_
In de 17de eeuw waren er veel meer weeskinderen dan nu, en was het toen ook helemaal niet ongewoon om wees te zijn. Deze weeskinderen werden echter niet geheel aan hun lot overgelaten. Als je geluk had, dat wil zeggen als je ouders officiële burgers van Amsterdam waren, kwam je in het Burgerweeshuis terecht. Voor andere wezen was er het Aalmoezeniersweeshuis. De kinderen in het Burgerweeshuis gingen naar school, de jongens leerden ambachten, zoals houtbewerking, terwijl de meisjes les kregen in handwerken. Kortom, hier werden de kinderen opgevoed en opgeleid tot nette burgers.

Dit schilderij van  Jacob Adriaensz. Backer, uit 1633 laat de ‘moeders’ van het Burgerweeshuis zien. De vier zittende personen zijn de regentessen, de vrouwelijke bestuurders van het weeshuis. Daarnaast waren er binnenmoeders, waarvan er één te zien is op het schilderij. Zij waren voor de dagelijkse verzorging van de kinderen. Op het schilderij wordt waarschijnlijk net een nieuw weeskind binnengebracht en ingetekend in het ‘kinderboeck’, een lijst met alle wezen. Het weeskindje heeft het kenmerkende roodzwarte uniform van het weeshuis al aan.

Dit schilderij hangt nog steeds aan de wand waar het oorspronkelijk hing: in de regentenzaal. In deze zaal is veel van het oorspronkelijke interieur bewaard gebleven. Om de sfeer te proeven van het oude burgerweeshuis hoef je dus alleen maar naar het Amsterdams Historisch Museum te gaan. Ook moeders zijn welkom.