Het boek tekent een groepsportret van de rijksten en schetst daarmee een beeld van het vergaren en behouden van macht en rijkdom. Allerlei rijken komen aan bod. Gezamenlijk vormen zij de elite van het toen: al dan niet van adel, al dan niet gereformeerd, al dan niet in de Republiek wonend of in Europese havensteden en overzee.
De rijksten regisseerden de Nederlandse cultuur en wetenschap. Velen van hen werden rijk door de handel. Gereformeerde kooplieden-regenten koesterden een imago van vrijheidszin en burgerlijkheid - en dat imago wordt ook vandaag graag benadrukt - maar vormden tegelijkertijd een vrij gesloten oligarchie. Zij bezetten machtsposities in hun eigen stad en bewogen zich van daaruit – via strategische huwelijken en in het spel om politieke macht – op gewestelijk, landelijk en internationaal niveau. Het zal niet verbazen dat bijna de helft van de rijksten in die twee eeuwen in Amsterdam woonden, al dan niet teruggekeerd van een verblijf elders in Europa of uit de wereld overzee.
Het gedrag en de cultuur van de rijksten vertoonde al snel adellijke trekjes. Bij de revoluties aan het eind van de achttiende eeuw keerde de burgerij zich tegen de Oranjes en de adel maar ook tegen de gesloten regentenstand.
Toch bleef tussen 1600 en 1800 de grens tussen oude en nieuwe rijken poreus. Nieuwe, ondernemende rijken dienden zich telkens aan en zij konden toetreden tot de kring van machtigen als zij de gereformeerde religie omarmden. Ook niet-gereformeerden konden maatschappelijk en financieel slagen. Het aantal en de invloed van rijke andersgelovigen neemt in de achttiende eeuw zelfs toe. Veel van die nieuwe rijken lijken door hun kosmopolitische levenswandel en netwerk op de expats van nu.
Verder lezen?
Kees Zandvliet, De 500 rijksten van de Republiek. Rijkdom, geloof, macht & cultuur. Walburg Pers Zuphen, € 99,00 (tot 31 december 2018, daarna € 125,00).