Het onlangs verschenen boek 1001 Vrouwen uit de Nederlandse geschiedenis trekt terecht veel aandacht. Dit lijvige, fraai vormgegeven naslagwerk bevat doorwrochte levensbeschrijvingen van ‘beroemde, beruchte, opmerkelijke, geliefde, slechte, spraakmakende en invloedrijke vrouwen'. Eén van hen is kunstenaar Saar de Swart (1861-1951), die een voor die tijd bijzondere levenswandel kende. Haar portret door George Hendrik Breitner uit ca. 1890 is te zien in het Amsterdam Museum (zaal 20).
#020today: Vrouwendag
Kunstenaar Saar de Swart in 1001 Vrouwen
Waarschijnlijk is dit portret in haar opdracht door Breitner geschilderd. Saar was toen rond de 30; op haar 25- of 26ste was ze vanuit Arnhem naar Amsterdam verhuisd. Over deze fase van haar leven citeren we uit de levensgeschiedenis van Saar de Swart in 1001 Vrouwen. Deze is ook integraal te lezen in het Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland.
“Dankzij een legaat van haar moeder en een toelage van haar vader kon Saar zich in 1887 zelfstandig in Amsterdam vestigen om daar naar de boetseerklas van de Rijksschool voor Kunstnijverheid te gaan. Al in 1888 verliet zij deze school en ging les nemen bij de beeldhouwer Lambertus Zijl. Datzelfde jaar betrok zij kamers aan het Westeinde met een vriendin, Baukje van Mesdag. Elders in de stad had zij een klein atelier.
In Amsterdam nam Saar de Swart deel aan het culturele en uitgaansleven met Tachtigers als Jan Veth, Willem Kloos, Alphons Diepenbrock en Willem Witsen. Zij kocht hun werk en hun tijdschriften en sommigen ondersteunde ze financieel. Ze werd geportretteerd door George Breitner en Veth, en ook schijnt ze model te hebben gestaan voor Esther Luzac, de vrouwelijke hoofdpersoon in de sleutelroman Vincent Haman (1898) van Willem Paap. Eén van de Tachtigers, de schilder Eduard Karsen, vatte een kansloze liefde op voor Saar, die echter een voorkeur had voor vrouwen.
In september 1889 verhuisde Saar de Swart met Baukje van Mesdag naar de Avenue du Maine in Parijs, waar ze kennismaakte met kunstenaars als Auguste Rodin, Vincent van Gogh, Émile Bernard en Odillon Redon. Mede door haar inspanningen zou de Haagsche Kunstkring in 1894 een tentoonstelling aan Redon wijden. Ook de schrijvers Maurice Maeterlinck en Aurélien Lugné-Poe werden door haar ondersteund. In Parijs frequenteerde Saar café-cabarets als de Chat Noir en de Mirliton.
Af en toe kwam Saar de Swart naar Amsterdam, waar Karsen volhardde in zijn onbeantwoorde liefde. Toen eindelijk tot hem doordrong dat ze lesbiënne was, begon hij verhalen over haar en haar vriendinnen rond te strooien. Om een eind te maken aan deze situatie organiseerde Veth op 12 oktober 1891 in café Suisse een scheidsgerecht waarbij in aanwezigheid van De Swart en Karsen niet-betrokken vrienden rechtspraken. Karsen werd in het ongelijk gesteld.
In 1892-1894 woonde Saar de Swart enige tijd met haar toenmalige vriendin Anna Vis in Rotterdam – volgens Karsen boven een zeemanskroeg aan de Stieltjeskade. In het najaar van 1894 betrokken zij in Amsterdam een etage aan het Oosterpark in wat later bekend zou worden als het Willem Witsenhuis. Dit huis, eigendom van Witsen, was in die tijd een trefpunt en thuis voor verschillende Tachtigers. Kloos, alcoholist en depressief, kwam in periodes van delirium veel bij Saar en Anna. Samen met hun benedenbuurman, de schilder Isaac Israëls, en de feministe Annette Versluys-Poelman verzorgden zij hem tot hij uiteindelijk moest worden opgenomen. Kloos zou zich nadien in zijn geschriften zowel beschuldigend als lovend uitlaten over Saar de Swart en Anna Vis.”
Bron: Marloes Huiskamp, Swart, Elisabeth Sara Clasina de, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland.
292 keer bekeken