Fleur, kun je wat vertellen over jouw achtergrond in publieksonderzoek? Je hebt er zelfs een scriptie over geschreven, waar komt deze interesse vandaan? 

Toen ik in 2007 begon aan een tweede master Museumstudies, aan de UvA, merkte ik al gauw dat onderzoeksmethoden in de studie erg verschilden van mijn eerste studie Communicatiewetenschap. Werden er in mijn eerste studie vaak conclusies getrokken met behulp van zowel kwalitatieve als kwantitatieve data, gebeurde dat in de geesteswetenschappen vooral via kwalitatief onderzoek. Vaak kwam ik de behoefte aan inzicht in het bereiken van maatschappelijke effecten tegen en het gebrek aan kennis over het meten hiervan. Ik dacht: leuk, ik kan misschien iets toevoegen!

Ik besloot hier mijn scriptie over te schrijven. Ik legde de focus op methoden die kunnen worden toegepast bij het uitvoeren van onderzoek naar maatschappelijke effecten van museale activiteiten. Zeker relevant voor onze werkgroep Publieksonderzoek.

 

In het Amsterdam Museum

In het Amsterdam Museum

Waarom is het belangrijk dat doelstellingen van eigenlijk alles wat je voor publiek maakt meetbaar worden gemaakt? Je hebt zelf ook onderzoek gedaan in verschillende musea. Vind je dat dit al goed wordt gedaan?

Om eerlijk te zijn: nee. Als ik onze beleidsstukken of vooral projectplannen lees, zijn doelstellingen als het gaat om maatschappelijke effecten vaak geformuleerd in containerbegrippen en te ambitieus. Meestal vallen doelstellingen niet binnen de reikwijdte van projecten. Een gebrekkige omschrijving en geen duiding van in te zetten middelen en een tijdspad waarbinnen resultaten zichtbaar moeten worden, komt de rapportage niet ten goede. Door heldere doelstellingen te formuleren is het mogelijk om resultaten over lange termijn met elkaar te kunnen vergelijken. Het kan bovendien betrokkenen motiveren in de uitvoering van het project. Als doelen te ambitieus zijn, dreigen ze te worden genegeerd.

Kun je in je eigen woorden uitleggen wat een indicator betekent en waarom je deze nodig hebt om doelstellingen meetbaar te maken?

Indicatoren geven aan hoe en wanneer doelstellingen behaald zijn. Welke effecten worden daadwerkelijk gerealiseerd? Een voorbeeldje maakt het misschien wat duidelijker:

Als het doel is ‘binding tussen Amsterdammers te vergroten’ dan kunnen we dat in een project waarbij we een evenement in een buurt organiseren bijvoorbeeld vertalen als: ‘meer interetnische ontmoetingen tussen buurtbewoners die elkaar voor het evenement niet kenden’. Dit zou je kunnen meten door deelnemers vragen te stellen als: 'heb je meer mensen leren kennen die je hiervoor niet kende’, ‘verwacht je vaker contact te hebben met mensen die je hiervoor niet kende?’, enzovoorts.

Amsterdammers vieren de verjaardag van Amsterdam

Amsterdammers vieren de verjaardag van Amsterdam

Nog voor het beleid wordt uitgevoerd, moeten aan doelstellingen verbonden indicatoren worden vastgesteld en een geschikte evaluatiemethode worden gekozen.

Heb je nog tips over leesmateriaal die meer achtergrondinformatie geven over dit onderwerp?

 Zeker! Mijn scriptie en dan met name hoofdstuk 2. 

Maar bijvoorbeeld ook:

  • Bunnik, Claartje, Edwin van Huis. Niet tellen maar wegen. Over de zin en onzin van prestatieafspraken in de culturele sector. Amsterdam: Boekmanstudies, 2011.
  • Evans, G. ‘Measure for Measure. Evaluating performance and the arts organisation’. Studies in cultures,
  • organisations and societies 6, (2000): 243-266.
  • Hoogen, Q.L. van den. Performing Arts and the City. Dutch municipal cultural policy in the brave new world of evidence based policy. Groningen: Rijksuniversiteit Groningen, 2011.
  • Matarasso, François. Use or ornament? The social impact of participation in the arts. Stroud: Comedia, 1997.