Sinds 1815
Meer dan 200 jaar geleden, in 1815, stelde Koning Willem I de Militaire Willems-Orde en de Orde van de Nederlandse Leeuw in. Koning Willem I bedacht de onderscheidingen omdat hij militairen of burgers die iets bijzonders hadden gedaan, wilde belonen. In 1892 stelde Koningin Emma een derde ridderorde in: de Orde van Oranje-Nassau.
Verschillende soorten lintjes
In 1994 werden nieuwe regels opgesteld, omdat het in de loop der jaren niet meer zo duidelijk was waarom iemand een bepaalde onderscheiding kreeg. Sindsdien hebben de verschillende onderscheidingen weer een heel eigen karakter. Bovendien werd nog eens heel duidelijk vastgesteld dat iedereen, ongeacht rang of stand, die een belangrijke bijdrage aan de maatschappij heeft geleverd een lintje kan verdienen. Welk lintje iemand krijgt hangt af van wat hij of zij voor bijzonders heeft gedaan. Voor dapperheid kom je in aanmerking voor De Militaire Willems-Orde. Voor talent en bijzonder prestaties voor De Orde van de Nederlandse Leeuw en bij een waardevolle bijdrage voor de samenleving komt men in aanmerking voor De Orde van Oranje-Nassau. Alle drie de onderscheidingen hebben weer verschillende gradaties.
In de collectie
In de collectie van het Amsterdam Museum bevindt zich een ‘lintje’. En wel de Koninklijke onderscheiding van Officier in de Orde van Oranje-Nassau uitgereikt aan Jan Maarten Boll. Deze onderscheiding wordt meestal uitgereikt aan mensen uit het bedrijfsleven die zich bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt op internationaal niveau. Het gaat dus om mensen die iets belangrijks hebben gedaan in hun hoofdfunctie.
Oud-directeur Pauline Kruseman ontving in 2008 het Erekruis in de Huisorde van Oranje van oud-burgemeester Job Cohen. De Huisorde van Oranje wordt verleend aan Nederlanders en buitenlanders die zich verdienstelijk hebben gemaakt voor de Koning of voor het Koninklijk Huis. Kruseman kreeg de onderscheiding omdat zij een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de musea waarin ze heeft gewerkt en aan de Amsterdamse museumsector in het algemeen. Zo was er in 2008 in het Amsterdam Museum de tentoonstelling ‘Amsterdam & de Oranjes’.
De Vrijwilligersmedaille Openbare Orde en Veiligheid wordt sinds 1958 toegekend aan burgers die gedurende tien jaar als vrijwilliger op het terrein van de openbare orde en veiligheid hebben opgetreden. Het gaat hier dus voornamelijk om vrijwilligers bij de politie, brandweer, ambulancedienst, militaire reserve en het Rode Kruis. De vrijwilligersmedaille wordt traditioneel op de linkerborst gedragen. Als er niet genoeg ruimte voor de medaille is, kan men in plaats daarvan een baton (langwerpige speld in dezelfde stof en kleur als de onderscheiding) opspelden.