Zotonic - Atom Feed Module 2024-03-29T13:42:59+01:00 https://hart.amsterdam/nl/ Hart Amsterdammuseum https://hart.amsterdam/rsc/196031 2019-01-22T11:57:41+01:00 2017-02-28T12:15:00+01:00 Lorenzo Ruyter https://hart.amsterdam/rsc/74112 Pronken met je plafond Kunsthistorici kennen hem van zijn ‘’Witjes’’, die bijna niet van echt reliëf te onderscheiden zijn. Ook kennen zij hem van het grootste schilderij van het Paleis op de Dam: Mozes kiest de 70 Oudsten. Het gaat hier over de Amsterdamse meesterschilder Jacob de Wit (1695-1754). In zijn eigen tijd was hij alom bekend en uitermate populair. Rijke Amsterdammers stonden voor hem in de rij. Tegenwoordig echter, is hij minder bekend onder het brede publiek. Daarom in dit stuk aandacht voor de bijzondere kunstenaar en zijn werk. <p><strong>Opdrachten</strong></p> <p>Jacob de Wit kreeg echter niet meteen opdrachten vanuit alle hoeken. Jacob was rooms-katholiek in het protestantse Amsterdam. In de eerste instantie heeft hij daarom vooral gewerkt voor de rooms-katholieke elite, die hem ook zijn belangrijkste opdrachten gaven. Toen zijn kunst groeide in bekendheid en waardering, kreeg Jacob opdrachten van de protestantse elite en zelfs van het Haagse hof.</p> <p><strong>Plafondstukken</strong></p> <p>Minstens net zo populair als de Witjes, waren Jacobs plafondschilderingen. Dit waren huisversieringen die populair waren onder de stedelijke elite, die zich dit kon veroorloven. Jacob de Wit maakte plafondstukken met klassieke onderwerpen. Naast goden beeldde hij ook vaak putti uit op zijn plafondschilderingen. Jacobs plafondstukken kunnen gezien worden als zijn hoofdopdrachten. Ze hadden het meeste prestige als huisversiering en waren ook nog eens zeer kostbaar. Veel plafonds van de Amsterdamse grachtenpanden pronken nog met deze versieringen. Een goed voorbeeld is het plafond van de Grote Salon in het Cromhouthuis.</p> <p><!-- z-media 196032 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><strong>Familie Cromhout</strong></p> <p>In 1718 voltooide De Wit deze plafondschildering in het pand van de familie Cromhout. In die tijd was Jacob nog vrij jong en relatief onbekend. Dankzij deze opdracht echter, groeide hij al snel uit tot een bekende en gewaardeerde kunstenaar. De familie Cromhout was schatrijk en bekleedde al generaties lang publieke functies in de stad. Een klant als de familie Cromhout is typerend voor Jacob de Wit, want het grootste gedeelte van zijn klanten was - net als de Cromhouts - afkomstig uit elitaire kringen.</p> <p><strong>Familie Munter</strong></p> <p>In 1746 kreeg De Wit een grote opdracht voor de Herengracht 468 van de heer Cornelis Munter (1716-1750). Ook hij was niet van de minste afkomst. De vader van Cornelis was Willem Munter, een belangrijk man die wel tien keer burgemeester van Amsterdam is geweest. Cornelis’ grootvader was Adries Pels, de schatrijke bankier van de firma Andries Pels &amp; Soonen. Cornelis Munter was zelf ook lid van deze firma.  </p> <p>De opdracht bestond uit twee plafondstukken en maar liefst zestien andere schilderingen. De enorme omvang van deze opdracht geeft aan hoe gewaardeerd Jacob de Wit was in zijn tijd. De Amsterdamse bovenlaag was bereid veel geld uit te geven om te kunnen pronken met zijn kunst.</p> <p><!-- z-media 196033 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><strong></strong><strong>Familie Van de Poll</strong></p> <p>Tegen het einde van zijn leven kreeg Jacob opdracht van de heer Pieter van de Poll (1703-1766). Van de Poll was een belangrijk regentengeslacht in de stad Amsterdam. Pieter was burgemeester van Amsterdam in 1748 en bezat – hoe kan het ook anders – een huis aan de Herengracht. In 1750 liet hij het plafondstuk <em>Apollo en de vier seizoenen</em> schilderen voor nummer 440, samen met enkele bovendeurstukjes.</p> <p><!-- z-media 196034 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><strong></strong><strong>Verplaatsing</strong></p> <p>Vanaf 1913 was de kleermakerij M. S. de Jong gevestigd op de Herengracht 440, waar Jacobs schilderingen zich bevonden. In de Tweede Wereldoorlog kwam dit pand echter in het bezit van de Duitsers, vanwege de joodse achtergrond van het bedrijf. De kunstwerken van Jacob de Wit zijn in deze tijd ook naar Duitsland meegenomen, maar werden na de oorlog weer teruggebracht. Ze zijn echter nooit meer teruggeplaatst in het oorspronkelijke pand. Na ruim 40 jaar lang opgerold bewaard te zijn gebleven, zijn de werken in 2000 in een nieuw pand ondergebracht: het Cromhouthuis. Zo kwamen een vroeg en een laat werk van Jacob de Wit samen in één pand, en dat geeft een mooi contrast weer.</p> <p>Om meer bekendheid te creëren voor de Amsterdamse kunstenaar werd <em>Stichting Jacob de Wit 2020</em> opgericht. Kijk op hun <a rel="noopener noreferrer" href="http://www.jacobdewit2020.nl/" target="_blank">site</a> voor meer info.</p> <p><strong>Meer weten?</strong></p> <p><a href="https://www.cromhouthuis.nl/">https://www.cromhouthuis.nl/</a></p> <p><a href="http://www.amsterdamsegrachtenhuizen.info/">http://www.amsterdamsegrachtenhuizen.info/</a></p> <p><a href="http://www.webzin.nl/database/grachtenboek_objecten.php?id=1721">http://www.webzin.nl/database/grachtenboek_objecten.php?id=1721</a></p> <p><a href="http://www.webzin.nl/database/grachtenboek_objecten.php?id=1686">http://www.webzin.nl/database/grachtenboek_objecten.php?id=1686</a></p> <p><a href="http://www.onderdekeizerskroon.nl/database/grachtenboek_objecten.php?id=1721">http://www.onderdekeizerskroon.nl/database/grachtenboek_objecten.php?id=1721</a></p> https://hart.amsterdam/rsc/187909 2017-02-16T17:41:06+01:00 2017-02-16T16:51:00+01:00 Lorenzo Ruyter https://hart.amsterdam/rsc/74112 De mode van Puck &amp; Hans Het modeduo Puck &amp; Hans wordt niet alleen geroemd om de exclusieve ontwerpen en unieke etalages, maar ook om de spetterende shows. Fotograaf Maurice Boyer legde de jubileumshow van het het duo in 1993 mooi vast. <p><strong>Foto’s van het spektakel in 1993</strong></p> <p>Deze zomer is in het Amsterdam Museum de tentoonstelling &#39;<a rel="noopener noreferrer" href="https://hart.amsterdam/nl/page/89654/puck-hans-couture-locale" target="_blank">Puck &amp; Hans – couture locale</a>&#39; te zien. Puck &amp; Hans was een iconisch modeduo voor de stad Amsterdam, met hun eigen winkel aan het Rokin. Deze winkel was een concept store avant la lettre, met etalages gevuld met in het oog springende creaties. Één groot schouwspel waar men letterlijk voor omfietste. Puck &amp; Hans worden niet alleen geroemd voor hun exclusieve ontwerpen en unieke etalages, maar ook voor hun spetterende shows in bijvoorbeeld het Vondelpark en Artis. Een van die geweldige shows was in de Westergasfabriek in 1993, toen het 25-jarige jubileum van het duo gevierd werd. Maurice Boyer (zelf onderwerp van onze huidige tentoonstelling &#39;<a rel="noopener noreferrer" href="https://hart.amsterdam/nl/page/105292/maurice-boyer-thuis-in-amsterdam" target="_blank">Thuis in Amsterdam</a>&#39;) legde de gebeurtenis vast. </p> <p><strong>Jubileum</strong></p> <p>De opzet van het jubileum was verre van gewoon. Wederom brachten Puck en Hans iets volledig nieuws: &quot;The Jubilee Collection waarmee het ontwerpersduo Puck &amp; Hans afgelopen zaterdag het vijfentwintigjarig jubileum vierde, had meer weg van een hoogmis dan van een modeshow. Klokgelui, wierook en symboliek vulden de Amsterdamse Westergasfabriek, decor voor een ruige processie van Puck &amp; Hans’’, aldus Jutta Chorus van het NRC. Het <a rel="noopener noreferrer" href="https://www.youtube.com/watch?v=OvZYhxT5Mf8" target="_blank">Gloria van Vivaldi</a> stroomde uit de boxen, wierook vulde de zaal en een lichttechnicus gaf het podium een sober dramatische graalglans. En dan waren er nog de modellen die de nieuwe collectie van Puck &amp; Hans onthulden. Zie hieronder een aantal foto’s van de show.</p> <p><strong>Crowdfunding</strong></p> <p>In het kader van deze tentoonstelling heeft het Amsterdam Museum Puck &amp; Hans uitgenodigd om nog één keer een etalage te maken, uitbundiger dan ooit. Er wordt een installatie ingericht in de Regentenkamer van het Amsterdam Museum; een historisch interieur en de meest bijzondere ruimte van het gebouw. Hierin kwamen in de Gouden Eeuw de bestuurders van het weeshuis samen.</p> <p>In deze unieke ruimte willen Puck &amp; Hans een installatie inrichten met een passende knipoog naar de Amsterdammers die hier vroeger de dienst uit maakten. Zonder deze installatie is de tentoonstelling niet compleet!</p> <p>Er komt echter veel bij kijken, en om dit spektakel mogelijk te maken vragen we om je hulp. Je kunt ons al helpen vanaf €10,-. Doneren via Voordekunst is heel gemakkelijk en uit dank bieden wij je speciale tegenprestaties aan. Alle donateurs krijgen bovendien een eervolle naamsvermelding bij de installatie en worden uitgenodigd om het eindresultaat te bewonderen. Doe je ook mee? Ga dan naar: <a rel="noopener noreferrer" href="http://bit.ly/2kiQLgX" target="_blank">www.voordekunst.nl/puckenhans</a>.</p> <p> </p> https://hart.amsterdam/rsc/145622 2017-01-26T15:35:48+01:00 2017-01-02T15:49:00+01:00 Lorenzo Ruyter https://hart.amsterdam/rsc/74112 Amsterdam in puin Wie in de jaren zestig en zeventig door de oude Amsterdamse volkswijken liep, was getuige van een compleet verkrotte en verloederde hoofdstad. De helft van de sociale huurwoningen verkeerde in zeer slechte staat. Huizen waren bouwvallig, onbewoonbaar verklaard of reeds gesloopt, waardoor het straatbeeld bepaald werd door dichtgetimmerde ramen en braakliggende gaten in de gevelwand. Dit typische straatbeeld uit de Amsterdamse geschiedenis werd gefotografeerd door Maurice Boyer. In deze blog duiken we dieper in de stadsvernieuwing in de jaren 60 en 70. <p><!-- z-media 145631 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --><strong>De oorzaak<br /></strong>Hoe kon deze situatie ontstaan? De aandacht van de stadsplanners en volkshuisvesters was lange tijd alleen gericht op nieuwbouw aan de randen van Amsterdam. Terwijl er druk gebouwd werd aan de Westelijke Tuinsteden, Buitenveldert, Noord en de Bijlmer, werden de oudere wijken binnen de ring vergeten. De staat van deze woningen werd slechter en slechter.</p> <p><strong>Toenemende problemen<br /></strong>Daarnaast waren de nieuwe woningen veel te duur voor woningzoekenden vanwege de hoge bouwkosten. Ondanks de nieuwbouw werd het absurd hoge woningtekort in Amsterdam alleen maar in stand gehouden. Tegelijkertijd stegen de huren van bestaande woningen om zo de kosten van renovatie en nieuwbouw te bekostigen. Veel Amsterdammers kozen er daarom voor om te verhuizen naar overloopgemeenten als Purmerend en Zaandam, waarbij zij gedwongen werden hun gemeenschap en sociale contacten achter te laten. Hun plek op de Amsterdamse woningmarkt werd overgenomen door Turkse en Marokkaanse gastarbeiders, nieuwkomers uit Suriname en een nieuwe generatie mondige jongeren.</p> <p>Vooral voor deze jonge generatie babyboomers was het lastig om aan een woning te komen, omdat de nieuwbouw vooral gericht was op gezinnen. Diverse woningen en bedrijfspanden stonden leeg – maar daar kon niemand in. Voor de eigenaren leverden deze panden namelijk leeg soms nog meer geld op dan verhuurd. Ook vormden panden voor de gemeente soms onderdeel van een groter bestemmingsplan, zoals de aanleg van een metro of parkeergarage.<br /><!-- z-media 145632 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><strong>Plannen van de gemeente<br /></strong>De gemeente had aanvankelijk grote plannen met de stad. Delen van de Nieuwmarktbuurt zouden plaats moeten maken voor een vierbaansweg door de binnenstad en de krappe negentiende-eeuwse revolutiebouw in de wijken rondom het centrum zagen zij het liefst helemaal verdwijnen. Bewoners van deze wijken waren het hier uiteraard niet mee eens: zij protesteerden tegen de grootschalige sloop van hun buurten en kwamen op voor behoud.</p> <p><strong>Verzet van de babyboomers<br /></strong>De nieuwe generatie studenten en andere jongeren van de jaren 60 waren opgegroeid zonder oorlog als referentiepunt en genoten toenemende welvaart en (seksuele) vrijheid. Deze achtergrond leidde tot actief verzet van hun kant. Aan het begin van de jaren 60 namen de eerste jongeren hun intrek in bouwvallige pandjes op Kattenburg rondom het Waterlooplein. De kraak van een sloopwoning aan de Generaal Vetterstraat in januari 1965 ging de boeken in als de eerste officiële kraak van Amsterdam. Een nieuw tijdperk was begonnen.<br /><br /><!-- z-media 145634 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p> </p> https://hart.amsterdam/rsc/135827 2017-02-07T15:19:44+01:00 2016-12-20T12:17:00+01:00 Lorenzo Ruyter https://hart.amsterdam/rsc/74112 Gevlucht naar Nederland Je bent gevlucht uit je land en zoekt asiel in Nederland. Hoe werkt dat? De meeste Nederlanders hebben geen idee hoe dit werkt, en dat is niet gek. Het is namelijk nogal een ingewikkeld bureaucratisch proces. Eerst moet worden uitgezocht of je in aanmerking komt voor asiel, en als dat zo is, dan moet de vluchteling een bestaan zien op te bouwen in Nederland. In de komende tentoonstelling van Maurice Boyer zullen foto’s te zien zijn van vluchtelingen in dit proces. Om de achtergrond van hun situatie te begrijpen, lees je hieronder een uitleg van de procedure die asielzoekers in Nederland doorlopen. <p>Voor asielzoekers zijn er twee centra in Nederland om asiel aan te vragen. De meeste asielzoekers kunnen asiel aanvragen bij de centrale ontvangstlocatie in het Groningse Ter Apel. Komt de asielzoeker per vliegtuig, dan is er nog een speciaal aanmeldcentrum bij de Koninklijke Marechaussee op Schiphol. In beide gevallen verblijft de asielzoeker na de asielaanvraag in een opvangcentrum dicht bij het aanmeldcentrum. Dat kan een ‘gewoon’ asielzoekerscentrum (AZC) zijn, een noodopvang of crisisnoodopvang. Deze laatste twee mogelijkheden worden bij tekort aan plek ingezet.</p> <p><strong></strong><strong>De procedure</strong></p> <p>In het opvangcentrum wordt de asielzoeker opgevangen door het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA). Het COA regelt de basisvoorzieningen zoals onderdak en kook –en wasgelegenheden. Ook krijgt de asielzoeker zes dagen rust om zich voor te bereiden op de gesprekken met de Immigratie –en Naturalisatiedienst (IND). Deze gesprekken worden ook wel ‘gehoren’ genoemd. Voor deze gehoren krijgt de asielzoeker bijvoorbeeld informatie, voorbereiding van een advocaat en medisch advies. Dit laatste kan namelijk ook van belang zijn in het proces.</p> <p><!-- z-media 135830 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p>De IND bepaalt op basis van de gehoren of asiel verleend mag worden. Relevante informatie voor de IND wordt daarom tijdens de gehoren gevraagd, zoals wat de asielzoeker in zijn land van herkomst heeft meegemaakt en waarom hij het land heeft verlaten. De gehoren duren acht dagen en kunnen bij complicaties verlengd worden. De asielzoeker is vrij in het vertellen en kan ervoor kiezen om ondersteund te worden door een advocaat. Ook een tolk is aanwezig.</p> <p><strong>Na de verblijfsvergunning</strong></p> <p>Als het asielverzoek is ingewilligd, is de asielzoeker officieel erkend als ‘vluchteling’ en mag hij verhuizen naar een gemeente. Hij krijgt dan een (tijdelijke) verblijfsvergunning. De gemeente die de vluchteling dan toegewezen krijgt van het COA, heeft ongeveer twaalf weken de tijd om een woning te vinden en de verhuizing te regelen. De woningen waar zij in terecht komen zijn vooral sociale huurwoningen. Tijdens het wachten op deze woning, verblijft de vluchteling in een ander AZC, zodat er plaats over blijft voor nieuwe asielzoekers in het opvangcentrum dichtbij het aanmeldcentrum.</p> <p><!-- z-media 135831 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p>Na het krijgen van een verblijfsvergunning mag de vluchteling naast zelfstandig wonen ook net zoveel werken als een ‘normale’ Nederlander. Inburgering is vanaf dat moment verplicht, zodat de vluchteling zo snel mogelijk Nederlands leert. Als de vluchteling familie heeft achtergelaten in zijn land, kan hij die laten overkomen. Zij kunnen dan ook asiel krijgen, als de vluchteling de familieband kan bewijzen aan de IND.  De reis van bijvoorbeeld zijn vrouw en kinderen is op eigen kosten, maar kan in sommige gevallen (gedeeltelijk) bekostigd worden door een fonds.</p> <p><!-- z-media 135832 {"align":"block","size":"middle","crop":"","link":""} --></p> <p><strong>Dagbesteding en onderwijs</strong></p> <p>De kinderen van vluchtelingen moeten na drie maanden verblijf naar school. Dit wordt betaald door de staat. Kinderen tussen de twaalf –en achttien jaar gaan eerst naar een internationale schakelklas. Wanneer zij voldoende Nederlands spreken, mogen zij doorstromen naar normaal onderwijs. In AZC’s wordt vaak veel aandacht besteed aan inburgering. Ook dagbesteding is aanwezig, voor zowel kinderen als volwassenen.   </p> <p><strong>Meer weten? </strong></p> <ul> <li><a href="https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/asielbeleid/vraag-en-antwoord">https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/asielbeleid/vraag-en-antwoord</a></li> <li><a href="https://ind.nl/asiel/paginas/asielzoeker.aspx">https://ind.nl/asiel/paginas/asielzoeker.aspx</a></li> <li><a href="https://www.coa.nl/nl/asielzoekers-en-hun-procedure#verblijfsvergunning">https://www.coa.nl/nl/asielzoekers-en-hun-procedure#verblijfsvergunning</a></li> <li><a href="https://www.vluchtelingenwerk.nl/wat-wij-doen">https://www.vluchtelingenwerk.nl/wat-wij-doen</a></li> <li><a href="http://www.gastgezinvoorvluchteling.nl/">http://www.gastgezinvoorvluchteling.nl/</a></li> <li><a href="https://www.nrc.nl/nieuws/2017/02/06/enkele-reis-mauritskade-a1543804">https://www.nrc.nl/nieuws/2017/02/06/enkele-reis-mauritskade-a1543804</a></li> </ul> https://hart.amsterdam/rsc/118290 2017-04-26T17:42:22+02:00 2016-11-28T14:49:00+01:00 Lorenzo Ruyter https://hart.amsterdam/rsc/74112 Tanks door de Vondelstraat Veel mensen kunnen het zich nog herinneren: de kraakbeweging in Amsterdam. Vanwege de woningnood in de stad kraakten jongeren leegstaande panden. Deze gekraakte panden werden door de politie ontruimd en dat ging niet altijd even soepel. Het ultieme voorbeeld daarvan is de kraak in de Vondelstraat, waar de politie op hevig verzet stuitte. Op 3 maart 1980 waren er tanks en meer dan 1.000 ME’ers nodig om de krakers te overmeesteren. Dit leverde unieke beelden op voor fotograaf Maurice Boyer. <p><strong>Vondelstraat 72</strong></p> <p>Op zaterdag 23 februari 1980 werd het leegstaande pand – Vondelstraat 72 – gekraakt. Op verzoek van de eigenaar werd het pand diezelfde nacht nog ontruimd, met relatief weinig verzet. De eigenaar beweerde dat het pand al verhuurd was. Later werd echter duidelijk dat het pand al meer dan een jaar leeg stond. Het mocht dus wél gekraakt worden. Toch waren er wel twee krakers gearresteerd.</p> <p>Toen die zondagmiddag ook nog kraakster Nanda Lauriks bij de opleidingsschool van de ME aan de Derde Oosterparkstraat met een spuitbus in haar hand door de politie werd betrapt, kwamen de krakers in actie. Zij demonstreerden en raakten slaags met politie en ME bij Bureau IJtunnel, waar Nanda vastzat.</p> <p><strong>Wraakactie</strong></p> <p>Als wraakactie tegen de politie, volgde op 29 februari 1980 de tweede kraak van Vondelstraat 72. Deze keer hadden de krakers het plan goed uitgedacht. De politie werd namelijk met een grote demonstratie in de binnenstad afgeleid, zodat de krakers in de Vondelstraat hun gang konden gaan. Toen de ME in de Vondelstraat arriveerde, was het pand al gekraakt. Ondertussen werden zij bekogeld met stenen door een grote overmacht aan krakers. De ME was daardoor gedwongen zich terug te trekken. De kraak was geslaagd.</p> <p><!-- z-media 118298 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><strong>Voorbereiding op de strijd</strong></p> <p>Nu was het zaak voor de krakers om het gebouw niet opnieuw te laten ontruimen. Het hele weekend werd daarom gebruikt om barricades op te werpen op de toegangswegen naar het gebouw. De krakers, gesteund door grote groepen sympathisanten braken de straten af om de wegen onbegaanbaar te maken voor voertuigen.</p> <p>Ondertussen werd er druk over een oplossing overlegd door de burgemeester, hoofdofficier en hoofdcommissaris. Hier waren zij het hele weekend mee bezig. Een oplossing kwam er echter niet, want er was teveel wederzijds wantrouwen. Daarom werden de krakers op maandag 3 maart 1980 verrast door de ontmanteling van hun barricades.</p> <p><!-- z-media 118300 {"align":"block","size":"middle","crop":false,"link":false} --></p> <p><strong>De confrontatie</strong></p> <p>Rond zeven uur reed de eerste tank door de brandende barricades. De krakers moesten het opnemen tegen meer dan 1.000 politieagenten en ME’ers, zes tanks, scherpschutters, pantserwagens en waterkanonnen. Het geweld beperkte zich echter niet tot de Vondelstraat, maar verspreidde zich over de gehele binnenstad. Zo’n 100 krakers en omstanders eindigden in het ziekenhuis. Die middag werd ook Nanda weer vrijgelaten, na acht dagen in de cel. Dit betekende echter niet dat alles over was, want dezelfde avond gingen nog zo’n 10.000 mensen de straat op om te demonstreren tegen het politieoptreden en het woningbeleid. Het hoofdstuk ‘krakers’ was voorlopig nog niet afgesloten.</p> <p><strong>Meer weten?</strong></p> <ul style="list-style-type:disc; "> <li><a href="https://hart.amsterdam/nl/page/230085">De kroningsrellen: de stad in oorlog.</a></li> <li>Babielowski, Blom, Boyer e.a., <em>Even geduld, deze straat is gekraakt. Vondelstraat februari, maart 1980</em> (Amsterdam, 1980).</li> </ul>