Ik heb nooit begrepen waarom Aalsmeer zo’n belangrijk centrum van bloementeelt geworden is: onbestemde plek in de drassige polder. Je kunt zonder die wetenschap best verder in het leven, maar ik vond het toch wel plezierig om het antwoord te vinden in het hoofdstuk ‘Tulpenmanie’ van Koen Kleijns Buiten Amsterdam: Kleine geschiedenis van de metropoolregio. **
Buiten Amsterdam. Kleine geschiedenis van de metropoolregio
Na de droogmaling van de Haarlemmermeer zaten de Aalsmeerders zonder werk. Vanouds verdienden ze hun brood met visserij op het meer en met turfsteken. Het meer hield op te bestaan en de vraag naar turf nam sterk af door de introductie van kolen en vervolgens van stookolie.
De Aalsmeerders keken het kunstje af van de bloementelers en – handelaren aan de westelijke kant van de Haarlemmermeer. Rondom Haarlem en in de duinstreek bloeide al vanaf de 17de eeuw de bollenteelt. Nu vliegen de bloemen af en aan via de Aalsmeerse bloemenveiling en het nabijgelegen Schiphol.
Wie aan het Amsterdam denkt van de Gouden Eeuw, herinnert zich hoe de stad een cruciale rol speelde in de landspolitiek, in de Verenigde Oostindische Compagnie, de handel op de Oostzee of de rol van Amsterdamse kooplieden in de bedijkingen van Noordhollandse meren als de Beemster en de Schermer. Vanzelfsprekend roept men voor zichzelf een beeld op van een stad die macht uitoefent in de regio en op het wereldtoneel.
Wie aan het Amsterdam van de afgelopen 150 jaar denkt, zal die stad allicht minder als een centrum van de regio beschouwen. Immers, de landelijke politiek wordt beheerst door de Rijksoverheid en het gezag over de provincie Noord-Holland zetelt niet in Amsterdam maar in Haarlem. Gemeenten in de omgeving van Amsterdam zijn formeel en feitelijk onafhankelijk van de hoofdstad.
Toch is Amsterdam altijd een rol blijven spelen in de regio en in de afgelopen jaren is die rol weer veel geprononceerder geworden. Zo ging de metropoolregio onder leiding van burgemeester Cohen op handelsmissie naar Japan. De metropoolregio is erkend als politieke, economische en geografische eenheid; een ‘miljoenenstad’ die ruwweg samenvalt met de noordvleugel van de Randstad.
In zijn boek neemt Koen Kleijn de lezer in sneltreinvaart door de geschiedenis van de metropool en langs verschillende plaatsen van herinnering of dynamische ontwikkeling. Het boek is vlot geschreven en wie het leest krijgt zin om er op uit te gaan: naar de Stelling van Amsterdam bijvoorbeeld, het kostbare ‘harnas’ van de hoofdstad dat nooit gebruikt werd. Nu is de Stelling een prachtige linie van architectuurmonumenten. Ook binnen de Stelling kwamen werken tot uitvoering die vandaag de dag nog bijzonder zijn. De nationale luchthaven Schiphol, indertijd om strategische redenen binnen de Stelling aangelegd, is ook Amsterdamse trots want de stad is een belangrijk aandeelhouder. Of de indrukwekkende graansilo Korthals Altes aan het IJ: nu een appartementencomplex maar gebouwd om tijdens een beleg de stad langdurig van voldoende voedsel te verzekeren.
Over voedsel gesproken. Een van mijn favoriete schilderijen is het Gezicht op de Haarlemmerpoort van Hendrick Vroom. Daarop zien wij de ‘harde’ grens tussen stad en platteland. Elke dag weer moest voedsel aangevoerd worden vanuit de regio naar de stad. Vroom laat het zien. Links roeit een boerin een met groenten en zuivel volgeladen boot naar de stad. Over een minuut zal zij uitstappen, de spullen in een kruiwagen laden en door de poort naar binnen gaan om haar waren in de stad te slijten. Ondertussen vertrekken de trekschuiten met de regelmaat van de klok vanaf de steiger bij de Haarlemmerpoort naar Haarlem, Leiden en verder.