Baruch Spinoza (1632−1677) was een groot voorstander van rationeel denken, tolerantie en het vrije woord. Vanwege zijn eigenzinnige theologische opvattingen, en omdat hij de schulden van zijn overleden vader niet overnam, werd hij in 1656 verbannen uit de Joodse gemeenschap van Amsterdam. In zijn Theologisch-politiek traktaat (1670) presenteerde Spinoza de bijbel als mensenwerk en pleitte hij voor volledige vrijheid van meningsuiting en een sterke staat, hiërarchisch ook boven de kerk. Na zijn dood verscheen de Ethica, waarin God en de natuur een zijn, als twee zijden van dezelfde medaille. Veel zelfverklaarde vrijdenkers zien in Spinoza een voorbeeld. 

In 2008 werd in opdracht van de gemeente Amsterdam een beeld van Spinoza in de buurt van zijn geboorteplek geplaatst, vlak naast het Stadhuis. Begin 2010 hebben het Amsterdam Museum en het Joods Historisch Museum gezamenlijk een voorstudie aangekocht van dit beeld van Nicolas Dings. 

Het beeldje staat in de tentoonstelling Vrijdenkers: van Spinoza tot nu die tot eind februari in het Amsterdam Museum is te zien. Daar ligt ook de banvloek die door de Joodse gemeenschap in 1656 tegen de 24-jarige Spinoza werd uitgesproken wegens ‘gruwelijke ketterijen'. 

Spinozamonument_Amsterdam

Spinozamonument_Amsterdam