“Mijn eigen naam is Boumann. Mijn opa is van Duitse afkomst, hij had blauwe ogen. Zijn ouders waren graaf en gravin. Mijn moeders voorouders zijn kinderen van slaafgemaakten. De vader van mijn man is een indiaan uit Suriname en mijn vaders moeder heeft Hindoestaans bloed. De moeder van mijn man is een witte vrouw, zij heet Tamminga, uit Groningen. Ik en mijn man hebben bruine ogen, maar onze enige zoon is met hemelsblauwe ogen geboren. Ik dacht dat trekt wel weg, maar het bleef. Dit is een heel belangrijke dag in de geschiedenis. Ik krijg zoveel kracht door al die kleuren. We zijn allemaal samen voor al die mensen die zo hebben geleden.
Mijn angisa is een 'Mis de Neef', dat was een deftige dame die altijd dit model droeg. Wanda Denz heeft deze voor me gebonden. Zij is een hele bekende angisabindster in Suriname. Ik heb thuis 40 hoofddoeken die door Wanda zijn gebonden. Die liggen allemaal in dozen. Voor mijn verjaardag heb ik een Proysi-ede laten maken. Dat is een feesthoofddoek, die zet de jarige op.
Als ik een klederdracht aan heb, dan voel ik me trotser, trots ben ik al, maar nog trotser. Dan voel ik de kracht van mijn voorouders. Je moet nooit je afkomst vergeten. Je mag je geestelijk en lichamelijk niet laten onderdrukken in deze maatschappij anders hebben je voorouders voor niets geleefd!
De stof is katoen. Als je boos was bond je de doek in drie punten, want dan straalde je dat uit. Met één doek kon je verschillende modellen vouwen. Als je een ander gevoel wilde uitdrukken haalde je de vouw er weer uit en bond je de doek op een andere manier. De Oto Baka past het best bij mij, want dat was degene die mijn oma altijd droeg. Die bindwijze betekent: ‘Ik ben een sterke vrouw.’ De naam verwijst naar de bumper van een auto, uit de tijd van de eerste auto in Suriname.
Mijn grootmoeder van moeders kant was een zwarte, sterke vrouw en zij droeg een angisa. Ze had parelwitte tanden. Ze maakte iedere avond haar tanden schoon door ze te polijsten met het eindje van een sigaar, met de as. En ze is gestorven met een compleet gebit zonder gaatjes!
Zij droeg altijd een Oto Baka hoofddoek. Haar zus kon goed Angisa’s binden en door haar ben ik geïnspireerd. Ik vind het belangrijk dat die traditie in ere wordt gehouden.”
Na het gesprek gaven wij elkaar een brasa (Surinaams voor omhelzing).