Een wereldonderneming

De VOC
Driemaal per jaar voer een VOC-vloot naar Oost-Indië. De heenreis duurde acht maanden, de terugreis zeven maanden dankzij gunstige winden en stromingen. Omdat het lastig is om tijdens de lange reizen aan vers voedsel en water te komen, sticht de VOC in 1652 een verversingsstation aan de voet van de Tafelberg. Dit is het latere Kaapstad. Na verloop van tijd wordt de Kaap van grote betekenis bij het bestrijden van scheurbuik door gebrek aan vitamines. Aan de Kaap kan vers fruit aan boord worden gebracht en zieken worden verpleegd in het hospitaal.

In de overzeese handel waren tussenstappen nodig. Dat maakt de mondiale handel ingewikkeld, maar vaak ook buitengewoon profijtelijk. Aan de kusten van Afrika willen de Nederlanders
onder meer slaven, ivoor en goud inkopen. Van Afrikaanse zijde is er vraag naar Venetiaanse glaskralen en kaurischelpen van de Malediven in de Indische Oceaan. Daarom worden omstreeks 1600 Venetiaanse glasmakers naar de Republiek gehaald. VOC schepen zorgen voor de aanvoer van schelpen. Deze kralen, vooral misbaksels, en schelpen zijn met archeologische opgravingen tevoorschijn gekomen op de plekken waar een glasfabriek stond en de VOC een magazijn had.

Hoofdstad van de wereld
De beurs van Amsterdam, gebouwd in 1611, was de belangrijkste handelsmarkt van de Republiek. Hier werden goederen vanuit de hele wereld verhandeld, elk op een vaste plek in de zuilengalerij. Daarnaast was de beurs van Amsterdam de eerste effectenbeurs. Al snel na de oprichting van de VOC werden hier hun aandelen verhandeld. Het internationale karakter zien wij aan de handelaren. De handelaren kwamen uit vele verschillende landen en streken, van Turkije tot Portugal.

Bekijk de aflevering hier.