"Op 1 juli vier ik dus mijn owru jari – in Suriname vieren we behalve onze verjaardag ook de dag ervóór- én Keti Koti." Sinds ze zich kan heugen komt April op het Keti Koti festival. ‘Niet alleen om te feesten hoor, ik wil echt weten waar het over gaat. Ik kom hier ook om te leren." Haar moeder treft er altijd weer familieleden die ze in geen twintig jaar heeft gezien. "Via hen leer ik ook weer over de geschiedenis."
Op de vooravond van Keti Koti stond ze nog met een neef in een Marokkaanse kleermakerij aan de Willem de Zwijgerlaan. "Zijn pangi was nog niet af; vet stressen, het was al na zessen!." Ze belden alle kleermakers af in Amsterdam en vonden er uiteindelijk nog één die open was. "Wij er als een speer heen. Twee uur later was de pangi klaar. De kleermaker wilde er niets voor hebben. "Dit is voor jouw cultuur, je krijgt het kado", zei hij. Superaardig! M’n neef heeft hem toch nog wat gegeven hoor."
Haar eigen kleding – gemaakt door een Indiaanse kleermaakster in Suriname, was door een tante ruimschoots op tijd klaar en naar Nederland opgestuurd. Dit jaar had April voor een oranje pangi met oude Indiaanse patronen erop gekozen. Met de kleur oranje en het oude Indiaanse patroon wilde ze een link leggen tussen haar Surinaamse familieroots en haar geboortegrond: Nederland.
Zilveren sieraden maken haar outfit af. En een flesje Florida Water Cologne, dat tijdens belangrijke (spirituele) tradities gebruikt wordt. "Het betekent een nieuw begin. Ik gebruik het met oud en nieuw, tijdens mijn oudjaarsdag en Keti Koti. En soms doe ik het op mijn bed."