Bij de overheid is open data beleid geworden: data die met publiek geld tot stand is gekomen, moet ook aan het publiek beschikbaar worden gesteld zodat die deze data kan hergebruiken. Een van de belangrijkste doelen hierbij is om de overheid transparanter te maken. Op de website data.overheid.nl worden de datasets verzameld en aangeboden voor hergebruik. Het afgelopen jaar zijn verschillende wedstrijden uitgeschreven om ontwikkelaars aan te moedigen toepassingen op de overheidsdata te bouwen. Op hackathons die bijvoorbeeld Hack de overheid organiseert, komen de ontwikkelaars en dataleveranciers bij elkaar om samen nieuwe toepassingen te bedenken.
Vorig jaar april is voor het eerst de appsforamsterdam wedstrijd uitgeschreven. Wij hebben onze collectiedata als een van de eerste culturele instellingen als Open data hiervoor beschikbaar gesteld. Vier toepassingen zijn in de wedstrijd op onze data gemaakt. In de loop van het jaar zijn andere culturele instellingen zijn ons hierin gevolgd, zoals Nationaal Archief, Eye en het Rijksmuseum. Eind 2011 is het platform Open Cultuur Data opgericht. Dit is een netwerk van cultuurprofessionals, ontwikkelaars, designers etc dat culturele data open maakt, kennis deelt en de ontwikkeling van nieuwe toepassingen op de data stimuleert. Er is een blog, er worden workshops op hackathons gegeven en dit voorjaar is een masterclass georganiseerd waaraan 30 professionals uit de erfgoedsector mee doen.
Waarom publiceren culturele instellingen open data?
Ter voorbereiding van de masterclass hebben Nikki Timmermans en Maarten Zeinstra (Kennisland) meerdere instellingen naar hun argumenten gevraagd:
- het stimuleren van hergebruik van de data in nieuwe toepassingen waaraan de instellingen zelf nog niet aan hadden gedacht
- het is de publieke missie van culturele instellingen om bronnen zo goed en breed mogelijk ter beschikking te stellen
- door data open te stellen wordt het makkelijker om data verder te verrijken
Deze argumenten gelden ook voor het Amsterdam Museum. Twee jaar geleden hebben we onze collectie als digitaal depot online gezet. Hoewel de data soms incompleet is, hebben we ervoor gekozen om de héle collectie online te zetten. De belangrijkste reden hiervoor is dat we vinden dat publieke collecties ook voor hun bezitters toegankelijk moeten zijn: het publiek. Slechts 20% van de collectie is tentoongesteld, de rest bevindt zich in de depots. Daarnaast is de collectie zowel historisch als kunsthistorisch ook internationaal van belang en iedereen moet deze objecten kunnen vinden en gebruiken. Het stimuleren van innovatie en het kennisdelen is beleid en we daarom doen aan verschillende innovatieve projecten mee waarin onze data wordt gebruikt. Zelf hebben we samen met de leverancier van onze collectiedatabase een iPhone app ontwikkeld, waarmee onze hele collectie ook mobiel is te doorzoeken.
In maart 2011 hebben we de logische volgende stap gezet: de data is als Open data gepubliceerd. Door de data open te zetten, kan deze ook als dataset daadwerkelijk hergebruikt worden. We hopen zo de publieke toegankelijkheid van onze collectie te vergroten. Andere partijen kunnen de data beschikbaar maken met een smartphone app of op nieuwe manieren verrijken. Op deze manier stimuleren we innovatie en laten we het aan de gebruiker over hoe onze data het beste kan worden ingezet. Daarnaast kunnen we makkelijker met andere instellingen samenwerken. Zo worden de data in OneindigNH en Europeana worden ingezet.
Open data kan alleen maar zo worden genoemd als de data zonder voorwaardes kan worden hergebruikt. Door gebruik te maken van licentiestructuren wordt duidelijk wat een gebruiker met de data kan doen. Veel gebruikt daarvoor zijn de Creative Commons licenties, waarmee voorwaarden voor het hergebruik kunnen worden aangegeven. De licentiegever behoudt zijn rechten, maar geeft anderen toestemming om het werk te verspreiden, te delen of te bewerken.
Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de metadata en content.
Metadata (beschrijvende data mbt objecten) zijn over het algemeen feiten, zonder auteursrechten. Onze uitgebreidere catalogusteksten zijn door medewerkers geschreven en dan hebben we zelf de rechten over. We publiceren deze metadata daarom met de Creative Commons Zero (CC0) declaratie zodat de beschrijvingen kunnen worden gebruikt zonder toestemming te moeten vragen.
Bij de content (gedigitaliseerd object) ligt het ingewikkelder. Als de vervaardiger van het object niet langer dan 70 jaar is overleden, liggen de rechten bij deze en zal toestemming voor de publicatie moeten worden gegeven. Dat betekent dat alle objecten die na 1942 zijn gemaakt nog auteursrechtelijk zijn beschermd. Maar alles wat voor 1860 is gemaakt, is dan rechtenvrij en valt onder het publieke domein. In ons geval kunnen we zo’n 70.000 objecten onder het PublicDomain Mark publiceren.
Voor de werken waarvoor wij (nog) geen rechten hebben, zijn we bezig de rechtenhebbenden te benaderen om toestemming voor publicatie te krijgen. Het deel waarvan we de rechten niet hebben wordt op onze eigen toepassingen wel getoond, maar uitgesloten van de set die als Open data wordt aangeboden.
Meer informatie
Kijk op onze corporate website voor de technische gegevens van onze Open Data.