De tekeningen zijn voorstudies voor illustraties in het boek Bloedig Tooneel, Of Martelaers Spiegel Der Doops-gesinde Of Weereloose Christenen door Tieleman Jansz van Braght, dat in 1685 in Amsterdam verscheen. De tekeningen zijn in goede conditie en hebben een verzamelaarsmerk dat toont dat de tekeningen ooit deel hebben uitgemaakt van de collectie C.P. van Eeghen. Diens omvangrijke Luyken-collectie werd in 1907 door de kinderen van Van Eeghen aan de stad Amsterdam geschonken. Dankzij die schenking heeft het Amsterdam Museum de belangrijkste Luykenverzameling ter wereld. De aankoop paste goed bij het boek Martelaersspiegel en de tien voorstudies die het Amsterdam Museum al in de collectie heeft.

Het is niet duidelijk hoe de tekeningen ooit zijn losgeraakt van de collectie van Van Eeghen. In zekere zin zijn ze nu weer thuisgekomen in de collectie bij het Amsterdam Museum.

Jan Luyken

Jan Luyken (1649-1712) is een unieke kunstenaar in de Nederlandse kunstgeschiedenis vanwege zijn enorme productie. Samen met zijn zoon Caspar Luyken (1672-1708) produceerde hij zo’n 4500 etsen, het merendeel boekillustraties. Tot zijn beroemdste werken behoren de illustraties van beroepen in Spiegel van het Menselijk bedrijf, maar zeker ook de Martelaersspiegel. Luyken was een diepreligieuze man, die op 26-jarige leeftijd doopsgezind werd. In het kader van de voorliggende tekeningen is dat zeer relevant, omdat de Martelaersspiegel de verhalen van Doopsgezinde martelaren beschrijven.

Jan Luyken, obj.nr A 19090

Jan Luyken, obj.nr A 19090

Amsterdamse martelaren

De zes tekeningen tonen voorbeelden van christelijkheid of martelaarschap. Uiteraard zijn de twee tekeningen met Amsterdamse verhalen voor het museum extra aantrekkelijk. Ze tonen goed hoe gevaarlijk de jaren voor de Alteratie (de overgang van een katholieke naar een protestantse stadsregering) waren voor andersgelovigen. Daarnaast zijn ze een mooi voorbeeld voor hoe er in de 17e eeuw werd omgegaan met geschiedenis. De martelaren vormden het ideaal van geloofsvastheid in de meest moeilijke omstandigheden.

Willem Jansz uit Waterland en Anneken Heyndriks uit Amsterdam waren doopsgezind. In het katholieke Amsterdam voor 1578 was dat een doodzonde. Beiden werden vanwege hun geloof op de brandstapel levend verbrand. Op beide tekeningen zijn de Dam met het oude stadhuis op de achtergrond goed herkenbaar. Het is interessant om te zien dat Luyken in zijn voorstudie het stadhuis in spiegelbeeld tekende. Dit deed hij zodat het levensecht op de prent terecht zou komen. Luyken moet naar eerdere afbeeldingen van het stadhuis hebben gewerkt, want het brandde af in 1652.

Willem Jansz beklimt de brandstapel in Amsterdam in 1569, obj.nr 7237.2

Willem Jansz beklimt de brandstapel in Amsterdam in 1569, obj.nr 7237.2

De terechtstelling van Anneken Heyndriks, op de Dam in Amsterdam in 1571, obj.nr 7237.1

De terechtstelling van Anneken Heyndriks, op de Dam in Amsterdam in 1571, obj.nr 7237.1