Wat maakt iemand Amsterdammer? In de stad wonen en werken speelt ongetwijfeld een belangrijke rol. Lange tijd vonden allebei plaats onder één dak. Grachtenpanden beschikten over een kantoor en opslagruimte. Ambachtslieden hadden een werkplaats aan huis, terwijl middenstanders boven of achter hun winkel woonden. Dagloners werkten buitenshuis, maar verdienden soms bij met thuiswerk. Desondanks was geen interieur alleen praktisch. De manier waarop iedereen woonde en werkte, vertelde veel over wie men was óf wilde zijn.

In de stadscollectie is veel terug te vinden over hoe Amsterdammers leefden. Vooral vermogende families zijn ruim vertegenwoordigd. Zij waren vaker in staat erfstukken bijeen te houden en over te dragen aan volgende generaties dan minder bemiddelde Amsterdammers. Kan het museum het leven van iedereen in de stad verzamelen?