DE VONDSTKAART

DE VONDST
Bekijk de vondst (pdf, 5.9mb).

TITEL:
Handboek Digitale Steden.

VINDJAAR:
2012.

VINDPLAATS:
Gevonden tijdens digitale graafwerkzaamheden met Annemarie van Eekeren, nu werkzaam als hoofd Educatie & Outreach van het Amsterdam Museum en van 1997 tot en met 1999 projectleider/redacteur bij de Digitale Stad.

HERKOMST:
Annemarie van Eekeren kreeg het handboek in handen toen ze projectleider bij de Digitale Stad was.

JAAR VAN VERVAARDIGING:
1995.

VERVAARDIGER:
Stichting De Digitale Stad.

Ontwerp: Marjolijn Ruyg
Drukker: Rob Stolk, Amsterdam

MATERIAAL:
Papier.

AFMETINGEN:
15 centimeter breed en 21 centimeter hoog.

INHOUD:
Het handboek bestaat uit een inhoudsopgave, voorwoord, negen hoofdstukken, drie bijlagen en een colofon.

Auteurs van het handboek zijn Kees Schalken en Joost Flint. Het ontwerp is van Marjolein Ruyg. Het boek is gedrukt bij Rob Stolk in Amsterdam. Het Handboek Digitale Steden is geschreven in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en is op 1 februari 1995 tijdens de Conferentie Digitale Steden aangeboden aan de Minister van Economische Zaken de heer dr. G.J. Wijers.

In het voorwoord beschrijft Marleen Stikker kort het begin en het succes van De Digitale Stad in Amsterdam. Sinds de opening op 15 januari 1995 is de virtuele stad meer dan een miljoen keer bezocht en kreeg de stad grote aandacht van gebruikers en de nationale en internationale media. Mede-oprichter Stikker beschrijft het nieuwe fenomeen ‘de elektronische snelweg’ en welke rol een digitale stad in hierin speelt: “De elektronische snelweg is een nieuwe communicatiedrager waaraan belangrijke sociale, economische, politieke en culturele aspecten worden toebedacht. Een maximale participatie aan de informatie-infrastructuur zal voor zowel de continuïteit van de democratie als voor de economische ontwikkeling van de samenleving van groot belang worden. Een digitale stad speelt in deze ontwikkeling een grote rol.”

Het succes van Amsterdam wordt snel opgevolgd en steden richten hun eigen digitale steden op. Dit handboek is ter ondersteuning van deze initiatieven en bij het opzetten van een netwerk van de digitale steden. Maar ook ‘potentiële participanten’, sponsors als (lokale) overheden, bedrijven en informatie-aanbieders kunnen informatie vinden over het hoe en wat van digitale steden.

Tot slot wordt in het colofon de leden van de klankbordgroep en een viertal andere personen bedankt voor hun enthousiasme en inhoudelijke en praktische ondersteuning bij de totstandkoming van het boek.

Het handboek valt grofweg uiteen in drie onderdelen:
I. Wat is De Digitale Stad? Haar ontstaan en haar doelstellingen (hoofdstuk 1-4)
II. Hoe zet men zelf een digitale stad op (hoofdstuk 5-8)?
III. Wat zijn de potentiële knelpunten hierbij (hoofdstuk 9)?

I. Wat is De Digitale Stad?
Hoofdstuk 1 plaatst De Digitale Stad in het bredere kader van de elektronische snelweg en het internet.

In hoofdstuk 2 wordt het concept van een digitale stad kort omschreven. Dit gebeurt in de context van de zogenaamde Free-Nets in de Verenigde Staten en Canada. De geschiedenis van De Digitale Stad in Amsterdam wordt beschreven: begonnen als experiment, daarna voortgezet als stichting. Zowel de ontwikkeling van de inhoud (met grote rol voor de bewoners) als van het systeem (de interface, van tekst naar WWW) worden genoemd.

De volgende twee hoofdstukken beschrijven de doelstellingen en de diensten van De Digitale Stad. De doelen van een digitale stad behelzen het ondersteunen van drie soorten processen: democratische processen, kennisprocessen en economische processen. De drie paragrafen van hoofdstuk 3 vatten deze drie processen samen.
Citaten van bewoners worden gebruikt om het betoog te onderbouwen:

“Stapje op weg naar een meer directe democratie, idealiter. Biedt de mogelijkheid een (weliswaar nu nog aan slechts een betrekkelijk beperkte groep van computer + modem-bezitters in Amsterdam) stem te laten horen over actuele politieke items aan lokale bestuurders.”

“In principe zie ik De Digitale Stad als een middel om inspraak te krijgen en te organiseren ten aanzien van overheidsbeleid en -beslissingen.”

Andere bewoners zijn kritischer:

“In De Digitale Stad leren we over de mogelijkheden en vooral de onmogelijkheden van zo’n medium.”

“Ik heb sterke twijfels over de kracht van het medium op dit moment als instrument om de kloof bestuur-burger te verkleinen.”

Welke diensten dient een digitale stad te leveren? Om deze vraag te beantwoorden, dient een digitale stad “de informatie- en communicatiebehoefte van de (lokale) gemeenschap te vertalen in diensten die aan de gemeenschap geleverd [kunnen] worden.” Deze diensten kunnen geleverd worden aan de overheid, maatschappelijke instellingen en bedrijven, en aan bewoners en gebruikers. De diensten die een digitale stad levert worden in drie categorieën onderverdeeld:
1. Diensten die democratische processen ondersteunen: bijvoorbeeld een platform voor maatschappelijke en culturele organisaties bieden.
2. Diensten die samenhangen met kennisprocessen: bijvoorbeeld onderricht aangaande de elektronische snelweg.
3. Diensten die met name economische processen versterken: bijvoorbeeld instapmogelijkheden MKB.

II. Hoe zet men zelf een digitale stad op?
Handboek Digitale Steden: techniek In de hoofdstukken 5 tot en met 8 worden de organisatorische, technische en financiële aspecten van het opzetten van een digitale staat besproken.
De volgende stappen kunnen onderscheiden worden (hoofdstuk 5):

Het initiatief: vanuit overheid of maatschappelijke sector.
Het samenbrengen van een coalitie met onder andere actoren die ervaring hebben met het leveren van informatiediensten.
De informatiebehoefte in kaart brengen.
Het opzetten van een proefstad.
De techniek van een digitale stad bestaat uit drie componenten (hoofdstuk 6):

Inbelvoorzieningen
Server
Internetverbinding
In hoofdstuk 7 wordt een ruwe schets gemaakt van de kosten die het opzetten en onderhoud van een digitale stad met zich mee brengen. Het gaat hierbij om de volgende kosten:

Personeel e.d.
Hardware
Internettoegang
Publieke terminals
Hoe deze digitale stad gefinancierd kan worden, wordt behandeld in hoofdstuk 8. De volgende financiële bronnen worden genoemd:

Overheid
Informatieaanbieders (cultureel-maatschappelijk en commercieel)
Sponsoring
Bijdragen van bewoners
III. Knelpunten
Hoofdstuk 9 geeft een overzicht van de knelpunten die in het eerste jaar van De Digitale Stad in Amsterdam geconstateerd zijn. Maar liefst dertien kwesties worden genoemd. Deze vallen uiteen in twee categorieën: kwesties die samenhangen met de bewoners en hun gedragingen, en kwesties rondom het systeem. Natuurlijk hangen deze zaken vaak samen.

Een voorbeeld van de eerste categorie is het ‘eenzijdige bewonersprofiel’. De bewoners waren voornamelijk jonge, hoger opgeleide mannen. Vrouwen, ouderen en lager opgeleiden bleken sterk ondervertegenwoordigd. Om deze onevenwichtigheid tegen te gaan werkt men onder andere aan ‘digitale voorposten’, waar terminals worden geplaatst.

Een voorbeeld van de tweede categorie is de ‘toegankelijkheid van het systeem’. De vraag naar toegang tot een digitale stad is moeilijk in te schatten. Dus dit geldt ook voor het benodigde aantal telefoonlijnen. Soms is er sprake van filevorming voor de Digitale Stad in Amsterdam. Uitbreiding van de capaciteit in zo’n geval dan ook noodzakelijk. Gewezen wordt op de paradox van het succes: “Hoe succesvoller het project verloopt, hoe meer er geïnvesteerd moet worden in apparatuur.”

FUNCTIE:
Handboek.

Uit het Handboek Digitale Steden:

“Het handboek geeft een aanzet tot het opzetten van een netwerk van digitale steden. Door op strategische wijze samen te werken op het gebied van technische infrastructuur kunnen zelfs de kleinste gemeenten over een Digitale Stad beschikken.”

“Dit handboek is niet alleen geschreven voor degenen die zich in initiatiefgroepen inzetten voor een eigen Digitale Stad. Ook potentiële participanten of sponsors als (lokale) overheden, bedrijven en informatieaanbieders kunnen in het handboek informatie vinden over het hoe en wat van Digitale Steden.”

BIJZONDERHEDEN:
De prijs was fl. 22,50 (nu: € 10,20).

In het colofon worden de leden van de klankbordgroep bedankt (in hun toenmalige functie), dit zijn:
E. Boter, Ministerie van Economische Zaken
N. Dubbelboer, Stichting Agora Europa
J. Flint, De Digitale Stad
P. de Graaf, VNO
E. Haan, Ministerie van Economische Zaken
B. Hobbelen, PTT Telecom
F. Hoffman, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
E. Huizer, SURFnet
M. Joosten, PTT Telecom
C. Karman, BSO Origin
R. van Meerten, Gemeente Amsterdam
K. Schalken, Katholieke Universiteit Brabant
E. Spaink, Ministerie van Binnenlandse Zaken
M. Stikker, De Digitale Stad/De Balie
M. Suurhoff, VECAI
P. Tops, Katholieke Universiteit Brabant
J. van Veen, VNG

En een speciale dank gaat uit aan: Martine Brinkhuis, Niesco Dubbelboer, Erik Huizer en Wieke Rombach.

OPROEP
Wie weet meer over deze vondst? Help ons en plaats een reply met jouw bevindingen of stuur een mail!