Schilder van het leven
Kunstenaar Herman Gordijn (1932) staat vooral bekend om zijn groteske en raadselachtige weergave van figuren en landschappen. Na zijn opleidingen aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten en de Vrije Academie te Den Haag, slaat hij zijn eigen weg in. Observaties uit het alledaagse leven resulteren in voorstellingen van dames van lichte zeden (Bordeelraam, 1956), roddeltantes (Op de thee, 1957) en bizarre tramreizigers (Echtpaar in tram, 1956-1957). De ene dame nog dikker en rimpeliger dan de andere, spontaan en karikaturaal. Niet uit spot, maar haast uit een soort verering van het leven.
Lyrische verbeeldingen
Onder invloed van onder meer ontwerper Benno Premsela (1920-1997) verhuist de Haagse Gordijn in 1960 naar Amsterdam. Premsela stimuleert jonge kunstenaars en voorziet Gordijn van een aantal opdrachten voor de Bijenkorf.
Ondertussen leert Gordijn in zijn werk de hoofdstad kennen. Op zijn doeken verschijnen typische Amsterdamse voorstellingen, zoals een scène in een urinoir (Aan de Amstel, 1960) en baders in de grachten (In de Amsterdamse grachten, 1961). Alles in zijn gebruikelijke groteskheid.
De schilderijen die hij maakt, kenmerken zich door een lyrisch realisme. Het enige dat niet realistisch is, is de compositie en perspectiefwerking, die Gordijn naar eigen inzicht aanpast aan de voorstelling om een balans in de lijnen te creëren.
Gordijns Amsterdam
Rond 1992 begint Gordijn aan een serie schilderijen over ‘zijn’ Amsterdam, een eigentijdse visie op de stad. Het zal een tentoonstelling worden in het Amsterdams Historisch Museum, zoals het Amsterdam Museum dan nog heet. Hij maakt een groot zesluik bestaande uit de delen Vondelpark, Dam en Gracht en elf schilderijen die refereren aan andere plekken in de stad. Geen traditionele stadsgezichten, maar groteske en raadselachtige taferelen, waarbij herinnering, fantasie en werkelijkheid dwars door elkaar heen lopen. Zowel het drieluik als de andere elf schilderijen werden in 1997 vier maanden lang getoond in de tentoonstelling ‘Het Amsterdam van Herman Gordijn’.
De stad in brand
Eén van deze raadselachtige taferelen is Van Baerlestraat: een dreigende voorstelling met een demonische figuur, die extatisch ronddanst bij het licht van een brandend tramstel. Ten tijde van de krakersrellen aan het begin van de jaren '80 wordt er bij Gordijns huis in de buurt een tram in brand gestoken. Het beeld van de brandende tram blijft hem altijd bij en vindt vanuit zijn herinnering een weg naar het schilderij. Gordijn: ‘Die brandende tram greep me erg aan, een tram hoort niet te branden.’
Op het schilderij lijkt de brandende tram de verzetsdaad van een enkeling te zijn. Dat terwijl de stadse veldslagen tussen krakers en ME destijds grote mensenmassa’s op de been brengen. Op voorstudies staan twee van dezelfde demonische figuren afgebeeld, maar Gordijn heeft er uiteindelijk voor gekozen om slechts één van de twee jongens te tonen. Een ander onderdeel van het schilderij waar Gordijn lang aan gewerkt heeft, zijn de vlekfiguren op het doek.
Samen met de andere tien schilderijen vormt Van Baerlestraat een opmerkelijk kijkje in Amsterdam, dat zowel iets van de stedelijke geschiedenis in zich draagt, als toch bovenal een weergave is van de persoonlijke ervaring van Gordijn.
De tentoonstelling 'Made in Amsterdam' is tot en met 31 juli 2016 te zien in het Amsterdam Museum.