De stem van de Ondergrondse
Het landelijk dagblad Het Parool kent een bewogen geschiedenis. De krant werd opgericht in de beginjaren van de Tweede Wereldoorlog door een kleine groep redacteurs die actief was in het Amsterdamse verzet. Via het illegaal geproduceerde en in het geheim verspreide blad staken de auteurs de Amsterdamse bevolking een hart onder de riem. Tevens wees het de burgers op mogelijkheden om de bezetter te saboteren. Door Het Parool kreeg de Ondergrondse een stem.
Vrij onverveerd
De illegale publicaties bleven bij de Duitsers echter niet onopgemerkt. Het getuigde van moed en bewonderenswaardig doorzettingsvermogen, dat de redacteurs, waarvan er velen werden vervolgd en terechtgesteld, tot het einde van de oorlog het verzetswerk hebben voortgezet. Het motto ‘vrij onverveerd’, dat is afgeleid van het Wilhelmus, komt de krant dan ook meer dan toe. In 1989 organiseerde het dan nog Amsterdams Historisch Museum een tentoonstelling over Het Parool in oorlogstijd. Momenteel is er in het Verzetsmuseum in Amsterdam een expositie ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van de krant.
Na de oorlog groeide Het Parool uit tot een veel gelezen landelijke dagblad, dat met een overwegend links-politieke insteek en een vooruitstrevende verslaggeving, trouw bleef aan zijn motto: vrij én onverveerd.