Zotonic - Atom Feed Module 2024-03-28T10:00:19+01:00 https://hart.amsterdam/nl/ Hart Amsterdammuseum https://hart.amsterdam/rsc/35618 2014-02-12T15:23:34+01:00 2014-02-12T15:23:34+01:00 Georgette Koning https://hart.amsterdam/rsc/35611 Interview met Frans Ankoné Art-director/stylist Frans Ankoné (65) werkte als topstylist voor verschillende bladen waaronder de Avenue. Als art-director was hij dienst bij de Duitse Vogue en The New York Magazine. Ankoné geeft les op het Amfi. Hij werkte samen met Fong Leng. <p>&quot;Ik kwam voor het eerst met het werk van Fong Leng in aanraking toen ik in Amsterdam ging wonen. Ik was 23, dat is nu veertig jaar geleden. Studio Fong Leng, was toen net open in de PC Hooftstraat. Ik leerde haar persoonlijk kennen via een vriend toen ik aan de slag ging als ontwerper bij Ross International een stoffenfabriek in Hoofddorp. Fong Leng werkte daar ook als stoffenontwerper. De fabriek werd geleid door Mevrouw Bosma, een fantastisch mens. Ze stimuleerde creatieven zoals Fong en mij en vele anderen. Wie wil nou werken in Hoofddorp als je van de academie komt?</p> <p>In de fabriek ontwierp Fong Leng kleren van jersey stoffen, en die kleding werd via foto’s getoond op internationale stoffenbeurzen. Fong maakte de foto’s en ik deed de styling, al bestond dat beroep nog niet. In die zin is Fong belangrijk geweest voor mijn carrière.<br /> De foto’s waren heel uitbundig, en de hippe gebreide en geplisseerde stoffen sloegen enorm aan. We verkochten aan Biba dat vond ik te gek, en aan Cacharel en Daniel Hechter. <br /> Fong maakte toen al fantastische ontwerpen. Haar kleren hadden niks met trends te maken, het was volkomen eigen. In haar eigen collecties gebruikte ze altijd satijn, geplisseerde stoffen en appliceerde ze leer. Het was een mix van zachte en harde stoffen. </p> <p>In 1972 opende Fong Leng een winkel in de PC. Ze was daar de eerste ontwerper, in die tijd was de PC een normale straat met kruideniers. Studio Fong Leng was een moderne winkel van staal en glas, erg vooruitstrevend. Er was een souterrain, begane grond en op de eerste verdieping hingen de duurste en belangrijkste stukken. De kleding was prijzig, maar niet zo duur als couture, het was dure prêt-à-porter. Er werden ook betaalbare ontwerpen verkocht, zoals geplisseerde chiffon blouses en normale rokken. </p> <p>In haar winkel verkocht ze Britse ontwerpers als Ossie Clark en Zandra Rhodes die bekend was om haar prints. De mode was kleurrijk in de tijd. Fong was het uitbundigst met felle kleuren. Of ze goed verdiende? Haar kleding was zeer bewerkelijk, ze had personeel, dus ik denk niet dat er gigantisch veel geld verdiend werd, wel genoeg. </p> <p>Fong Leng gaf ook grote spektakelshows, die waren onvoorstelbaar uitbundig. Met al die geplisseerde kleren kon je natuurlijk goed zwieren en zwaaien. Wervelend is het woord. De modellen waren vrolijk, onder de jurkjassen werd meestal niks gedragen op een onderbroek na, daar zat een pompom op. Of een roos. Er werd aardig wat champagne gedronken, er was muziek waarop iedereen danste. Het was niet gewoon zomaar op en neer lopen. Het waren happenings waar tout Amsterdam op af kwam. De modepers was altijd positief. De eerste twee jaar gaf ze shows in haar winkel, later op grote locaties als de Beurs van Berlage, het Van Gogh Museum en het Stedelijk. </p> <p>Een van de grootste klanten van Fong Leng was Mathilde Willink. Om in die tijd er zo uitgedost uit te zien was onvoorstelbaar. Mathilde woonde met haar man, de schilder Carel Willink, op de Ruysdaelkade. Samen wandelden ze altijd naar de PC. Mathilde liet Willink zien wat ze graag wilde hebben. “Wat vind jij ervan Willink,” vroeg ze dan, ze noemde hem altijd Willink. Hij vond het ook geweldig. Er werden speciale dingen voor haar gemaakt. Willink kocht heel belangrijke stuks, zoals de luipaardmantel en de jas met twee hoofden. Als Mathilde door de Leidsestraat liep dan stopte de tram. Iedereen keek naar haar. Willink deed haar make-up, en dat liet ze rustig een week zitten. </p> <p>Ik was bevriend met Mathilde. Ik vond haar een onvoorstelbaar inspirerend iemand. Mensen denken dat ze heel vaag was en woest. Ze was erg geestig. Ik herinner me dat als ze bij mij op bezoek kwam, op het Singel, ze via een smalle steile hoge trap omhoog moest. Mathilde deed haar jas dan altijd uit, anders kwam ze niet naar boven.<br /> <br /> Het was een indrukwekkende tijd, er gebeurde zoveel. Amsterdam was een bruisende stad. Er kwamen creatieven uit andere landen wonen omdat het hier zo vrij was. Modeontwerpers als Versace, Moschino en balletdanser Rudolf Noerejev liepen ’s nachts van het COC naar het Dok. Andere hippe winkels - die noemden we boetieks – waren van Puck en Hans, Sophie van Kleef en Rokin 64, de eerste boetiek van het warenhuis Vos. René Geritsen maakte hippe confectieachtige mode. Frans Molenaar zat in de van Baerlestraat en Frank Govers aan de gracht.</p> <p>Fong Leng is erg belangrijk geweest voor de Nederlandse mode. Voor haar had je couturiers als Max Heymans, Dick Holthaus en Edgar Vos, maar wat zij maakte had niks met couture te maken in de klassieke zin van het woord. Ze maakte geen mantelpakjes, alleen maar onvoorstelbaar indrukwekkende gewaden. </p> <p>Fong was heel erg eigengereid, ze wilde niet met iedereen werken. Wat ze wilde dat deed ze, en dat was eigenlijk wel goed. Met wie niet in haar straatje paste, werkte ze niet. Ze zocht mensen uit die ze goed vond, maar dat doet iedereen. In 1982 ging de winkel dicht. Misschien waren er financiële problemen. De tijd werd anders, er kwam concurrentie, kleren veranderden. Fong heeft nog een lange tijd doorgewerkt.&quot;</p> https://hart.amsterdam/rsc/35609 2019-04-28T11:32:07+02:00 2014-01-29T15:33:00+01:00 Georgette Koning https://hart.amsterdam/rsc/35611 Interview Fong Leng Fong Leng zorgt vanaf begin jaren zeventig met kleurrijke ontwerpen voor een revolutie in de Nederlandse mode. Na jaren wordt in het Museum Amsterdam naast oud, ook nieuw werk getoond. Een interview met Fong Leng. <p><strong>Wanneer bent u begonnen met het maken van wandkleden, kussens en poefs?</strong> <br /> Ik kreeg in 1987 een opdracht van de familie Brons. Miep Brons was al klant van de kleding, zij gaf mij de vrije hand om iets voor in haar slaapkamer te ontwerpen. Vrij werk, dat is natuurlijk het aller-leukste, dan kun je fantaseren. Het is een prachtig interieur geworden met wandbekleding en een bijpassend bed en kussen. <br /> <br /> <strong>Kunt u iets vertellen over uw werkwijze?</strong><br /> Ik gebruik altijd leer en suède, en veel goud, zilver. Dat zoek ik eerst allemaal bij elkaar en zo ontstaat een beeld. Voor mijn materiaal reis ik, dat koop je niet zomaar in Nederland. Mijn werken zijn moeilijker te maken dan een schilderij, want als ik eenmaal het materiaal heb geknipt en gestikt, dan kan ik het niet meer veranderen. Een schilder kan over iets heen schilderen als het niet goed is. Ik moet meteen weten wat ik doe. <br /> Voordat ik begin, maak ik een klein schetsje, niet heel gedetailleerd. Soms gebruik ik patronen. Ik werk in delen, die worden allemaal met elkaar verweven. Thuis heb ik een kamerscherm van een meter of zes lang, dat staat nu in het museum.<br /> <br /> <strong>Is er sprake van een wederkerend thema in uw werk?</strong><br /> Nee. Voor mij maakt het niet uit wat ik maak. Het is net wat in mij opkomt. Soms zie ik ergens iets, en denk dan, ‘hé daar wil ik iets mee doen’. <br /> <br /> <strong>Wilt u een verhaal vertellen?</strong><br /> Nee. Dat moeten mensen er zelf van maken, iedereen heeft zijn eigen verhaal, en moet zijn eigen fantasie gebruiken. <br /> <br /> Ik zie wel heel veel dieren op de kleden en op de mantels.<br /> Ja dieren, ik houd van dieren, panters en vooral apen. Ik ben gek op apen. Ik kijk altijd naar Animal Planet. Wat er ook gebeurt, ik moet het zien. Ik vind het interessant om te zien hoe apen in de natuur leven, hoe bewegelijk ze zijn, hoe ze aan hun eten moeten komen, maar ook de enorme familiedrang, dat ze in groepen bij elkaar leven, een andere groep kan er niet bij. “Oh,” denk ik dan, ‘het zijn net mensen’. Wij kiezen ook onze vrienden uit. Is er geen goed contact, dan wordt het niks. <br /> <br /> <strong>Dus de creaties die u heeft gemaakt waren niet geïnspireerd op de Oosterse cultuur?</strong><br /> Natuurlijk ben ik half Chinees en half Nederlands, dat zit er in, ben ik mee geboren. Dus ben ik ook half Oosters.<br /> <br /> <strong>Wat deed u voor werk voordat dat u bekend werd in de jaren zeventig?</strong><br /> Ik fotografeerde, richtte huizen in en ik maakte etalages. Tot ik in de jerseyfabriek van mevrouw Bosma ging werken. Ik ontwikkelde breipatronen, stond achter de breimachines. Van de materialen maakte ik collecties. Die collecties werden getoond op internationale stoffenbeurzen. De kleding die ik van de stoffen had gemaakt om modemerken op een idee te brengen fotografeerde ik zelf, Frans Ankoné deed de styling. Ik had toen een fotostudio in de Haarlemmerhouttuinen, dat werd later mijn atelier.<br /> Het ging erg goed met de stoffenverkoop, dit bracht me op het idee om een winkel te openen op de Nieuwendijk. Omdat het project niet goed was opgezet werd het geen succes.<br /> <br /> <strong>De extravagante creaties waren dus geen reactie op de confectie die u ontwierp?</strong><br /> Ik kon in de fabriek doen wat ik wilde, ik reisde ook veel om indrukken te krijgen en ook om te leren. Omdat de stofontwerpen een succes waren, kwam ik op het idee om voor mij zelf te beginnen.<br /> <br /> <strong>In 1972 opende u Studio Fong Leng in de PC Hooftstraat, hoe kwam u daar terecht?</strong><br /> Ik zat daar eens een broodje te eten en zag aan de overkant een leeg winkeltje. Ik belde aan, twee hele kleine dametjes ontvingen me. Ze maakten hoeden, en waren van plan te stoppen. Alsof God me gestuurd had!<br /> Ik heb de hele zaak laten verbouwen, het werd groot, met een souterrain, begane grond en eerste verdieping, daar hingen de kostbaarste stukken. Studio Fong Leng was de meest extravagante winkel van Nederland. <br /> Het was een leuke tijd, de eerste twee jaar gaf ik shows in de winkel. Tot het niet meer ging, zoveel mensen kwamen er. Ze kwamen uit de hele wereld. Het leuke was dat mensen zich er op voorbereidden, ze maakten mooie outfits maken, echt super. <br /> Na twee jaar ben ik shows gaan geven op grote locaties zoals het Van Gogh Museum, het Stedelijk Museum, de Sonestakoepel, het De Mirandabad, de Beurs van Berlage, het Tropenmuseum. De grootste was in het PSV-stadion voor 20.000 mensen. Er is nog geen ontwerper geweest die me dat geeft nagedaan.<br /> Ik verkocht aan winkels in Amerika, België en Zwitserland. Ik was zowel creatief als zakelijk. Dat was een groot geluk. Het was niet zomaar iets wat ik deed het, mijn bedrijf werd erg groot. Eigenlijk te groot. De kunstwerken verkocht ik alleen in Nederland, die waren altijd speciaal en erg arbeidsintensief om te maken. <br /> <br /> <strong>U verkocht in de winkel ook blouses van zijde.</strong> <br /> Alles wat ik maakte was draagbaar. Tuurlijk, de prijzen van de kunstwerken waren anders. Ik maakte confectie, confectie de luxe, dekjes voor honden, kinderkleding, sportkleding, kunstwerken, eigenlijk een soort piramide van ontwerpen. Er was niemand anders die dat deed. Ook nu is er niemand die dit doet. Mijn succes was dat ik steeds vernieuwde, dat hoort bij mij. Ik wil ook nu niet bij het oude stil blijven staan.<br /> Ik heb baanbrekend werk verricht voor Nederland. Voordat ik doorbrak waren er klassieke couturiers, wat zij maakten was heel stijfjes. Ik had een heel eigen stijl.<br /> Toen ik in de PC begon, hoorde ik ‘die winkel bestaat niet langer dan een maand’, maar iedereen kwam naar de etalages kijken. Ik heb er 22 jaar gezeten met de Studio Fong Leng.<br /> <br /> <strong>De kleding sloeg meteen aan, en nog steeds zijn mensen onder de indruk.</strong><br /> Dat is juist het leuke eraan. Ik word nog altijd aangesproken door jong en oud. Soms zeggen jongeren ‘mijn moeder heeft van u nog kleding, ze wil het niet weg doen’. Dat moet ze ook niet doen, zeg ik dan. Of aan het museum schenken.<br /> Ik heb veel geëxposeerd in het Frisia Museum van Dirk en Baukje Scheringa in Spangbroek, tot ze stopten in 2009 hadden ze veel werk van mij. Hans Melchers heeft een groot deel van de Frisia-collectie gekocht. Hij is in Gelderland een museum aan het bouwen en daar gaan we verder. Gelukkig is mijn werk er nog, en kan Nederland er van genieten. Dat vind ik prettig. Het buitenland heeft wel interesse vooral in Amerika. Ik moet wel doorwerken. Ja, ik werk elke dag. <br /> <br /> <strong>Wat u maakt noemt u nooit mode, maar kunst.</strong><br /> Ik heb me nooit vereenzelvigd met mode of trends. Ik was mijn tijd altijd ver vooruit en kon daarom niet vertellen wat trends zouden worden. Weet je wat het is, nu zie je dat de cirkel rond is, ik word veel geïmiteerd.</p> <p><strong>Viktor &amp; Rolf hadden op de academie in Arnhem les van Berry Brun, uw voormalig assistent, hoe werkte u samen?</strong><br /> Berry was mijn persoonlijke assistent en goede vriend. We praten over wat we wilden doen, we werkten goed samen. We gingen vaak op reis, voor werk en plezier. Ik kon niet alles alleen doen, en leuk is dat ook niet. Destijds werkte ik met een groot team, allemaal verschillende nationaliteiten, ze kwamen uit Japan, Hongarije, België, Italië, Zweden, de Molukken en Suriname. In die tijd was er zelfs een kleine crèche in het atelier. Leuk hoor.<br /> <br /> <strong>Hoe kijkt u terug op uw werk uit de jaren zeventig en tachtig?</strong><br /> Het verbaast me, heb ik dat allemaal gemaakt, gedaan? Al werkte ik, zoals ik al zei, natuurlijk met heel veel mensen. <br /> <br /> <strong>Hoe leerde u Mathilde Willink kennen?</strong><br /> Ik schilderde de pui van mijn winkel en toen kwam ze voorbij met Carel Willink. Ik kende ze niet, en dacht ‘goh wat een leuke vrouw!’ Ze liepen voorbij, ik ging van de stelling af en erachter aan, ik stelde me voor en nodigde ze uit voor de winkelopening. Ze kwamen een dag later. Mathilde zag er een beetje tuttig uit, helemaal niet uitbundig. Ze vond alles geweldig en viel van verbazing languit op de grond. Ze is jaren bij me gebleven. Mijn kleding was precies iets voor haar. <br /> <br /> <strong>Als Mathilde door de Leidsestraat liep stopten de trams, zei Frans Ankoné.</strong><br /> Alles stopte! Ze was een fantastische ambassadrice voor mijn werk, maar er waren meer. Het is jammer hoe het met Mathilde is afgelopen, dat was een drama. <br /> Na afloop van elke show gaf ze mij een schilderij cadeau. In het Latijn schreef ze er altijd iets op. Mathilde, Carel Willink en ik waren een drie-eenheid. <br /> Heb je de performance gezien van Louis van Beek die optrad als Mathilde? Hij was het echt. Ik schrok ervan. De creatie die hij droeg heb ik speciaal voor die voorstelling gemaakt.<br /> Vorig jaar speelde ik zelf in een toneelstuk ‘Inanna Goddess of Love &amp; War - Queen of the Sky‘ geschreven door Gerti Bierenbroodspot met muziek van cellist Ernst Reijseger. Het is een paar keer opgevoerd, nog niet in Amsterdam. Ik droeg een gele mantel bezet met Swarovski stenen, die is nu te zien op de expositie.<br /> <br /> <strong>Uw winkel in de PC ging eind jaren tachtig dicht, waar had dat mee te maken?</strong><br /> Ik was een samenwerking aangegaan met een bedrijf, en dat ging failliet, ze hebben mij meegesleurd, heel vervelend.<br /> <br /> <strong>Er kwamen natuurlijk ook meer modemerken</strong><br /> Ja, en veel modemeisjes die ontwerper wilden worden. Maar ontwerper kun je niet zomaar worden, ook niet als je een modeschool hebt gevolgd. Het moet in je zitten. Ik heb het in mijn eentje zover gebracht dankzij mijn doorzettingsvermogen. <br /> Eigenlijk is het een ongelooflijk verhaal, maar het is waar gebeurd. En ik ga door. Het is een sprookje, een Chinees vrouwtje die het allemaal gewoon maar heeft gedaan. <br /> En ik ben er altijd van uitgegaan dat mijn werk kwaliteit moest zijn, anders gaat het te niet. <br /> <br /> <strong>Kan ik uw werk tijdloos noemen?</strong><br /> Niet tijdloos maar probleemloos, haha!<br /> <br /> <strong>Wordt uw werk goed gedocumenteerd?</strong><br /> Nee. Het is belangrijk maar het is zoveel, ik begin er niet aan. Het moet een keer gebeuren. Voor het Frisia Museum en het Amsterdam Museum heb ik ook veel moeten uitzoeken, toen begon de ellende al. Een boek? Nee, dat hoef ik niet. Mijn geheugen is nog even geweldig en mijn leven nú is zeker even spannend!</p> https://hart.amsterdam/rsc/35615 2014-01-20T15:27:15+01:00 2014-01-20T15:27:15+01:00 Georgette Koning https://hart.amsterdam/rsc/35611 Interview met Bas Kosters Modeontwerper Bas Kosters (36) vindt Fong-Leng de beste modeontwerper die Nederland ooit gehad heeft. Kosters haalde in 2003 zijn master aan het Fashion Institute Arnhem en won vervolgens de Robijn Fashion Award. Hij voerde opdrachten uit voor Bugaboo, Heineken en Zeeman. In 2005 startte hij de Bas Kosters Studio. Zijn werk is even uitbundig als dat van Fong Leng. <p><strong>Wanneer kwam je voor het eerst in aanraking met haar werk?</strong><br /> Dat was pas nadat ik was afgestudeerd aan de academie in Enschede. Ik denk dat ik destijds ergens een plaatje of een boek ben tegengekomen, waarschijnlijk van Mathilde Willink. Daarvoor er is lang niet een focus geweest op haar werk.<br /> <br /> <strong>Toen was het zeker meteen wow!</strong> <br /> Ja!<br /> <br /> <strong>Je bent je in haar werk gaan verdiepen?</strong><br /> Er is helaas weinig over haar te vinden, er zijn een paar boeken en die heb ik allemaal. Binnenkort krijg ik een oud veilingboekje met kleding van Mathilde. Over haar heb ik ook al een boek met veel foto’s, een soort van biografie, dat kreeg ik laatst van Berry van Avezaath, zij was vroeger Fong Lengs model en klant.<br /> <br /> <strong>Mathilde Willink was een geweldige ambassadrice voor Fong Leng.</strong> <br /> Ik denk dat ze elkaar inspireerden. Ik herken dat. Mijn muze is dj Wannebe A Star. Zij inspireert me, in hoe ze beweegt, mijn kleding draagt, hoe ze performed. <br /> <br /> <strong>Kreeg je tijdens het Paroolinterview een indruk van haar als persoon?</strong><br /> Toen ik haar ontmoette was ze heel charmant, ik denk dat ze ook heel grillig kan zijn. In haar autobiografie uit 2003 houdt ze zich als persoon nogal op de vlakte, terwijl ze volgens mij een erg bijzondere vrouw is die zich vastbijt in haar werk. Dat is ook iets wat ik in mezelf herken, net als de fascinatie voor een materiaal als leer, al verwerk ik het op een heel andere manier. Ik houd ook echt van de showstukken die ze maakt. <br /> <br /> <strong>Fong Leng vereenzelvigt zich nooit met mode en trends, geldt dat ook voor jou?</strong><br /> Ik heb ook weinig met mode. Ongemerkt neem ik dingen mee, dat zal zij ook hebben gedaan.Ik denk dat iedere vormgever een soort van antenne heeft waarmee de tijdsgeest wordt gepakt. <br /> <br /> <strong>Fong Leng heeft de jaren zeventig weergeven als een heel vrolijke tijd. Zou je haar werk ook zo typeren?</strong> <br /> Het woord vrolijk zou ik niet gebruiken, dat klinkt te oppervlakkig. Ik zou het enthousiasmerend willen noemen. Of ik overeenkomsten zie met mijn werk? Ik houd ook van uitbundigheid en van humor, al heeft mijn werk best een serieuze ondertoon, maar een boodschap is met humor makkelijker te verwerken. Er zijn mensen die er doorheen prikken en anderen die bij de eerste laag blijven hangen. Mijn werk oogt over het algemeen vrij optimistisch en feestelijk, maar het heeft zeker een keerzijde. Het is in <em>the eye of the beholder</em> of iemand het oppikt of niet.<br /> <br /> <strong>Fong Leng zegt dat ze geen boodschap wil overbrengen met haar werk, mensen moeten er volgens haar zelf over fantaseren, wat zie jij?</strong> <br /> Ze heeft veel mythisch aandoende figuren in haar werk. Verder is het vooral de uitbundigheid en het materiaalgebruik met zijde en leer, en de silhouetten die mij aanspreken. Nu ik nog eens kijk in de boeken, dan vind ik haar werk getuigen van doorzettingsvermogen en vakmanschap. <br /> <br /> <strong>Fong Leng maakte graag hele monumentale lange mantels, waarom denk je?</strong><br /> Dat snap ik best, de mantel is een mooi canvas. Een lange mantel heeft een groot oppervlak waarop een ontwerper zich kan uiten. Als ik voor mijn collectie een <em>showpiece</em> maak dan is het ook vaak een mantel. Over mij wordt weleens gekscherend gezegd dat mijn kleding eigenlijk niet meer is dan een drager van artworks en voor de verhalen die ik wil vertellen. Nu vind ik dat zelf wel meevallen, maar er zit ergens wel een kern van waarheid in, want op een klein rokje kun je natuurlijk maar heel weinig kwijt. <br /> Maar Fong Leng heeft ook mooie andere dingen gemaakt, weet ik van foto’s uit boeken, de kleding uit haar reguliere lijn vind ik heel gaaf.<br /> <br /> <strong>Vind je dat Fong Leng genoeg waardering heeft gehad?</strong><br /> Het is sinds begin jaren tachtig lang stil geweest om haar. De huidige waardering die er is voor haar werk is heel terecht. Ze heeft erg veel gedaan, en ook geëxposeerd. Op de expositie <a href="http://www.gemeentemuseum.nl/tentoonstellingen/haute-couture-voici-paris">Voici Paris</a> in het Gemeentemuseum Den Haag, over couture, hing mijn jurk naast die van Fong Leng, dat vond ik natuurlijk een grote eer.<br /> Haar werk wordt ook verzameld. Ik weet ook zeker dat ze nog mensen inspireert. Ik zag twee jaar geleden een geweldig gouden geplisseerd broekpak, een heel iconisch stuk, dat doodleuk in een collectie zat van een buitenlands merk. Het was vrijwel een letterlijke kopie. <br /> In het Centraal Museum in Utrecht zag ik een aantal recente aankopen, aangekocht door vier musea. Op Marktplaats zoek ik regelmatig naar Fong Leng kleding, ik zou graag een plissé gewaad willen dragen. Op een rommelmarkt vond ik ooit een Fong Leng cocktailjurkje, prachtig, plissé met zijde, een soort ballonrokje, maar ik pas er echt niet in. Ik bezit een hele lange witte leren mantel maar die heeft zo’n jaren tachtig esthetiek en dat is nu niet cool. De jas hangt in mijn archief, net als een door Fong Leng ontworpen Levi’s jas met leren stukken.</p>