In deze roerige tijden onderhield hij nauw contact met zijn oom, die om politieke onenigheden Uruguay noodgedwongen moest verlaten en politiek asiel werd aangeboden in Amsterdam. In 1993 reisde Alejandro naar Amsterdam om zijn penvriend (of pen-oom) te bezoeken en verbleef in diens huis aan de Nassaukade. De kersverse Amsterdammer was diep onder de indruk van deze stad, doordrenkt van een gevoel van vrijheid. Amsterdam beviel zo goed zelfs dat binnen drie maanden hij gemmologie (het bestuderen van edelstenen) studeerde in Schoonhoven. Naast de studie werkte hij als ober in een Mexicaans restaurant in de Korte Leidsedwarsstraat en hij vertoefde voor ƒ 70 per maand als een koning in zijn paleisje in de Frederik Hendrikstraat, slechts 100 meter verwijderd van zijn oom. De ogen van de 22-jarige Alejandro, glinsterend als robijnen, wisten vooral niet wat ze zagen bij het zien van de Amsterdamse partyscene van de jaren 90.

Gemmologie was voor Alejandro een schot in de roos. Al van kleins af aan had Alejandro een fascinatie voor edelstenen en zelfs een eigen verzameling. Het was zijn oom die hem deze opleiding aanbeval, omdat hij iemand kende in de diamantenindustrie. Mede door deze vooropleiding maakte Alejandro zijn entree in de wereld van pracht en praal, werkend voor Amsterdams diamantair Fred Stoeltie. Al 13 jaar is hij een onmisbare kracht op de verkoopafdeling van Gassan Diamonds. In 1997 kreeg hij de Nederlandse nationaliteit vanwege zijn samenwoonverband met zijn toenmalige partner.

Hoewel Alejandro in pareltjes van huizen heeft gewoond voor een ‘habbekrats’, is zijn huidige woning zijn pièce de résistance. Al 15 jaar woont deze Amsterdammer in het souterrain van zijn eigen ‘Begijnhofje’ achter de Nieuwe Kerk, verstopt in een stelsel van steegjes. Het enige minpuntje? Er dringt maar weinig daglicht door de ramen aan de steegkant. Vitamine D en frisse lucht zijn essentieel voor de mens, dus dat zoekt hij zelf fysiek op.

Aan de Herengracht ter hoogte van nummer 403, op vijf minuten lopen van het woonadres van de Crecenzio, staan twee bankjes met een typisch Amsterdams uitzicht over de kruising Leidsegracht/Herengracht en de rijen bruggen. Deze hidden gem is precies waar Alejandro heen komt om in alle rust een boekje te lezen in het zonnetje of gewoonweg te ontspannen in de buitenlucht. ‘Ik beschouw dit als mijn verplaatste voortuin,’ zegt de mineraalfanaat met een lach op zijn gezicht. In het drukke centrum van Amsterdam weet de Crecenzio toch aan de dagelijkse beslommeringen te ontkomen. ‘Het water geeft mij rust op de een of andere manier,’ vertelt Alejandro en ontspant zich zichtbaar bij deze gedachte. Wanneer hem wordt gevraagd of deze plek typisch Amsterdams is, antwoordt Alejando: ‘Ik ben niet de enige Amsterdammer zonder voortuin met behoefte aan de buitenlucht. Toevluchtsoorden als deze horen bij het wonen in Amsterdam-Centrum.’

Alejandro de Crecenzio verliet dertig jaar geleden een uitzichtloze dictatoriale maatschappij, getekend door wanhoop en geweld. Dit ruilde hij in voor het bruisende en vrije Amsterdam waar hij, ondanks de constante bedrijvigheid, op deze plek aan de Herengracht zijn rust vindt. En Alejandro de Crecenzio leefde nog lang en gelukkig.