline/dispatcher.aspx?action=search&amp;database=ChoiceCollect&amp;search=priref=74598" target="_blank">Meer informatie</a> https://hart.amsterdam/rsc/3744 2013-11-11T15:23:01+01:00 2010-08-26T02:36:11+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Burgkmairs keren terug naar Amsterdam In Augsburg wordt deze zomer in verschillende tentoonstellingen een beeld gegeven van de eeuwenoude relatie tussen Beieren en Italië, een geschiedenis van heersers en handelaren, heiligen en kunstenaars, geleerden en gelukzoekers. In het Maximilian Museum worden kunstwerken getoond die getuigen van de uitwisseling van artistieke ideeën en praktijken. De Augsburge kunstenaar Hans Burgkmair der Altere (1473-1531) was een navolger van de Italiaanse Renaissance, in zijn ontwikkeling speelden Zuid-Nederlandse meesters ook een belangrijke rol. Om die ontwikkeling te kunnen tonen heeft het Maximilian Museum twee tekeningen van Burgkmair in bruikleen gevraagd bij het AHM. Deze bladen zijn in 1937 verworven maar decennia later geïdentificeerd als werken van Burgkmair. Het zijn bijbelse voorstellingen die vermoedelijk in navolging van Rogier van der Weyden zijn vervaardigd. Het zijn verborgen schatten in de Amsterdamse stadscollectie die in de context van de expositie in Augsburg prachtig tot hun recht komen. Van eind mei tot eind augustus zijn de bladen daar te zien geweest, eind augustus zijn ze weer teruggekeerd naar het AHM waar ze weer veilig worden opgeborgen. https://hart.amsterdam/rsc/3728 2013-11-11T15:43:08+01:00 2010-08-24T01:54:09+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: Eerste naturalisatie dag Op 24 augustus 2006 werd de eerste landelijke naturalisatiedag gehouden, de datum waarop in 1815 de eerste Nederlandse Grondwet in werking trad. De regering nam dit besluit om zo de overhandiging van het naturalisatiebesluit aan nieuwe Nederlanders met enig ceremonieel op te luisteren. De discussie over het nut van dergelijke bijeenkomsten duurt tot op de dag van vandaag voort. <br /> De gemeente Amsterdam gaf de Chinese kunstenaar Ni Haifeng opdracht om een naturalisatiegeschenk te ontwerpen. Hij maakte gedecoreerde porseleinen objecten, die het historische huwelijk symboliseren van de Nederlanders met buitenlanders. Het geschenk herinnert aan de Gouden Eeuw, waarin Amsterdam voor het eerst Chinees porselein introduceerde op de Europese markt. <a title="AHM collectie online" href="http://ahm.adlibsoft.com/ahmonline/dispatcher.aspx?action=search&amp;database=ChoiceCollect&amp;search=priref=67956" target="_blank">Meer informatie</a> https://hart.amsterdam/rsc/3719 2018-02-19T11:19:49+01:00 2010-08-20T01:01:00+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: Eerste steen pakhuizen De zusjes Maria en Henrica Le Seutre, dochters van de wijnkoper en kuiper Nicolaes le Seutre gebruikten op 20 augustus 1709 deze zilveren troffel om de eerste steen te leggen van zes pakhuizen aan de Uilenburgerstraat. Uilenburg is een eiland in het centrum van Amsterdam gelegen tussen de Jodenbreestraat, Oudeschans en Rapenburg en is door middel van bruggen verbonden met de rest van Amsterdam. Begin 18de eeuw was het een gebied waar scheepswerven en pakhuizen waren gevstigd. Het gebied heeft veel van zijn karakter verloren toen in de jaren twintig de pakhuizen tussen de Uilenburgervoor- en achterstraat zijn afgebroken. <p><br /> De pakhuizen, thans genummerd Nieuwe Uilenburgerstraat 13-23, dragen namen en gevelstenen met voorstellingen van Duitse steden langs de Rijn: Keulen, Koblenz, Mainz, Frankfort, Bonn en Mannheim. Nicolaes Le Seutre stierf kort na de plechtigheid. Maria trouwde in 1716 met de vermogende mr. Cornelis Trip. De pakhuizen vererfden vervolgens in de families Trip, Boreel en Van de Poll en de troffel werd in 1912 door een van de nazaten aan de stad Amsterdam geschonken. Het museum bezit een fraaie collectie troffels die de bouw van allerlei panden in de stad memoreren, sommige van die gebouwen bestaan nog, andere zijn inmiddels gesloopt. <a rel="noopener noreferrer" title="AHM collectie online" href="http://ahm.adlibsoft.com/ahmonline/dispatcher.aspx?action=search&amp;database=ChoiceCollect&amp;search=priref=14055" target="_blank">Meer informatie</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/3691 2018-02-15T14:28:12+01:00 2010-08-09T07:07:00+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: Fifa op bezoek <p>Van 9 tot 12 augustus komt de FIFA naar België en Nederland om de kandidatuur te beoordelen voor de WKvoetbal in 2018 of 2022. De DutchDress, die de goedkeuring van de FIFA niet weg kon dragen, staat inmiddels opgesteld in een vitrine van het Amsterdams Historisch Museum geflankeerd door harnassen en helmen. De jurk werd wereldberoemd dankzij een reclamestunt op het WK voetbal in Zuid-Afrika. Op 14 juni 2010 speelde het Nederlands elftal tegen Denemarken. Tijdens de wedstrijd trokken 36 vrouwen op de tribune hun Deense supporterskleren uit, om de oranje jurkjes van biermerk Bavaria te onthullen. Hoewel voor het publiek het merk nergens te zien was, besloot de internationale voetbalorganisatie FIFA dat de actie in strijd was met het sponsorbeleid. De politie in Johannesburg arresteerde twee ‘Bavariababes’, omdat het biermerk hun verblijf in Zuid-Afrika had betaald. Het jurkjesconflict eindigde met een schikking tussen Bavaria en de FIFA. <a title="Beeldcollectie" href="http://hdl.handle.net/11259/collection.76435">Meer informatie</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/3678 2018-02-12T16:15:38+01:00 2010-08-04T01:29:00+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: Oude Amsterdamse trams geveild <p>Het Amsterdams Openbaar Vervoer Museum is failliet. Helaas is gebleken dat het onmogelijk is om de historische trams op de rails te houden in Amsterdam en de voertuigen zullen dan ook worden verkocht. Het AHM heeft enkele schaalmodellen van Amsterdamse trams. Deze zijn gemaakt door de heer Wijnkoop, die jarenlang bij de tramfabriek heeft gewerkt. Het object van de dag is een bijwagen van een van de eerste elektrische trams in Amsterdam. Op 1 januari 1900 nam de gemeente de exploitatie van de Amsterdamse trams over en wijzigde de bedrijfsnaam in Gemeentetram (vanaf 1943 GVB). Direct na de overname ging de gemeente aan de slag met de elektrificatie van de tramlijnen. De eerste elektrische tram reed op 14 augustus 1900, het was lijn 10 van het Leidseplein naar de Zoutkeetsgracht. <a title="Beeldcollectie" href="http://hdl.handle.net/11259/collection.28876">Meer informatie</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/3656 2018-02-15T14:18:59+01:00 2010-07-26T10:04:00+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: Voorbereiding verbouwing <p>Op dit schilderij van Louis Bouwmeester is de verbouwing van het voormalig Burgerweeshuis complex en de bouw van de Schuttersgalerij eind jaren zestig voorgesteld. Ook nu staat het AHM aan de vooravond van grote veranderingen, de permanente presentatie van de geschiedenis van Amsterdam zal er heel anders uit gaan zien. Tot nu toe legt de bezoeker een route af van de 12de tot en met de 20ste eeuw, van zaal 1 tot en met zaal 23. Vanaf volgend jaar zal de stadsgeschiedenis in &#39;Close up&#39; te zien zijn, dat wil zeggen in een geconcentreerde expositie in de zalen die aan weerszijden van de Schuttersgalerij liggen. Voor deze verandering zijn ook enkele bouwkundige ingrepen nodig en gedurende de zomermaanden worden de voorbereidingen hiervoor getroffen. Vandaag start een flinke verhuizing: alle schilderijen uit het depot in de kelder van het museum worden naar een tijdelijk depot elders in de stad gebracht. De honderden doeken en panelen hangen daar sinds de jaren zeventig toen het museum in het voormalige Burgerweeshuis werd gehuisvest, voor die tijd was het AHM in de Waag aan de Nieuwmarkt gevestigd. De zeer gevarieerde collectie schilderijen uit het stadsbezit, maar ook de rest van de collectie is begin dit jaar op internet gepubliceerd, zodat ook de schatten die in depot verblijven voor iedereen toegankelijk zijn. Via de volgende  link is de website te benaderen en zijn alle 70.000 voorwerpen uit het Amsterdamse stadsbezit te raadplegen. <a title="Beeldcollectie" href="http://ahm.adlibsoft.com/ahmonline">Meer informatie</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/3650 2013-11-11T15:40:16+01:00 2010-07-23T01:03:49+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: Schutters klaar voor vertrek In de afgelopen twee weken is er hard gewerkt aan de grote groepsportretten in de Schuttersgalerij. Begin september zal de galerij worden ontruimd in verband met de plannen voor renovatie van de permanente expositie. Een aantal van de groepsportretten gaat op reis, eerst naar het Kunsthistorisches Museum in Wenen en dan naar de Alte Pinakothek in Munchen. Deze gerenommeerde musea wijden een speciale tentoonstelling aan de 17de eeuwse groepsportetten uit Amsterdam. Om de stukken &#39;reisklaar&#39; te maken hebben schilderijrestauratoren en een lijstenrestaurator de stukken onder handen genomen, het oppervlaktevuil is verwijderd, spieën zijn gezekerd en de lijsten zijn gestabiliseerd. Vandaag worden de laatste puntjes op de i gezet. Dan zijn de schilderijen vanaf komende dinsdag nog ruim een maand in volle glorie te bewonderen. Het portret van Govert Flinck, dat hij in 1648 schilderde naar aanleiding van het Schuttersfeest bij het sluiten van de Vrede van Munster, is een van de elf grote doeken die - voor het eerst in de geschiedenis - in een groot konvooi naar Oostenrijk en Duitsland zal worden vervoerd. <a title="AHM collectie online" href="http://ahm.adlibsoft.com/ahmonline/dispatcher.aspx?action=search&amp;database=ChoiceCollect&amp;search=priref=38463" target="_blank">Meer informatie</a> https://hart.amsterdam/rsc/3586 2018-02-12T15:29:12+01:00 2010-07-03T01:20:00+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: Oprichting Koninklijke Nederlandsche Automobiel Bond <p>Rond 1896 reden de eerste auto&#39;s in Nederland. De automobiel was in de vroege jaren van zijn bestaan vooral een luxe sport en geen transportmiddel. Speciale mantels, hoeden en brillen beschermen de bestuurder en bijrijder tegen kou en opwaaiend stof. Het Amsterdams Historisch Museum bezit een dames automobielmantel, waarmee de firma Metz &amp; Co in 1906/1907 in het tijdschrift De vrouw en haar huis, onder het thema &#39;zomersport&#39; adverteerde. In een nummer uit 1909 wordt het gebruik van automobielkleding toegelicht. Zo houdt tijdens het autorijden een sluier de hoed op zijn plaats. Het is van groot belang dat de sluier goed vastgezet werd want &#39;de sluier [heeft] een fellen kamp te voeren met den wind […] en vindt hij een kleine opening tusschen gezicht en sluier, dan vliegt hij er in, blaast den sluier op en doet het hoofd gelijken op een luchtballon [..]. Een allesbehalve sierlijk gezicht!&#39;. <a title="Beeldcollectie" href="http://hdl.handle.net/11259/collection.19450">Meer informatie</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/3516 2018-02-19T13:11:49+01:00 2010-06-09T01:25:00+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: Stemmen met potlood <p>Een alerte conservator nam in 2004 een rood potlood mee uit het stembureau district 234. Dit moesten we opnemen in de collectie, want van nu af aan zou de stemcomputer het overnemen. Niet dus. Na bezwaren tegen de vermeende onveiligheid van de stemcomputers heeft de commissie Korthals Altes in 2007 een adviesrapport uitgebracht onder de titel “Stemmen met vertrouwen”. Staatssecretaris heeft het advies overgenomen en besloten dat de Nederlandse kiezer weer met potlood zijn stem zou uitbrengen. Dus vandaag 9 juni 2010 weer stemmen met potlood. <a rel="noopener noreferrer" title="AHM collectie online" href="http://ahm.adlibsoft.com/ahmonline/dispatcher.aspx?action=search&amp;database=ChoiceCollect&amp;search=priref=48046" target="_blank">Meer informatie</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/3450 2019-10-13T19:17:17+02:00 2010-05-10T11:00:00+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Geweldig! Voor het eerst door de deur! <p>Vorige week ben ik voor het eerst het nieuwe depot via de officiële ingang binnen gegaan. Samen met Cindy Zalm, de projectleider en met de opzichter heb ik via het trappenhuis alle verdiepingen betreden. De grootsheid van het gebouw, de enorme depotruimtes, de prachtige werkplaatsen, het wijdse uitzicht, het is werkelijk GEWELDIG.<br />Als hoofd collectie ben ik ongeveer mijn hele Amsterdams Historische loopbaan bezig geweest met plannen voor het nieuwe depot, ik heb het getekend zien worden en samen met Cindy is het helemaal doorgedacht, maar om dan ineens in het gebouw te staan en de functionaliteit concreet voor je te zien, dat is andere koek.<br /><br />Er wordt heel hard gewerkt door heel veel mensen (ik denk dat er die dag meer dan vijftig man bezig was) om het gebouw begin volgend jaar op te leveren. Het zal zo fantastisch zijn om alle objecten onder een dak samen te brengen en om daar samen met collega’s, onderzoekers, restauratoren, vrijwilligers, verzamelaars, kunstenaars aan de collectie te werken: een droom wordt werkelijkheid.</p> <p> </p> https://hart.amsterdam/rsc/3403 2018-02-12T16:49:23+01:00 2010-04-27T00:35:00+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: Opening raambordeel 21ste eeuw In het kader van de tentoonstelling The Hoerengracht van het Amerikaanse kunstenaarsechtpaar Edward en Nancy Kienholz uit midden jaren tachtig presenteert het Amsterdams Historisch Museum in samenwerking met het ontwerpbureau Concrete en met medewerking van de gemeente Amsterdam het Raambordeel van de 21ste eeuw. Dit designraambordeel op de Wallen legt de verbinding tussen het museum en de buurt, tussen de creatieve industrie en de seksindustrie en biedt mogelijk inspiratie voor de vernieuwing van de Wallen. Het Raambordeel van de 21ste eeuw wordt geopend op dinsdag 27 april om 17.00 uur door Isis, de nieuwe nachtburgemeester van Amsterdam. <p>_<br /> Op 4 januari 2008 werd de Men’s Club Yab Yum gesloten. Dit exclusieve bordeel was sinds 1976 gevestigd in een statig 17e-eeuws grachtenpand aan het Singel 295. Eind 2007 maakte de gemeente Amsterdam bekend dat het bordeel zijn deuren moest sluiten; op grond van de Wet Bibob werd de vergunning ingetrokken wegens het vermoeden van criminele activiteiten. Een jaar later werden de twee fraai vormgegeven nummers van kamer 4 en kamer 10 geschonken aan het museum. Ze hadden toen wat omzwervingen achter de rug, want tijdens een verbouwing halverwege de jaren tachtig waren de nummers terecht gekomen in het huis van het dispuut Xaviera dat was gevestigd in café De drie Leeuwen in de Rechtstraat in Maastricht. Yab Yum was namelijk jarenlang sponsor van dit dispuut. <a title="Beeldcollectie" href="http://hdl.handle.net/11259/collection.73749">Meer informatie</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/3397 2018-02-19T13:16:42+01:00 2010-04-24T00:10:00+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: Koningsdroom en massaproductie <p>In 1708 lukte het voor de eerste keer in Europa om porselein te vervaardigen en in 1710 startte de fabricage van porselein in Meissen. Het 300 jarig jubileum wordt gevierd met de tentoonstelling &quot;Königstraum und Massenware. 300 Jahre europäisches Porzellan&quot;, die vandaag wordt geopend. Als voorbeelden van Hollandse porselein productie heeft het AHM enkele stukken Amstelporselein in bruikleen gegeven, waaronder deze ijsvaas.</p> <p>Klik <a rel="noopener noreferrer" href="http://www.koenigstraumundmassenware.org" target="_blank">hier </a>voor meer informatie over deze expositie en kijk hier voor <a title="Beeldcollectie" href="http://hdl.handle.net/11259/collection.23142">meer informatie</a> over de ijsvaas.</p> https://hart.amsterdam/rsc/3384 2018-02-15T13:03:12+01:00 2010-04-21T00:30:00+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: Willem III en Emma in Amsterdam <p>In 1879 trouwde Koning Willem III op 61-jarige leeftijd met de twintigjarige prinses Emma van Waldeck-Pyrmont. De eerste kennismaking van het koninklijk paar met de Amsterdamse bevolking vond plaats op 21 april van datzelfde jaar. De leden van de Feestcommissie droegen deze speldjes waarvan er een bewaard is gebleven in de collectie van het AHM. <a title="Beeldcollectie" href="http://hdl.handle.net/11259/collection.34441">Meer informatie</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/3395 2013-11-11T15:51:18+01:00 2010-04-17T15:00:13+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Vazen, Marcel Wanders, 1990 Op 31 maart heeft Jos Holtkamp de presentatie “Ontmoet de Willets” geopend in Museum Willet-Holthuysen. De erflaters aan wie wij het museum te danken hebben staan centraal in deze semi-permanente tentoonstelling. Hun rol als verzamelaars van kunstnijverheid  wordt breed uitgemeten en wordt tevens als uitgangspunt genomen voor een nieuw initiatief om Amsterdamse verzamelaars bijeen te brengen in het huis aan de Herengracht 605. De kunstbeschouwingen zoals Abraham Willet die daar organiseerde zullen als uitgangspunt dienen voor bijeenkomsten met hedendaagse Amsterdamse verzamelaars. Jos Holtkamp, zelf verzamelaar van hedendaagse vormgeving, vertelde in zijn toespraak over de geschiedenis van het verzamelen van toegepast kunst en het belang van de relatie tussen verzamelaars en musea. Hij concretiseerde het verband tussen verleden en heden op zeer bijzondere wijze door het museum een kunstwerk te schenken dat in 1990 door Marcel Wanders is vervaardigd. Het zijn twee vaasjes die op een sokkel van bakstenen zijn geplaatst. Wanders, die zich inmiddels tot een van de meest vooraanstaande ‘Dutch designers’heeft ontwikkeld, maakte dit kunstwerk als eerbetoon aan Hyke Koopmans en Margie Bitterswijk, twee vrouwen die belangrijk zijn geweest voor de kunstnijverheid in Nederland. In 1960 richtten zij galerie Kapelhuis in Amersfoort op  waar zij 32 jaar lang spraakmakende exposities  op het gebied van kunstnijverheid hebben georganiseerd.<br /> Het geschenk en de woorden van Jos Holtkamp hebben op zeer bijzondere wijze het nieuwe elan in Museum Willet-Holthuysen tot uitdrukking gebracht. Het kunstwerk van Marcel Wanders is te zien in de ontvangstruimte in Museum Willet-Holthuysen. https://hart.amsterdam/rsc/3351 2020-04-16T08:29:39+02:00 2010-04-07T00:25:00+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 #020today: Stadsgezicht naar Shanghai <p>Ter gelegenheid van de wereldtentoonstelling 2010 organiseert het Shanghai Museum een tentoonstelling over de geschiedenis van de stedelijke ontwikkeling door de eeuwen heen. Het Amsterdams Historisch Museum is gevraagd drie schilderijen in te zenden waarmee het verhaal van het ontstaan van de stad Amsterdam in de 17e eeuw getoond wordt. Een van de schilderijen is &#39;Het gezicht op de Dam&#39; dat in 1675 door Abraham Storck werd geschilderd, met links het voltooide Stadhuis. Het schilderij is inmiddels op transport naar Shanghai, de Wereldtentoonstelling opent op 1 mei.  <a title="Beeldcollectie" href="http://hdl.handle.net/11259/collection.37809">Meer informatie</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/3298 2013-11-11T15:34:03+01:00 2010-03-22T01:58:41+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 22 maart 1792: Johannes van Harpen overboord In de nacht van 22 maart 1792 sloeg Johannes Jacob van Harpen nabij Kaap de Goede Hoop overboord en verdronk. Hij was kapitein-luitenant ter zee bij de Verenigde Oostindische Compagnie en nog maar 31 jaar oud. Dit type in Azië vervaardigde portretten van Europeanen komen tamelijk veel voor. Ook de oorspronkelijke verpakking van dit beeldje, een houten kistje, is bewaard gebleven. De naam van de maker staat er in Chinese karakters op vermeld. <a title="AHM collectie online" href="http://ahm.adlibsoft.com/ahmonline/dispatcher.aspx?action=search&amp;database=ChoiceCollect&amp;search=priref=4726" target="_blank">Meer informatie</a> https://hart.amsterdam/rsc/3198 2018-12-03T21:01:27+01:00 2009-11-11T11:39:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Troffel Ted Noten De museumcollectie telt veertien troffels die zijn gebruikt bij de aanvang van belangrijke Amsterdamse bouwprojecten, bijvoorbeeld de bouw van het stadhuis op de Dam in 1648 en een troffel die burgemeester Samkalden in 1967 gebruikte om een oorkonde in te metselen bij aanvang van de restauratie van het Burgerweeshuis voor de huisvesting van het Amsterdams Historisch Museum. <p>Geheel in die traditie hebben we aan kunstenaar Ted Noten gevraagd om ter gelegenheid van de eerste steenleigging van het nieuwe depot een nieuwe troffel re maken. Hij heeft een 3D scan gemaakt van een echte troffel zoals in de bouw wordt gebruikt bij het metselen, de virtuele vorm is vervolgens in kunststof vervaardigd in de kleur van de baksteen van het nieuwe depotgebouw. Aan het handvat is een ring bevestigd met de beeltenis van de Heilige Barbara, de patrones van de metselaars en de architecten. In het blad is een inscriptie aangebracht: 14 OKTOBER 2009, DEPOT AHM, WIM QUIST ARCHITECT, CAROLIEN GEHRELS METSELAAR VOOR EEN DAG. Carolien Gehrels heeft met de ring aan haar vinger en het nieuwerwetse stuk gereedschap in haar hand vakkundig de eerste steen gemetseld.<br /> <br /> Behalve de troffel heeft Ted Noten ook een plexiglazen baksteen gegoten met daarin het potlood en twee schetsjes van Wim Quist. Troffel en baksteen zijn opgenomen in de collectie van het Amsterdam Museum. Voor de genodigden en voor alle medewerkers van het AM waren er miniatuur troffeltjes die als broche gedragen kunnen worden.<br /><br /></p> https://hart.amsterdam/rsc/3163 2019-10-13T19:11:11+02:00 2009-08-18T16:13:00+02:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Een nieuwe schatkamer voor de collectie van Amsterdam Op 6 april van dit jaar werd de eerste paal geslagen voor de bouw van een nieuw depot voor de historische collectie van de stad Amsterdam. Amsterdam is de trotse eigenaar van een rijke historische collectie. De 70.000 voorwerpen worden beheerd door het Amsterdams Historisch Museum. Ongeveer 15 procent van de verzameling wordt getoond aan het publiek in het Amsterdam Museum, Museum Willet-Holthuysen, het Rijksmuseum en tal van andere museale en niet-museale instellingen. <p>Het grootste deel van de objecten wordt voor het nageslacht bewaard in depots, die zich op verschillende locaties bevinden en die niet aan de moderne eisen van conservering en beveiliging voldoen. Naast deze enorme verzameling beheert het AHM ook een flink deel van de archeologische bodemvondsten die door de Archeologische Dienst van Amsterdam zijn opgegraven. Ook deze verzameling zal straks worden bewaard in het nieuwe gebouw.</p> <p>In 2007 heeft het stadsbestuur groen licht gegeven voor de bouw van een nieuw depot. In datzelfde jaar zijn wij begonnen om de collectie voor te bereiden op haar nieuwe plek. Veel voorwerpen moeten worden schoongemaakt, beter beschreven worden in ons collectieregistratiesysteem en alvast in nieuwe, stevige en duurzame dozen worden verpakt. Soms moest ook een nieuwe foto worden genomen om het voorwerp goed te kunnen herkennen.</p> <p>Het nieuwe depot moet onderdak bieden aan alle voorwerpen die we (tijdelijk) niet ten toon stellen. Het gebouw zal voldoen aan strenge eisen ten aanzien van klimaatbeheersing en veiligheid. In het gebouw zullen kasten, stellingen en rekken worden geplaatst waarin alle voorwerpen zo kunnen worden opgeborgen dat ze stabiel liggen of hangen. Naast al die opbergruimte komt er ook een aantal werkplekken waar gewerkt kan worden aan bijvoorbeeld het verpakken, conserveren of fotograferen van voorwerpen. Het architectonische ontwerp is gemaakt, de bestekken zijn vastgesteld en in het voorjaar van 2009 is de eerste paal geslagen.</p> <p>Op deze plek willen we u op de hoogte houden van de vorderingen van dit bouwproject en van de enorme operatie die wij uitvoeren om al onze voorwerpen veilig over te brengen naar dit nieuwe gebouw.</p> https://hart.amsterdam/rsc/238568 2017-05-22T16:57:35+02:00 2007-01-01T11:39:00+01:00 Gusta Reichwein https://hart.amsterdam/rsc/3165 Historische interieurs in de collectie van het AHM ~online beschikbaar<br /><br />In het depot van het Amsterdams Historisch Museum bevindt zich een belangrijke collectie historische interieurs en interieurfragmenten. Om verschillende redenen staat deze deelcollectie in de belangstelling. <p>Ten eerste heeft het AHM zich voorgenomen een plan te ontwikkelen voor een uitbreiding van de presentatie naast Museum Willet-Holthuysen (zie beleidsplan 2005-2008). Het belendende pand is aangekocht door de gemeente. Als het AHM kans ziet om een goed en haalbaar voorstel te doen voor een interessante presentatie over Amsterdamse wooncultuur dan zal dit serieus worden overwogen.<br />Op de tweede plaats is het AHM bezig met de voorbereiding van de bouw en inrichting van een nieuw depot. De interieurs zijn gedemonteerd en de fragmenten liggen verpakt in kratten of als losse onderdelen in stellingen opgeslagen in een loods in Hoogwoud.<br />Ten slotte is het museum zich aan het voorbereiden op een verzelfstandiging, dit is aanleiding om de gehele collectie door te lichten. We willen de sterke en zwakke punten van de collectie aan het licht te brengen, zowel wat betreft de inhoudelijke kwaliteit als de conserveringstechnische toestand. In 2007 en 2008 zullen alle deelcollecties worden beschouwd en de verzameling interieurs is daar een van.<br />Alle reden dus om extra aandacht en zorg te besteden aan deze volumineuze deelcollectie Amsterdamse interieurs uit alle tijden, die over het algemeen een slapend bestaan lijdt in een van de buitendepots van het AHM.</p> <p> </p> <p><em>Historische interieurs in de collectie van het AHM / Gusta Reichwein. - Amsterdam : Amsterdams Historisch Museum, 2007. - interne notitie. - 32 bl. : ill. ; 30 cm</em></p> <p>Waar je deze publicatie kunt inzien:</p> <ul> <li>Bibliotheek Amsterdam Museum</li> <li>Digitaal bijgevoegd op deze pagina</li> </ul>