De wakkere hooimaand geeft de zeisen,
de maaier in de hand met vlijt,
daar lege schuren hooi vereisen,
om het vee te voeden in wintertijd.
Zo luidt een van de vele spreuken over de maand juli. De oude bijnamen van de maanden van het jaar verwijzen over het algemeen naar de voor die maanden typerende werkzaamheden op en om het platteland. Zo was juli de maand waarin er meestal gehooid werd. Tegenwoordig begint men vaak in juni al daarmee.
Het hooien
Het gras wordt gemaaid, gedroogd, gekeerd om de andere kant te drogen, gebundeld en daarna opgeslagen in een hooischuur. Tegenwoordig gebeurt dit allemaal machinaal, maar in vroeger tijden werd alles met de hand gedaan met behulp van een zeis en een hark. Het vervoer naar de hooischuur gebeurde met paard en wagen.
De meeste verbeeldingen van de maand juli hebben het hooien als thema. Zo ook deze prent van Casper Luyken. De boer maakt de zeis met een aanzetstaal scherp, terwijl op de achtergrond vier mannen al bezig zijn met maaien en met hooi opladen. In de rechter bovenhoek het dierenriemteken Leeuw.
Het Duitse gedichtje eronder vergelijkt de ondergang van het hoge gras door de zeis met de gang van zaken in de staat, die vuur en zwaard bijeenhoudt en zo uit het land het ‘hooi van de slavernij’ maakt.
Gebruik voor kalender of almanak
Van de oorspronkelijke serie maandprenten van Casper Luyken is niet bekend, hoe zij ooit gebruikt zijn. In de collectie van het Amsterdam Museum bevindt zich echter wel een verkleinde kopie naar deze Juliprent, die –gezien de bedrukte achterkant- voor een Duitse kalender of almanak gebruikt moet zijn. Deze achterkant geeft historische bijzonderheden over de maand juni. Zo staan in de linkerkolom achter elke datum bekende personen genoemd en worden in de rechterkolom markante, historische gebeurtenissen binnen Europa vermeld. Zo staat in de linkerkolom bij 5 juni Bonifatius genoemd ter herinnering aan het feit dat hij op 5 juni 754 te Dokkum vermoord werd. In de rechterkolom wordt bij 4 juni de onthoofding van de graven van Egmond en Hoorne in 1568 gememoreerd, om een paar Nederlandse voorbeelden te noemen.
Dit kalenderblad kan na 1709 gedateerd worden, want dit is het meest recente jaartal, dat hierop bij 27 juni te vinden is. Het betreft hier de Zweedse strijd en nederlaag tegen de Russen in de slag bij Poltava (Oekraïne).
Quintilis wordt Julius
In de Romeinse kalender was juli de vijfde maand en werd daarom Quintilis (quintus= vijf) genoemd. Omdat volgens de overlevering Julius Caesar in juli geboren is, zou de naam van de maand rond 44 vóór Christus veranderd zijn in Julius. Mogelijk was het ook een soort beloning voor de hervorming van de Romeinse kalender, die Julius Caesar rond die tijd doorvoerde.
Het onderschrift van de Juliprent, die door Pieter Schenk werd uitgegeven, luidt: Nomine Caesareo Quintilem Iulius auget . Deze tekst is afkomstig van de Latijnse dichter Ausonius en verwijst naar de naamsverandering van de maand.
Het betekent letterlijk: “Julius verrijkte Quintilis met de naam van een Caesar.” Slaat deze tekst dan wel op de beroemde Julius Caesar of was er nog een andere Caesar, die ook Julius heette en naar wie de maand juli vernoemd is?
Ook deze maandprent heeft het hooien als thema. Het hooi ligt al hoog opgetast op de wagen.