Zotonic - Atom Feed Module 2024-03-29T14:17:02+01:00 https://hart.amsterdam/nl/ Hart Amsterdammuseum https://hart.amsterdam/rsc/1188253 2020-10-16T10:19:59+02:00 2020-09-23T12:30:00+02:00 Jaap Boonstra https://hart.amsterdam/rsc/850645 De Groote Zwaan De tentoonstelling ‘Bier - Amsterdam, stad van Bier en Brouwers’ heeft een niet te missen primeur: voor het eerst sinds het zo’n veertig jaar geleden werd aangekocht, is het café-interieur van Hotel de Groote Zwaan te zien in het museum. <p>Het interieur is niet compleet; het bestaat voornamelijk uit een toog met daarachter een hoog oprijzend wandbuffet (inventarisnummer KA 17284). Desalniettemin geeft het een indruk hoe een dergelijk etablissement eruit zag. Enorm sleets en vervuild door honderd jaar gebruik - in sommige gevallen misbruik – is het uniek in onze collectie. Het is nu eens niet een kunsthistorisch topstuk, maar vrij gewoontjes in de uitvoering en het materiaal. Verder interessant is dat er niet eerder aan gewerkt is door museummedewerkers. Het is daardoor nog relatief puur en van een vergane glorie zoals je die in een enigszins verlopen hotel/logement had kunnen aantreffen.</p> <p>Dit heeft sterk bepaald hoe we het tonen en hoe het gerestaureerd is. We streven in de opstelling van toog en buffet niet naar onbeschadigd en compleet, maar laten weg wat verdwenen is en beperkten ons tot schoonmaken en stabiliseren waar dat vereist is. Een uitzondering vormt de biertap, die gevonden is op Marktplaats, want ja, wat is immers een toog zonder tap.</p> <p>Je kunt dit gerestaureerde café-interieur zelf komen bekijken in de tentoonstelling <a rel="noopener noreferrer" href="https://www.amsterdammuseum.nl/tentoonstellingen/bier-amsterdam-stad-van-bier-en-brouwers" target="_blank">Bier - Amsterdam, Stad van Bier en Brouwers</a>. Wil je meer weten over de restauratie van dit object en wat restaurator Jaap Boonstra is tegengekomen, lees er meer over in <a title="De groote Zwaan" href="/nl/page/1188268/de-groote-zwaan">dit artikel</a>.</p> <p><!-- z-media 1215428 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} --></p> <p>Prins Hendrikkade 52 april 1955 (Beeldbank Stadsarchief)<br />Bankje voor Prins Hendrikkade 52 ondersteund door grote zwanen, oktober 1949 (Beeldbank Stadsarchief)</p> https://hart.amsterdam/rsc/1032659 2020-04-02T12:33:56+02:00 2020-04-02T12:32:00+02:00 Judith van Gent https://hart.amsterdam/rsc/407 Kunstproject 07:05:1945, Ronald van Tienhoven In 2013 maakte kunstenaar Ronald van Tienhoven in het Amsterdam Museum een 3D scan van Het Snotneusje. De lichtgrijs gespoten 3D replica van het orgel, compleet met immens ‘kogelgat’, was een van de elementen van het kunstproject 07:05:1945. https://hart.amsterdam/rsc/997136 2020-04-02T20:58:38+02:00 2020-03-23T17:51:00+01:00 Judith van Gent https://hart.amsterdam/rsc/407 Maandag 7 mei 1945 <p><!-- z-media 1032531 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} --></p> <p>Filmbeelden <span>Verzamelde Historische Filmbeelden</span></p> <p> </p> <p><!-- z-media 1032540 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} --></p> https://hart.amsterdam/rsc/1032243 2020-05-07T09:24:56+02:00 2020-03-23T17:51:00+01:00 Annemarie de Wildt https://hart.amsterdam/rsc/2184 7 mei 1945 onderzoek De Stichting Memorial voor Damslachtoffers stelde zich ten doel de namen van de slachtoffers van de schietpartij van 7 mei 1945 op De Dam in Amsterdam te achterhalen en er voor zorg te dragen, dat een memorial/monument wordt gerealiseerd met hun namen. <p><span><!-- z-media 53884 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} --></span></p> <p><span>Lang is aangenomen dat er 22 mensen zijn doodgeschoten op 7 mei 1945. Rond 2010 begon de <a rel="noopener noreferrer" href="http://de-dam-zevenmei1945.nl/nl/" target="_blank">Stichting Memorial 2015 voor Damslachtoffers 7 mei 1945</a></span><span> met een uitgebreid onderzoek naar de slachtoffers. Historici en genealogen deden brononderzoek en zette social media in bij haar naspeuringen. Op deze manier kregen de slachtoffers een naam en een gezicht. Op de website werden <a rel="noopener noreferrer" href="http://de-dam-zevenmei1945.nl/nl/slachtoffers-van-de-schietpartij/" target="_blank">verhalen</a> verzameld. </span><span>Over Geertruida Boelen, die pas 15 jaar oud was toen ze neergeschoten werd. Haar vader had haar nog zo gewaarschuwd niet de stad in te gaan, omdat de Duitsers nog gewapend waren. Haar 14-jarige broer Jilt ging samen met de buurman naar de Zuiderkerk om zijn zus te identificeren. </span><span>Jan Goede, 68 jaar oud en vader van zeven kinderen was per fiets van Landsmeer naar Amsterdam gegaan om de intocht van de bevrijders mee te maken, maar werd doodgeschoten op de Dam. Willem van den Boogaard (30 jaar) was lid van de Binnenlandse Strijdkrachten. Hij zocht samen met zijn groep dekking achter een lantaarnpaal maar werd getroffen. Hij woonde in St. Luciënsteeg, naast het Burgerweeshuis, waar nu het Amsterdam Museum is. Juist door zo’n detail komt hij ineens dichtbij, bijna dagelijks kom ik daar in de steeg. Er staan korte, maar gruwelijke zinnen bij het verhaal van Willem. &#39;Zijn vrouw heeft er nooit met hun twee kinderen over kunnen praten&#39;.</span></p> <p><span>De website over de Dam slachtoffers heeft hetzelfde effect op me als de al langer bestaande website <a href="http://www.communityjoodsmonument.nl/">Community Joods monument</a>. </span><span>Dat is een monument op internet om de herinnering levend te houden aan alle mannen, vrouwen en kinderen die tijdens de Duitse bezetting als joden zijn vervolgd en die de Sjoa (Holocaust) niet hebben overleefd. Je kunt uren dwalen langs de verhalen over slachtoffers, foto’s die er door familieleden bij geplaatst zijn, filmfragmenten, brieven en archiefstukken.  </span></p> <p><strong>Monument</strong></p> <p><span>Natuurlijk ontstond binnen de groep mensen die zich zo intensief met de 7 mei 1945 bezig hield het verlangen om een monument op te richten voor de slachtoffers, gewone Amsterdammers die op die dag, die een bevrijdingsdag had moeten worden, de dood vonden. Ze kwamen in contact met kunstenaar Ronald van Tienhoven die een aantal jaar geleden een prachtig <a href="http://hart.amsterdammuseum.nl/nl/page/27730/schietpartij-op-de-dam">werk</a> maakte rond de gebeurtenissen van 7 mei 1945. Een replica van draaiorgel <a href="http://hdl.handle.net/11259/collection.27609">Het Snotneusje</a> waarachter tientallen mensen dekking zochten speelde daarbij een hoofdrol. </span></p> <p><span><!-- z-media 53882 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} --></span></p> <p><strong>12.000 steentjes</strong></p> <p><span>Ik zat in de groep mensen die mocht meedenken over het monument. Inmiddels waren 31 slachtoffers geïdentificeerd. Studio Moniker had, juist om die namen levend te houden, een interactief project bedacht. Mensen mochten op een website digitaal stentjes verschuiven om zo tot de uiteindelijke vorm van de naamstenen te komen, deze zouden in graniet vereeuwigd worden. Ik vond de connectie tussen de digitale interactiviteit en de granieten vereeuwiging van de namen mooi. Meer dan </span><span>12.000 digitale steentjes zijn verplaatst door mensen die hopelijk niet alleen een steentje verschoven hebben, maar die ook de verhalen over de mensen achter de namen gelezen hebben. Misschien hebben de kleinkinderen van de slachtoffers wel een steen gelegd. Of familieleden van de Canadese militairen op wie iedereen op die 7 mei 1945 stond te wachten. Er is ook een<a href="http://placeastone.nl/"> Engelse versie</a> van de website. Tot en met februari 2016 was het mogelijk om een virtueel steentje te leggen of verschuiven.<br /></span></p> <p><span>Daarna zijn digitale ontwerpen gehakt en op 7 mei 2016 is het monument onthuld door burgemeester Eberhard van der Laan. In het jaar daarna is nog een 32ste slachtoffer geïdentificeerd. Ook zijn naam is toegevoegd aan het monument. <br /></span></p> https://hart.amsterdam/rsc/851345 2019-09-03T15:09:03+02:00 2019-09-03T14:07:00+02:00 Jaap Boonstra https://hart.amsterdam/rsc/4633 Een exotische aanwinst voor de museumcollectie In de museumcollectie bevindt zicht een ebbenhouten tweedeurs kast uit circa 1680. Dit meubel is nu te zien in het Cromhouthuis als onderdeel van de tentoonstelling over verzamelaars. Restaurator Jaap Boonstra vertelt over deze exotische aanwinst. <p>Haast twee jaar geleden verwierf het museum door schenking een ebbenhouten tweedeurs kast uit circa 1680. Het blokvormige meubel heeft opvallend snijwerk en fraai lijstwerk en staat op een tamelijk rank onderstel van gedraaide poten. De herkomst is waarschijnlijk de zuidoostkust van India, de zogenaamde ‘Coromandel-kust’ waar de Nederlandse Verenigde Oost-Indische Compagnie ‘factorijen‘ - handelsposten – had of Batavia, het huidige Jakarta in Indonesië, dat destijds de hoofdzetel van de VOC in Azië was.</p> <p>Het <a rel="noopener noreferrer" href="https://hart.amsterdam/image/2019/9/3/indo_euro_kastje_pdf.pdf" target="_blank">gehele artikel</a> is te lezen in pdf.</p> https://hart.amsterdam/rsc/806302 2019-06-24T21:03:52+02:00 2019-06-30T19:41:00+02:00 Judith van Gent https://hart.amsterdam/rsc/407 De restauratie van de Nachtwacht Het beroemdste schilderij van het Rijksmuseum zal de komende jaren worden gerestaureerd. Ter voorbereiding zal het schilderij de komende maanden op allerlei manieren worden onderzocht. Op donderdag 27 juni is de aftrap met een symposium. <p><!-- z-media 54061 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} --></p> <p>Vaststaat dat De Nachtwacht weer toe is aan een grote opknapbeurt. Doel van het onderzoek is dan ook om te weten te komen in welke toestand het schilderij eigenlijk is en hoe de restauratie moet worden aangevlogen. Als alles meezit is in mei 2020 duidelijk wat het onderzoek heeft opgeleverd en kan de vervolgbehandeling worden omschreven en gestart.</p> <p>Namens de eigenaar, de stad Amsterdam, maakt directeur van het Amsterdam Museum Judikje Kiers deel uit van de stuurgroep onderzoek en restauratie. Conservator Norbert Middelkoop is lid van de begeleidingscommissie. Tijdens het aftrapsymposium is hij een van de sprekers. </p> <p>Lees <a href="https://hart.amsterdam/nl/page/806305/van-wie-is-de-nachtwacht">hier waarom de Stad Amsterdam</a> de eigenaar van de Nachtwacht is.</p> https://hart.amsterdam/rsc/729239 2019-03-12T22:54:37+01:00 2019-03-06T14:28:00+01:00 Jaap Boonstra https://hart.amsterdam/rsc/4633 Groene Kamer keert terug op de Prins Hendrikkade Veel van de historische interieurs in de collectie van het Amsterdam Museum komen uit panden die gesloopt zijn. Bij enkele is dat echter niet het geval, zoals bijvoorbeeld de ‘Groene Kamer’, een vroeg achttiende-eeuwse betimmering afkomstig uit het nog altijd bestaande pand op de Prins Hendrikkade 142. Het kamerinterieur werd in 1899 uit het huis verwijderd en ingebouwd bij het Stedelijk Museum (SMA) en was daar gedurende driekwart eeuw opgesteld. In 1975 werd het weer gedemonteerd en ingepakt en lag het vervolgens ruim veertig jaar in ons depot. Interieurdeskundigen hebben maar weinig over de Groene Kamer gepubliceerd, met name omdat alles onbereikbaar was opgeslagen. Toen er namens de eigenaar van het pand aan de Prins Hendrikkade (Gemeentelijk Vastgoed Amsterdam) geïnformeerd werd of het mogelijk zou zijn om onderdelen uit deze kamer weer terug te plaatsen was dat een goede reden voor nader onderzoek.  <p><!-- z-media 729254 {"align":"block","size":"large","crop":false,"link":false,"link_url":"","caption":"De Groene Kamer opgesteld bij het Stedelijk Museum Amsterdam, ca. 1972."} -->Het is bijzonder dat een dergelijk object uit ons depot is gekomen en veel Amsterdammers het nu weer kunnen zien; het pand aan de Prins Hendrikkade zal gebruikt gaan worden als scholingslocatie voor de Amsterdamse gemeente-ambtenaren, onder de naam ‘Amsterdams School’. Er wordt gerekend op zo’n 16.000 gebruikers per jaar!</p> <p><span>In mijn verslag (<strong><a title="Herplaatsing interieur Groene Kamer, door Jaap Boonstra" href="/nl/page/734116/herplaatsing-interieur-groene-kamer-door-jaap-boonstra">download</a></strong>) wordt h</span><span><span>et onderzoek van de Groene Kamer én de terugplaatsing van de schoorsteenboezem en schoorsteenmantel beschreven - de belangrijkste en meest gedecoreerde elementen van dit interieur. De plaatsing van een historisch interieur is altijd een buitengewoon arbeidsintensief proces, maar het eindresultaat mag er wezen.</span></span></p> <p><span><span><!-- z-media 729440 {"align":"block","size":"small","crop":false,"link":false,"link_url":"","caption":"Het prachtige resultaat!"} --></span></span></p> <p><span><span><!-- z-media 729360 {"align":"block","size":"small","crop":false,"link":false,"link_url":"","caption":"De groene kamer in de westvleugel van het SMA (ca. 1920), met aanvankelijk links van de schouw een doorgang. Na de tweede inbouw van 1948 in de oostvleugel van het SMA zou de doorgang zich rechts van de schouw bevinden."} --></span></span></p> <p><!-- z-media 729306 {"align":"block","size":"small","crop":false,"link":false,"link_url":"","caption":"Schoonmaak van de interieuronderdelen door Thijs van de Gevel."} --></p> <p><!-- z-media 729433 {"align":"block","size":"small","crop":false,"link":false,"link_url":"","caption":"Aanvoer van de houten onderdelen van de boezem."} --></p> <p><!-- z-media 729434 {"align":"block","size":"small","crop":false,"link":false,"link_url":"","caption":"Montage van de boezem."} --></p> <p><strong></strong><!-- z-media 729435 {"align":"block","size":"small","crop":false,"link":false,"link_url":"","caption":"Plaatsing van de gerestaureerde marmeren schoorsteenmantel. Steenrestaurator Tobias Snoep en collega\u2019s waren verantwoordelijk voor de restauratie en inbouw van de schoorsteenmantel. Ook is door hen het ontbrekend stucwerk bij het plafond aangeheeld."} --></p> <p><!-- z-media 729377 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":"","caption":"Schoorsteenmantel en schoorsteenspiegel van de Groene Kamer tijdens de opbouw door Snoep en Vermeer."} --></p> <p><!-- z-media 729439 {"align":"block","size":"small","crop":false,"link":false,"link_url":"","caption":"Er werd een kopie geplaatst van het schoorsteenstuk van Jacob de Wit uit 1732 (obj.nr KA 16012). Zichtbaar is hoe hij met de natuurlijke lichtval in de kamer rekening hield. De ramen zitten links van de schouw; de schaduwen in het geschilderde reli\u00ebf zijn dus rechts van de figuren. Bovendien heeft de Wit de schaduw geschilderd van het lijstwerk rond het schoorsteenstuk."} --></p> <p><!-- z-media 729438 {"align":"block","size":"small","crop":false,"link":false,"link_url":"","caption":"De inbouw van de haardplaten."} --></p> <p> </p> <p><!-- z-media 729445 {"align":"block","size":"small","crop":false,"link":false,"link_url":"","caption":"Interieuronderzoekers-restauratieschilders Karin van der Lem en Martine Postuma de Boer leggen de laatste hand aan de afwerking van de boezem."} --></p> <p><!-- z-media 732866 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":"","caption":"Restaurator Jaap Boonstra werkt af."} --></p> <p> </p> <p> </p> <p><a name="_ftn1" href="#_ftnref1"></a></p> <p><a name="_ftn1" href="#_ftnref1"></a></p> https://hart.amsterdam/rsc/557106 2019-02-04T14:17:00+01:00 2018-11-12T14:28:00+01:00 Restauratie van timpaan van Quellinus In de museumcollectie bevindt zich een vijftigtal voorstudies van het beeldhouwwerk voor het stadhuis op de Dam. Eén ervan is het ontwerp voor de voorgevel aan de Damzijde. Op dit moment wordt dit timpaan gerestaureerd voor plaatsing in de nieuwe vaste opstelling. <p><!-- z-media 29138 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} --><strong>Verhuizing</strong></p> <p>Sinds de opening van het museum in 1975 had het timpaan een vaste plek in het museum, maar vanwege een vernieuwing van de vaste opstelling moest het verhuizen. Het zal binnenkort te zien zijn in de vaste opstelling Wereld - Stad.</p> <p><!-- z-media 557164 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} --></p> <p>Het losmaken van de muur heeft menig zweetdruppel gekost; het object was stevig met gips verankerd in de muur. Met afmetingen van circa vier meter breed, één meter hoog en twintig centimeter diep kun je je voorstellen dat het aardig wat weegt. Het geheel wordt dan ook gedragen door een zware ijzeren balk.</p> <p><!-- z-media 557167 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} --></p> <p><strong>Schoonmaak</strong></p> <p>En nu ligt het tijdelijk in stukken voor een schoonmaakbeurt en restauratie. Het was bekend dat het uit meerdere stukken moest zijn samengesteld. Maar bij de laatste plaatsing in de muur waren de naden en lacunes aangesmeerd met gips en bijgekleurd zodat dat niet meer zichtbaar was.</p> <p><!-- z-media 557178 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} --></p> <p>Wat een genot om restaurator Paul Born te horen vertellen over zijn werkzaamheden aan dit museumobject. De technische details over gebruikte materiaalsoorten moet ik jullie schuldig blijven, dat is niet mijn expertise. Veel tijd is in elk geval gaan zitten in het verwijderen van de latere gipsvullingen. Daarna moest er een nieuwe, betere montagemethode bedacht worden. Ik weet dat er gebruik gemaakt wordt van PUR-schuim en honingraatplaat. Dit laatste lichtgewicht materiaal wordt ook in de vliegtuigbouw gebruikt. Ontzettend sterk en niet zwaar. Daarmee wordt aan de achterzijde van elk element een steunlaag aangebracht waarin een plug geboord kan worden zodat het fragment met schroefbouten op een achterplaat bevestigd kan worden. Het geheel is daarmee eenvoudig demontabel en ook de gebruikte lijm en PUR-schuim zijn steeds zo toegepast dat ze weer verwijderbaar zijn.</p> <p>Het is bijzonder om het timpaan van zo dichtbij te kunnen zien! Normaal gesproken hangt het op tweeëneenhalve meter hoogte en kun je de details niet goed onderscheiden. De schubben op de vis en de gespierde armen en benen van de menselijke en dierlijke figuren zijn zo ongelooflijk gedetailleerd. Paul liet me de vingerafdrukken van de oude meester zien. Deze zijn nog steeds aan de achterzijde zichtbaar.</p> <p><!-- z-media 557278 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} --></p> <p>Bij het verwijderen van de gipsvullingen bleek dat de plaatsing van sommige onderdelen niet klopte. Door de vorm van de losse stukken en na verdere (literatuur) bestudering blijkt bijvoorbeeld dat de vis aan de rechterzijde op ooghoogte met de krokodil hoort te zitten. Dit wordt nu hersteld. En ook de staart van één van de zeemeerminnen blijkt na verwijdering van het gips weer als een puzzelstukje te passen.</p> <p><!-- z-media 557183 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} --><strong></strong></p> <p><strong>Onderzoek</strong></p> <p><span>Wat nu ook beter onderzocht kan worden is of de stedenmaagd uit het timpaan identiek is aan <a rel="noopener noreferrer" href="http://hdl.handle.net/11259/collection.4744" target="_blank">een andere stedenmaagd in de collectie</a>. Het blijkt bij nadere beschouwing dat dit tweede exemplaar een enkele centimeter kleiner is en wat gedetailleerder uitgewerkt. Het is bekend dat Quellinus beelden aan particulieren verkocht. Het zou dan ook logisch zijn dat hij ze eenvoudig vermenigvuldigde via een mal. Aangezien een afdruk altijd iets krimpt zou dat het verschil in afmetingen verklaren. Om vervolgens in de afwerking hier en daar een klein detail aan te passen in het gewaad of gezicht. Hier kunnen scans mogelijk meer duidelijkheid over verschaffen. Laten we het verdere onderzoek afwachten.</span></p> <p><!-- z-media 557279 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"link_url":""} --><strong><span>Verplaatsingen</span></strong></p> <p><span>Sinds 1972 hing het timpaan op een vaste plek in het museum. Uit administratieve gegevens blijkt dat deze al op vele locaties is geweest, namelijk en in chronologische volgorde: in de Kunstkamer van het stadhuis, 1808; in de Stadstekenacademie, 1821; de Koninklijke Academie in het beursgebouw De Keyser, 1837; de Koninklijke Academie in Oude Mannenhuis, tussen 1882-1886, in het Stadhuis in de Prinsenhof; vanaf 1887 in het Rijksmuseum en vanaf 1935 in het Amsterdams Historisch Museum in de Waag. </span></p> <p>Wist je trouwens dat dit museumobject een model is voor het marmeren timpaan aan de voorgevel van het zeventiende-eeuwse stadhuis, het huidige Paleis op de Dam? Afgebeeld zijn de stedenmaagd en een gekroonde vrouwenfiguur, die Amsterdam verbeeldt. Zij is omgeven door mythologische wezens die de wereldzeeën uitbeelden. [Meer hierover is te lezen in een eerder artikel <a title="#020Today: Triton en Nereïde" href="/nl/page/29137/020today-triton-en-nereide">#020Today: Triton en Nereïde</a>]</p> <p> </p> <p><strong>Artus Quellinus</strong></p> <p><span>Voor wie niet bekend is met Artus Quellinus, zet ik hier enkele feitjes over deze wereldberoemde beeldhouwer op een rijtje.</span></p> <ul> <li>De Zuid-Nederlandse beeldhouwer Artus Quellinus de Jonge werd geboren in het Belgische Sint-Truiden op 20 november 1625 en is gestorven in Antwerpen op 30 november 1700. Onder leiding van zijn oom Artus Quellinus de Oude, eveneens beeldhouwer, werkte hij mee aan de decoratie van het Stadhuis van Amsterdam, het huidige Paleis op de Dam. [Zie artikel: <u><a href="https://hart.amsterdam/nl/page/3982">https://hart.amsterdam/nl/page/3982</a></u> ]</li> <li>Quellinus vervaardigde het timpaan naar een ontwerp van Jacob van Campen (1595-1657). In 1651 of iets later ontving Quellinus 600 gulden voor de vervaardiging van een geboetseerd &#39;frontespies&#39;. Niet zeker is of deze vermelding betrekking heeft op het timpaan aan de Damzijde. Uit schriftelijke bronnen is een aantal frontispiesen bekend. In een ongedateerde lijst van voor 1806 (1802/03?) wordt &#39;Van t Stadhuis&#39; een &#39;Frontespice&#39; vermeld. In 1879 beschouwde De Roever het model als een gipsen kopie.</li> </ul> <p> </p> https://hart.amsterdam/rsc/476860 2019-03-07T13:40:34+01:00 2018-06-18T10:35:00+02:00 Jaap Boonstra https://hart.amsterdam/rsc/4633 De tuin van Museum Willet-Holthuysen Wie met lijn 9 door de Amstelstraat rijdt en een blik naar buiten werpt, ziet halverwege die nogal saaie straat een onverwachte groene oase. Achter een hoog hek ligt een stijlvolle tuin met strak gestileerde patronen van rode steenslag in wit grind afgezet door kaarsrechte groene hagen en zorgvuldig gesnoeide lijlinden. Niet iedereen zal zich direct realiseren dat het hier om de achtertuin van museum Willet-Holthuysen gaat dat gevestigd is aan de Herengracht 605. <p><!-- z-media 27187 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} -->Deze tuin werd aangelegd in 1972-‘73 naar een ontwerp van Egbert Mos, hoofdtuinarchitect van de afdeling Beplantingen van de Dienst Publieke Werken en conservator van Erpers Royaards. Zij lieten zich inspireren door de vroeg 18de-eeuwse tuinontwerpen van de Franse architect Daniël Marot. De uitvoering werd bekostigd met steun van de naastgelegen Amro bank, als dank voor het gebruik van het terrein tijdens nieuwbouwwerkzaamheden. Enkele oude  beeldhouwwerken zoals de piëdestal met zonnewijzer, de twee borstbeelden (termen) en het Mercuriusbeeld werden opgenomen in het nieuwe ontwerp. Ook zijn toen nog twee in 1965 aangekochte 18de-eeuwse zandstenen beelden toegevoegd ter weerszijden van de zonnewijzer.</p> <p>Lees hier verder over <a rel="noopener noreferrer" href="https://hart.amsterdam/image/2018/6/15/tuin_incl_afbeeldingen_v2.pdf" target="_blank">deze neobarok tuin</a>.</p> <p> </p> https://hart.amsterdam/rsc/468361 2022-12-06T14:33:14+01:00 2018-06-01T13:12:00+02:00 Jaap Boonstra https://hart.amsterdam/rsc/4633 De Willet dievenklauwen opnieuw in het lood gezet Voor museum Willet-Holthuysen vindt de laatste dagen een kleine demonstratie oud ambacht plaats. Toeristen, kantoormensen en motoragenten houden even de pas in vanwege het ongebruikelijke schouwspel: er wordt op het moment gewerkt aan de bevestiging van de ‘dievenklauwen’ – de vier tralievensters in de gevel van het souterrain. <p><!-- z-media 468366 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} -->De vuistdikke ijzeren dievenklauwen die in zandstenen dorpels staan, roesten aan de ondereinden langzamerhand weg. Dit was ooit al eens hersteld met nieuw aangelaste stukken ijzeren staf en aangegoten manchetten van kunsthars. Helaas bleek dit niet afdoende; een klein beetje vocht kan al roest bij de tralie veroorzaken en de druk van de expanderende roest scheurt die kunsthars na verloop van tijd toch weer kapot. Hierdoor is het ijzer niet meer beschermt en gaat het roesten door.</p> <p><!-- z-media 468374 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p>Er is daarom besloten om de manchetten ditmaal weer in het klassieke lood uit te voeren. Dit is de methode die van ouds als pakking voor het bevestigen van ijzer in steen gebruikt wordt. Lood is niet vochtgevoelig en omdat het gemakkelijk smeltbaar is, kan het in vloeibare staat aangebracht worden. Eenmaal uitgehard heeft het bovendien de prettige eigenschap vervormbaar te zijn. Uitzetting van het ijzer door zonnewarmte en toekomstige roestkorsten zullen niet onmiddellijk problematisch zijn; naden of scheurtjes kunnen eenvoudig worden dicht geklopt. Nadeel van lood is de giftigheid ervan bij de verwerking. Goede beschermingsmiddelen en hygiëne op de werkplek zijn essentieel.</p> <p><strong>Afbeeldingen van het proces:</strong></p> <p><!-- z-media 468376 {"align":"block","size":"small","crop":false,"link":false,"caption":""} --><!-- z-media 468377 {"align":"block","size":"small","crop":false,"link":false,"caption":""} --><!-- z-media 468379 {"align":"block","size":"small","crop":false,"link":false,"caption":""} --><!-- z-media 468381 {"align":"block","size":"small","crop":false,"link":false,"caption":""} --></p> <p><!-- z-media 468385 {"align":"block","size":"small","crop":false,"link":false,"caption":""} --><!-- z-media 468387 {"align":"block","size":"small","crop":false,"link":false,"caption":""} --><!-- z-media 468388 {"align":"block","size":"small","crop":false,"link":false,"caption":""} --><!-- z-media 468389 {"align":"block","size":"small","crop":false,"link":false,"caption":""} --></p> <p><!-- z-media 468392 {"align":"block","size":"small","crop":false,"link":false,"caption":""} --><!-- z-media 468393 {"align":"block","size":"small","crop":false,"link":false,"caption":""} --></p> <p>Uitvoering door Tobias Snoep, Sindy Buissink en Cor van der Geest (Fa. Snoep &amp; Vermeer).</p> https://hart.amsterdam/rsc/436224 2018-04-04T09:47:13+02:00 2018-04-04T09:39:00+02:00 Jaap Boonstra https://hart.amsterdam/rsc/4633 De gangvloer in Willet weer dicht Afgelopen week konden we eindelijk de gangvloer voor de koepelkamer van Museum Willet-Holthuysen weer dicht leggen. De vijf rijen marmer tegels die tijdelijk verwijderd waren om het houtwerk eronder te kunnen behandelen zijn weer netjes teruggeplaatst. Enkele tegels die beschadigd waren zijn bij deze gelegenheid schoon gestoomd en verlijmd. <p><!-- z-media 436226 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} -->Het schelpenpakket is waar nodig aangevuld met nieuwe schelpen. Daarop is een laag grove schelpkalkmortel aangebracht  waarop de tegels konden worden gelegd. De meeste tegels waren nogal onregelmatig aan de onderzijde zodat er steeds een passend mortelbed moest worden gemaakt. Door de mortel in eerste instantie vrij rul aan te maken, bleef ze niet kleven wanneer de tegel niet direct perfect lag en weer even weggepakt moest worden. Pas als de tegel goed stabiel lag en het niveau vrijwel klopte kwam er een dun vloeiende kalkspecie tussen mortel en tegel. Met enig aankloppen was de plaatsing dan definitief. <br /><!-- z-media 436227 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} -->Voor het terugplaatsen van de eveneens losgehaalde neuten en plinten werd de kalkmortel met enig  zand gemengd en wat vochtiger aangemaakt. <br />De verwachting is dat we nu nog een weekje bezig zijn met het gereedmaken van het parket van de koepelkamer, waarover later wellicht meer.<br /><!-- z-media 436228 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} -->Leverancier van de schelpkalk: <a rel="noopener noreferrer" href="http://www.schelpkalkmortels.nl/" target="_blank">www.schelpkalkmortels.nl</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/412576 2018-02-22T12:03:27+01:00 2018-02-22T10:48:00+01:00 Jaap Boonstra https://hart.amsterdam/rsc/4633 Koepelkamer nog even dicht De afgelopen weken is gewerkt aan het herstel van dragende balken bij de ingang van de koepelkamer op de beletage van Museum Willet-Holthuysen. Daarbij zijn tijdens de herstelwerkzaamheden nog een paar ontdekkingen gedaan. <p><!-- z-media 20585 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} -->Bij het openleggen van de vloer kwamen we daarbij sporen tegen van een eerdere bouwfase van het pand. Er zaten restanten van twee muurankers onder de marmertegels die de plaats markeren waar vroeger de buitenmuur gelopen heeft. Toen in de 18de eeuw een erkerkamer aangebouwd werd, moeten zij hun functie verloren hebben. Interessant is dat de ankers lijken aan te geven dat ook in de eerdere bouwfase er al een (kleine) uitbouw de tuin in was, aangezien ze niet op één lijn liggen met de overige achtergevel, maar ca. 1,5 meter verder de tuin in geplaatst zijn. Ook aan de buitengevel is een oneffenheid aan het metselwerk waarneembaar waar de 18de-eeuwse erker aansluit op de eerdere uitbouw.</p> <p><!-- z-media 412580 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"caption":""} --><!-- z-media 412581 {"align":"block","size":"small","crop":false,"link":false,"caption":""} --></p> <p>Ter vergelijking een historisch ontwerp van hoe zo’n zeventiende-eeuwse tuingevel er uit gezien kan hebben. Opvallend is de symmetrie in het ontwerp, de raamverdeling met de kruiskozijnen, wat oorspronkelijk ook bij Herengracht  605 het geval was.</p> <p><!-- z-media 412582 {"align":"left","size":"small","crop":false,"link":false,"caption":""} --><!-- z-media 412583 {"align":"left","size":"small","crop":false,"link":false,"caption":""} --><br />Afb. 3 Achtergevel van een woonhuis aan de Keizersgracht te Amsterdam ca. 1664, door Philips Vingboons, collectie Rijksmuseum Amsterdam,  RP-P-1911-3542<br />Afb. 4 Achtergevel Museum Willet-Holthuysen</p> <p>Aanvankelijk dachten we dat alleen onder de drempel aangetaste plekken zaten en daar zijn toen vulstukken van nieuw hout ingepast. Maar er bleek ook onder de wc-muur rot in de strijkbalk te zitten. Dit was moeilijk te bereiken, waardoor we een ander manier van verstevigen hebben toegepast. Er is met laag viskeuze (dun vloeiende) epoxyhars impregneer geïnjecteerd. We hebben daarvoor een serie gaten geboord langs de plint van de koepelkamer, schuin naar beneden tot op de strijkbalk. Ongeveer twee en een halve kilo hars gemengd met glasbolletjes is in etappes geïnjecteerd, tot een druipspoor beneden in het souterrain aangaf dat het hout verzadigd was.</p> <p><br /><!-- z-media 412584 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false,"caption":""} --><!-- z-media 412585 {"align":"block","size":"small","crop":false,"link":false,"caption":""} --></p> <p>Vervolgens was het mogelijk het gat bij de drempel weer dicht te leggen. Op advies van Gerrit van der Meulen, de timmerman van het museum, hebben we stroken plaatmateriaal gedeeltelijk onder de vloerdelen geschoven en vervolgens vastgeschroefd in het verstevigde hout van de strijkbalken. Hierdoor is de vloer weer stevig bevestigd op de balken en buigt niet meer door.</p> <p><!-- z-media 412586 {"align":"left","size":"small","crop":false,"link":false,"caption":""} --><!-- z-media 412587 {"align":"left","size":"small","crop":false,"link":false,"caption":""} --><!-- z-media 412588 {"align":"left","size":"small","crop":false,"link":false,"caption":""} --><!-- z-media 412589 {"align":"left","size":"small","crop":false,"link":false,"caption":""} -->Afb. 7a-d Dichtzetten gat in de vloer bij ingang koepelkamer.</p> <p>De komende tijd gaan we de marmer tegels uit de gang terugleggen en waar dat nodig is het parket van de kamer herstellen.</p> https://hart.amsterdam/rsc/399535 2018-01-30T10:22:07+01:00 2018-01-30T10:09:00+01:00 Jaap Boonstra https://hart.amsterdam/rsc/4633 Koepelkamer Willet-Holthuysen gesloten wegens schade aan de vloer Bij de drempel van de koepelkamer was de laatste tijd enige beweging in de vloer ontstaan. Het parket van de kamer was los geraakt en ook een paar marmertegels uit de gang ervoor lagen te wippen. <p><!-- z-media 399537 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p>Bij nadere inspectie bleken twee dragende balken op de overgang tussen de gang en de kamer en een zwaar vloerdeel uit de gang flink aangetast door bruinrot. Ook de uiteinden van plafonddelen van de erkerkamer (onder de koepelkamer) bleken rot. Bruinrot is een schimmel die gedijt bij vochtige omstandigheden, geringe ventilatie en kamertemperatuur. Ze komt vaak in houtconstructies van oude gebouwen voor en kan het hout in brokkelig poeder veranderen. Hoog tijd voor maatregelen dus. We hebben ter plekke de vloer verder opengemaakt. De rotte delen zijn weggehakt en nieuw hout is pasgemaakt. Waarschijnlijk zal ook het plafond van het souterrain open moeten om van onderen te kijken hoe ver de aantasting van het houtwerk gaat. We gaan dan waarschijnlijk een schimmelwerend middel injecteren en vervolgens de reparaties van het nieuwe hout verlijmen.</p> <p>De koepelkamer is in verband met de komende werkzaamheden leeggehaald en zal gedurende de werkzaamheden gesloten zijn voor de bezoekers. We houden u op de hoogte van de vorderingen.</p> <p><!-- z-media 399539 {"align":"left","size":"middle","crop":false,"link":false,"caption":""} --><!-- z-media 399540 {"align":"left","size":"middle","crop":false,"link":false,"caption":""} --></p> <p>Op bovenstaande foto&#39;s zijn enkele marmertegels gelicht en zijn de rotte plekken in de twee strijkbalken zichtbaar.</p> <p>Onderstaand ziet u op afbeelding 4 een schematische tekening van de muren van het souterrain.<br />Afbeelding 5 toont de schematische tekening van de balklaag in het souterrain (rood = aangetaste plek, groen = eerdere reparatie).<br />En afbeelding 6 is de schematische tekening van de zolderingplanken in het souterrain.</p> <p><!-- z-media 399541 {"align":"left","size":"small","crop":false,"link":false,"caption":""} --><!-- z-media 399543 {"align":"left","size":"small","crop":false,"link":false,"caption":""} --><!-- z-media 399544 {"align":"left","size":"small","crop":false,"link":false,"caption":""} --></p> https://hart.amsterdam/rsc/371295 2017-12-14T14:58:14+01:00 2017-12-14T12:16:00+01:00 Jaap Boonstra https://hart.amsterdam/rsc/4633 Het verdwenen souterrain van Herengracht 605 Het souterrain of onderhuis was vroeger niet de gebruikelijke plaats om bezoekers te ontvangen; oorspronkelijk was het vooral het domein van het personeel. Het was een sober uitgevoerd deel van het huis, waar dagelijks gewerkt werd in de keuken en waar goederen werden opgeslagen. <p><!-- z-media 20600 {"align":"block","size":"small","crop":false,"link":false,"caption":""} -->Tegenwoordig staat in het souterrain de ontvangst van museumbezoekers centraal. Van het historische souterrain-interieur is zodoende weinig meer over, op wat verspreide sporen na. Restaurator Jaap Boonstra beschrijft in <a title="Het verdwenen souterrain" href="/nl/page/371296/het-verdwenen-souterrain">download</a> de belangrijkste voorbeelden van die historische sporen.</p> https://hart.amsterdam/rsc/286667 2017-12-14T12:12:57+01:00 2017-08-09T16:16:00+02:00 Vergulde gordijnkappen onder de loep Twee vergulde gordijnkappen uit de Herenkamer -de vroegere ‘Zijkamer’- van Museum Willet-Holthuysen lagen al jaren op restauratie te wachten in het museumdepot. Nu is er eindelijk tijd en arbeidskracht om de kappen te restaureren zodat ze in de nabije toekomst weer kunnen schitteren in de Herenkamer. <p><!-- z-media 286738 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p>De arbeidskracht komt in de persoon van de Portugese Rafaela Gomes. Zij kon na haar diploma-uitreiking aan Instituto Politécnica de Tomar werkervaring opdoen in het buitenland. De stageplek vond zij bij het Amsterdam Museum waar zij zich van april tot en met augustus onder andere bezighoudt met deze twee vergulde gordijnkappen uit de negentiende eeuw.</p> <p>Als leek wist ik niet dat er zoveel komt kijken bij een restauratie en Rafaela wil ons dan ook graag stap voor stap meenemen in het restauratieproces.</p> <p>Zo op het oog gaat het om neoclassicistische gordijnkappen. Deze stijl wordt ook wel Louis XVI genoemd. Op de achterzijde van de ene staat de aantekening ‘rechts’ op de andere ‘Amstel’. Dat zou kunnen slaan op de zijde waar de kappen horen te hangen. Ook de afmetingen (de ene kant van de kap is korter en schuiner dan de andere) geven een aanwijzing voor de plaatsing. Als we de kap nog beter bekijken zien we aan de achterzijde ook nog een heel klein stukje groene stof aan een spijkertje zitten. Ook dit doet vermoeden dat ze beide uit het huis komen, want de Herenkamer die nu blauw is, was vroeger groen.</p> <p>Na de eerste observatie worden de gordijnkappen verder geanalyseerd. Uit welke materialen bestaan ze? Ze zijn van populierenhout, de gesneden ornamenten waarschijnlijk van linden. Rafaela bekijkt minuscule monsters onder de microscoop. Ook bestudeert zij de gordijnkappen onder uv-licht. Diverse lagen en materiaalsoorten fluoresceren in verschillende kleuren, waardoor Rafaela kan achterhalen waar ze mee te maken heeft.</p> <p><!-- z-media 286739 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p>Opvallend detail is dat de gordijnkappen twéé vergulde lagen hebben. Naar de reden daarvan kun je alleen maar gissen. Het opnieuw inrichten en decoreren van kamers is van alle tijden en het kan dus zomaar zo zijn dat de kappen na zoveel jaar opnieuw verguld zijn voor een onderhoudsbeurt. De eerste vergulding oogt tamelijk sleets. Op de gordijnkappen is duidelijk te zien dat er een ietwat donkerdere laag overheen zit en dat is niet alleen eeuwenoud vuil.</p> <p><!-- z-media 286740 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p>Het is ook duidelijk dat er twee decoratieve effecten zijn gebruikt; een matte en een hoogglanzende vergulding. Hiervoor worden twee verschillende technieken gebruikt, namelijk olievergulding en water- of polimentvergulding. Rafaela laat ons op de foto zien dat een deel van het ornament mat en een deel glanzend is.</p> <p><!-- z-media 286741 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p>De achterzijde van de ornamenten die op de gordijnkappen zijn gespijkerd, zijn heldergeel geverfd. Dit om geen goud te verspillen aan kanten die toch nauwelijks te zien zijn. Van deze gele verf heeft Rafaela een pigmentmonster laten analyseren door Luc Megens, werkzaam bij de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Uit XRF(röntgenfluorescentie)-onderzoek blijkt dat er loodchromaat in deze verf is verwerkt. In die tijd was dat heel gewoon, nu weten we dat lood slecht is voor de gezondheid. Loodchromaat is niet alleen giftig vanwege het lood, maar ook vanwege het beruchte chroom-6 dat er inzit. Rafaela werkt dan ook niet voor niets met een mondkapje voor en een installatie om de giftige stoffen direct op te zuigen.</p> <p><!-- z-media 286742 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p>Nadat Rafaela alle onderdelen heeft onderzocht is de tijd aangebroken om met de grote schoonmaak te beginnen. Bij de schoonmaak gaat het om het verwijderen van het losse vuil en vervolgens wordt de niet-originele bruine laag afgenomen. Met zelfgemaakte wattenstaafjes en een speciale mix worden alle onderdelen gereinigd. Ik spreek van een geheime mix, omdat de ingrediënten voor mij een beetje hocus pocus zijn. Rafaela vertelt dat er maar een heel klein beetje water aan de mix is toegevoegd, want water tast juist de vergulde lagen aan. Ook worden kleine stukjes verguldsel die loslaten opnieuw vastgelijmd. Om je een idee te geven: met een middagje schoonmaken kun je een jampot vullen met vuile watjes.</p> <p><!-- z-media 286743 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p>Als de schoonmaak helemaal voltooid is, is het voor Rafaela tijd om de ontbreken stukjes te inventariseren. Waar en wat ontbreekt er? Hoe moet het eruit komen te zien? Deze deeltjes, voornamelijk van de ornamenten, worden opgevuld of gereconstrueerd, bevestigd en verguld. Bepaalde stukje worden met behulp van een siliconen mal afgedrukt, andere delen zullen helemaal met de hand worden gesneden. Aan de bovenzijde van de kappen is duidelijk te zien dat daar ooit ornamenten hebben gezeten. Als achterhaald kan worden hoe ze eruit gezien hebben, dan zullen ze opnieuw gemaakt worden. Anders zal dit weggelaten worden, want het moet wel zo authentiek mogelijk blijven.</p> <p><!-- z-media 286745 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p>Ook de metalen gordijnrail, waar de zware gordijnen aan komen te hangen moet door de restauratoren, naar oud voorbeeld, worden vervaardigd. Wanneer dit gereed is, kunnen alle onderdelen van de gordijnkap weer in elkaar gezet worden, de oude ornamenten en de nieuwe metalen rail worden bevestigd aan sierrand.</p> <p><!-- z-media 286747 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p>Hierna worden de gordijnkappen weer ingepakt en tijdelijk opgeslagen in het museumdepot totdat het museum zover is om de Herenkamer op te knappen.</p> <p><!-- z-media 286749 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p>Mocht je je nu, net als ik, afvragen hoeveel tijd zo’n restauratie in beslag neemt: het analyseren en schoonmaken alleen al kostte minstens drie weken werk. Er komen ook nog spoedreparaties tussendoor. De inschatting van Rafaela is dat ze nog niet gereed zijn als zij half augustus weer naar Portugal vertrekt. Haar collega-restauratoren zullen het restauratiestokje van haar overnemen als het zover is. En Rafaela? Zij is, zoals ze het zelf zegt, vereerd dat ze heeft kunnen bijdragen aan de restauratie. Voortaan maakt zij deel uit van een stukje geschiedenis.</p> https://hart.amsterdam/rsc/269068 2017-07-13T11:19:29+02:00 2017-07-17T11:10:00+02:00 Jaap Boonstra https://hart.amsterdam/rsc/4633 Naar het leven gekleurd De marqueterie-voorstelling op een rococo-commode, vervaardigd door Andries Bongen, die hijzelf aanprees als ‘na het leven gecouleurt’ is het onderwerp van onderzoek door meubelrestaurator in opleiding, Federica van Adrichem. Zij zal tijdens de tentoonstelling op zaal 1.8 (onderdeel van de Dynamische Stad) proberen de authentieke kleurstelling van het meubel te reconstrueren door gekleurd licht via een beamer te projecteren. <p>In een <a rel="noopener noreferrer" href="https://hart.amsterdam/nl/page/56204/achttiende-eeuws-inlegwerk-in-een-ander-licht" target="_blank">eerdere blog</a> werd verteld dat voor de identificatie van de afgebeelde bloemen de hulp is ingeroepen van een specialist, de botanicus Sam Segal. Onlangs bracht deze ’s ochtends vroeg op een rustig moment een bezoek aan het museum om de marqueterie (het inlegwerk) van dichterbij te bekijken.</p> <p><!-- z-media 269052 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p>In een oogwenk waren door Segal bijna alle bloemen en bladeren op basis van hun vorm herkend en benoemd. Hij gaf daarbij eveneens de meest voorkomende kleuren aan en kwam met allerlei interessante weetjes zoals de geschiedenis van cultivatie en soms zelfs de symbolische betekenis van een bloem (pioenroos = wellust, vergankelijkheid).</p> <p><strong>Eyeopener</strong></p> <p>Deze botanische benadering van de marqueterie-voorstelling was voor ons een echte eyeopener. We vonden het een interessant uitgangspunt voor de kleurreconstructie. De onderstaande digitale reconstructie vormt de basis voor de kleuren die geprojecteerd zullen worden.</p> <p>Bij de volgende stap, het installeren van de projectieapparatuur liet het Amsterdam Museum zich van haar sterke kant zien: de benodigde apparatuur bleek gewoon bij ons voorhanden en met deskundig advies van Joost van de Weerd (coördinator multimediaproducties), Bastiaan Schrik (Technische Dienst) en Sander Rutjens (Projectleider) werd een opstelling bedacht die ingepast kon worden in de al bestaande tentoonstelling ‘Dynamische Stad’.</p> <p>Aangezien de commode niet vlak, maar zowel horizontaal als verticaal gewelfd (gebombeerd) is, kan niet volstaan worden met het projecteren van een normale tweedimensionale afbeelding van de kleurreconstructie. De 2D-afbeelding dient vervormd te worden zodat deze precies past op de gewelfde driedimensionale voorkant van de commode.</p> <p><strong>Vervorming</strong></p> <p>In eerste instantie werd bedacht om een rooster van kruisende lijnen te projecteren op het oppervlak. Hiervan zou vervolgens een foto gemaakt worden. De optredende vervorming van het rooster, vastgelegd op de foto, zou als uitgangspunt genomen worden voor de vervorming die toegepast dient te worden op de digitale kleurreconstructie. Dit vervormde beeld zou vervolgens geprojecteerd worden. Hoewel deze methode uiteindelijk niet geschikt bleek te zijn, maakt de projectie van het rooster wel duidelijk hoe sterk de vervorming is die optreedt.</p> <p><!-- z-media 269054 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p>Uiteindelijk werd besloten om gebruik te maken van een 3D-scan van de commode. Een 3D-scan biedt inzicht in de vervorming vanuit elk standpunt. Hierdoor kan de positie van de beamer nagebootst worden. De scan werd gemaakt door Sander Mettes, 3D-scanexpert bij Cre8 in Amsterdam. De scan bevat een hoge resolutie, waardoor het marqueterie nauwkeurig weergegeven wordt.</p> <p><!-- z-media 269765 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><strong>Maskers</strong></p> <p>De 3D-scan is vervolgens gerenderd, waarna maskers gemaakt zijn. Aan elk masker kan een specifieke kleur toegekend worden. Zo zal aan het masker voor rozen de kleur rood worden toegekend en aan het masker voor alle bladeren de kleur groen. Alle maskers samen vormen het beeld dat uiteindelijke geprojecteerd wordt.</p> <p><!-- z-media 269767 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><!-- z-media 269763 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p>Vervolgens is de positie van de beamer (en de bijpassende vervorming) benaderd. Dit vervormde beeld, opgebouwd uit verschillende gekleurde maskers is uiteindelijk geprojecteerd.</p> <p><!-- z-media 269764 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p>Een test gaf een goed resultaat.</p> <p><!-- z-media 269056 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --><!-- z-media 269055 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p>In de aankomende periode zal het resultaat op zaal verbeterd worden. <br />Wij houden je graag op de hoogte van onze vorderingen.</p> <p> </p> <p>Hartelijke groet, <br />Federica van Adrichem (restaurator in opleiding, Universiteit van Amsterdam) <br />Jaap Boonstra (restaurator Hout &amp; Meubelen, Amsterdam Museum)</p> https://hart.amsterdam/rsc/239104 2017-06-02T12:13:48+02:00 2017-05-18T15:09:00+02:00 Yoma Schertz https://hart.amsterdam/rsc/148774 De 18de eeuwse jukebox De thee staat al klaar in het atelier aan de kleine binnenplaats van het Amsterdam Museum. Ik ben weer op bezoek bij restauratoren Jaap Boonstra en Paul Born in het ‘Atelier voor Ambachtelijke Kunst’, zoals ze hun geliefde werkplaats noemen. De restauratoren, die al decennialang voor het museum werken, hebben dit keer een gezamenlijke klus: een beschadigde klok uit de Dreesmann-collectie. ‘Kom maar kijken!’ Ik loop naar de kast die, inderdaad, behoorlijk gehavend is. Wat is hier precies gebeurd mannen? Dat gaan ze niet aan de grote klok hangen. <p><!-- z-media 239122 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><strong></strong><strong>De klok uit de Dreesmann-collectie</strong></p> <p>De houten klok uit midden 18<sup>de</sup> eeuw is een vroegere museumaankoop. De klok stond lange tijd in museum Willet-Holthuysen en is later naar het depot in Amsterdam-Noord overgebracht. De klok kan maar liefst twintig verschillende melodietjes spelen, een soort van achttiende eeuwse jukebox dus. De klok was eigendom van Willem Dreesmann, de toenmalige directeur van Vroom &amp; Dreesmann. Dreesmann verzamelde kunst en antiek en richtte een museum op in een villa aan het museumplein. Hij overleed echter een halfjaar na de opening van het museum. Zijn kinderen brachten een deel van de verzameling in 1960 naar de veiling. Een speciale stichting schafte de klok voor de collectie van het Amsterdam Museum aan.</p> <p><!-- z-media 239106 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><!-- z-media 239134 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><!-- z-media 239110 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --><strong>Een klus</strong></p> <p>‘Dit wordt wel een klusje: alles zit los’, zegt Jaap terwijl de bovenkant van de klokkast lichtjes heen en weer schudt. Als ik Jaap en Paul vraag wat er met de kast is gebeurd, lacht Jaap weifelend. Hij kijkt Paul aan. ‘De houten klokkast is uit elkaar gevallen. Een beetje pijnlijk en tegelijkertijd ook wel grappig. Dat moeten we nu repareren,’ aldus Jaap. ‘Meer kunnen we er niet over zeggen.’ Jaap, die is van het hout en repareert de kast. Paul, is van de mechaniek en neemt dus het uurwerk voor zijn rekening.</p> <p><!-- z-media 239117 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><!-- z-media 239116 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><strong>De kast</strong></p> <p>Dit is een voorbeeld van een rijke kast plus snijwerk van zeer hoge kwaliteit. Wat je ziet aan de buitenkant, dat is notenhout. De constructie aan de binnenkant is gemaakt van eikenhout. De “wildere” structuur aan de buitenkant is gemaakt van wortelnoot, dat is een houtsoort gesneden uit de uitstulpingen van een boomstronk. De kast, daar moest het uurwerk goed in passen. De slinger die aan het uurwerk hangt heeft ruimte nodig om lekker te kunnen bewegen. Dat goudkleurige ornament in het midden van de kast is door de geelgieter, de koperwerker, gemaakt, zo noem je dat. Het past bij elkaar, bij de tijd van herderinnetjes en bloemenmannetjes. De twee houten standbeeldjes zijn deels beschadigd, de uitstekende armen zijn gebroken. Ze zijn gemaakt van notenhout. Een naakte grijsaard stelt vaak Vadertje Tijd voor.</p> <p><!-- z-media 239109 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><!-- z-media 239120 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><strong>Het uurwerk</strong></p> <p>Het uurwerk is aan de buitenkant gesigneerd door uurwerkmaker Gerrit Knip. In het midden van de achttiende eeuw maakten ze uurwerken op serie en pas later kwam er een kast bij. Gerrit Knip had een winkel met een zeer groot aanbod aan uurwerken. Er zat ontzettend veel werk in het maken van de wijzerplaat. Uit onderzoek blijkt dat veel Engelse uurwerkmakers in de zeventiende en achttiende eeuw in Amsterdam werkten. In het Engelse Colchester ontstond een kleine industrie waar uurwerken en halffabricaten werden gemaakt. Veel uurwerken uit die tijd zijn in beide landen precies hetzelfde door de uitwisseling van uurwerkmakers en halffabricaten. Het uurwerk, daar ging het echt om, aldus Paul. Het materiaal van het binnenwerk was behoorlijk duur. De kast kwam er een beetje bij zeg maar - nou Paul, laat het Jaap niet horen.</p> <p><!-- z-media 239123 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p>Er zit een grote speelrol in de klok waar wel twintig verschillende muziekjes op zitten. Als er een speelrol in een klok zit, betekent het dat er een extra gewicht aan vast moet worden gemaakt. Je kan de muziekjes uitkiezen door de wijzer te verschuiven, linksboven de klok.</p> <p><!-- z-media 239114 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p>Het uurwerk is behoorlijk stoffig, dat gaat Paul schoonmaken. Het schijnt namelijk, dat als er stof in de lagers komt en zich vermengt met de olie je zogenaamde “slijtpasta” krijgt waardoor de klok twee keer zo snel slijt. Elke klok in het Amsterdam Museum of museum Willet-Holthuysen, doet het. Een klok in de opstelling loopt zodat het de sfeer in de musea verlevendigd. Als de klok gerepareerd is, gaat hij niet terug naar museum Willet-Holthuysen. Waarschijnlijk krijgt hij een plekje ergens in het Amsterdam Museum.</p> <p><!-- z-media 239121 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><strong>De maanstanden</strong></p> <p>Een aantal eeuwen geleden leefde men veel meer volgens de jaargetijden, eb en vloed en ook waren de maanstanden waren van groot belang. Daarom zijn de maanstanden aangegeven op de klok. Bij volle maan was de stad zodanig verlicht dat je ergens naartoe kon. Straatverlichting was er nog niet volop, als het geen volle maan was, zag je geen hand voor ogen ’s avonds op straat. Het was fijn voor de inwoners van Amsterdam om van te voren te weten wanneer het licht was, voor havenwerkzaamheden of bijvoorbeeld romantische ontmoetingen. Daar komt bij dat de maanstanden samengaan met springtij en doodtij, ook niet onbelangrijk voor een havenstad.<!-- z-media 239108 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><strong>Deurschuif</strong></p> <p>Zijn jullie verder nog ergens mee bezig? Jaap maakt een onderdeel voor een deur in Museum Willet-Holthuysen: ‘Ja, hoe noem je zoiets? Een schuifgrendel? Een schuif? In het Duits heet het in ieder geval een <em>kantenriegel</em>’. ‘Een deurschuif’, zegt Paul stellig.</p> <p> </p> <p><strong>Voor meer verricht restauratiewerk door Jaap en Paul kijkt u op:</strong></p> <ul style="list-style-type:disc; "> <li><a href="https://hart.amsterdam/nl/page/214087/de-olielampen-in-museum-willet-holthuysen">De olielampen van Willet-Holthuysen</a></li> <li><a href="https://hart.amsterdam/nl/page/176516">&#39;Decoratien&#39; en bloemenschilder Auguste Graux</a></li> </ul> https://hart.amsterdam/rsc/214087 2017-05-18T16:05:04+02:00 2017-03-28T13:31:00+02:00 Yoma Schertz https://hart.amsterdam/rsc/148774 De olielampen in Museum Willet-Holthuysen Ik ben op bezoek in het ‘Atelier voor Ambachtelijke Kunst’ zoals restauratoren Jaap Boonstra en Paul Born hun geliefde atelier noemen. Het atelier bevindt zich aan de kleine binnenplaats van het Amsterdam Museum. Jaap werkt er vijfentwintig jaar als restaurator en Paul al zevenendertig jaar – ja echt, zevenendertig jaar. Samen restaureren ze antieke stukken voor zowel het Amsterdam Museum als voor Museum Willet-Holthuysen. En ach, een kastje voor het Cromhouthuis zo nu en dan kan er ook nog bij. Jaap en Paul, die restaureren heel wat af. Werkelijk waar de prachtigste items gaan door hun robuuste handen: eeuwenoude tafels, deuren, kachels, vloeren, lijsten, scharnieren en lampen. Vol enthousiasme vertellen ze over hun dierbare antieke stukken. Deze keer staan de olielampen van Museum Willet-Holthuysen in de schijnwerpers. <p><em><!-- z-media 214093 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></em></p> <p><strong>De twee blauwe lampen van Museum Willet-Holthuysen</strong></p> <p>Op dit moment werkt Paul aan deze twee blauwe lampen die dateren uit 1870-1880. De lampen waren oorspronkelijk geen lampen, maar vazen. Ze komen waarschijnlijk uit China en werden in Europa voorzien van koperen gietwerk. Het binnenwerk van de lampen is in Parijs bevestigd. In Amsterdam is de lamp verder afgemaakt. Deze gewoonte stamt al uit de achttiende eeuw. In de negentiende eeuw werd de Amsterdamse markt overspoeld met dit soort vazen.</p> <p>Bij het openen van de lampen stuitte Paul op een dikke korst lampenolie, vermoedelijk van een eeuw oud. Op de lampen horen geslepen glazen bollen te staan. Deze bollen zorgen voor een schaduweffect op de wand. Toen de lampen niet meer met olie werden gestookt maar van elektriciteit werden voorzien, zijn er kapjes opgezet. Waarschijnlijk is dit in de museumtijd gebeurd en niet in de tijd dat het huis nog bewoond werd door het echtpaar <a href="https://www.willetholthuysen.nl/ontmoet">Willet-Holthuysen</a>.<br /><!-- z-media 214094 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --><!-- z-media 214095 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><!-- z-media 214100 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><!-- z-media 214097 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><strong>De echtelijke slaapkamer</strong></p> <p>Op de foto, die dateert uit omstreeks 1907, is te zien dat de kamer ingericht is als bibliotheek. Er was een tijd dat museumdirecteuren en conservatoren de interieurs van <a href="https://www.willetholthuysen.nl/">Museum Willet-Holthuysen</a> niet zo spannend vonden en men een andere bestemming voor de kamers bedacht. Frans Coenen, de eerste conservator van het museum, kreeg de opdracht de bibliotheek toegankelijker te maken voor het publiek. “Coenen heeft de instructies braaf opgevolgd. Hij verwijderde de meubels uit de echtelijke slaapkamer en bouwde deze om tot bibliotheek. Dit jaar is de kamer voor het eerst sinds die tijd weer in ere hersteld en omgetoverd tot slaapkamer”, aldus Jaap.</p> <p><!-- z-media 214099 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><strong>De witte olielampen uit het Burgerweeshuis</strong></p> <p>De linker witte lamp dateert uit omstreeks 1870, de rechter witte lamp uit 1900. Ze stonden in het Burgerweeshuis, het huidige <a href="https://www.amsterdammuseum.nl/">Amsterdam Museum</a>. De twee lampen aan de linkerzijde waren het smerigst, Paul had er een flinke kluif aan om ze schoon te krabben. Tijdens het boenen van de lampen kwam er een merknaam tevoorschijn: <em>Vve Leeuwenkuyl &amp; Fils Lampistes à Amsterdam</em>. Helaas zijn niet alle oorspronkelijke lampen van Museum Willet-Holthuysen intact en bewaard gebleven. Een aantal is gesneuveld; een aantal is bij het grofvuil gezet. Bij gebrek aan originele historische verlichting komen deze lampen na de restauratie waarschijnlijk in Museum Willet-Holthuysen te staan, aangezien IKEA-spotjes plaatsen uiteraard geen optie is.</p> <p><!-- z-media 215678 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><!-- z-media 214101 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><strong>Trekglas</strong></p> <p><a href="https://www.willetholthuysen.nl/ontmoet/abraham-willet">Abraham Willet</a> overleed in 1888 en zijn vrouw <a href="https://www.willetholthuysen.nl/ontmoet/louisa-holthuysen">Louisa Holthuysen</a> in 1895. Louisa liet hun grachtenpand na aan de Gemeente Amsterdam. Bovenstaande foto dateert uit omstreeks 1907: hier was het pand dus al twaalf jaar een museum. Volgens Jaap moet je niet alles wat je ziet geloven. Niet alle meubels stonden zo in de tijd dat het echtpaar er nog woonde Op de foto zie je dat er trekglas bevestigd is op de lampen. Daar overheen zijn witte glazen bollen bevestigd. De vorm van trekglas, buisvormig net als een kachelpijp, zorgt ervoor dat er een luchtstroom opgang komt vanaf de oliepit naar boven toe. Het trekglas raakt beroet; de lamp zelf blijft gespaard en geeft extra veel licht.</p> <p><!-- z-media 215677 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><!-- z-media 214102 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><!-- z-media 214103 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><!-- z-media 214104 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><strong>Op zoek naar een lampenbediende</strong></p> <p>Door middel van deze advertentie van 7 juni 1882 in &#39;Het nieuws van den Dag&#39;, uit <a href="https://nl.wikipedia.org/wiki/De_Courant/Nieuws_van_de_Dag">de Kleine Courant</a>, zochten Abraham Willet en Louisa Holthuysen naar een bediende die de lampen aan en uit kon doen: de lampen die nu in het Atelier van Ambachtelijke Kunst staan. Deze “lampenbediende” verdiende waarschijnlijk tussen de twee en zeven gulden per week. Dat waren nog eens tijden… Over de bediendes van Willet is vrij weinig bekend. Wel weten we dat het echtpaar door de jaren heen heel wat huisknechten in dienst nam, in de leeftijdscategorie van 15 tot 50 jaar.</p> <p> </p> <p><strong>Voor meer verricht restauratiewerk door Jaap en Paul kijkt u op:</strong></p> <ul style="list-style-type:disc; "> <li><a href="https://hart.amsterdam/nl/page/239104/de-18de-eeuwse-jukebox">De 18de eeuwse jukebox</a></li> <li><a href="https://hart.amsterdam/nl/page/176516">&#39;Decoratien&#39; en bloemenschilder Auguste Graux</a></li> <li><a href="https://hart.amsterdam/nl/page/53587">Recent gerestaureerd I</a></li> <li><a href="https://hart.amsterdam/nl/page/54522">Recent gerestaureerd II</a></li> <li><a href="https://hart.amsterdam/nl/page/82088">Kastruimte voor de provisiekamer</a></li> </ul> https://hart.amsterdam/rsc/186355 2017-02-16T16:40:28+01:00 2017-02-14T15:36:00+01:00 Jaap Boonstra https://hart.amsterdam/rsc/4633 Fragmenten voor Studenten Onlangs kwamen negen UvA-studenten van de restauratiespecialisaties Historische Binnenruimten en Textiel ervaring opdoen in Museum Willet-Holthuysen. <p>Na een rondleiding door het huis ging een deel onder leiding van textielrestaurator en docente Lisca Wurfbain aan de slag met de schoonmaak van de tapisserie en meubelbekleding van de grote zaal. De anderen vertrokken naar de zolder, die voor deze gelegenheid was omgetoverd tot werkruimte. Hier werden onder leiding van behangspecialist Richard Harmanni en ondergetekende de behangfragmenten uit de collectie van het museum geïnventariseerd, beschreven en opgemeten.</p> <p><!-- z-media 186359 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><!-- z-media 186360 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p>Soms ging het daarbij om overzichtelijk schone rolletjes. Lastiger waren de gevallen waar restanten behang in meerdere lagen over elkaar geplakt waren. Dan is het zaak om zorgvuldig de laagjes af te pellen en te determineren.</p> <p><!-- z-media 186362 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p>Een tikje verwarrend was de ontdekking dat tussen de historische behangsel restanten uit Willet ook modernere fragmenten terecht waren gekomen die afweken qua druktechniek en in relatief goede staat waren. Al snel werd geopperd dat het hier mogelijk om tentoonstellingsbehang ging. Thuisgekomen was één blik in de catalogus van  ‘In Holland staat een huis’ genoeg. In deze tentoonstelling, gehouden in het Stedelijk Museum in 1941, werden diverse negentiende-eeuwse stijlkamerinterieurs getoond met de bijbehorende stoffering en - naar nu blijkt - gereconstrueerde behangsels.</p> <p><!-- z-media 186363 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><!-- z-media 186364 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><!-- z-media 186365 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><!-- z-media 186366 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p>Mijn persoonlijke favoriet was het donkergroene reliëfbehang dat oorspronkelijk afkomstig is uit de bibliotheek van Abraham Willet. Toen alle stukken waren uitgerold bleek het nog vrij compleet te zijn. Fraai om te zien was hoe goed de kleur nog bewaard was gebleven achter een ovale lijst en ook hoe men achter een boekenkast heel zuinig met allerlei reststukken had gewerkt. Hopelijk valt het geheel nog te restaureren en wellicht kunnen we dan weer terugplaatsen.</p> <p><!-- z-media 186367 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><!-- z-media 186368 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p>Tot slot; op zolder liggen nog veel meer veelbelovende fragmenten, er zijn nog kramerijen, lambriseringen, lijstwerk, ornamenten, archeologische resten en stucrestanten die nodig gesorteerd, beschreven en genummerd moeten worden. Ambitieuze studenten die nog museaal  willen puzzelen zijn welkom!</p> https://hart.amsterdam/rsc/182794 2017-02-15T15:15:43+01:00 2017-02-09T16:53:00+01:00 Tom van der Molen https://hart.amsterdam/rsc/7074 Restauratie Van der Helst In de tentoonstelling Hollanders van de Gouden Eeuw hing tot voor kort het groepsportret &#39;De Overlieden van de Handboogdoelen&#39; van Bartholomeus van der Helst. Sinds kort is het vervangen door een ander werk. Het schilderij uit 1653 is prachtig geschilderd, maar de toestand is matig. Omdat we ook in de toekomst graag alle bijzondere verhalen rond dit schilderij willen kunnen vertellen, willen we het werk graag restaureren. <p><!-- z-media 182816 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p>Op het schilderij zijn vier heren te zien die het zilverwerk van hun schuttersdoelen inspecteren. Links heeft Frans Banninck Cocq – u kent hem ook als kapitein op de<em> Nachtwacht</em> – een vergulde pronkbokaal in zijn hand. Rechts van hem – voor de tafel - zit Jan van de Poll, met de schuttersstaf van het handbooggilde losjes in zijn linkerhand. Achter de tafel zit Albert Dircksz Pater die de keten van het gilde in handen houdt en rechts zit Joan Willemsz Blaeu, zonder zilver maar met handschoenen. De doelvrouw draagt de grote drinkhoorn van het handbooggilde naar binnen. Het leuke is, we hebben die zestiende-eeuwse staf, keten en drinkhoorn ook nog altijd in de collectie.</p> <p><!-- z-media 182811 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --><!-- z-media 182812 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --><!-- z-media 182813 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p>Nu is er dankzij een groep particulieren onder wie een aantal specialisten op het gebied van zilver zicht op dat het werk gerestaureerd gaat worden. Dat was al een langgekoesterde wens, want de conditie van het doek is matig en het zal zeer opknappen van een restauratie. Bovendien is er nog sprake van een mysterieuze verdwijning. Drie van de vier geportretteerde heren hadden zoons, die op de achtergrond van het schilderij zijn afgebeeld. Twee van hen zijn daar nog steeds te zien, de derde is verdwenen. We weten dat ze er alle drie op hebben gestaan vanwege een geschilderde kopie door Van der Helst zelf en een aantal latere natekeningen. Bovendien staan er wel drie namen op het scorebord aan de voeten van Blaeu.</p> <p><!-- z-media 182809 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p>Met grote spanning hebben we dus het vooronderzoek afgewacht. Om meer te weten te komen over wat de restaurator te wachten stond als aan het schilderij werd begonnen lieten we infrarood-, ultraviolet- en röntgenopnames maken door René Gerritsen.</p> <p><!-- z-media 182819 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><!-- z-media 182820 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p> </p> <p>Stiekem hadden we gehoopt dat het derde jongetje nog (deels) op één van de foto’s tevoorschijn zou zijn gekomen. Maar helaas, de röntgenfoto laat zien dat op de plek waar de derde jongen zat een grote oude beschadiging zit, die waarschijnlijk zijn afwezigheid verklaart. De kans dat een restaurator daar nog restanten van hem terugvindt lijkt bijzonder klein. Maar er is ook goed nieuws: andere delen van het schilderij, met name bij het afgebeelde zilverwerk lijken nog in prima conditie.</p> <p><!-- z-media 182821 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --><!-- z-media 182822 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --><!-- z-media 182823 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p>