Traditioneel gaan katholieken vandaag naar de kerk om een askruisje op het voorhoofd te laten zetten, als aanzet tot bezinning en versobering gedurende de veertig dagen. Veertig is een belangrijk getal in de joodse en christelijke traditie. Zo staat in de bijbel dat Mozes gedurende veertig dagen zonder eten en drinken op de berg Sinaï verbleef, en ook Jezus zwierf veertig dagen lang door de woestijn voordat Hij begon met het verkondigen van zijn Boodschap, wat weer zou lijden tot zijn dood en verrijzenis met Pasen.
Marijke Elsenburg (70) schreef op haar bordje woorden uit een lied “Ubi caritas et amor, Deus ibi est.” (Waar liefde en genegenheid is, daar is God). Het zijn woorden die vanouds in de kerk klinken op het einde van de Veertigdagentijd. Deze woorden houden voor Marijke blijkbaar een oproep in om tijdens de vastentijd haar God nog beter na te volgen, óók in het leven van alledag:
“Hoe je het vasten invult, is je eigen keuze. Meer stilstaan bij het geloof en minder haasten. Meer de praktische dingen: breng iemand maar eens een extra bezoek. Ik probeer iedere keer iets anders te doen. […] Ik vind het askruisjesritueel belangrijk. Je gedenkt dat je van stof bent: wat ben je eigenlijk? Kijk maar eens hoe je bezig bent en van wie je het leven hebt gekregen.”