Amsterdam, 1888: De getergde vioolbouwer Vedder moet het veld ruimen als zijn huisje, gelegen tegenover het net opgeleverde Centraal Station van Amsterdam, moet wijken voor het geplande Victoria Hotel. Zijn overmoedige neef Anijs, apotheker te Hoogeveen, heeft zich door ongeoorloofd medisch handelen ernstig in de nesten gewerkt en zoekt een uitweg, voor zichzelf en zijn vrouw Martha, maar ook voor een groep arme turfstekers die hij een toekomst in Amerika belooft. Bevlogen – of is het hoogmoed? – beramen de twee een uiterst riskant plan om het onderste uit de kan te halen. Met tragische gevolgen.