Andrée Van Es benadrukte hoe waardevol de nieuwkomers zijn voor Amsterdam, of ze nu komen voor werk of voor de liefde, om kort te blijven of voorgoed. Hoewel ze haar speech hield in het Engels (zoals alle sprekers die avond) benadrukte ze dat het van groot belang is om Nederlands te leren, omdat je dan pas echt deel kan uitmaken van de samenleving. En als je kinderen hebt begrijp je tenminste waar ze het over hebben. Verder hoopte ze dat de nieuwkomers zich niet zouden laten afschrikken door de Amsterdamse directheid (vriendelijk geformuleerd!) en de beruchte stijl van fietsen.

Vervolgens hield Paul Spies een betoog over het DNA van Amsterdam, aan de hand van kunst en historische voorwerpen uit het Amsterdam Museum. Ondernemerschap, creativiteit, vrijdenken en burgerschap: als al die vier eigenschappen goed vertegenwoordigd zijn is de stad op zijn best. Desgevraagd zei hij dat hij het met het ondernemerschap en de creativiteit in de stad momenteel best goed gaat. Maar die andere twee DNA-kenmerken, vrijdenken en burgerschap, zag hij regelmatig onder druk staan. Reden te meer om daar, of je nu lang of kort in de stad woont, altijd alert op te zijn. Spies eindigde met een oproep aan de nieuwe Amsterdammers in de zaal: als het je lukt maatschappelijk te slagen, geef dan als betrokken burger ook iets terug aan de stad.

Tot slot kwamen twee cabaretiers van Boom Chicago aan het woord. Ze verzonnen ter plekke een verhaal, gebaseerd op het leven van zomaar een Italiaanse migrant uit het publiek, dat ze om en om woord voor woord uitspraken. Verder gaven ze een paar voorbeelden van Hollands taalgebruik, dat niet altijd is wat het lijkt. Zoals het op verontwaardigde toon uitgesproken: 'Ja hállo!' De uitleg was helder en voor velen herkenbaar: 'It doesn't mean yes and it certainly doesn't mean hi!'