‘Help anderen hun doel te bereiken, en jouw doelen zullen ook bereikt worden’, zei hij in april 2010. Hij was op bezoek bij de Johan Cruyff University, waar hij eens in de zoveel tijd zijn gezicht laat zien. Aangezien de Johan Cruyff University en Eurosport, destijds mijn stageplaats, naast elkaar in het Olympisch Stadion gevestigd zijn, kwam ik al snel achter dit buitenkansje om de levende legende te ontmoeten. En zo zat ik daar, samen met studerende topsporters en Johan, me groot te houden. Iedereen weet hoe het gaat: als je een bekende Nederlander tegen komt, gedraag je je anders. De ene keer laat je alle emoties varen en ben je zo zenuwachtig als een vierjarige op de avond voor zijn verjaardag, een andere keer doe je alsof je alsof je hem helemaal niet herkent of je bent de coolheid zelve. Een soort John Caruso 2.0. Ik deed geen van allen. En met mij alle aanwezige topsporters. Als je rond Johan Cruijff bent, gaat sociale logica overboord. Je zit op het puntje van je stoel en zuigt zo veel mogelijk informatie op wat je kan begrijpen. Wat volgde was een uur van taalkronkelende antwoorden op het vragenvuur vanuit het publiek. Ook ik had de moed om een brandende vraag te stellen aan de Meester. Ik weet niet eens meer wat de vraag was, want alleen HIJ kan een vraag beantwoorden waarbij zo ver om het antwoord heen wordt gedraaid dat het toch enigszins weer logisch wordt.
Toen het vragenuurtje om was gevlogen, vervolgde de voetbalmesias zijn weg weer naar de volgende lezing. Achterlatend, een ravage van logica en verwarring, zoals alleen hij dat kan. Eén zinnige levensles had hij echter wel, vooral voor alle topsporters. ‘Help anderen hun doel te bereiken, en jouw doelen zullen ook bereikt worden’. Een soort van ‘wie goed doet, goed ontmoet’, maar dan op zijn Johans.