In zijn thuisland is Bingham lid van de Cyclists’ Touring Club. Als hij in 1880 naar Nederland komt en in Utrecht gaat wonen, ontdekt hij tot zijn ongenoegen dat Utrecht geen wielrijdersclub kent. Om deze reden sluit hij zich aan bij de Haagse club ‘De Ooievaar’, waarmee hij onder andere fietstochtjes maakt naar de bollenstreek.
Op een van deze tochtjes door het land, krijgt hij het idee om één overkoepelende wielrijdersbond op te richten voor heel Nederland. 16 juni 1883 komen alle bekende Nederlandse wielerclubs bijeen in Utrecht. Die dag wordt de ANWB geboren, met Bingham als eerste voorzitter. Deze zorgt ervoor dat er binnen een jaar een fietskaart van Nederland uitgegeven wordt. Hierop zijn alle berijdbare fietspaden aangegeven, evenals handige adressen waar je je fiets kunt laten repareren.
In de tijd van de oprichting van de ANWB hebben fietsen nog geen luchtbanden en geen ketting. Het zijn modellen met een groot voorwiel en een klein achterwiel, die in beweging komen door directe aandrijving van het voorwiel met de trappers. Hoe groter het voorwiel, hoe groter de afgelegde afstand per omwenteling. Zo’n fiets wordt een ‘hoge bi’ genoemd, afkorting voor ‘hoge bicycle’. Hoge bi’s die voor wedstrijden worden gebruikt, kunnen snelheden tot 50 kilometer per uur halen.
Het fietsen op een hoge bi vereist wel wat lef. Omdat de berijder zo ver van de grond zit, ligt het zwaartepunt hoog en kan men gemakkelijk het evenwicht verliezen. Hoge bi’s worden daarom in het begin alleen door jonge mannen bereden, zoals Bingham. Vrouwen doen niet aan de trend mee. Niet alleen is het lastig om met lange rokken, die destijds in de mode zijn, zo’n hoge fiets te bestijgen, maar de activiteit van het fietsen wordt ook als onvrouwelijk beschouwd.
Hoewel Engeland en Frankrijk voorlopen in de wielersport, slaat de populariteit ook op Nederland over. De verkoop van fietsen wordt gestimuleerd door fietsclubs, zoals de ANWB. In Nederland behoort fabrikant Fongers tot een van de eerste producenten van hoge bi’s. Het exemplaar dat hier getoond wordt, is door de heer Fongers in 1885 zelf gebouwd voor eigen gebruik, met Franse en Duitse onderdelen.
De gewaagde hoge bi groeit uit tot een symbool van de negentiende eeuw. In de tentoonstelling De IJzeren Eeuw, die op dit moment in het Amsterdam Museum te zien is, kun je de hoge bi in het echt bewonderen en er zelfs mee op de foto!