Industriële voorstellingen
Carolien Wissing (1976) vervaardigt vanuit haar atelier in Amsterdam-Noord krachtige schilderijen van industriële bouwwerken. In een sober kleurenpalet schept ze composities die de toeschouwer door middel van perspectiefwerking de voorstelling binnentrekken. De grootsheid van de architectuur heeft een overweldigend effect, wat ervoor zorgt dat je naar het werk wilt blijven kijken.
De aanleg van de Noord/Zuidlijn was als groots, industrieel project natuurlijk uitermate geschikt om in de serie Modern Cathedrals op te nemen. In 2002 nam de Gemeente Amsterdam het definitieve besluit tot de aanleg van de Noord/Zuidlijn; een metrolijn die het mogelijk maakt binnen zestien minuten van het Buikslotermeerplein naar Station Zuid te reizen. Met een geschat aantal van 121.000 passagiers per dag zal de Noord/Zuidlijn net zo’n verzamelplaats van mensen worden als de kathedralen van vroeger.
Ondergrondse kathedraal
Tijdens een open dag in 2012 bezocht Wissing de bouwput van wat nu de hal van het nieuwe metrostation is onder het Centraal Station. Op dit moment wordt de hal alleen nog gebruikt door reizigers van de Oostlijn, maar er worden nog toegangen naar het dieper gelegen niveau van de Noord/Zuidlijn aangelegd. Tijdens de bouw werd de hal ook wel de ‘ondergrondse kathedraal’ genoemd; een bijnaam die de fantasie prikkelt.
Wissing maakte er foto’s, die ze later in haar atelier verder uitwerkte. Zelf zegt ze hierover: "Een schilderij is bij mij nooit een exacte weergave van een foto, maar vormt wel de basis van waaruit ik vertrek. Ook tussen schets en eindresultaat verandert er nog wel eens wat."
Contouren en hijslijnen
Alle lijnen in het schilderij Noord/Zuidlijn lijken naar het grote gat in het plafond toe te lopen. Dit gat is inmiddels gedicht. Het werd gebruikt om zwaar bouwmateriaal door naar binnen te tillen. Op het schilderij kan men de hijslijnen nog naast de pilaren zien lopen.
Vanuit het gat waren op dat moment de contouren van het Centraal Station nog zichtbaar. Wissing: "Op de voorstudie zie je het zicht op het Centraal Station nog, in het uiteindelijke doek heb ik dit weg gelaten. Het ging mij om de ‘Cathedralesque’ beleving van de ruimte." Het fel witte licht dat uit het gat schijnt, draagt bij aan het gevoel diep onder de grond te zitten. Het gat en de wereld boven de grond lijken daarmee ineens enorm hoog – haast als een rozet boven de ingang van een kathedraal.