Modern vooroorlogse Schiphol (foto: Annemie Wolff © Monica Kaltenschnee)

Modern vooroorlogse Schiphol (foto: Annemie Wolff © Monica Kaltenschnee)

De beginjaren van Schiphol.

In 1916 was Schiphol gebouwd als militair vliegveld van de Luchtvaartafdeeling der Koninklijke Landmacht (LVA), maar het verkreeg over de jaren steeds meer de functie van een burgerluchthaven. Eind jaren dertig was Schiphol één van de modernste vliegvelden van Europa. 1938 was met 78.520 passagiers een topjaar geweest. Onder andere door de oorlogsdreiging was dat aantal in 1939 teruggelopen tot 59.386, maar toch verwerkten alleen Parijs en Londen meer passagiers. De lijndienst Amsterdam-Berlijn van de Deutsche Luft Hansa was door de dreigende oorlog gesloten, maar werd op 15 maart 1940 weer heropend. Pas op 6 mei werd op Schiphol begonnen met de versterking van de verdediging. Dat was vrij laat, want in de vroege ochtend van 10 mei viel Nazi-Duitsland Nederland binnen. Om twee minuten voor vier vielen de eerste bommen op Schiphol, waar de vliegtuigen rustig aan de grond stonden. Het grootste deel van de LVA-vloot bleef gespaard, maar de opvallende oranje vliegtuigen van de KLM werden wel fors geraakt. De tegenaanval heeft niet meer mogen baten en een groot deel van de Nederlandse vliegtuigen viel in Duitse handen.

Schiphol onder Duitse bezetting.

De Duitsers doopten Schiphol om tot Fliegerhorst 561 en na twee maanden functioneerde het weer,  nu wederom als uitsluitend militair vliegveld. De nazi’s pasten het vliegveld stevig aan. Ze zorgden voor een treinverbinding voor bevoorrading, breidden het aantal gebouwen flink uit en verlengden de mistlandingsbaan, zodat de zware bommenwerpers die vochten in de Slag om Engeland makkelijker konden landen. Doordat Fliegerhorst 561 was uitgegroeid tot een zeer belangrijke Duitse basis lag het vliegveld ook meer dan eens onder vuur van de geallieerden. Het zwaarste bombardement vond plaats op 13 december 1943, toen 199 Amerikaanse vliegtuigen een luchtaanval uitvoerden waarbij bijna 1600 bommen vielen. De circa 400.000 kilo aan gegooide bommen was zo vernietigend dat de Duitsers het vliegveld ten slotte niet meer konden gebruiken en vertrokken. In de tentoonstelling Schiphol 100 jaar - klaar voor vertrek van het Amsterdam Museum is vanaf 16 september 2016 (een deel van) één van de bommen te bezichtigen. De laatste klap kwam uiteindelijk van de Duitsers zelf. Op 17 september 1944 maakten zij ook de laatste delen van het vliegveld met de grond gelijk, zodat de geallieerden het niet zouden kunnen gebruiken.

Schiphol plat gebombardeerd (foto: Annemie Wolff © Monica Kaltenschnee)

Schiphol plat gebombardeerd (foto: Annemie Wolff © Monica Kaltenschnee)

Schiphol tijdens de Hongerwinter.

De daaropvolgende winter, de Hongerwinter, werd zo’n 22.000 Nederlanders fataal. Pas op 25 april gaven de Duitsers toestemming tot voedseldroppings. Boven Fliegerhorst 561/Schiphol vonden die op 2, 3, 5 en 7 mei plaats. Ondertussen hadden de Duitsers zich op 5 mei overgegeven en was heel Nederland bevrijd. 8 mei kwam het vliegveld weer in Nederlandse handen en kon er begonnen worden met de wederopbouw. Daarvoor werd de hulp van honderden, veelal Amsterdamse, arbeiders ingeroepen. In mei 1945 waren er 440 mannen aan het werk, maar in september was dat aantal al opgelopen tot 1850. Het dichten van bomkraters, niet ontplofte bommen onschadelijk maken en natuurlijk puinruimen behoorden tot de taken. Er werden tijdelijke barakken opgetrokken in een nieuwe straat die de toepasselijke een naam kreeg: Vrijheidsstraat. Op 20 mei 1945 landde er al een eerste verkenningsvliegtuig op Schiphol. Het eerste verkeersvliegtuig landde op 28 juli en in november was de luchthaven weer bereikbaar vanuit alle windrichtingen. 

Deze roerige jaren van opbouw, vernietiging en wederopbouw zijn gefotografeerd door Annemie en Helmuth Wolff. Hun werk van Schiphol, dat de periode 1933 tot 1955 beslaat, wordt vanaf 3 september 2016 getoond in De Meerse in Hoofddorp.

Bronnen: