Ken je die puzzels, waarbij op de doos een andere afbeelding staat dan wat je uiteindelijk moet gaan leggen? Zo voelt het schrijven van een proefschrift voor mij. Eigenlijk is ieder hoofdstuk weer een nieuwe puzzel zonder plaatje. Je weet wel ongeveer waar het heen moet, maar je tast vooral in het duister.
Vrolijk aanmodderen
Het leggen van de rand is meestal nog wel te doen. Waar het in grote lijnen over zou moeten gaan weet je wel. Een paar onderdelen die er qua kleur of patroon uitspringen kun je ook snel leggen. Maar dan de rest. Eindeloos zoeken, proberen, je blind staren op één gedeelte. Af en toe een stukje net zolang doordrukken tot het blijft zitten, terwijl je eigenlijk weet dat het niet past.
Daartegenover staan de eurekamomenten, wanneer je eindelijk dat ene stukje vindt waar je al zo lang al naar had gezocht. Negen van de tien keer lag het de hele tijd al recht voor je. Vaak helpt het om even iets anders te gaan doen. Als je terugkomt ligt alles er nog precies hetzelfde bij, maar opeens zie je nieuwe verbanden. Het kan soms ook helpen om onder de tafel te kijken of de kat niet een stukje op de grond heeft gegooid.
Altijd incompleet
Een complicatie bij het schrijven van een proefschrift is dat je nooit weet of alle puzzelstukjes wel in de doos zitten. Eigenlijk is het omgekeerd: je weet vrij zeker dat dat níet het geval is. Meestal ben je de stukjes nog aan het verzamelen tijdens het schrijven. Even iets controleren in een boek, een nieuw spoor volgen in het archief, een artikel nalezen dat je lang geleden onder ogen hebt gehad toen je nog niet goed wist wat je zocht.
Het grootste verschil zit hem natuurlijk in het eindresultaat. Een puzzel - groot of klein, lelijk of mooi - is op een gegeven moment af. Als je maar lang genoeg volhoudt. Hoogstens zijn er een paar stukjes kwijt, waar je de kat dan weer de schuld van kan geven. Maar een proefschrift is nooit echt af, laat staan compleet. Het had altijd anders, uitgebreider, beter en mooier gekund. Maar er is één troost: niemand zal die puzzel ooit zo leggen als jij.