Ze vertelt: "Mijn voorouders komen uit Nickerie, een plaatsje in Suriname. Ze waren van de Britse kant. Het waren plantagehouders."
Sandra Alken is vandaag in het Oosterpark vanwege de 150 jaar herdenking en afschaffing van de slavernij. "Ik kom hier elk jaar". Haar kleding bestaat uit een Surinaamse vlag met de kleuren rood, geel en groen. "Ik draag het als een pangi, over de schouder, zoals mannen. Vrouwen dragen het normaal over de buik. Het is Creools/Afrikaans."
De bindwijze van de angisa heeft met deftigheid te maken. Bovenop is een Surinaamse ster gestikt. De stof is van gewoon katoen en komt uit Suriname. De kleding is gemaakt door een modiste, een naaister. Op de vraag hoe belangrijk de kleding is in relatie tot Keti Koti vertelt mevrouw Alken: "Het is een manier om mijn cultuur uit te dragen, om mijn trots te laten zien. Het is jammer dat 1 juli niet erkend wordt als een vrije dag, met vrij van school en werk."